De digitale reiziger (123) 
Vaarwel, Beneluxtrein en Superdagretour; Welkom IC Brussel en Early Bird!



Dordrecht

Het is een Heintje Davids-afscheid geworden. Maar na zo´n 12 jaar gemodder, met het Fyra-drama van 2012 / 2013 als absoluut dieptepunt, is het nu toch echt gebeurd: het einde van de Beneluxtrein zoals wij die kennen. Op 8 april 2018 zei de internationale trein Amsterdam – Brussel na ruim 60 jaar vaarwel tegen zijn route via Roosendaal – en daarmee tevens tegen station Dordrecht dat hem na die dag ook niet meer zou zien.

Met ingang van maandag 9 april 2018 neemt deze trein 12 keer per dag vanuit Amsterdam de HSL tussen Schiphol en Rotterdam en begint hij 4 keer per dag op Den Haag HS. Na Rotterdam gaat het dan in alle gevallen via de HSL naar Breda en daarna opnieuw over hogesnelheidsspoor via Noorderkempen naar Antwerpen Centraal. Daarvandaan volgt de trein zijn huidige route naar Mechelen, Brussels Airport-Zaventem, Brussel Noord, Centraal en Zuid.

Ik nam op tweede paasdag afscheid van de Beneluxtrein met een superdagretour naar Mechelen. Daarover hieronder het verhaal en een mooi ´stoefboekje´ (uitleg volgt). De week daarop nam ik een retourtje, of liever: twee enkeltjes, voor de nieuwe IC Brussel via de HSL Dat verhaal is inmiddels ook geschreven en begint HIER.

Eerst nog even iets over dit langgerekte driedubbele afscheid: van naam, route en betaalgemak.

 



Naam

‘Beneluxtrein’ is een misleidende naam, want hij heeft nooit doorgereden naar Luxemburg. Oorspronkelijk was dat wel de bedoeling. Met het verlaten van de oude route neemt de trein ook afscheid van zijn foutieve naam. Op de site van NS International heet hij nu tenminste consequent: IC Brussel. In België zal hij dan vermoedelijk wel als IC Amsterdam door het leven gaan. In de volksmond was hij al heel lang: De Brusselaar, respectievelijk De Amsterdammer.


Route

Maar dat is maar een naam. Gaat er verder nu echt zoveel veranderen, of zelfs verbeteren, met die routewijziging? Het valt tegen. Ja, door de rit via de HSL wordt de rijtijd Amsterdam – Brussel beperkt tot 2:53 uur, een half uur korter dan het was. Maar dat is dan nog wel langer dan vóór 2009, toen de omweg over Zaventem nog niet in de route was opgenomen. 

Voor reizigers tussen Rotterdam Centraal en Antwerpen Centraal is de tijdwinst iets beperkter, namelijk welgeteld 60 seconden, 1:05 uur tegen 1:06. De IC Brussel snelt weliswaar via de HSL naar Breda, maar moet daar kop maken, en dat kost 8 minuten. 

En de IC Brussel neemt helaas geen afscheid van zijn aftandse TRAXX-locomotieven en getrokken IC-rijtuigen, die maar 160 km/uur halen. Daarmee blijven ze wel heel erg ver achter op de 250 km/uur die de bedoeling was – en niet te vergeten op de 300 km/uur van de Thalys, die over hetzelfde traject rijdt. Dat enorme snelheidsverschil geeft vanzelfsprekend problemen bij het ontwerpen en uitvoeren van het spoorboekje; een snelle Thalys mag niet vlak achter een slome TRAXX terecht komen. 

Breda krijgt voor het eerst sinds opening van het station in 1855 een rechtstreekse verbinding met het 55 km verderop gelegen Antwerpen. Breda blij, en Antwerpen al even blij met die snelle verbinding met zusterstad Breda. Roosendaal en Zeeland minder blij. Daar zijn ze straks aangewezen op dat ene boemeltje Roosendaal – Antwerpen – Puurs per uur.

Pas zo rond het jaar 2025 zullen er snellere treinen gaan rijden, maar dan met 200 km/uur en geen 250.


