Nr. 276 - zondag 23 oktober 2022 (week 42)
Horror-tandarts; het vervolg

LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

275. PAARDLOZE KOETSEN; LOUWMAN MUSEUM (25/09/2022)
274. MET OPEN OGEN EN UITGESTOKEN VOERLHOORNS (04/09/2022)
273. MART VISSER, MAN VAN VELE GEZICHTEN, IN BEELDEN AAN ZEE (14/08/2022)
272. ZICH ONTPOPPEN, VLINDERS AAN DE VLIET (31/07/2022)
271. 'KUNST VOL VERHALEN', MIJN BROERTJE EXPOSEERT (01/05/2022)
270. DOOMSCROLLEN EN DOEMDENKEN: VERSLINGERD AAN SLECHT NIEUWS (06/03/2022)

De rubriek FHM's A-viertjes verschijnt onregelmatig. Maar als hij verschijnt, doet hij dat op zondag

Tandartsboor met voetaandrijving, jaren 20 20ste eeuw.
Foto overgenomen van Museum Rotterdam.

Zo’n ľ jaar geleden schreef ik een FHM’etje over de horrortandarts Lutser, een knoeier, die ik na jaren eindelijk had verlaten. Hij noemde mij trouwens zijn ‘horror-patiënt’, dus zal mij ook liever kwijt dan rijk geweest zijn. Dat verhaal gaat nu verder.

Na Lutser de bons te hebben gegeven, pakte ik GoogleMaps erbij en ging eens rondkijken naar andere tandartsen bij mij in de stad. Al snel vond ik een praktijk die op Google gemiddeld 4,7 uit 5 sterren scoorde in de beoordelingen. Ook zijn website zag er prima uit, met een strak design en zonder al te veel taal- en spelfouten. Ja, achteraf zeg ik: zijn dat nou de criteria waarop je een tandarts selecteert en beoordeelt? Maar achteraf kijk je een koe in de kont.

Ik ging bellen, zette mijn probleem uiteen en mocht komen. De nieuwe tandarts was, net als Lutser, hoofd van een groepspraktijk, met mondhygiënistes, orthodontisten en al, gevestigd in een hypermodern pand.

Hoe anders is dat dan in mijn kindertijd, toen een tandarts je behandelde in een achterkamertje van zijn woning, op een soort kappersstoel, waar er zo’n boor met katrollen boven je hoofd hing. Tegenwoordig zijn het gestroomlijnde klinieken, waar je zelfs implantaten kunt laten zetten. Maar of de tandheelkundige zorg er nu echt op vooruit is gegaan?

De nieuwe tandarts, Pannenkoek, was een vlotte jonge vent die de praktijk kort tevoren had overgenomen van zijn voorganger, die met pensioen was gegaan (en die die 4,7 sterren gescoord had?). ‘Tsja’, zei hij, toen hij mijn dossier bestudeerde, dat Lutser hem had afgestaan. ‘Natuurlijk leuk om allerlei kauwproeven te doen, maar daar bén ik niet zo van. Ik denk altijd: wat doe je uiteindelijk met de resultaten?’ En Lutser had er duidelijk niets mee gedaan.

Ook het hoofdstuk over die trekdraden en dat stiftje deed hem fronsen. ‘Ziet u, zo’n kroon moet voldoende houvast hebben. En dat heeft hij niet aan zo’n stiftje. Heeft hij te weinig houvast, dan (hij pruttelde wat vaktermen), en is het op een gegeven moment: krak!’ Precies wat ik, een complete nul op technisch gebied, zelf ook al bedacht had.

Nee, voor die ontbrekende snijtand was er maar één echt goede oplossing: een implantaat. En het goede nieuws was: dat kon HIJ aanbrengen; ik hoefde er niet meer voor naar het ziekenhuis.

Nu komen we ergens, dacht ik verheugd. Pannenkoek maakte nieuwe röntgenfoto’s; die van Lutser uit het dossier waren naar zijn oordeel niet scherp genoeg. Maar toen hij de foto’s bestudeerde, keek hij ineens heel bedenkelijk. Er was eigenlijk te weinig ruimte voor dat implantaat. Ja, het scheelde maar 0,7 millimeter, maar te weinig is te weinig. En dat kwam door dat ene implantaat ernaast, van die hoektand, dat ze er in het ziekenhuis helemaal scheef hadden ingezet, helemaal fout!

Maar ik moest wel van dat gat afgeholpen worden. Hij wilde nog wel een second opinion aanvragen, en wel bij zijn leermeester, een befaamde implantoloog, aan wie hij al zijn moeilijke gevallen voorlegde. Binnen een week zou Pannenkoek me terugbellen.

Na 6 weken stilte nam ik zelf maar weer eens contact met hem op. Ja, ja, ja, een heel lastig geval. Hij kón het op zich wel zelf behandelen, maar dan zou zijn leermeester hem assisteren. Die assisteerde hem wel meer bij speciale gevallen.

Heel apart, dacht ik nog; normaliter assisteert de leerling de meester, maar in de implantologie is dat wellicht andersom.

