Nr. 250 - zondag 13 september 2020 (week 37)
Wie googelt op zijn naam... vindt een schipbreukeling

LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

249. 'IN THE YEAR 2525' WAS Dé HIT VAN HET JAAR 1969 (30/08/2020)
248. 'BESMET', ZEER ACTUELE TENTOONSTELLING IN MUSEUM BOERHAAVE (16/08/2020)
247. VOORLINDEN, WASSENAAR: SERENITEIT EN CONFETTI (19/07/2020)
246. TARRA, CENTIARE EN WORTELTREKKEN IN PRE_DIGITALE TIJDEN (05/07/2020)
245. 'WILLIKUMO ANA ROTTAA'; VIDEO OVER EN IN HET OUDNEDERLANDS (28/06/2020)
244. LAKENHAL LEIDEN: TENTOONSTELLING IN CORONA-TIJD OVER PILGRIMS (14/06/2020)


De rubriek FHM's A-viertjes verschijnt onregelmatig. Maar als hij verschijnt, doet hij dat op zondag.




Leeuwarder Krant (14 februari 1938), gevonden in Delpher

‘Wie luistert aan de wand, hoort zijn eigen schand’, volgens een bekend Oudhollands gezegde. ‘Wie googelt op zijn naam, leest zijn eigen faam en blaam’, is een moderne variant die ik zelf heb bedacht – maar blijkbaar nooit eerder opgeschreven, want op Google kan ik hem niet vinden.

Toch zal iedere Internetgebruiker dat wel eens doen, in een verloren uurtje op een regenachtige dag: zijn eigen naam intoetsen op Google, of het privacy-veilige na-aapsel daarvan: Duckduckgo. Ook een blik in verzamelingen gedigitaliseerde krantenartikelen kan interessant zijn. Je hebt Delpher voor landelijke dagbladen, en er zijn diverse regionale krantenbanken – bijvoorbeeld: Historische Kranten, Erfgoed Leiden en omgeving.

Mensen die Frans Mensonides heten of geheten hebben, zijn niet dik gezaaid. Ik vond bij een zoekactie laatst, behalve mijzelf, slechts één levende naamgenoot: mijn neef Frans. Onder de ontslapenen verder alleen de opa waarnaar mijn neef en ik vernoemd zijn, en een rouwadvertentie waarop mijn naam prijkte, Frans Mensonides uit Koudum (1910-1992). Een nogal luguber gezicht, om dat te zien staan.

Diezelfde persoon, mijn achter-achter-achter-achter-achteroom, haalde in de winter van 1938 de krant en in het digitale tijdperk Delpher. Hij oefende het beroep van tremmer uit, hulpstoker, om niet te zeggen: kolensjouwer, op een vrachtstoomboot. Die op 11 januari 1938 getorpedeerd werd in de Middellandse Zee bij de oostkust van Spanje, dat toen verwikkeld was in een burgeroorlog.

Een spannend verhaal, dat ik bewaar tot het laatste.

Maar eerst mijn eigen faam en blaam; alles wat mensen over me geschreven hebben op het Web. Met die blaam valt het wel mee. Het enige wat me echt het schaamrood naar de kaken joeg, was een link op een of ander discussieforum naar de eerste hoofdstukken van de roman die ik, met grove overschatting van mijn literair talent, had geschreven in 1997. Die had het ICT-wezen tot onderwerp. Er staat er ook nog bij vermeld dat ik daarmee de J.J. Voskuil van het digitale tijdperk had willen worden.

Gelukkig is de link naar die roman dood; ik heb die jeugdzonde al lang van mijn site verwijderd. Jeugd, schreef ik? Ik was goddomme al door de 40!

Echt uit mijn jeugd dateert een krantenbericht uit april 1970. Mijn broertje Sjoerd en ik stonden vermeld onder de leden van de zwemvereniging De Leidse Golfbrekers die het zwemdiploma A behaald hadden.

Oh ja, bij de Golfbrekers afgezwommen in Zwembad De Overdekte aan de Haarlemmerstraat. Ik was 13, en had er in totaal 3 jaar zwemles voor nodig gehad en een stuk of 180 lessen, eerst via school en toen in die zwemclub die ik compleet vergeten was. Er zijn vaardigheden die ik me vlotter eigen gemaakt heb.  

Sjoerd is later nog doorgegaan voor B en C. Ik hield het met diploma A voor gezien en brak met de Golfbrekers.

Letterlijk alles stond toen in de krant. Dat ik geslaagd was voor het toelatingsexamen voor het gymnasium. Dat Sjoerd op de sportdag van zijn school het sportdiploma D behaald had. Mijn naam is nooit genoemd in dat verband.

Het Leidsch Dagblad heeft zelfs onder het kopje: ´Burgerlijke stand´ ooit gemeld dat de familie Mensonides in Leiden was komen wonen, met het adres erbij. In de 60’s had men beslist andere opvattingen over privacy dan tegenwoordig.

In de jaren 90 stond mijn naam regelmatig in de kolommen van zowel de regionale als de landelijke pers. Ik voerde vaak het woord namens de belangenvereniging voor OV-reizigers ROVER – die anno 2020 nog steeds bestaat, al hoor je weinig verstandigs meer van ze.

