De digitale reiziger (141)         
Rotterdamse (Elektrische) Bus


Laat ik deze herfst weer eens wat aandacht besteden aan het openbaar vervoer op rubberen banden, als tegenwicht voor al die Interrail-treinverhalen van afgelopen zomer! Ik wil niet nog meer bus-liefhebbers kwijtraken als abonnee, en zelf ben ik gek op variatie en contrasten: treinen langs dorpjes in de Alpen, versus bussen in een metropoolregio (zoals ze zichzelf noemen) in de polder.

Ik heb het dan over Rotterdam en wijde omstreken, waar de RET niet minder dan 65 buslijnen exploiteert. De RET, Rotterdamse Elektrische Tram, werd opgericht in 1927. Maar al een jaar later kreeg de tram gezelschap van de bus.

De RET-bussen maakten daarna langzamerhand een einde aan de beruchte wildgroei in het busvervoer in de 20’s van de vorige eeuw. In die periode zijn er in Rotterdam maar liefst 118 particuliere busondernemingen actief geweest.

De RET-bussen bedienen nu al bijna een eeuw alle hoeken en gaten van de stad. Na de opening van het eerste metrotraject in 1968 kreeg de bus steeds meer de rol van aanvoerlijn (‘feeder’) voor de metro. Je kunt bijna niet schrijven over de bus van de RET zonder de metro in je verhalen mee te nemen – wat dan weer aardig is voor de rail-adepten.

Hieronder een groeidocument over RET-buslijnen. Niet alle 65; ik maak een selectie en doe ze niet op nummer, maar allemaal dwars door elkaar.

Eerst nog iets over het materieel.

 


Vloot

In 2019 wist de RET na onderhandse aanbesteding de concessie voor het stadsvervoer in de agglomeratie Rotterdam te behouden. Die concessie loopt tot 2034.

In 2020 en 2021 heeft het bedrijf vrijwel zijn complete vloot bussen vernieuwd. Daarbij werd de E in de naam RET, ‘Elektrische’, volop waargemaakt. Er was een instroom van 200 elektrische of hybride bussen.

Eind 2021 had de RET 97 geheel elektrische bussen in dienst (series 1400 en 1500, VDL Citea), 103 hybride (serie 1200, VDL Citea), 68 dieselbussen (serie 300, Citaro en serie 1100, VDL Citea), en 2 van de eeuwige belofte: waterstofbussen (serie 400, van Hool).

Hybride bussen beschikken zowel over een diesel- als elektrische motor, waarbij de eerste de tweede aandrijft, en uitgekiende software zorgt voor een optimale samenwerking tussen de 2.

Van de dieselbussen uit de serie 300 uit de jaren ’00 zijn er in de loop van dit jaar een groot aantal ‘uitgefaseerd’; naar de sloperij gereden, betekent dat vermoedelijk. 28 worden er nog achter de hand gehouden in de reservevloot. Op deze pagina op de site van RET staat nadere uitleg, ook voor techneutisch onderlegde lezers, over de series bussen die het vervoersbedrijf momenteel in dienst heeft.

In het pré-coronajaar 2019 stapten er in totaal 34 miljoen passagiers in een RET-bus, wat neerkomt op een stuk of 110.000 per werk- en schooldag. Daarmee bleef de bus toch wel wat achter op de tram (43 miljoen per jaar) en vooral de metro, de koploper met 99 miljoen.

Ooit heeft iemand op het RET-kantoor opdracht gekregen om hippe, blitse namen te verzinnen voor de soorten RET-buslijnen die er zijn. Die persoon kwam op de proppen met de 6-4-2-bus en de Gemaksbus.

De eerste vormt het Frequentnet, samen met de tram en de metro. Die bussen rijden in de spits 6 keer per uur, tussen de spitsen in 4 keer per uur, en op de stille uren (zon- en feestdagen en ’s avonds) 2 keer. Deze bussen ontsluiten meestal de wijken waar railvervoer afwezig is. De 6-4-2-lijnen staan in rood aangegeven op de haltepalen en op de Lijnennetkaart van RET

De zogeheten ‘Gemaksbussen’ (kleur: blauw op haltes en kaarten) rijden minder frequent, en ook niet op alle dagen en alle tijden van de dag. Het gemak bestaat er dan uit dat je ze kunt nemen als ze een keertje wél rijden.