Tickets

We krijgen dus, na zoveel jaar uitstel, veel minder dan wat ons beloofd is. Waarvoor ter compensatie dan wel dieper in de geldbuidel getast zal moeten worden. Het handige Superdagretour vervalt. Dat kaartje trok je gewoon uit de automaat als je op een vrije dag opstond met een plotseling opgekomen verlangen naar België.

Ik deed dat zoals gezegd afgelopen maandag. Mijn Superdagretour Mechelen kostte  € 17,40 (met vrij reizen op het Nederlandse traject; Weekend Vrij was ook geldig op paasmaandag). Een Superdagretour Antwerpen kost deze week nog € 10,40 en een naar Brussel op de kop af € 25,00, mits je gratis vervoer hebt totaan de grens. 

Reizen vanaf 9 april kun je reserveren via de site van NS International. Doe je dat meer dan een week van tevoren, dan koop je een Early Bird en schijnt de prijs nogal mee te vallen. Doe je dat minder lang van tevoren, of koop je een kaartje op de dag zelf op het station, dan betaal je de hoofdprijs. Daarbij geldt dan ook nog eens dat een ticket in het weekend duurder is dan door de week. Ik ga me volgende week wel eens verdiepen in wat ik precies kwijt ben.


Afscheidsrit

In de herfst van 2006 maakte ik al eens een afscheidsrit naar Mechelen. Eind van dat jaar zou de verhuizing van de Beneluxtrein naar de HSL een feit zijn. Ik profeteerde dat een enkele reis Leiden - Antwerpen, met overstap in Rotterdam, dan niet veel langer dan 5 kwartier zou duren. Het was toen nog de opzet dat de trein langs Breda zou rijden en er niet zou stoppen. Er zou, als ik me goed herinner, een aparte trein Den Haag - Breda - Antwerpen komen. 

Het liep allemaal anders. De 11 jaar daarna heb ik nog op niet minder dan 26 dagen gereisd met de Beneluxtrein-oude stijl, en daarvan verslag gedaan op deze site. En vrijwel iedere keer beweerd dat het een afscheid was. Dit is dus al het 28ste afscheid, maar nu wel echt het allerlaatste; het afscheid der afscheiden, mag ik aannemen.

Al dacht ik dat eind 2012 ook bij dit ritje naar Antwerpen. Nu zou het echt gaan gebeuren; de Fyra met 250 km/uur over de HSL! Hoe dat afliep, is bekend. Elke dag stonden er stukken in de krant over Fyra’s die hun bestemming met enorme vertraging bereikten, in het zeldzame geval dat ze überhaupt op het eindpunt aankwamen. Helemaal compleet voltooiden die treinen de rit dan meestal ook niet; er viel onderweg nog wel eens een onderdeel vanaf. 

Ik had desondanks al wekenlang een dag vrijgehouden in mijn agenda om deze flitsende verbinding uit te proberen. Met de nodige moeite, want ik had toen nog de zorg voor een hulpbehoevende moeder, en moest van alles regelen met de thuiszorg om een dag weg te kunnen.

Maar uiteindelijk mocht ik gewoon thuisblijven. Twee dagen voor mijn reisdag kwam het Fyra-verkeer definitief tot stilstand. Ik ben er dus nooit mee naar België gereisd.  Maar het is nog wel zo, dat ik er een keer een proefrit mee gemaakt heb tussen Schiphol en Rotterdam. Daarbij bleek het personeel uitgelatener over de trein met z’n rare neus dan de reizigers. 

In het prille voorjaar van 2013 keerde de aloude Beneluxlijn na 2 maanden afwezigheid al weer terug op de spoorbaan, maar nu met beginpunt op Den Haag HS en in tweeuursdienst. Ik sluit niet uit dat het deze keer ook weer zo zal lopen en ook dit afscheid  geen definitief afscheid is.

Afgelopen maandag schoot ik wat foto’s van de Beneluxtrein op Dordrecht, Roosendaal en andere stations, waarbij ik soms de trein uitrende om hem te fotograferen, en daarna snel mijn plaatsje weer innam. Dat dan meestal vergaan was, want de trein was ouderwets druk. Benieuwd of zijn opvolger net zo populair zal worden. In het kortstondige Fyra-tijdperk kelderden de vervoerscijfers.

