Nr. 316 - zondag 14 december 2025 (week 50)
Mijn museum-6-daagse (2): Kunstenaarsdorpen - Het jaar 1913

LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

315. MIJN MUSEUM-6-DAAGSE (1): THUIS IN DE 17e EEUW (07/12/2025)
314. 'DE BORSTPARTIJ ROEPT VRAGEN OP'; DE ONBEKENDE MEESTER I.S. (09/11/2025)
313. TWEEDE KAMER 2025: IK STEMDE TEGEN TRUMP (02/11/2025)
312: CHATTEN MET CHATGPT: VROUWENSCHRIK OP DE VROUWENWEG? (07/09/2025)
311. 'WIJ STAAN HIER OOK MAAR'; STEPHAN BALKENHOL IN DE KUNSTHAL (06/07/2025)
310. FENIX, MIGRATIEMUSEUM IN ROTTERDAM (29/06/2025)

FHM’s A-viertjes is een rubriek op de Thuispagina van Frans Mensonides, die Henk als middle name heeft en dus FHM als initialen.
FHM’s verschijnt altjd op zondag, maar niet elke zondag




 

Verder met mijn museum-6-daagse, geïntroduceerd in de vorige aflevering van FHM’s.

 

Kunstenaarsdorpen; muze met zes gezichten’, Museum Katwijk

Kunstenaars op het strand in Katwijk. Links Derk Wiggers, midden Willy Sluiter, rechts Hendrik Jansen.

Foto uit 1904; maker onbekend. Overgenomen van Wikipedia: Willy Sluiter 

In die vorige aflevering had ik het over musea waar je wel foto’s mag maken, maar die niet mag publiceren op het web. Museum Katwijk is er een van dat soort. Maar verder is het een heel aardig, en ook aardig uitgebreid museum over de geschiedenis van deze grote vissersplaats aan de Zuid-Hollandse Noordzeekust. Het is gevestigd op luttele hectometers van de kustlijn.

Momenteel loopt er een tentoonstelling over kunstenaarsdorpen, zoals Katwijk 100 jaar geleden was: beziens- en schilderenswaardige dorpen waar in het voorjaar een zwerm openluchtschilders neerstreek, die in de herfst weer op huis aangingen.

Een intrigerend onderwerp. Ik heb van de zomer een kleine 3000 kilometer in de trein gezeten, vooral om Skagen, in het uiterste noorden van Denemarken, te bezoeken; een van de bekendste kunstenaarskolonies in Europa.

Deze tentoonstelling in Katwijk is gewijd aan de Nederlandse schilderskolonies Katwijk, Bergen (NH), Domburg, Laren (NH), Nunspeet en Volendam.

Ik blijk ik het Domburgse gedeelte van de tentoonstelling overgeslagen te hebben. Juist toen ik de zaal van Domburg binnen wilde stappen om de beloofde Jan-Toorop’s te zien, ging het brand- of diefstalalarm af, met gierende uithalen. Iedereen verschrikt opkijken: ben IK nou die sukkel die per ongeluk een schilderij heeft aangeraakt, en zo ja, of zo nee: moeten we nou niet met z’n allen hard hollend naar buiten?

Het alarm bleek uiteindelijk loos te zijn, maar aangezien het bleef loeien, ontstond er enige consternatie onder de bezoekers. Al met al werd het daardoor een heel apart museumbezoek.

Volendam (door mij afgekamd in 2005) lijkt een vreemde eend in de bijt van de kunstenaarsdorpen. Als je er nu rondloopt tussen de toeristen die in klederdracht op de foto willen, valt het moeilijk te geloven dat er ooit heel knappe schilderijen gemaakt zijn. Toch komt zo’n ontwikkeling vaker voor: evolutie van een kunstenaarskolonie via een vakantiebestemming, tot en met de verwording tot een puur kitschreservaat waar een kunstliefhebber met een grote boog omheen loopt.

Foto’s uit dit museum in Katwijk mag je dus niet publiceren, maar tegen over overtypen van begeleidende tentoonstellingstekst las ik geen bezwaar. Niemand behalve ik komt ooit op het idee om dat te doen.