Er zijn verder wat snelbussenlijnen (groen), de ‘ZoRo’ R-netlijnen Zoetermeer - Rodenrijs, buurtbussen en schoolbussen. Totaan corona reden er ook nog nachtbussen, ofwel: BOB-bussen, maar die zijn toen uit de vaart genomen en er bij mijn weten niet meer in teruggekeerd.

Ik heb niet het idee dat de namen 6-4-2-bus en Gemaksbus erg ingeburgerd zijn in Roffa. Weinig mensen zullen zoiets zeggen van: ik pak effe de 6-4-2 voor de Koopgoot of de Gemaksbus naar de lunchroom. In het laatste geval zou het eerder een Gebaksbus zijn.

Ik zal die kreten daarom zelf ook maar zo weinig mogelijk gebruiken. De opzet van de rest van dit stuk: ik kies een lijn, weldoordacht willekeurig, neem die van begin- tot eindpunt en weer terug, stap soms onderweg ergens uit en soms ook niet, en tel, om me onderweg niet te vervelen – want dat heb ik soms – de passagiers, die een bijdrage leveren aan die 34 miljoen instappers per jaar.

De saaie getalletjes over zo’n lijn zet in ik een kadertje. Verder gaat het, zoals gewoonlijk op deze site, om de beleving, de foto’s en het ‘achterland’: opmerkelijke, of soms zelfs mooie stukken Rotterdam waar je met zo’n bus komt.

 


Lijn 44: door de Maastunnel

Route

Rotterdam Centraal – Blijdorp – Erasmus MC / Metro Dijkzigt – Maastunnel – Charlois – Zuidplein

Lengte

8,5 km

Haltes

18

Rijtijd (middagspits)

37 min. heen, 36 min. terug

Gemiddelde snelheid (middagspits)

13,8 km/uur heen, 14,1 km/uur terug

Frequentie (werkdagen, buiten vakantie)

Spits 10 min.
Dal 15 min.
Avond 30 min.

Mijn ritten, met passagiersaantallen (totaal op deze rit of maximale bezetting onderweg)

Zaterdag 10/09/22, bus nr. 1507, Centraal station 16:39 – 17:02 Gruttostraat (27 pass. max.)
Donderdag 29/09/22, bus nr. 1403, Zuidplein 16:20 – 16:57 Rotterdam Centraal (ca. 70 pass. totaal)

 



Bij Rotterdam Centraal





Heemraadssingel




Charlois


Het leuke van zo’n bus-odyssee is dat je heel andere stadsdelen, heel andere dingen ziet dan vanuit de tram en vanuit de metro, zeker waar die laatste door tunnels rijdt. Bus 44 slaat er, na vertrek van Rotterdam Centraal, vrijwel meteen een in, onder het spoor door, en komt terecht bij Blijdorp. Er is een metrostation van die naam, maar dat ligt helemaal niet bij het beestenspul in de buurt. Met bus 44 stap je voor de poort van de dierentuin uit.

Daarna weer een tunnel onder het spoor door, en vervolgens neemt de bus de fraaie, door groen geflankeerde Heemraadssingel. Het nieuwe Depot van museum Boijmans van Beuningen, of wel: De Pot, komt ook langs. Daarna koerst de bus naar ziekenhuis Erasmus MC en metrostation Dijkzigt.

Lijn 44 is een van de weinige RET-buslijnen die de Nieuwe Maas kruisen, en daarvan de enige die dat doet via de Maastunnel. Met een slinger bereiken wij die tunnel, om aan de overkant in de wijk Charlois te belanden. Uit te spreken als ‘Sjaarloos’, s.v.p.! Alleen snobs zeggen Charlwâh, en laten zich dan meteen kennen als heikneuter van buiten de stad.

Ergens in Charlois stap ik uit. Ik loop hier op een late zaterdagmiddag, 10 september 2022, met mooi, zonnig weer, en besluit, van hieruit terug te gaan lopen naar de noordelijke Maasoever, door een parkje en door de Maastunnel. Als ik die, met zijn enge roltrappen, achter de rug heb, beland ik in het park rond de Euromast en daarna in een mooi stukje Rotterdam waar ik nooit eerder een voet heb gezet.