Spoor 1 op Den Haag HS (op archieffoto uit februari 2018). In januari werd de Beneluxtrein ingekort tot Den Haag – Brussel; een van de treinen was nodig om proefritten te rijden op de HSL.

Toen wij uit Rotterdam vertrokken… vertrokken we niet; de trein bleef om onduidelijke redenen bijna 10 minuten tot na vertrektijd-volgens-dienstregeling langs het perron staan. Bij de tunnelmond van de Willemstunnel kruisten we de Beneluxtrein de andere kant op, die roerloos stilstond en een kwartier geleden al op Rotterdam Centraal had moeten arriveren. Het handelsmerk van de Brusselaar: altijd vertraging, tot het bittere einde.

Dordrecht, op de terugweg, bij regen en valavond, wat zorgde voor de triesterige sfeer die je bij een afscheid zo goed kunt gebruiken.

Antwerpen Centraal, waar we hem na 9 april ook nog zullen zien…

.. net als op Antwerpen Berchem.


Op de terugweg nam ik uit Mechelen de stoptrein naar Antwerpen, om die in Berchem te verlaten voor de vorige foto. Station Kontich heet sinds kort Kontich - Lint naar het plaatsje dat aan de andere kant van de spoorbaan ligt. 


Mechelen. Dat staat er trouwens op.

Station Mechelen was in dit stuk uit 2000 nog een stuk levendiger dan thans. De stationsrestauratie is nu al jaren dicht. Van honger zul je in de catacomben van dit station toch niet omkomen. De in Vlaanderen obligate broodautomaat wordt geflankeerd door een enorm, felrood bakbeest, een pizza-automaat. Daarin wordt, na inworp van het geld, eerst het deeg gekneed en daarna ter plaatse de pizza gebakken. 

Ik probeer het maar niet, heb geen fiducie dat er na 3 minuten iets eetbaars uit het ding zal komen zetten, en ga liever mijn traditionele croque-monsieur eten op de markt.


Stoefboekje

Een ideale stad om rond te dwalen, Mechelen. Ik maak een wandeling naar de Markt, zoals gezegd, daarna naar het Kleine en Grote Begijnhof, langs de oevers van de Dijle en voorbij de Brusselpoort terug naar het station. Rust in het winkelhart. Alles zit dicht, de Inno, de HEMA… De horeca is gelukkig wel open; de croque laat ik me niet ontgaan.

Het Mercierplein, het Place d’étoile van Mechelen, aangelegd om het centrum met station te verbinden. Genoemd naar Aartsbischop Désiré-Joseph Mercier (1851-1926) en opvallend door statige bebouwing. 




Twee maal de Markt in panorama



De Dijle stroomt vóór Mechelen al door Ottignies en Leuven en komt na Mechelen via-via in de Schelde terecht. Prachtige , kleurige huizen bij de Kraanbrug, waar in de middeleeuwen een hijskraan stond om schepen te lossen en te laden.


De Brusselse Poort, in de 13e eeuw gebouwd met Doornikse steen, ontsnapte onder Napoleon wonderwel aan afbraak, maar kwam later midden in een ringweg te liggen.



16 maal Mechelen in hodologische volgorde van wandeling; klik erop! Behalve aan eeuwenoude gebouwen kun je je hier ook laven aan bloempjes van 20ste-eeuwse architectuur. Ik heb me in België wel vaker verbaasd over wolkenkrabbers midden tussen de rijtjeshuizen. Ze slopen gewoon zo’n eengezinswoning en zetten er een 6 etages hoge flat voor in de plaats. En als ze daarna ook de belendende huizen nog slopen, komt zo’n flat bijna in het luchtledige te hangen. Het zou bij ons toch niet mogen, zelfs al zou je de voorzitter van de welstandscommissie een goede doos sigaren in de handen drukken. 


En dan het al een paar keer genoemde stoefboekje. Ik zag dat woord in de etalage van een fotograaf die huwelijks- en eerste-communierapportages verzorgt. Nou betekent stoefen in het Vlaams zoiets als opscheppen; trots zijn op. Dus een stoefboekje is vast een mapje foto’s van zo’n hoogtijdag, dat je trots kunt laten zien aan vrienden, bekenden en collega’s.