Ik kan me lang niet alles meer herinneren. Zo blijk ik namens de regionale afdeling in 1991 een pleidooi gehouden te hebben voor een ´strandbus´ Leiden - Noordwijk, die alleen zou rijden op dagen met gunstig strandweer. De strandtenthouders zouden die bus vast wel willen sponsoren. Men is er niet ingetrapt. Maar het was wel weer goed voor onze naam in de krant.

Bijzonder was ook: een door mij gemaakte foto terug te zien op de site ZaanstadNieuws. Daar het artikel over treinen ging, hebben ze als illustratie een foto van het busstation in Zaandam van Twitter gepikt. Wel keurig met naamsvermelding, dat wel, anders had ik hem trouwens nooit kunnen googelen.

Een communicatie-expert in opleiding heeft verder mijn artikel over de Noord/Zuidlijn in Amsterdam gebruikt als bron voor een werkstuk. De conclusie dat deze metroverbinding een succes is, laat ik geheel voor haar rekening; ik dacht daar toch iets genuanceerder over.

Maar iedereen popelt natuurlijk van verlangen om iets te vernemen over de getorpedeerde zeeman Frans Mensonides uit Koudum.

Hij was aangemonsterd op de Hannah, een kloek, in Engeland gebouwd vrachtschip met een lengte van 106 meter en een stoommotor die 2000 pk kon leveren. Op Nieuwjaarsdag van 1938 was de schuit met een lading graan vertrokken uit de haven van Antwerpen, op weg naar Valencia in Spanje, waar zoals gezegd, de burgeroorlog woedde.

10 dagen later voer het schip in de Middellandse Zee ter hoogte van Kaap Antonio. Op een gegeven moment zag de kapitein een lange lijn van luchtbellen op het schip afkomen. Dat kon maar één ding betekenen: een torpedo! Snel gaf hij opdracht om de steven te wenden, maar het was te laat: het schip werd getroffen. Een oorlogsdaad, terwijl het schip duidelijk herkenbaar was als deel van de Nederlandse handelsvloot.

Een van de strijdende partijen wilde het graan blijkbaar niet in de handen van de vijand zien vallen. Wie die partijen precies waren, daar heb ik me maar niet in verdiept voor dit stukje. Dat zal Frans Mensonides in 1938 misschien ook niet gedaan hebben. Als kolenschepper hoefde je dat allemaal ook niet te weten.

Wonder boven wonder vond niemand op de Hannah de dood bij de aanval. Alleen raakten enkele van de 32 opvarenden licht gewond.

De kapitein wist de belangrijkste scheepspapieren nog te redden, maar het graan lag in zee. De hele bemanning ging aan boord van de reddingsloepen. Van daaruit zag men met lede ogen de Hannah langzaam zinken.

Frans Mensonides en zijn makkers werden dan wel gered, maar waren nog lang niet thuis. Dat was nog even een dingetje, vanuit oorlogsgebied.

Nadat de sloep aan land gekomen was, volgde er een dagenlange reis naar Barcelona; stukken met auto’s en stukken met bussen. Een van de buschauffeurs was niet erg bekwaam; hij veroorzaakte de ene aanrijding na de andere. De kwaliteit van de bus liet ook te wensen over. In het gebergte reed hij prima heuvelaf, maar bergop moesten de matrozen regelmatig uitstappen om hem te duwen.

In Barcelona vond in de nacht een bombardement plaats op een paarhonderd meter van hun slaapplek. 500 doden, maar ook deze keer bleven de schipbreukelingen ongedeerd.

Op hun thuisreis per spoor ontsnapten ze opnieuw aan de dood. Ze stapten in op een station aan de Spaans-Franse grens. Net was de trein vertrokken, of het station werd gebombardeerd en volledig verwoest.

Via Marseille naar Parijs. Op 27 januari, 16 dagen na de schipbreuk, reden de zeelieden station Roosendaal binnen. Frans Mensonides had toen nog een aardig lange reis voor de boeg voordat hij in Koudum zijn ouders in de armen kon sluiten.

Hij liet zich in Roosendaal interviewen door De Limburger (27 januari 1938) en thuis later ook nog door de Leeuwarder Krant (14 februari 1938). Beide artikelen zijn te lezen door op Frans Mensonides’ naam te zoeken in Delpher. In de laatste krant liet hij nuchter aantekenen: “Je kunt nog eens wat vertellen en je maakt nog eens wat mee”.

Kort na zijn reis, op 2 maart 1938, trouwde Frans Mensonides met Cornelia Bontje uit Rotterdam. Het huwelijk bleef kinderloos, dus hij heeft zijn avonturen nooit aan zijn (klein)kinderen kunnen vertellen. Op 5 december 1992 overleed hij op 82-jarige leeftijd in Koudum.

FHM, alias Frans Mensonides
13 september 2020

VOLGENDE AFLEVERING: REALISME EN CORONAKUNST IN SCHIEDAM (20/09/2020)



© Frans Mensonides, Leiden, 2020