Ik vroeg wanneer die professor dan gelegenheid zou hebben voor de operatie.
‘Dat kan wel een paar maanden aanhouden, hoor; hij is heel erg druk en ik kan hem niet voor elk lastig geval uit Parijs laten komen.’
‘Parijs??’ Ja, hij woonde en werkte in Parijs. Eens per zoveel maanden sprong hij in de Thalys om…

Opnieuw ben ik niet trots op mezelf, nu ik dit tik. Vanzelfsprekend had ik nu meteen ‘ho!’ moeten roepen. Waarom zou ik me nou door iemand uit Frankrijk laten behandelen als je in Nederland bij wijze van spreken op elke straathoek een implantaat kunt laten aanbrengen?

Ik had nog wel de tegenwoordigheid van geest om te vragen of ik wellicht het ticket voor de trein zou moeten betalen voor die prof, en of ik bij klachten verhaal zou moeten halen in Parijs, in het Frans. Maar nee, nee, niets van dat alles; het betrof louter een vriendendienst van die Franse professor.

Oh ja, er moest nog wel een 3D-foto gemaakt worden, en dat kon hij niet zelf, en ik moest ervoor naar het ziekenhuis.

Ik dus naar het ziekenhuis. De kaakspecialist die de foto zou maken, was verbijsterd. Een 3D-foto? Dat hoefde helemaal niet in mijn geval! Sterker nog, dan kón niet eens!
‘Hij heeft niet eens de wortelresten verwijderd!’, zei ze, verontwaardigd, ‘hoe kan ik dan een 3D-foto maken? Wie is dat eigenlijk, die Pannenkoek? Die praktijk die ken ik, maar Pannenkoek, een onbekende naam, ik heb nog nooit van hem gehoord.’
‘Nee, hij is nieuw.’
‘Ja, dat BLIJKT wel!’

Ja, een gewone foto wilde ze best maken. Ze zou Pannenkoek die gewone foto opsturen en hem wel even bijlichten over de ins en outs van 3D-foto’s. En hem aanraden om contact met me op te nemen.

Een week later brak de coronacrisis uit. Het allerlaatste waar ik toen behoefte aan had, was een bezoek aan een tandarts. Maar dat hoefde ook niet; ik heb in de 2˝ jaar daarna niets meer van Pannenkoek vernomen.

En er ontstond tijdens corona ook helemaal geen nieuwe schade meer aan dat moeilijke gebit van me. In de tijd van Lutser zat ik vrijwel elke maand bij hem in de stoel. Het klinkt wat wappie, maar als je je gebit heel wilt houden, ga dan niet naar een tandarts!

Wat ik nou zelf aanmoest met dit bizarre doch waargebeurde verhaal, dat wist ik ook niet. Was dat wel een eerzaam beroep, tandarts, of opereerden ze in dezelfde louche sfeer als klussende beunhazen, huisjesmelkers en derdehands-autoverkopers? Moest ik aannemen dat je in dit land al een BIG-registratie krijgt voor een volle kaart met spaarzegeltjes? Ik stond ook niet alleen, zo valt op te maken uit dit artikel van vorig jaar over tandartsleed; veel meer mensen zijn ontevreden. 

Pannenkoek noemt zichzelf ‘angsttandarts’. Een geheel terechte benaming, want ik wás al niet dol op tandartsen, maar was er nu zo langzamerhand ronduit doodsbang voor.

Desondanks begreep ik wel dat ik toch uiteindelijk opnieuw op zoek zou moeten naar een ander. Een paar weken geleden heb ik me, na ampel uitstel, aangemeld bij een nieuwe tandarts bij mij in de buurt. Op 5 sterren-recensies op Google ga ik niet meer af; die schrijven tandartsen als Lutser en Pannenkoek vermoedelijk zelf. Maar een kennis van mij wist een hele goeie, waar ze zelf heel tevreden over is.

De nieuwe tandarts beloofde me dat het gat in mijn gebit voor het eind van dit jaar gedicht zal zijn, en daar vertrouw ik nu op.

Ik kreeg zowaar toch nog een telefoontje van Pannenkoek, meteen nadat hij mijn verzoek tot uitschrijving had ontvangen. Duizend excuses. Zijn praktijk was tijdens de coronacrisis een complete chaos (2˝ jaar lang? Dat strekt ook niet tot aanbeveling) en er waren wat dingen aan zijn aandacht ontsnapt. Hij had tijdens die periode nog wel regelmatig aan me gedacht. Heel roerend, vind ik dat, maar daarbij was de gedachte om me even te bellen, niet bij hem opgekomen.

Mijn oma had een uitdrukking voor dit soort mensen. ‘Die vent hangt van smoesjes aan elkaar’, zou zij gezegd hebben.

FHM
23 oktober 2022

Naar waarheid opgetekend uit een feilbaar geheugen. De namen Lutser en Pannenkoek zijn gefingeerd.

Geknipt uit de schoolplaat waar ik jaren tegenaan heb zitten kijken in de biologieles:
Een gezond en sterk gebit …. is een waardevol bezit’, uitgegeven door Prodenta N.V. in 1969, collectie Museon, Den Haag.
Hervonden op Collectie Nederland, Musea, Monumenten en Archeologie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

VOLGENDE AFLEVERING:SCHILDERIJEN OP SCHILDERIJEN; 'SCHONE KUNSTEN' ANTWERPEN HEROPEND (20/11/2022)






© Frans Mensonides, Leiden, 2022