Nr. 253 - zondag 29 november 2020 (week 48)
Nepnieuws, wappies en wonderdrankjes; pest toen en corona nu

LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

252. THUIS LATEN BEZORGEN... (08/11/2020)
251. REALISME EN CORONAKUNST IN SCHIEDAM (20/09/2020)
250. WIE GOOGELT OP ZIJN NAAM... VINDT EEN SCHIPBREUKELING (13/09/2020)
249. 'IN THE YEAR 2525' WAS Dé HIT VAN HET JAAR 1969 (30/08/2020)
248. 'BESMET', ZEER ACTUELE TENTOONSTELLING IN MUSEUM BOERHAAVE (16/08/2020)
247. VOORLINDEN, WASSENAAR: SERENITEIT EN CONFETTI (19/07/2020)

De rubriek FHM's A-viertjes verschijnt onregelmatig. Maar als hij verschijnt, doet hij dat op zondag.

 

Pot met het wonderdrankje theriakel. Gezien op de tentoonstelling ‘Besmet’ in Museum Boerhaave. Zie deel 248 van FHM’s, waarin deels hetzelfde staat als hieronder.

 

Afgelopen vrijdagmiddag las ik op Twitter iets over een actie van Viruswaanzin om op straat gevonden mondkapjes op te sturen naar het ministerie van VWS. Het adres en de postcode van het ministerie stonden erbij vermeld, zodat je dat in ieder geval niet zelf hoefde op te zoeken.

Volkomen van de pot gerukt, en daardoor iets wat je kon verwachten van die groepering. Het inspireerde me tot dit antwoord:

‘Opsturen? Je kunt gevonden mondkapjes beter gewoon zelf opzetten. In de duistere middeleeuwen hulden mensen zich in kleren van zojuist overleden pestslachtoffers, om te bewijzen dat hun niets kon overkomen. 5 dagen later waren ze dan dood. Wappies zijn van alle tijden’.

Ik schreef ‘duistere middeleeuwen’, maar bedoelde feitelijk: de Gouden Eeuw, die vaak ook nog behoorlijk duister was, en waarin weinig goud blonk. Bij dezen rechtgezet.

Hoe kwam ik eigenlijk aan die wijsheid? *) In 2009, toen er Mexicaanse griep heerste, schreef ik 2 artikelen over builenpestepidemieën in de Gouden Eeuw. Dat waren ‘Pestkoekjes, Theriakel en Scordium; Johan van Beverwijcks Bericht van de pest (1636)’ en ‘David Beck: verliefdheid en pest in 1624’. Goed om ze weer eens uit de mottenballen te halen in dit tijdperk van herhalingen.

*) vooral uit dit zeer lezenswaardige standaardwerk over de pest, online op de site van DBNL:
Leo Noordegraaf en Gerrik Valk, ‘De gave Gods. De pest in Holland vanaf de late middeleeuwen (1996)

 

Johan van Beverwijck
Overgenomen uit: Joh. van Beverwijck, De schat der gezondheid.
Met gedichten van Jacob Cats. Samenstelling Lia van Gemert. Amsterdam 1992. Griffioen. p. 8

 

Johan van Beverwijck was de bekendste Nederlandse arts van zijn dagen. Vrijwel iedereen had zijn populair geschreven medische encyclopedieën op de boekenplank staan. Als er in de 17e eeuw al tv-praatprogramma’s hadden bestaan, was van Beverwijcks hoofd wel om de andere dag op de beeldbuis verschenen. Zeker tijdens de pestuitbraak van 1636, want hij schreef toen een pamflet over de maatregelen die mensen konden nemen om besmetting te voorkomen.

David Beck was een schoolmeester uit Den Haag, die in 1624 een dagboek bijhield. Hij schrijft nogal laconiek over de pestepidemie die dat jaar vooral huishield in grotere en dichter bevolkte steden dan Den Haag (indertijd niet meer dan een dorpje). Maar als hij op een nacht een beetje misselijk is, raakt hij toch volkomen in paniek, denkt hij dat de pest heeft toegeslagen en dat hij ten dode is opgeschreven. Een reactie die als hypochonder wel kan begrijpen. Hoe vaak ik de afgelopen 9 maanden al niet gedacht heb, dat ik ‘het’ had…

Als ik in dit coronajaar die stukken over de pest overlees, word ik telkens weer gefrappeerd door de overeenkomsten tussen toen en nu.  Natuurlijk: de pest was wel een graadje ernstiger dan Covid-19. Aan corona is tot dusverre bijna 0,1% van de Nederlanders overleden, maar een pestepidemie kon wel een kwart of meer van de bevolking van een stad wegvagen. In Leiden stierven in 1655 tot 1000 mensen per week aan de pest; in totaal 16.000 inwoners van de ca. 65.000 die de stad er toen telde. In de sloppen van de stad raakten complete wijken ontvolkt.

