Randstadrail rijdt (9): (Geen) afscheid van station Rotterdam Hofplein

De 'Hofbogen' overspannen de Berkelselaan. Na 15 augustus 2010 is het afgelopen met het railverkeer, maar de bogen blijven.

 


Eerdere artikelen in deze reeks over de beginjaren van Randstadrail:

Deel 8: Zuidwaarts Randstadrail op koers? (Berkel-Westpolder, Qbuzz; februari 2009)
Deel 7: Krakkemikkige Krakeling (november 2007)
Deel 6: Randstadrail; the movie (oktober 2007)
Forepark: geen bloemen. geen toespraken (september 2007)
Deel 5: Geen pgimeuâh, geen wissel-èzâh: RR 4 naar De Uithof (juni 2007) -
Deel 4: In elleke boch´ gaat-ie op z´n zèkant legge; RR 3 naar Loosduinen (maart 2007)
Deel 3: We hebben weer stroom! Erasmuslijn Rotterdam - Den Haag CS (november 2006)
Deel 2: TRAMmelant is het handelsmerk; RR4, Oosterheem - Monstersestraat (november 2006)
Deel 1: Een nieuwe reisstijl: kruipen van Hofplein naar Nootdorp (september 2006)
Deel 0: Diep beschamend! (uitstel opening Randstadrail; september 2006)
Kattenrug op krakeling? Ombouw Hofplein- en Zoetermeerlijn (juli 2006) -
Mijn favoriete treinspotplek
(november 2006)
Cappuccinoslurper doet Hofpleinlijn (19/07/05).


Afscheid nemen is een beetje sterven, zoals de Fransen zeggen in het Frans. Maar dat is niet altijd waar. Soms is afscheid nemen een beetje herleven, een beetje opleven, een nieuw begin.

 Dat is het geval met de op handen zijnde opheffing van station Rotterdam Hofplein, dat als 101-jarige grijsaard in de terminale fase verkeert, een terminale terminus. De Randstadrailen uit Den Haag (RET-metro lijn E) buigen vanaf 16 augustus 2010 af naar de geboorde Statenwegtunnel en krijgen een nieuw eindpunt op station Rotterdam CS; later Slinge. Een raar wormvorming aanhangsel aan het railnet wordt na bijna 102 jaar geamputeerd.

 Maar de befaamde ‘Hofbogen’, het gewapend betonnen viaduct op de laatste twee kilometer van de v/m Hofpleinlijn, die hofbogen blijven gewoon bestaan en blijven hun functie behouden van langste winkelstraat van Nederland.

 Niemand gaat er dus echt op achteruit met deze wijziging. Neemt niet weg dat ik toch enigszins weemoedig terug ga kijken op een ruime eeuw Hofplein(lijn).

 

ZHESM-rijtuig in het Spoorwegmuseum. Archieffoto 2005.

 

Ooit was het wat. Wat het was, lees ik in het boek dat J.F. Smit schreef in 1989: ZHESM, Rotterdam Hofplein, Den Haag, Scheveningen, hoe het spoor elektrisch werd. Een boek over de toekomst van gisteren. De Hofpleinlijn, de lijn van de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij (ZHESM) stond ooit voor moderniteit, voor expansiedrift, voor zeer bijdetijds vervoer. De lijn van Rotterdam Hofplein naar Den Haag HS en Scheveningen, geopend op 1 oktober 1908, was de mooiste en modernste van het land. ‘Electrische Spoorweg’ stond fier boven de twee poortgebouwen via welke je station Hofplein betrad.

De spoorweg was een innovatie, de aanleg pionieren. De kennis haalden ze in Duitsland, waar al langer (maar nog niet zo heel erg lang) elektrische treinen reden. De aanlegkosten van deze Zuid-Hollandse lijn van 28 kilometer waren astronomisch voor die tijd. En stroom was nog duurder dan stoom, al zat het omslagpunt eraan te komen. Er moest een aparte elektriciteitscentrale gebouwd worden voor de Hofpleinlijn (hij kwam op de plek van de huidige lijnwerkplaats Leidschendam) waar in totaal 25 man personeel zich letterlijk in het zweet moesten werken om de stroom op te wekken voor Nederlands eerste elektrische spoorlijn.

De treinwagons leken wel rijdende salons. Maar de passagiers waren ook de minste niet: forenzen die hun brood verdienden als havenbaron of ten minste hoofdklerk van een havenbaron, en domicilie hadden gekozen in het toen nog landelijke Voorburg of Wassenaar, forenzenplaatsen in wording.

De Hofpleinlijn bracht je er. Smit, zelf in vooroorlogse tijden student-forens op het traject Voorburg – Rotterdam, loopt er over leeg in een boek dat veel te dik is en veel te veel technische details bevat. Zoals het een alfa betaamt, ga ik op zoek naar de verhalen, de mensen, de sfeer. En ook die vind ik, al is het niet de hoofdmoot.