Daar zie ik onder andere buitenplaats Welgelegen uit 1736. De huidige villa dateert uit 1872. Op Welgelegen hebben stadsbestuurders, reders, bankiers, jeneverstokers en snoepwinkeliers (C. Jamin, linksonder op de foto) gewoond.

Zaterdagmiddagwandelingen in Rotterdam willen nog wel eens eindigen in de Markthal.




 


19 dagen later maak ik toch nog de terugrit met lijn 44 van Zuidplein naar Rotterdam Centraal, in de avondspits. Het stads- en steekbusstation Zuidplein, onder het metrostation en het winkelcentrum, trekt dagelijks 44.000 busreizigers, die zich verdelen over 38 buslijnen. In de spits vertrekken er 300 bussen per uur, waarvan ca. 200 van de RET.

Het busstation is eerder dit jaar gerenoveerd. De bushaltes in een tochtige spelonk onder de metro zijn nu verdwenen hebben plaatsgemaakt voor een reeks perrons ten noorden ervan. Het ziet er allemaal wel aardig uit bij het zonnetje dat vandaag schijnt, maar het biedt weinig bescherming tegen de elementen, als die woeden.

 


Het is druk, in de bus en buiten op de weg. In de eerste de beste straat is er al een verkeersopstopping. Op de rest van de route stroomt het ook niet echt door. Deze lijn haalt geen gemiddelde snelheid waarmee hij tegen de e-bike zou kunnen concurreren. Bij Blijdorp loopt de bus bijna aan het eind van de rit nog echt helemaal vol.

Ik zit in deze e-bus helemaal achterin, hoor allerlei geratel en gesuis uit een grote, donkergrijze kast komen en voel koude ventilatielucht. De rijeigenschappen van de elektrische bussen zijn uitstekend. De bussen worden opgeladen bij het busstation bij Rotterdam centraal.

 

 

 

Lijn 61/62: langs de Hoogvliet van Hoogvliet

Route

Lijn 61: Hoogvliet Metro – Oudeland – Westpunt – Hoogvliet Metro;

Lijn 62: Net andersom

Lengte

6,7 km

Haltes

18

Rijtijd (middagspits)

21 min.

Gemiddelde snelheid (middagspits)

19,1 km/uur

Frequentie (werkdagen, buiten vakantie)

Spits 20 min. per lijn
Dal 20 min. per lijn
Avond 30 min, na 21:00 60 min per lijn.

Mijn ritten, met passagiersaantallen (totaal op deze rit of maximale bezetting onderweg)

Zaterdag 01/10/22, bus nr. 1222, Hoogvliet Metro 15:19 – 15:31 Tijmweg (10 pass. max.)
Zaterdag 01/10/22, bus 1139, Alsemstraat 16:28 – 16:36 Hoogvliet Metro (11 pass. max.)

 


De naam Hoogvliet zal velen in Zuid-Holland eerder doen denken aan de supermarktketen dan aan de deelgemeente van Rotterdam. Beide hebben niet veel met elkaar te maken. De supermarkt is in 1968 in Kwintsheul opgericht door ene Leen Hoogvliet, terwijl het oorspronkelijke dorp Hoogvliet in 1326 gesticht werd als Oedevliet. Het is genoemd naar Oda, dochter van heer Nicolaas III van Putten en Vrouwe Aleida van Strijen. De laatste had het stuk grond ingebracht als bruidsschat.

Gedurende de 6 eeuwen daarna gebeurde er niet zo gek veel in Hoogvliet, dat indertijd een minuscuul dijkdorpje was in de buurt van de Oude Maas. In 1934 werd het geannexeerd door de gemeente Rotterdam. Na WO II werd Hoogvliet een groeikern, die inmiddels 35.000 inwoners telt.

Misschien brandt de vraag je op de lippen of Hoogvliet ook een filiaal van Hoogvliet heeft. Ja, dat is het geval. De bus rijdt er zelfs langs.

De bus reed vroeger van Hoogvliet naar het centrum van Rotterdam. Daar kwam verandering in in oktober 1974, toen de RET-metro werd doorgetrokken naar Hoogvliet. Dat toen al uit zijn krachten gegroeide dorp kreeg 2 metrostations: Hoogvliet zelf en Zalmplaat. In 2002 kwam daar nog station Tussenwater bij. Van alle 3 de Hoogvlietse metrostations kun je zowel lijn D nemen (Spijkenisse - Rotterdam Centraal via Zuidplein) als lijn C (Spijkenisse – Capelle aan den IJssel via Schiedam en Blaak).