Tot zover mijn stoefboekje van een mijlpaal in de spoorhistorie: afscheid van de Beneluxtrein. Hieronder gaat dit verhaal verder met het verslag van mijn maidentrip met de IC Brussel via de HSL.

Frans Mensonides
6 april 2018
Er geweest: maandag 3 april 2018



Rib uit lijf

Rotterdam Centraal


Die reis maak ik al op woensdag 11 april, de derde dag dat de IC Brussel nieuwe stijl geëxploiteerd wordt. In België heet hij tussen haakjes de IC Nederland (omdat hij twee plaatsen als eindpunt heeft: Amsterdam en Den Haag). Hij heet ook wel: Internationale IC en op de reisplanner van NS soms gewoon: IC Direct.

Dat Direct zal wel satire zijn. Met zijn kopmaken in Breda en zijn omweg via Brussels Airport Zaventem is er weinig directs aan.

Maandag wist ik nog niet dat ik me woensdag vrij kon maken voor mijn Brussel-reisje. Geen goedkope Early Bird gereserveerd dus, en woensdagmorgen dan de gang gemaakt naar de kaartjesautomaat op Leiden Centraal. Hoeveel je betaalt, hangt van veel factoren af: vroeg boeken versus een lastminute-trip, het al dan niet hebben van korting of vrij reizen in Nederland, reizen door de week of in het weekend. Feit is wel dat je vrijwel altijd flink veel meer betaalt dan vroeger, voor dezelfde matige kwaliteit.

Een superdagretour zou voor mij (doordeweeks 40% korting bij NS) vorige week 50 euro gekost hebben. Nu betaal ik 62,80, of liever: twee keer 31,40, want retourtjes zijn er niet meer. Opgepast: er rollen 2 enkeltjes uit de automaat. Je bent geneigd, je uit de voeten te maken met het eerste en het tweede in het bakje te laten liggen.

Had ik het niet beter een week uit kunnen stellen? Zeker wel, maar je weet niet wat voor weer het dan wordt, je weet niet of je dan zin hebt in de Intercity Indirect, en bovendien: ik wil die nieuwe verbinding beslist ervaren, niet morgen, maar nu! Ik kon vannacht de slaap al nauwelijks vatten van de voorpret.

 

Naar Brussel met de hogesnelheidsboemel

Ik bereik Rotterdam met een gewone IC. Het moet me van het hart dat die Hagenaars wel schromelijk overdrijven met hun geklaag over hun slechts 4 rechtstreekse verbindingen per dag met België. De rest van de dag moeten ze overstappen. Dat is nou eenmaal niet altijd te vermijden. Ik kon vanuit Leiden ooit ook rechtstreeks naar België, maar moet al sinds 1999 genoegen nemen met een overstap.

Meer recht tot klagen hebben ze in Dordrecht, Roosendaal en Zeeland. In Dordt wilden ze zelfs het officiële afscheidsfeestje van de Beneluxlijn niet meevieren, zo hels zijn ze op NS. Ze moeten nu overstappen in Breda  en zijn een kwartier langer kwijt (naast een hoop geld) voor een reis naar Antwerpen. Vanuit de richting Vlissingen moet je nu in Roosendaal de stoptrein nemen, met de beroerdste aansluiting die je kunt bedenken: 28 minuten.

In Rotterdam zie ik dat de Thalys uit Parijs en de IC uit Brussel flinke vertraging hebben door een defecte trein. De trein naar Brussel loopt echter perfect op tijd binnen. Ik bedenk dat er niets bijzonders is aan de foto hierboven van de 2811 die Rotterdam Centraal binnnerijdt. Vorige week had ik hem ook kunnen maken; dezelfde afdankertjes. Het wordt pas bijzonder als ik ‘Breda’ en ‘Noorderkempen’ op de CTA’s meefotografeer.


Eerst via de HSL naar Breda. Aan de andere kant van het gangpad zitten drie lacherige jongedames, ook helemaal opgewonden door die nieuwe verbinding.

Als de trein het punt bereikt waar hij de Dordtsche Kiltunnel uitkomt en de klim naar de Moerdijkbrug begint, maakt hij plotseling een noodstop. De etenswaren van de jongedames, die uitgestald zijn op hun tafeltje, komen terecht in hun schoot, wat ook weer hilariteit oplevert. De trein rijdt nu eerst 40 meter achteruit, de Kiltunnel weer in, maar kiest ten slotte toch nog de goede richting. Over het incident wordt niets omgeroepen.