 


Wat is dit, bijvoorbeeld, dat mooie ronde gebouw in hartje Rotterdam? Een paleis? Ja, een spoorpaleis; het voorgebouw van station Hofplein, en daarmee het ware beginpunt van… ja, eigenlijk niet meer dan een lokaalspoortje. Tevens was het een van de populairste restaurants van Rotterdam, wijd en zijd vermaard, ook bij wie nimmer met de trein reisde.

‘Loos’, heette het, naar de eigenaar, C.N.A. Loos, die in Hillegersberg geëerd is met een straatnaam. Bij Loos had je een vorstelijk uitzicht op die drukke en steeds drukker wordende stad: de trams, de paard-en-wagens, het gestadig toenemende aantal auto’s. Je kon er terecht voor een zoveel-gangen-diner, en je de hele avond laten bedienen door gerokte kelners, maar ook voor een snel kopje koffie voordat je in de trein stapte. Dat kopje kostte in 1921 20 cent (met room); voor een kogelfleschje limonade betaalde je 25, evenveel als voor een glas Fosco (nooit van gehoord; de voorloper van chocomel, vulde een lezer aan). Voor een kop soep van vleesch (3,5 dl) telde je 35 cent neer, slechts 10 cent per deciliter. Er waren namiddagconcerten; jongens gaven hun eerste meisje er hun eerste zoen – kijk, dat soort details wil je liever weten dan hoeveel gros klinknagels ze gebruikt hebben voor de hele Hofpleinlijn, en hoeveel die in totaal wogen en kostten!

Voorbij het restaurant lag een enorme stationshal, waar een mens pleinvlees zou krijgen. Daarachter nam je de trap ‘NAAR DE TREINEN’. En liep je, wonderbaarlijk genoeg, door onder het spoorviaduct van de treinen Rotterdam – Dordrecht. Rotterdam kende twee ‘luchtsporen’. De een, dat van de ZHESM, liep als het ware dood op de ander, dat van StaatsSpoor was. De ZHESM was een volle dochter van HSM, de grootste concurrent van wat toen SS heette, zonder dat die lettercombinatie toen al een nare bijklank had. De spoorviaducten zijn nooit met elkaar verbonden, ook niet nadat in 1939 beide spoorwegmaatschappijen fuseerden tot NS.

Het station Hofplein zelf kende vier kopsporen. Wat overdreven misschien voor een station waar gemiddeld vier treinen per uur vertrokken. Maar in 1908 was dat vast en zeker de hoogste frequentie van alle spoorlijnen in Nederland.

Een hoge gemiddelde snelheid had die lijn ook. De meeste treinen naar Den Haag die van Hofplein vertrokken, stopten alleen op Laan van Nieuw Oost Indië, of hooguit ook nog op Leidschendam=Voorburg. Stoptreinen vertrokken maar eens per twee uur. Plaatsen als Rodenrijs, Berkel, Pijnacker en Nootdorp waren stipjes op de kaart; Voorburg was de enige nederzetting van betekenis tussen Rotterdam en den Haag. Een ritje per sneltrein Hofplein - Den Haag duurde 25 minuten, waarmee ‘de electrische spoor’ de stoomtrein via Delft overtuigend kon beconcurreren.

 

Zomerdienst 1909: nu rechtstreeks naar Scheveningen

Na Den Haag HS maakten de meeste treinen kop om via Wassenaar naar Scheveningen te rijden. Maar ten gerieve van Wassenaarders en strandgangers reden er ook wel rechtstreekse treinen van Hofplein naar de drukbezochte badplaats. De sporendriehoek die al die rechtstreekse verbindingen mogelijk maakte, lag waar thans de Haagse wijk Mariahoeve ligt.

Het ging aanvankelijk goed met de ZHESM. De ramingen van 2 miljoen passagiers per jaar werden al in 1910 overschreden. En in 1917 stond de teller al op 5 miljoen, 14.000 per dag, terwijl de huidige parodie-op-een-metrolijn Den Haag – Hofplein er krap 10.000 scoort, dat is: exclusief zwartrijders, die er volgens RET toch niet meer zijn sinds verplichtstelling van de chipkaart. Het gebied tussen de residentie en de Maasstad werd volgebouwd, maar de passagiers namen de benen; hopelijk komen ze straks weer toestromen, als de Statenwegtunnel open is.

We maken een sprong naar pakweg 1962, toen ik zelf mijn eerste ritje maakte op deze lijn. Naar Rotterdam; dat zijlijntje naar Scheveningen was in 1953 opgedoekt en dat heb ik dus nooit kunnen berijden. Het was op een landerige zondagmiddag in ons flatje in Voorburg. Opa en oma waren te logeren. En opa zei: ‘Ik ga vanmiddag eens kijken in Rotterdam, of ze al een beetje opschieten met die nieuwe metro. En Fransje wil zeker wel mee?’