De 3 buslijnen van Hoogvliet beginnen nu allemaal bij het metrostation met die naam. 61 en 62 bedienen het grootste deel van het dorp dat geen dorp meer is; 63 alleen de wijk Zalmplaat. Lijn 62 rijd hetzelfde rondje als 61, maar dan in de andere richting.

Station Hoogvliet heeft een zeer uitgebreide fietsenstalling voor wie geen zin heeft om op de bus te wachten. Bij het busstation is een winkelcentrumpje dat een overleden indruk maakt.

Ik stap in bus 61. Op deze rondrit zie je bijna elke straathoek van Hoogvliet, plus een complete staalkaart van bouwstijlen van de afgelopen 7 decennia.




Natuur is er ook nog, in de vorm van het Ruigeplaatbos langs de Oude Maas, die hier Hoogvliet scheidt van Spijkenisse en waarop druk scheepsverkeer plaatsvindt.

Ik ga het verkennen. Dit gebied is eigendom van Zuid-Hollands Landschap. Het is een van de weinige zoetwatergetijdengebieden die nog resteren in West-Europa. Dat brengt een bijzondere flora en fauna met zich mee. De faunasoort, genaamd homo sapiens, houdt ook bij hoogwater droge voeten dank zij een boardwalk.          

In het bos moet je goed uitkijken voor de grazers die er grazen, de Schotse Hooglanders. Ze worden niet graag gestoord bij hun maaltijd of in hun overpeinzingen. Net zoals altijd in hun habitat moet ik lachen om de omgangsregels met deze diersoort. Je moet minstens 25 meter afstand van ze houden, en mag ze verder absoluut niet aaien (wat ook moeilijk kan, als je geen armen van 25 meter lengte hebt).

Ze zien er ook niet erg aaibaar uit. Het exemplaar dat ik op de korrel heb, heeft zijn kont naar me toegekeerd en merkt mijn aanwezigheid niet op.

In de bus terug zie ik een uitschieter onder de flatgebouwen, één van op het oog geschat een hectometer hoog. Ik wil er een foto van en loop erheen als mijn bus het metrostation bereikt heeft. Een dijkje en een kerkje houden de herinnering nog levend aan de tijd dat Hoogvliet een dijkdorp was. De rest van het dorpshart heeft plaatsgemaakt voor een modern winkelcentrum.

De ranke woontoren, voorzien van tulpenmotieven in de gevel, heet Oosterbaken, bezit 33 verdiepingen, is 99 meter hoog (ik zat er niet ver naast met mijn schatting) en kijkt uit over park Oedevliet. Het is verreweg het hoogste gebouw van Hoogvliet, maar staat slechts op de 24ste plaats op de lijst met hoogste bouwwerken in de gemeente Rotterdam.




Daarna wandel ik terug naar de uitgang van Hoogvliet: het metrostation. En aangezien het weer zaterdag is, neem ik lijn C naar station Blaak en daarmee de Markthallen.

 

Lijn 75: Oeververbinding

Route

Zuidplein Metro – Breeweg – Stadionweg – Van Brienenoordbrug – Kralingse Zoom Metro

Lengte

9,0 km

Haltes

10

Rijtijd (middagspits)

29 min heen, 31 min. terug.

Gemiddelde snelheid (middagspits)

Heen 18,6 km/uur, Terug 19,1 km/uur

Frequentie (werkdagen, buiten vakantie)

Spits 30 min. per lijn
Dal 30 min. per lijn
Avond: rijdt niet

Mijn ritten, met passagiersaantallen (totaal op deze rit of maximale bezetting onderweg)

Donderdag 29/09/22, bus nr. 1203, Zuidplein 14:32 – 14:58 Kralingse Zoom  (17 pass. totaal);
Donderdag 29/09/22, bus. nr 1406 (?), Kralingse Zoom 15:35 – 16:04 Zuidplein, (22 pass. totaal)

 

Lijn 75, van Zuidplein naar Kralingse Zoom, heb ik niet zomaar willekeurig gekozen, maar in verband met een heet hangijzer in de Rotterdamse politiek. Dat gaat over een geplande ‘Oeververbinding’, tussen Rotterdam Zuid en Kralingen; om preciezer te zijn: tussen de wijken Feijenoord en De Esch. De kwestie is, of dit een brug of een tunnel zal worden; een brug met een tram eroverheen of een tunnel met een metro erdoor.