Als OV-fotograaf waardeer ik die fotostop van 8 minuten op Breda ten zeerste. En ik ben dankbaar voor het feit dat 188 jaar na de Tiendaagse Veldtocht de kou tussen de beide Lage Landen uit de lucht is. Zo halverwege de 19e eeuw was een spoorverbinding Breda – Antwerpen ondenkbaar; er zouden troepenbewegingen via het spoor kunnen plaatsvinden!

Na het kopmaken nemen we voorbij het Rat Verlegh Stadion de draai naar links, richting Antwerpen, langs de IKEA en het dorp Princenhage. Feitelijk is dit het enige echt nieuwe stukje spoor dat eergisteren in gebruik is genomen voor reizigerstreinen. Al snel zien we de vrachtwagens van Hazeldonk, een plaats die ook op mijn kaartje vermeld staat, omdat je daar het land moet verlaten.

Niet veel mensen vieren dit feest mee, vanmorgen; de trein is matig bezet. Bij Noorderkempen, dat station midden in het Vlaamse land, komt verrassenderwijs toch nog een hele meute de trein in. De stop is hier gelukkig te kort voor een foto. En al even gelukkig stopt deze hogesnelheidsboemel niet meer op Luchtbal, wat in 2009 wel het geval was bij het ultrakorte HSL-lijntje Noorderkempen - Antwerpen.

Breda in de Bollenstreek?

 

Schuman-Josafattunnel

De rest is geschiedenis, zou je kunnen zeggen: dezelfde route die ik 9 dagen geleden ook al deed, met dezelfde treinen. Ik bereik Brussel Noord. Van deze gelegenheid dat ik in Brussel ben, wil ik gebruik maken door eindelijk de Schuman-Josafattunnnel te doen. Die misten we een paar keer bij onze HEMA-reizen in 2016 (HEMA-1 en HEMA-2).

Wij, de aangekomen reizigers, nemen een steile, smalle trap naar beneden, de catacomben in.  Een man achter mij rolt een heel zware, massieve rolkoffer achter zich aan de traptreden af. KNAL, KNAL, KNAL, KNAL, KNAL, KNAL, kaatst en echoot dat geluid door de stationshal. Je hebt van die mensen: alles wat ze doen, schijnt gepaard te moeten gaan met kabaal; we zúllen weten dat ze leven!

Een licht bejaarde vrouw vóór mij op de trap kijkt om met een blik als van een aangeschoten vogel. Ze staat helemaal in de houding om meteen als de situatie daarom vraagt, languit op de grond te duiken. ‘Wees maar gerust hoor, mevrouwtje’, zeg ik, ‘Niets aan de hand. Het is maar een rolkoffer; geen terreuraanslag’. Maar deze dame kent geloof ik geen Nederlands en kijkt na mijn uiteenzetting des te angstiger. Ze verstaat misschien alleen: ‘aanslag’. KNAL, KNAL, KNAL, KNAL, KNAL, en ook de passagier met de koffer is nu beneden.

Ik pak de IC richting Namen om die bij station Brussel-Schuman te verlaten. Door de Schuman-Josafattunnel rijden twee treinen van het GEN, de S5 (Geraardsbergen-Mechelen) en de S9 (Eigenbrakel-Leuven). GEN (Gewestelijk ExpresNet) is het systeem van stoptreinen rond de Belgische hoofdstad dat we deden in die HEMA-verhalen en in dit stuk. Ook de IC’s Brussels Airport Zaventem - Charleroi / Namen door deze tunnel, die daarmee een hoop extra verbindingen gecreëerd heeft, vooral gebruikt door forenzen.

De Schuman-Josafattunnel is in april 2016 in gebruik genomen, zonder feestgedruis, vlak na de aanslagen van 22 maart. Hij is één en een kwart kilometer lang, heeft 365 miljoen euro gekost en loopt onder een andere tunnel door, een autotunnel, een verdieping lager; ik kan me er moeilijk een voorstelling van maken.

De rit door de tunnel is precies zoals ik voorspeld had: donker. Maar ik kan nu wel zeggen dat ik er geweest ben. 