Toch zijn er frappante overeenkomsten tussen reacties op de pest toen en op corona nu. Bijvoorbeeld:

* Nepnieuws. Het meest krasse nepnieuws dat ik dit jaar zelf las: in en om Wuhan, waar corona in december 2019 de kop opstak, zouden in februari miljoenen mensen preventief geruimd zijn.

Dokter van Beverwijck noemt ook een paar sterke en niet erg geloofwaardige zaken. Hij schrijft (ik vertaal het even in modern Nederlands):

Anno 1502, 1505 en 1522 heerste er een zo ernstige pestepidemie dat (…) de vogels dood uit de lucht vielen door de stank van de lijken, en veel mensen aan tafel, met het eten in de mond en de drinkbeker in de hand, dood neervielen.

In één klap dood door de pest! Twitter wist een poosje geleden ook het geval te melden van een jongeman die 100% gezond was opgestaan, maar aan het eind van de morgen al was bezweken aan corona.

* Controverses. In deze tijden van Covid-19 is er onenigheid over vrijwel alles: dor hout versus de bloem der natie, de economie versus de volksgezondheid, scholen dicht of de horeca dicht, mondkapjesplicht, verspreiding al dan niet door aerosolen, de interpretatie van de statistieken die dagelijkse over ons hoofd uitgestort worden. ik ben wel 2 uur per dag doende om het allemaal bij te houden en me er een mening over te vormen. Daar moest ik echt eens mee ophouden.

In 1636 was de voornaamste strijdvraag of de pest een straf was van God, of gewoon een besmettelijke ziekte. Wie het eerste geloofde, nam geen enkele voorzorgsmaatregel, want dat kwam neer op hovaardij: je verzetten tegen de wil van de Heere. Verstandiger mensen deden hetzelfde wat verstandige mensen in 2020 doen: uit de buurt van zieken blijven, drukte vermijden, niet reizen naar steden waar de pest woedde, de kinderen thuishouden van school.

Johan van Beverwijk moest in zijn pamflet op eieren lopen om bij beide kampen geloofwaardig over te komen. Hij gaf ruiterlijk toe dat de ziekte een straf van God was voor de zonde van de mensen. Maar als de pest eenmaal was uitgebroken, was het een besmettelijke ziekte die levens nam zonder aanzien des persoons en waartegen je je heel goed kon wapenen.

* Positivo’s. Van Beverwijck raadt gelijkmatigheid van humeur aan om pest buiten de deur te houden. Wie ‘gramschap’, droefheid en angst vermijdt, is veel minder vatbaar voor de ziekte. Dat zou nog best eens waar kunnen wezen, ook.

* Wondermiddelen. Tegenwoordig zijn dat chemische producten met onuitspreekbare namen, zoals hydroxychloroquine, waarin sommigen heil zien. Ik houd het zelf maar bij vitamine C en D; baat het niet, schaadt het niet. Maar van Beverwijck beval het wonderdrankje theriakel aan, dat door apothekers werd gebrouwen als de planeten in een gunstige stand stonden, of ‘pestkoekjes’, mits die gezegend waren door een RK-priester, en dan liefst op 1 september.

* Beschuldigingen aan het adres van bepaalde groeperingen. Joden kregen nogal eens de schuld van een pestuitbraak. Maar die van 1636 werd door velen geweten aan speculanten met tulpenbollen (waarover ik ook nog eens een paar woorden geschreven heb). Die lieden zouden met hun zondige speculatiepraktijken de toorn van God gewekt hebben.

* Rellen. Tijdens de epidemie van 1624 braken er in Leiden op kerkhoven rellen uit met jongeren die grafdelvers molesteerden. In andere steden in andere jaren werd wel gevochten om doodskisten, waaraan vanzelfsprekend een ernstig tekort was.

* Ontkenners. Niemand ontkende dat de pest bestond. Maar wel dat de ziekte besmettelijk was. Wie niets te vrezen had van God, kon best de kleren van een pestslachtoffer aantrekken. Ik moet aan Boris Johnson denken die in het ziekenhuis best een Covid-patiënt de hand durfde te schudden…

Ach, ik kan het me nu allemaal beter voorstellen dan in 2009, toen we alleen maar te maken hadden met de Mexicaanse griep.  Die liep nog min of meer met een sisser af, als je 13.000 doden mondiaal een sisser zou mogen noemen.

Corona mag dan veel minder dodelijk zijn dan de pest, toch zitten wij anno-nu in hetzelfde schuitje als onze voorzaten in vervlogen eeuwen: aangevallen te worden door een onzichtbare vijand waartegen voorshands geen kruid gewassen is. Dat hakt er wel in, in de menselijke geest.

Ik schreef in 2009 dat ik niet wist of ik lachen of huilen moest om een geschrift als dat van Johan van Beverwijck. Maar dat is me nu een stuk duidelijker.

FHM
29 november 2020

VOLGENDE AFLEVERING: BEMINDE ZATERDAG VOOR DE BUIS (20/12/2020)



© Frans Mensonides, Leiden, 2020