Zowel de RET als een aantal politieke partijen in Rotterdam pleiten al jarenlang voor een metro tussen Kralingen en Zuid. Het gaat dan om een verbinding van ca. 6 km van Kralingse Zoom naar Zuidplein, via Feyenoord City: Stadion ‘De Kuip’ en de daar verrijzende duizenden woningen. Die lijn zou verder stations kunnen krijgen bij de wijk De Esch in Kralingen en rond het Breeplein in Zuid.

Voorstanders vinden dat nieuwe traject noodzakelijk om de bestaande lijnen te ontlasten. Je kunt nu al met de metro van Kralingen naar Zuid, maar dan met een overstap op Beurs. En er bestaat een directe verbinding met bus 75, waarover hieronder meer.

Goed, met overstap of per bus duurt het iets langer. Maar hoeveel mensen willen er eigenlijk per dag van Kralingen naar Zuid en vice versa? Met de bus in ieder geval weinig, zoals ik zal merken.

Ik heb altijd getwijfeld aan het nut van die nieuwe verbinding. Trekt een metro Kralingen – Zuid wel voldoende passagiers om de aanleg van een boortunnel te rechtvaardigen? Die metrolijn, inclusief de Oeververbinding, zou volgens berekeningen van de gemeente minstens 2½ miljard euro gaan kosten.

Het college van B&W schrok in tijden van crisis terug voor dit bedrag. Er ligt nu een voorstel voor een fiets-, tram- en autobrug over de Oude Maas, van De Esch naar ergens in de buurt van het Feyenoord-stadion. Geen Van Brienenoordbrug 2.0 met tientallen rijbanen; de auto’s zullen op die brug ‘te gast’ zijn. De Mobiliteitswethouder Vincent Karremans (VVD; een mooi aptoniem, tussen haakjes) laat er op een gemeentelijke webpagina zijn licht over schijnen.

Hier ergens zou de nieuwe brug kunnen komen. De fotograaf (dat ben ik, dus) staat op de zuidpunt van De Esch en kijkt richting Feijenoord.


Op de beide oevers van de geprojecteerde brug rijden nu al trams; een verbinding Kralingse Zoom – Zuidplein moet wel gemakkelijk in te passen zijn in het tramnet.

Bus 75 geeft een voorproefje van die verbinding. Maar hij moet bij gebrek aan die nieuwe Oeververbinding een flink stuk omrijden via de Van Brienenoordbrug.

Lijn 75 staat te boek als sneldienst, maar dat is moeilijk te geloven als de bus weer eens vaststaat in een file of voor het zoveelste rode verkeerslicht.

De bus volgt de kortste route door Zuid, via de Strevelsweg naar de omgeving van de Kuip. Daarna over de Van Brienenoordbrug. Eén tussenhalte resteert dan nog, Hogeschool HES, bij de Erasmusuniversiteit. Bij die halte stoppen ook de R-nets naar de Drechtsteden, zie het gelinkte stuk uit 2019. Bij het eindpunt, Metro Kralingse Zoom, zitten er nog maar 4 passagiers in de bus. 

Als je een bus fotografeert, ben je meestal te laat om erin te stappen. Ik moet nu een half uur wachten. Behalve traag, is lijn 75 ook nog eens weinig frequent.

Ik kijk wat rond op Kralingse Zoom. In verband met het ook bij RET heersende personeelsgebrek is metrolijn A (Ommoord – Schiedam – Vlaardingen) ingekort tot het kippeneindje Ommoord – Kralingse Zoom. De lijnen B en C rijden daardoor in een onhandige 7-3-minutenfrequentie verder naar het centrum van Rotterdam.

In de hal staat een automaat, een 'Safety Station', waaruit je onder andere mondmaskers en steriele handschoenen kunt trekken. Ook flesjes bronwater, maar geeneens condooms. Ik zal zulke automaten de komende weken ook op andere knooppuntstations zien.