‘Van alle nationaliteiten zijn ze hier vereenigd. Amerikanen, Duitschers, Franschen, Belgen en Schotten vinden hier hunnen sujetten. Vooral de witte kerk wordt heel wat malen vereeuwigd en het is geen zeldzaamheid dat men drie of vier buitenlandsche artisten dicht op elkaar gezegen het zelfde straatje ziet schilderen. Er zijn zelfs dagen dat je haast over ze valt. Typisch is het, hoe zij, wanneer er een schuit in het zicht is, zwaarbepakt met vouwstoel, parasol, ezel en schilderskist, de aankomst zitten af te wachten. Nauwelijks is de schuit aan wal of het schilderen begint, om niet te eindigen dan wanneer de zon reeds lang onder den horizon is’.

Zo schilderde iemand het in 1905 met woorden, een Katwijker, denk ik. Ik vraag me in zulke kunstenaarsdorpen altijd af, hoe de autochtonen reageerden op die jaarlijkse invasie. Je leest er zelden iets over op tentoonstellingen.

Ik zou me kunnen voorstellen dat de horeca en de plaatselijke winkeliers blij waren met de extra inkomsten, maar wat conservatieve inboorlingen fronsend keken naar de stadse fratsen waarmee ze geconfronteerd worden. En zich dan toch lieten vermurwen om model te zitten voor die schilders.

In Katwijk zal het allemaal wel meegevallen zijn. Veel kunstenaars brachten er ook de winter door en bleven er soms zelfs voor de rest van hun leven plakken, en integreerden zodoende binnen de Katwijkse samenleving. Een kunstcriticus schreef in 1908:

‘Wanneer ge met een Katwijker langs den strandboulevard wandelt van het aardige, intieme Katwijk-aan-Zee, dat lieve badplaatsje op een half uur tremmen van Leiden, zal hij u vertellen van de vele schilders die zich de laatste jaren daar gevestigd hebben.’

Men was blijkbaar trots op de kunstenaars die men tot zijn dorpsgenoten kon rekenen.

Ik schreef het in Skagen al: railvervoer gaf meestal de stoot tot het ontstaan van een kunstenaarskolonie; je moest er wel kunnen komen. Het ‘tremmen’ uit het citaat hierboven betekende anno 1908: reizen per stoomtram. Een halfuurtje toen vanuit Leiden. Met de elektrische Yutong-bus kwam ik er vandaag in krap 20 minuten; vooruitgang!

 

Foto: Choinowski. Overgenomen van Wikipedia: Villa Allegonda

Een aardig optrekje voor een schilder: Villa Allegonda. De villa, op het hoekje van de boulevard met de Rijnmond, werd in 1901 ontworpen door de in de regio Leiden – Katwijk befaamde architect H.J. Jesse en wat later verbouwd door de niet minder befaamde J.J.P. Oud. Het was ooit de woning van de kunstschilder Gerhard 'Morgenstjerne' Munthe. Het pand, dat lange tijd bekend stond als Hotel Savoy, is in de periode 2016-2018 grondig gerestaureerd.   

 ‘Kunstenaarsdorpen; muze met zes gezichten’ loopt nog t/m zondag 18 januari 2026. Kaartjes voor het Katwijks Museum kunnen online besteld worden, maar zijn ook aan de kassa van het museum verkrijgbaar. De Museumkaart is geldig.

 

1913. De grote kunstexplosie’, Singer Museum Laren  

Het Singermuseum in ‘het dorp waar de mensen geld én smaak hebben’, zoals ik het ooit omschreef (of was dat Oisterwijk?), is een vaste gast in deze rubriek. Ik was er in 2009 voor Mauve, in 2024 voor impressionisten uit Nederland en omstreken en nogmaals dat jaar voor Breitner.

Dit najaar is er een expositie van schilderwerken, louter en alleen uit het jaar 1913. De tentoonstelling is samengesteld door en ter ere van museumdirecteur Jan Rudolf de Lorm, die afscheid neemt, na het Singer 17 jaar lang geleid te hebben.

‘Dansen op de vulkaan’; zo heet één zaal op de tentoonstelling, en dat deden ‘we’ in 1913, al wisten we het niet. Maar zo’n pre-rampjaar lijkt zijn schaduw wel vooruit te werpen, achteraf gezien. Toch leverde WO I, naast al zijn ellende, wel 2 nieuwe kunststromingen op: Dada en De Stijl. Hier dus niet vertegenwoordigd, want in 1913 wisten we dat allemaal nog niet.

Het moet wel een bijzonder vruchtbaar kunstjaar geweest zijn.  In het Veluwse kunstenaarsdorp Nunspeet bezocht ik al eens de reprise van een tentoonstelling die daar in 1913 was gehouden. En die reprise was uitgerekend in een ander pre-rampjaar: 2019.