Na de uitgang rijden we meteen station Meiser binnen, waar de S-treinen stoppen en de IC’s niet. Stations als Schuman en Meiser kun je met een kaartje naar Brussel bereizen zonder bijbetalen. Op je kaartje staat 'Brussel Zone' vermeld en die omvat ruim 30 stations in Gewest Brussel. Meiser ligt in een uitgraving, met steile trappen naar straatniveau. De enige andere aanwezige is ook een OV-fotograaf; vanaf een van de trappen neemt hij de trein op de korrel.





Linksboven: station Schuman, waar een trein de Schuman-Josafattunnel inrijdt


Patrick, wiens konterfeitsel op een grote poster staat afgebeeld, is verantwoordelijk voor de netheid van dit station. Daar kan hij nooit een zware job aan hebben, met zo weinig volk. Maar het is tussen de middag en misschien lopen hier om 8:30 en 17:00 honderden en honderden reizigers een ongelooflijke hoop rommel te maken. Maar laat Patrick zelf zijn handjes wel eens wapperen? Hij houdt ze hier deels verborgen.

 

Afgeschaft


De rest van de middag maak ik wat tramritten in Brussel; een fotoverslag daarover vind je als toegift onderaan dit artikel. Mijn tramreis onderbreek ik even om met de metro naar Brussel Zuid te snellen en daar de CTA met Breda en Noorderkempen erop te fotograferen met de trein van 15:45.

Die vertrekt gewoon, maar de trein van 18:45, die ik had willen nemen op de terugweg, is ‘afgeschaft’ vanwege een technisch mankement. Is er zo’n antieke TRAXX-locomotief uit elkaar gevallen?

Het was mijn plan om die trein te nemen naar Antwerpen, daar iets te gaan eten, en een uur later verder te reizen naar Holland. Nu neem ik dan maar een binnenlandse trein, die de Luchthaven weliswaar overslaat, maar toch zo laat in Antwerpen aankomt dat mijn geplande eet-uurtje al bijna half om is.

De verleiding om het eerste het beste fritkot binnen te lopen is nu wel erg groot. Maar ik vind op de Keiserlei een buitengewoon efficiënt wokrestaurant. Een computer helpt je heen door het altijd tijdvretende keuzeproces uit de myriaden mogelijkheden die je in zo’n restaurant hebt (basis, saus, groenten, etc.). Dat apparaat braakt vervolgens een bestelbon uit die je bij de kassa kunt betalen en inleveren. Je kartonnen wok-trog staat dan drie minuten later op tafel. Dat spul komt niet uit die computer, maar echt nog uit een wok.

Daarna pak ik in Antwerpen de trein terug naar het vaderland. Deze trein is redelijk goed bezet (onder meer met passagiers die er een uur op hebben staan wachten). De trein komt midden op het Vlaamse land, nog voor Noorderkempen, eerst bijna tot stilstand en vervolgens helemaal; ‘Er rijdt een langzaam rijdende trein voor ons’. Het zal een Thalys zijn met een lekke band.

We hebben een kwartier oponthoud en komen ook met die vertraging aan op Rotterdam Centraal.


Conclusie

Deze maidentrip met de IC Brussel bezorgde me een continu schizofreen gevoel. Als OV-hobbyist / -masochist heb ik me toch wel vermaakt, vandaag, ondanks alle tekortkomingen van de verbinding en uitval en vertraging op de terugweg. Maar als OV-voorvechter ergerde ik me wild. Voor reizigers die snel in Brussel willen zijn tegen een redelijke prijs is de IC Brussel echt drie keer niks.

Het advies van De digitale reiziger luidt dan ook:  neem, als Bruin het kan trekken, de Thalys of het vliegtuig, en anders de Flixbus (Amsterdam Sloterdijk – Brussel Noord 2:45 uur!), de auto, of vammijpart de scooter of de pedelec, maar niet dit onding!