De Parkshuttle, het chauffeursloze busje van Kralingse Zoom naar bedrijventerrein Rivium, staat al sinds 2018 buiten dienst. Het materieel zou vervangen worden, de route uitgebreid, maar niks. De vorige vernieuwingsoperatie dateert van 2008, ook na jaren stilstand; een project van vallen en hopelijk ook deze keer opstaan.

 In augustus 2008 ging ik kijken naar het resultaat van de renovatie in dat jaar. Dat was uitgerekend in een week die een ommekeer zou betekenen in de vaderlandse OV-geschiedenis, of in ieder geval in die van de belangenbehartiging voor OV-consumenten.

De Parkshuttle anno 2008

Het weekend daarvoor was Rikus Spithorst gewieberd door ROVER, naar aanleiding van een column die hij had geschreven, die ook ik ver en ver over the top vond.

Sindsdien is in de media de ster van de door Rikus opgerichte Maatschappij voor Beter OV gerezen, terwijl we van ROVER nauwelijks meer iets gehoord hebben. Oh, die doen vast achter de schermen heel nuttig werk in ruil voor tonnen overheidssubsidie, zoveel krediet wil ik ze nog wel geven. Maar vóór de schermen is daarvan al jaren weinig meer zichtbaar.

Ik gunde Rikus zijn ‘15 minutes of fame’, maar dat het 15 jaar zouden worden, dat had ik niet voorzien. Mijn recensies van hem waren aanvankelijk allesbehalve gunstig, maar ik heb hem verkeerd beoordeeld.

Enfin, terug over de Van Brienenoordbrug naar Zuidplein, met een ook in de spits slecht bezette bus 75. Hoe krijgen ze die tram over die nieuwe brug ooit vol? En hoe hadden ze gedacht, per metro een man of 50.000 per dag te trekken op dit traject??; aantallen die je toch wel nodig hebt om zo’n dure verbinding de moeite waard te maken…

In november wordt de knoop over de Oeververbinding doorgehakt. Wordt vervolgd!

Tot hiertoe gepubliceerd op 16 oktober 2022




Lijn 76: Enigszins vergane glorie

Route

Zuidplein – Vreewijk – Rotterdam Lombardijen NS – Hordijkerveld – OV-knooppunt Keizerswaard

Lengte

9,0 Km

Haltes

19

Rijtijd (middagspits)

34 min. heen, 32 min. terug

Gemiddelde snelheid (middagspits)

15,8 km/uur heen, 16, 9 km/uur terug

Frequentie (werkdagen, buiten vakantie)

Spits 12 min.
Dal 15 min.
Avond 30 min.

Mijn ritten, met passagiersaantallen (totaal op deze rit of maximale bezetting onderweg)

Donderdag 06/10/22, bus nr. 1269, Zuidplein 14:46 – 15:18 Keizerswaard (56 pass. totaal)
Donderdag 06/10/22, bus nr. 1136, Appeldijk 17:09 – 17:36 Zuidplein (13 pass. max)






Halte Appeldijk


Lijn 76 volgt een sterk gekartelde, meanderende route door Rotterdam Zuid. De buslijn is ingevoerd in de winter van 1968, toen het hele OV-net in Zuid op de schop ging. De eerste metrolijn van de Benelux, Rotterdam CS – Zuidplein, werd in gebruik genomen. Ter verhoging van de feestvreugde sneuvelden meteen alle rivierkruisende tramverbindingen en bleef op Zuid alleen tram 2 over.

Lijn 76 liep indertijd van Charlois (Dokweg / Sluisjesdijk) naar Hordijkerveld, een nieuwbouwwijk ten oosten van de spoorlijn Rotterdam – Dordrecht. Hij moest een groot deel van Zuid ontsluiten, vanaf het gloednieuwe metrostation Zuidplein, en vandaar die kronkelige route.

In de beginjaren van de metro hadden metro en bus verschillende tariefsystemen. Reizigers die hun rechtstreekse tramverbinding Noord-Zuid hadden zien verdwijnen, moesten overstappen op Maashaven of Zuidplein, en daar ook nog opnieuw de portemonnee trekken. Logisch dat de metro onder hen aanvankelijk geen vrienden maakte, hoe ‘groos’ Rotterdam ook op die primeur was.

