Nr. 300 - zondag 25 februari 2024 (week 8)
Frisse wind in Laren; impressionisten van het noorden

LAATSTE ZES AFLEVERINGEN


299. SPAGHETTIFICATIE; 'INTO THE BLACK HOLE' IN VALKHOF MUSEUM (11/02/2024)
298. DE MIDDELEEUWEN DOORMIDDEN ZAGEN; HET JAAR 1000 (07/01/2024)
297. PILAARBIJTERS EN VARKENSSCHEERDERS; DE BRUEGHELS IN EEN TIJDSLOT (24/12/2023)
296. BORMAN, LOVELL & ANDERS, HENKIE EN CHRIET; DE KERSTVLUCHT VAN 1968 (17/12/2023)
295. JE STEM VERHEFFEN; OVERPEINZINGEN ROND DE TWEEDE KAMERVERKIEZING (26/11/2023)
294. GOET GELACH EN QUAET-SLAGH,ADRIAEN VAN DE VENNE IN MIDDELBURG (19/11/2023)

FHM’s A-viertjes is een rubriek op de Thuispagina van Frans Mensonides, die Henk als middle name heeft en dus FHM als initialen.
FHM’s verschijnt altijd op zondag, maar lang niet op elke zondag.


 







‘Impressionisme’, dat is zo’n term waarvan evenveel definities bestaan als er kunstkenners zijn. Maar over de grote lijnen is vrijwel iedereen het wel eens. 

Impressionistische schilders zijn – het woord zegt het al – gericht op de indruk (impression) van het moment. Hun schilderijen zijn een subjectieve weergave van de sfeer die ze ervaren. Ze schilderen daarom wat schetsmatig. De kleuren zijn sterk aangezet, fel, helder. De schilderijen winnen meestal aan kracht als je ze bekijkt vanaf een decimeter of 5 à 6 afstand, en niet met je neus erop – wat sowieso niet mag. 

Impressionisten schilderden graag en plein air, in de open lucht. Dat werd mogelijk gemaakt door de uitvinding van de verftube in 1841, waarna schilders niet meer gebonden waren aan het atelier. De stroming impressionisme ontstond kort daarna in Parijs.

Zoals zo vaak waren het technologische ontwikkelingen die de stoot gaven tot een nieuwe stroming in de kunst. De opkomst van de spoorwegen is er ook niet los van te zien. Schilders konden per trein veel verder van huis reizen om in de open lucht te schilderen dan in de tijd van trekschuit en paard en wagen. 

Vanuit Parijs verspreidde de nieuwe stroming zich als een frisse wind over Europa. In onze meer noordelijke contreien konden de schilders ‘frisse wind’ wel letterlijk nemen. Ze schilderden onder het hemeldak onder vaak beroerde weersomstandigheden.

Frisse wind’ is ook de titel van een tentoonstelling die momenteel loopt in Singer Laren, met als ondertitel: ‘Impressionisme van het noorden’. In 6 zalen, en met evenzoveel thema’s, worden werken getoond van Nederlandse, Duitse en Deense schilders. De thema’s per zaal zijn: Licht, Op het land, In de stad, In de tuin, Winter en Op reis. 

Waar kun je zo’n tentoonstelling beter organiseren dan in het lommerrijke, rustieke kunstenaarsdorp in het Gooi (rijd er niet voor naar Laren in Gelderland!), waar de mensen naast veel geld, ook smaak hebben? Ik bezocht de tentoonstelling op een wat donkere, nevelige zaterdag. Met mijn telefoon schoot ik eerst mijn eigen impressies van Laren. Maar dat zijn wat ik noem ‘overgeschoten foto’s’, gemaakt op weg naar een museum. Ze komen t.z.t. in de rubriek die zo heet. 

Op de tentoonstelling zelf besloot ik in elke zaal één werk te selecteren voor mijn traditionele museum-top-6. Dat kwam neer op wat ik ‘killing your darlings’ genoemd zou hebben als die schilderijen mijn eigen darlings waren. In elke zaal had ik meer werken kunnen selecteren dan ik kwijt zou kunnen op mijn A-viertje, dat toch vaak al van elastiek is. 

Daarna zijn zowel mijn foto’s en aantekeningen slordigerwijze door elkaar geraakt, en nu weet ik van sommige werken niet meer of ze bijvoorbeeld in de categorie Licht of In de tuin vielen. Het een sluit het ander niet uit, en licht sluit je trouwens altijd IN, als het om schilderkunst gaat. Daarom slechts een top-5, en dat in willekeurige volgorde.