Toegift: Bordet, Jette en eventjes in Groot-Bijgaarden


Dan nog wat ik de rest van de middag gedaan heb. Ik heb er dus een trammiddag van gemaakt. Daar kun je je wel mee vermaken. Het tramnet van Brussel is 140 km lang en telt maar liefst 20 lijnen. In 1998 en 1999 deed ik er meerdere op één dag, wat twee alleraardigste verhalen opleverde uit twee oer-jaargangen van deze site: ‘Brussel’ (simpelweg) en ‘Houba, houba, houba, hop, hop, hop’; tram, metro en literatuur in Brussel’ (raar, maar wel verklaard in de tekst).

Sindsdien is de tram niet stil blijven staan in Brussel. Het net is hier en daar een beetje uitgebreid, maar verder ook heel ingrijpend gereorganiseerd en herverkaveld. Lijnen zijn van nummer veranderd; uit oude lijnstukken zijn nieuwe lijnen samengesteld.

Ook is er nieuwer materieel. De ongelede PCC’tjes uit de jaren 50 en 60, die anno ’99 nog op de dunnere lijnen te zien waren, zijn allang uit de vaart genomen. De series 7800 (enkelgelede wagens) en 7900 (dubbelgelede) rijden nog. De enkelgelede trams zie ik vanmiddag alleen als leswagen.

De 2000-en uit de jaren 90, dubbelgelede lagevloertrams met kleine wieltjes, zijn ook nog in de running. Ze hebben onlangs gezelschap gekregen van andere laagvloerige exemplaren. Dat zijn de 3000-en met vijf bakken en de 4000-en die er zelfs zeven hebben (net als de Albatrostrams van De Lijn in Antwerpen en Gent). Die 4000-ers zijn veel te lang voor de meeste halteperrons en rijden alleen op de Premetrolijnen 3, 4 en 7, waarvan een gedeelte van de route in een tunnel ligt.

Ik kies vandaag voor twee lijnen die ver buiten het centrum van Brussel blijven en in het jargon van de verkeerskundigen dus tangentiele lijnen zijn. Het zijn lijn 66 (Eurocontrol – Meiser – Kerkhof Jette) en lijn 19 (Wand – Jette – Groot-Bijgaarden).

Op Brussel Noord heb ik voor euro 7,50 een dagkaart van het Brusselse stadsvervoerbedrijf MIVB uit de automaat getrokken. Een 24-uursticket, moet ik schrijven. Dat is echt een etmaal geldig, dus ook morgenochtend nog, als ik hier dan nog was.

Het is een chipkaart. Je moet hem ‘systematisch valideren’ ofwel: altijd inchecken. Maar ze hebben de reiziger een enorm plezier gedaan door af te zien van de plicht tot uitchecken. Dat vind ik het vreselijkste nadeel van het NL-chipsysteem, me met bagage en een lichtelijk gammel evenwichtszintuig naar de uitgang begeven in een slingerend voertuig en dan nog uitchecken, ook.

Lijn 66 richting Eurocontrol wil ik oppikken bij station Meiser. Daar ligt een halteperron waarop bomen geplant zijn en gras tussen de tegels groeit. Die halte is vervallen, merk ik als de tram doordendert terwijl ik als enige sta te wachten. 300 meter verder ligt de echte halte. Wachten, wachten, wachten; de frequentie van deze lijn is niet om over naar huis te schrijven: kwartierdienst, in de spits soms ongeveer 12-minuten. Ik loop nog maar een halte verder, die ligt tussen rechthoekige flats.

Lijn 66 verbindt het noordwesten van Gewest Brussel met het noordoosten, en eindigt daar niet ver van de luchthaven. Eurocontrol, daar zitten niet de accountants van heel de EU, zoals ik even dacht; ja, ik dacht: euro…. Nee, ze gaan over de veiligheid van het luchtruim op ons continent.

Niet ver van hun kantoor in de wijk Bordet staan de grauwe, betonnen NAVO-bunkers. Aan de overkant de giganteske glazen constructie van het fonkelnieuwe NAVO-hoofdkwartier, met daarboven tegen de grauwe lucht de silhouetten van zojuist opgestegen vliegtuigen. Dat nieuwe glazen gevaarte staat aan de Raketstraat; ze geilen hier geloof ik op raketten.