Het oostelijk gedeelte van IJsselmonde breidde zich sterk uit in de 70’s en 80’s. Lijn 76 groeide mee, en zou in 1994 zijn eindpunt uiteindelijk krijgen op een nieuw OV-knoppunt bij winkelcentrum Keizerswaard. Lijn 76 was ooit een van de drukste buslijnen van de RET, die in de spits om de 5 minuten reed, als ik het me goed herinner.

In 1989 werd de gelede bus ingevoerd op die lijn. Die bussen hadden een voor die tijd heel revolutionair halte-afroepsysteem, namelijk automatisch, en niet meer door de chauffeur (die er meestal geen zin in had). Bovendien was er in elke bus een routestrip waar een lampje ging branden bij de naam van de eerstvolgende halte.

Ik heb een keer een vrije middag genomen van kantoor in Rijswijk, speciaal om naar Rotterdam Zuid te gaan om dit wonder te zien. Helaas kan ik niet linken naar dit avontuur. Ik zou er ongetwijfeld over geschreven hebben op deze site, als die al bestaan had. Internet lag nog in de toekomst. En de digitale reizigersinformatie in het voertuig was zijn tijd te ver vooruit; het was allemaal heel snel stuk.

RET-dienstregelingen waren toentertijd vanzelfsprekend ook nog niet digitaal raadpleegbaar. Voor een paar gulden kon je een soort multomap kopen met alle lijnfolders. Die komt vast nog wel eens boven water bij een opruimingsactie in mijn huis. Het lijkt wel of ik spreek over het jaar 7 voor Christus, maar het is nog maar een derde eeuw geleden.

In 1996 (begon het bestaan van mijn Thuispagina en) werd de Erasmusbrug in gebruik genomen, met een hele bundel tramlijnen eroverheen. De tram heroverde Rotterdam Zuid, en daar nam de betekenis van de bussen af.

Tegenwoordig rijdt bus 76 alleen nog maar tussen de winkelcentra Zuidplein en Keizerswaard en is het stuk in Charlois overgenomen door lijn 70. Ik had het hierboven over 6-4-2-lijnen. Maar 76 is, ik denk sinds corona, nog maar een 5-4-2-lijn. In de spits 5 bussen per uur, 12-minutendienst in plaats van 10-. En dat hoewel hij best druk is, althans op mijn heenweg, op een tijdstip halverwege de middag, als de vele scholen in de buurt hun leerlingen vrijlaten.

Ik kijk uit naar een mooie fotoplek met stadsschoon. Tramfoto’s zou ik hier bij de vleet kunnen schieten, maar dit is een bus-stuk. Lijn 76 kruist, en volgt soms over een kort stukje, 4 tramlijnen: lijn 2, 20, 23 en 25. Als tram en bus een poosje parallel rijden, wint de tram, op zijn vrije baan, het meestal op snelheid. De bus is echt vers 2 in deze stad.

We rijden door tuindorpen met veel groen. Daarna stopt de bus bij station Rotterdam Lombardijen. In 1989 kruiste de bus de spoorbaan een stuk zuidelijker.

Al dit soort zaken opgegoogeld in de Wiki, of opgetekend uit een schier fotografisch, doch ook feilbaar geheugen. Mocht dat me een keer bedrogen hebben, aarzel niet om het me te melden!

Aan de andere kant van het spoor zie ik mijn fotoplek voor de terugweg: de Hordijk. Die stond al op de topografische kaarten toen de spoorweg naar Dordrecht nog aangelegd moest worden. Toen was het een dijkje met wat boerderijen. In de jaren 60 van de vorige eeuw is hij ingelijfd bij Hordijkerveld.

Eerst op weg naar Keizerswaard. Een schoolklas rent een zebra over, met een juf die water en bloed zweet. Iemand zit ‘shocking klem’ tussen de achterdeur van de bus en slaakt een gil.

En dan het eindpunt, OV-knooppunt Keizerswaard, waar je op 2 trams, 3 stadsbussen en 5 streekbussen kunt stappen. Als ik naar de deur loop, valt er een OV-chipkaart op de grond. De mijne? Ik raap hem op, maar een harpij met een schelle krijsstem grist hem me uit de handen: DIE IS VAN MIJ, DIE IS VAN MIJ, DIE IS VAN MIJ!!!
‘In dat geval zou u dankjewel kunnen zeggen, dat ik hem voor u opgeraapt heb!’