Dit in het Singer is weer een erg leuke tentoonstelling. Hij is echt heel gevarieerd, wat ook niet anders kan, als niet één kunstenaar of één stroming, maar één kalenderjaar het onderwerp is.

Ik doe er een greep uit.

*1* Jan Sluyters (1881-1957), Interieur

Sluijters, schilder, tekenaar en ontwerper, woonde t/m 1913 aan de Bloemgracht in Amsterdam. Dit is vermoedelijk zijn huiskamer, in groothoek weergegeven, met de vrolijke pestzooi die je misschien verwacht bij een kunstenaar. Het schilderij heeft kenmerken van hert kubisme en futurisme, stromingen die erg ‘hot’ waren in 1913.

Wat kubisme is: het woord zegt het al. Futurisme was een stroming afkomstig uit Italië, en kenmerkte zich volgens het desbetreffende lemma in de Wiki door

 ‘snelheid, energie, agressie, krachtige lijnen, vooruitgang en nieuwe technologie. Samen met het opkomende nationalisme in alle Europese landen paste het in het oorlogsenthousiasme dat kenmerkend was voor veel intellectuele en artistieke kringen aan de vooravond van de eerste Wereldoorlog’.

Hetzelfde, flink misplaatste enthousiasme zie ik tegenwoordig ook weer in de oorlogshitserij in de politiek en de media. Het is alsof we echt niet kunnen wachten om Poetins Rusland te lijf te kunnen gaan. Zullen we ooit iets leren? En zou het leiden tot een opleving van het futurisme, juist als de toekomst op het spel staat?

 

*2* Jaap Weyand *) (1886-1960), Bos bij Duinvermaak

Toch nog een plaatje uit Bergen, een van de kunstenaarsdorpen van de tentoonstelling in Katwijk. Jaap Weijand, oorspronkelijk uit Amsterdam, woonde en werkte daar van 1944-1957. Duinvermaak is een pannenkoeken- en pizzarestaurant op de grens van duin en het bos dat Weyand geschilderd heeft in 1913. Laat dat restaurant nou uitgerekend gebouwd zijn in datzelfde jaar 1913! Dit schilderij is expressionistisch. Voor die stroming geldt hetzelfde als impressionisme: iedere  kenner verstaat er iets anders onder.

*) ook wel gespeld als Weijand


*3* Piet Mondriaan (1872-1944) , Tableau no 3: compositie in ovaal

Het duurde een poosje voordat ik Mondriaan leerde te waarderen. Daaruit blijkt dat niet alleen het verstand, maar soms ook de smaak komt met de jaren. Ik schreef erover in ook al een dubbelaflevering van FHM’s uit 2017. Daarin bezocht ik o.a. een tentoonstelling in Den Haag met werken van Mondriaan en Bart van der Leck, die een blauwe maandag samengewerkt hebben en daarna ieder huns weegs gegaan zijn. Van der Leck is ook vertegenwoordigd op de 1913-tentoonstelling in Laren.

*4* Bart van der Leck (1876-1958), Op de markt

Bart van der Leck had in dat legendarische jaar 1913 zijn eerste expositie. Hij schilderde in die periode veel van dit soort taferelen uit het dagelijks leven. Zijn stijl zou je Egyptiserend kunnen noemen, met die koppen die soms van voren en soms en profil zijn weergegeven.

Volgens de begeleidende tekst, lijken van der Lecks gezichten als twee druppels water op elkaar. ‘Zo benadrukt Van der Leck het socialistische principe van gelijkwaardigheid van de mens’.

Heeft van der Leck zich ooit in die zin uitgelaten, of slaat de schrijver van die tekst er ook maar een slag naar? Ik vind die koppen juist helemaal geen eenheidsworst. Wel allemaal in dezelfde, naïeve, wat kinderlijke stijl die ik erg grappig vind, als is hij misschien niet komisch bedoeld. Soms vind ik helemaal niet van een schilderij wat ik er van de kenners van moet vinden.  

Hoe dan ook; schilderkunst zie je toch beter in een museum dan als plaatje op je scherm. Wacht niet te lang, als je nog naar deze tentoonstelling in Laren wilt! Na zondag 11 januari 2025 sluit hij zijn deuren. Reserveren van een tijdslot is in het Singer verplicht. De Museumkaart is geldig.

FHM
13 december 2025
Er geweest: Katwijks Museum dinsdag 18 november 2025, Singer Museum Laren vrijdag 28 november 2025





© Frans Mensonides, Leiden, 2025