Dat wilde Fransje wel. Even later verlieten we station Laan van NOI met een kreunend treintje, met een groene spitssnuit. De nieuwigheid en de grandeur waren er toen wel af, na ruim een halve eeuw. Ik genoot van het ritje, maar zag wel dat deze lijn van een heel wat lager allooi was dan die naar Deventer en Groningen, waarvan ik passagier was als we gingen logeren bij de familie. Om de twee, drie minuten stopte de trein op een klein stationnetje, met ramen bruin van ouderdom, en kwam kermend weer in beweging. En een koel glas Fosco bij Loos zat er niet meer in; het oude Hofplein was op 14 mei 1940 weggebombardeerd, tegelijk met de gehele Rotterdamse binnenstad. Het nieuwe station Hofplein was nieuwerwets en zakelijk, net als zijn grote broer, Rotterdam CS.

Op het Weena en de Coolsingel keek ik in angstwekkend diepe metroputten. Opa zei, dat de metro in 1968 klaar zou zijn. 1968, dan was ik al 12! Ik kon me niet voorstellen dat dat jaar ooit zou aanbreken.

 


Thuis speelde ik Hofpleinlijntje met mijn speelgoedtreintjes; de beddenpoot was Kleiweg en het nachtkastje Bergweg. En ik oefende me in het opzeggen van die lange lijst stations. Op elke landerige zondag zeurde ik nu, dat ik naar Rotterdam wilde, en soms kreeg ik mijn zin.

1968 kwam en ging, als elk jaar. In de jaren 80 en 90 nam ik de Hofpleinlijn wel op vrije vrijdagmiddagen. Hij was toen ten prooi aan diepe, diepe verloedering. De stationshal van Hofplein had plaatsgemaakt voor de bouwput van de Willemsspoortunnel, de entree voor ijzeren trappen, de batterij plaatskaartenloketten voor een automaat, de passagiers voor trossen drugsgebruikers. De bogen onder het spoor, bij de Katshoek, herbergden groezelige spelonken waar seks en gokspelen bedreven konden worden door mensen die het niet in hun hoofd zouden halen, hier een TREIN te nemen.

Die bogen onder het luchtspoor waren kort na de start van de ZHESM al dichtgemetseld. Er zaten allerlei schimmige bedrijfjes in, pakhuizen, magzijnen en wat niet. In 2006 ontfermde het consortium Hofbogen zich erover, opgericht door vier woningbouwcorporaties. Doel is: die bijna 200 bogen op te kalefateren tot winkel- en bedrijvencentrum en aangenaam verblijfsgebied. Het luchtspoor zal niet gesloopt worden; de markante bogen blijven behouden. En met het dak ervan kun je ook aardige dingen doen, als straks de laatste metro vertrokken is. Laatst is er op de eerste bogen, waar het spoor al had plaatsgemaakt voor onkruid, een balletvoorstelling gegeven.

Ik wandel langs ‘het langste gebouw van Rotterdam’ op een zaterdag met weersomstandigheden als in een tropisch regenwoud, 33 graden en een hoge vochtigheidsgraad. Net een leuk kort stukje wandelen voor zo’n dag.

Er zit echt van alles in die bogen. Je kunt er snacks kopen, zangvogels, parket, messen (the ultimate in quality and sharpness), drukwerk doen vervaardigen, poolbiljart spelen, flamencodansen en kokkerellen leren, bier drinken, en yoga en mindfullness beoefenen onder leiding van iemand die de daarvoor benodigde certificaten behaald heeft.

Op de bogen die niet in gebruik zijn, staan afbeeldingen die het verleden levendig houden, bij het spoorwezen passende onomatopeeën en wijsgerige uitspraken waarmee je het slechts volmondig eens kunt zijn. Op nummer 115 is een openingsreceptie aan de gang.

 

De Vijverhofdwarsstraat heeft nog een paar weken uitzicht op railverkeer

De straten heten hier naar de plaatsen van de Hofpleinlijn: Berkelselaan, Voorburgstraat, Veurstraat (Veur is de oude benaming voor Leidschendam). In 1908 was de bebouwing opgerukt tot de Bergweg. Hier en daar staan nog wat van die eeuwelingen. Daarvoorbij beginnen lommerrijke, ruim opgezette tuinsteden uit de jaren 20 en 30. Het luchtspoor loopt tot over de Gordelweg, de A 20 en de spoorlijn Gouda – Rotterdam. Het was gebouwd op de groei van de stad; ten noorden van de Bergweg liep het eerst een jaar of wat over weiland heen.

Ik keer terug naar Hofplein, neem de Randstadrail en film het traject tot waar de metro straks de tunnel uitkomt. Ik doe dat om geen andere reden dan het feit dat je die video over zes weken niet meer kunt maken.

Je vindt hem op YouTube. Ik kijk uit naar die rit door de Statenwegtunnel van volgende maand. Maar of die net zo’n gevarieerd filmpje oplevert, ik durf het niet te zeggen.


Afscheid van het luchtspoor (3:20)


Frans Mensonides
18 juli 2010
Laatste aanvulling: 20 juli 2010
Er geweest: vrijdag 24 juni en zaterdag 10 juli 2010

Inmiddels verschenen: Statenwegtunnel in gebruik: Vivat Hofpleinlijn! >>>

 

 

 


© Frans Mensonides, Leiden, 2010.


<< naar thuispagina Frans Mensonides