In die gebouwen gorden ze zich aan voor de strijd tegen Poetin, tot het bittere eind, met desnoods de Apocalyps als apotheose. Er rijden auto’s de poorten in en uit; die ingangen zijn beveiligd zijn met een wachtpost en een geul in het wegdek die op- en neergelaten kan worden. Voetgangers en fietsers zijn hier niet, op mijn persoon na en een jogger die, als hij door de NAVO-ingang rent, vluchtig zijn pasje laat zien aan een bewaker; hollen in de lunchpauze.

Ik heb geen foto’s van de NAVO-gebouwen; als je hier met een camera loopt te zwaaien, ben je vermoedelijk meteen een Russische spion. Het zal op zijn minst al verdenking gewekt hebben dat ik als laatste passagier nog in de tram zat, die ’s morgens ongetwijfeld horden forenzen aangevoerd heeft en ze vanavond weer zal afvoeren. Na 20:00 uur en in het weekend wordt dit traject langs de NAVO-gebouwen helemaal niet gereden.

Wat een horribele omgeving! Bij het eindpunt moet ik weer lang wachten op de tram de andere kant op. Weer langs Meiser. Daarna rijden we door de wijken van weinig bemiddelde Brusselaars met voorzaten in den vreemde en veel kroost tot troost.

Halte Bockstael


De rit duurt lang. Ik check het laatste nieuws even op mijn telefoon en lees dat Eurocontrol vliegen boven Syrië afraadt. Dat is in verband met de gespannen situatie aldaar; Trump heeft vanmorgen weer eens wat getweet. Toch wonderlijk: vanmorgen toen ik de deur uit ging, had ik nog nooit van m’n leven van Eurocontrol gehoord en in het afgelopen uur twee maal; bijzonder verschijnsel, toch. En: oh ja, de bom staat weer eens op barsten; dat ook.

Uiteindelijk bereikt de tram de gemeente Jette. ’Cimetière de Jette’ staat op de lijnfilm van veel bussen en trams. Een waar knooppunt; veel lijnen vinden hier hun eindpunt. Veel inwoners van Jette ook. Dit is weer zo’n Belgische necropolis met wat bombastische monumenten die in onze NL-ogen net een tikje té zijn.

Ik wandel in België graag door zulke dodensteden. Maar nu snerpen er ineens overal in de omgeving alarmen en gieren er politiesirenes. Wat is er aan de hand?? Niets wat de Brusselaar verontrust, zo te zien; in de verte blijven auto’s rijden en wandelaars lopen. De sirenes houden al weer op, en de rust op de dodenakker keert terug.


Jette

Jette viert kermis, om niet te zeggen: foor. Net als in Mechelen heb je hier een Mercierplein. Het is druk in de smalle straten van het door Brussel opgegeten dorp (stadje?) en er wordt alom driftig geclaxonneerd. De trams van lijn 19 rijden wat vaker dan hun collega’s van nummer 66: elke 6 minuten in de brede spits. Met een bloedvaart snellen de wagens door smalle straten en verder op hun tocht door die van Sint Agatha Berchem. Bij metrostation Simonis rijdt de tram een stukje door een tunnel, maar de halte in de tunnel is tijdelijk opgeheven wegens onderhoud.

In een wip en een zucht zijn we in Groot-Bijgaarden. Dat is een Vlaams forensendorp; het ligt niet in Gewest Brussel. Deze MIVB-tram waagt zich over de Vlaamse grens en neemt een paar hectometer Vlaanderen mee op het eind van zijn route.

Als ik hier aan het begin van de middag was gekomen, en een ruime kilometer was verdergelopen vanaf het trameindpunt, dan had ik de Floralia kunnen bezoeken bij Kasteel Groot-Bijgaarden. Die is nu dicht; ik heb verder ook geen tijd meer om Grand Bigard te verkennen en pak de tram terug om ergens over te stappen op een metro naar Brussel Zuid of Centraal. Ik stap nog even uit bij de Sacré-Cœur op de Koekelberg, bij een rustig stadspark waar een 12-baansweg onderdoor loopt. Met de foto daarvan zit dit artikel erop – maar in de chronologie van deze dag wacht mij nog die terugreis…

Frans Mensonides
15 april 2018
Er geweest: woensdag 11 april 2018
Laatse wijziging: 17 april 2018

Op weg naar Groot-Bijgaarden




Sacré-Cœur (zo spel je dat!)


 

© Frans Mensonides, Leiden, 2018