*1* Peder Severin Krøyer (1851-1909), Het blauwe uur (1907)

Opvallend veel Deense schilderijen op deze tentoonstelling zijn geschilderd aan het strand van Skagen, in het uiterste noorden van Jutland. Bij mijn reis naar Denemarken vorige zomer ben ik zo dicht bij de poolcirkel niet gekomen. Als ik nog eens naar dat land reis, neem ik Skagen zeker in mijn schema op. 

Het blauwe uur, iedereen die fotografeert kent het. In de schemering neemt alles een blauwe tint aan. Alleen een schilder ziet het meteen; een fotograaf ziet het pas op zijn foto’s. Zo’n blauwzweem kun je er bij het bewerken gemakkelijk uit-Photoshoppen, maar een impressionist zou dat nou juist nooit doen.

*2* George Hendrik Breitner (1857-1923), Doorbraak Raadhuisstraat Amsterdam (1898)

Breitner was misschien ook wel een feestbeest, maar bovenal een ‘schilderbeest’. Wat ik me daarbij moet voorstellen, weet ik niet, maar ‘Schilderbeest’ wordt in ieder geval de titel van een tentoonstelling die vanaf 15 mei 2024 te zien zal zijn in het Singer.

Dit schilderij zou zowel in de categorie In de stad als in Winter passen. Breitner schilderde in de winter van 1898 de werkzaamheden voor de bouw van een winkelgalerij met gietijzeren (?) zuilen in de Raadhuisstraat. Die straat was enkele jaren daarvoor ontstaan na demping van een gracht. De karakteristieke winkelgalerij onder afdak is er op de dag van heden nog steeds.

*3* Co Breman (1865-1938), Boerenerf (1899)

Een mislukte ‘nieuwerwetsche poging om de zon binnen te halen’, zo noemde een niet bij name genoemde criticus dit schilderij, volgens de toelichting op de tentoonstelling. Het koele, elektrisch aandoende licht deed hem pijn aan de ogen. Als ik eerlijk ben, vind ik dat deze criticus ergens wel een punt had. 

Het schilderij maakte in 1900 deel uit van de jaarlijkse tentoonstelling in Amsterdam door de kunstenaarsvereniging Vereeniging Sint Lucas. Breman, geboren in Zwolle, vestigde zich in 1897 in Blaricum en wat jaren later in Laren. In het Gooi stond hij bekend als harde werker én als feestbeest. Altijd een vruchtbare combinatie; zie de Bentvueghels die in de 17e eeuw de bohemien en de beest uithingen in Rome.




*4* Evert Pieters (1856-1923), Zomerdag (ca. 1911-1914)

Pieters schilderde dit pointillistische schilderij in zijn woonplaats Blaricum. Een van de afgebeelde dames is Anna Singer, geboren Brugh, een Amerikaanse kunstverzamelaarster die met haar man geëmigreerd was naar Nederland. Na de dood van haar man richtte zij in 1956 het museum Singer op in haar villa De Wilde Zwanen. De villa werd uitgebreid met een museumruimte en een concertzaal, die in de jaren 10 werd omgebouwd tot theater.


*5* Max Liebermann (1847-1935), Lopend meisje (1897)

Hoe impressionistisch wil je het hebben! Zonlicht en schaduwen in felle kleuren, en het lopende meisje lijkt inderdaad wel, op haar klompjes, van het schilderij af te willen wandelen. Singer Laren leidt het schilderij HIER in op YouTube.

Liebermann was een uit Berlijn afkomstige schilder die tientallen zomers doorbracht in Nederland, en daarbij ook vaak in het Gooi gesignaleerd werd. Vincent van Gogh had in 1883 vergeefs naar hem gezocht in Drenthe, doordat hij (van Gogh) het zomerse schilderen pas in september had opgepakt. Liebermann was al op huis aan toen van Gogh in Drenthe arriveerde.

Liebermann was dus vaak op reis, zoals vele schilders uit die tijd. Ook de tentoonstelling ‘Frisse wind, Impressionisme van het noorden’ gaat op reis na de slotdatum, zondag 5 mei 2024; achtereenvolgens naar het Duitse Waddeneiland Föhr en Hannover. 

Tot en met Bevrijdingsdag kun je er dus nog heen in het Singer. Wellicht ten overvloede (want vrijwel elke tentoonstelling lijdt tegenwoordig aan dat euvel): vergeet niet, een tijdslot te reserveren!

Frans Mensonides
25 februari 2024
Er geweest: zaterdag 3 februari 2024

VOLGENDE AFLEVERING: HET BESTE, HET ALLER-, ALLER-, ALLERBESTE UIT 99 FHM’S A-VIERTJES (31/03/2024)






© Frans Mensonides, Leiden, 2024