Als blikken konden doden, had ik nooit kunnen beginnen aan dit eerste hoofdstuk van de 27e jaargang, en was het bij 26 gebleven. Nou, ik heb mijn eigen chipkaart in ieder geval nog wel, evenals mijn bankpas, ID, credit card, pech-onderwegpas voor de e-bike, ziektekostenverzekeringspas… ik controleer het meteen maar even. Gelukkig, een mens existeert nauwelijks nog zonder zijn pasjes.

Keizerswaard is een heel uitgestrekt overdekt winkelcentrum. Waarom zou een IJsselmondenaar naar de Koopgoot gaan, als hij op zijn eigen eiland ook alles bij de hand heeft? Er is zelfs een HEMA mét horeca. Ik strijk er neer voor koffie met een broodje.

Daardoor gesterkt wandel ik binnendoor via de kortste weg naar de Hordijk; de bus komt er met een flinke omweg. ‘Wat is hier nou te zien?’, zou een bewoner ervan zich kunnen afvragen als hij op deze site stuit. Inderdaad valt dat een beetje tegen.

Er hangen Feyenoord-vlaggen. Rotterdam Zuid hoopt dat de club vanavond in de Europa League wint van die Deense club met die onuitspreekbare naam.

Ik passeer het bord dat aangeeft dat de bebouwde kom van Rotterdam eindigt, maak een lus terug naar de bewoonde wereld en stap ergens op lijn 76, terug naar Zuidplein. Wat zal ik vanavond eens gaan doen? Ik kon eigenlijk wel naar die wedstrijd gaan kijken.

Winkelcentrum Keizerswaard - OV-knooppunt Keizerswaard - 2 maal de Hordijk



 

Lijn 38:  De RET brengt je plezier

Route

Schiedam Centrum – Kasteel Sparta – Beukelsweg - Beukelsdijk – Rotterdam Centraal – Hofplein – Crooswijk Paradijsplein (tijdelijk eindpunt i.v.m. wegwerkzaamheden in Crooswijk)

Lengte

7,3 km

Haltes

Heen 20, terug 21

Rijtijd (middagspits)

34 min. heen, 37 min. terug

Gemiddelde snelheid (middagspits)

12,9 km/uur heen, 11,9 km/uur terug

Frequentie (werkdagen, buiten vakantie)

Schiedam – Rotterdam Centraal:
Spits & dal 15 min.
Avond 30 min.

Rotterdam Centraal – Crooswijk:
Spits & dal: 30 min.
Avond: rijdt niet

Mijn ritten, met passagiersaantallen (totaal op deze rit of maximale bezetting onderweg)

Woensdag 19/10/22, bus nr. 1516, Schiedam 14:02 – 14:18 Rotterdam Centraal, (29 pass. max.)
Woensdag 19/10/22, bus nr. 1516, Rotterdam Centraal 14:54 – 15:07 Paradijsplein (14 pass. max)

Woensdag 19/10/22, bus nr. 1510, Rotterdam Centraal 18:06 – 18:24 Schiedam Centrum (21 pass. max)

 



Lijn 38 op de Beukelsdijk (op een andere dag dan deze)

Woensdag 19 oktober is het de eerste dag van een 3-daagse staking in het streekvervoer – waaraan ook sommige RET-chauffeurs deelnemen, die volgens de streek-CAO betaald worden. Ik weet niet precies hoe het zit, en ga dat niet nazoeken, ook. Een gedeelte van de RET-bussen rijdt in ieder geval niet.

Ik weet wel dat ze 10% loonsverhoging willen en eenmalig 1000 euro in het handje, net zoals de ‘meesters’ en die hardwerkende conducteurs van NS gekregen hebben. Ik moet heel ver teruggaan in de tijd van mijn werkleven om me salarisverhogingen te kunnen heugen die daar ook maar in de verste verte bij in de buurt kwamen.

Op deze zonnige maar wat vlagerige middag kom ik één minuut te laat bij het beginpunt van lijn 38 voor de bus van 13:49. Maar die bus heeft helemaal niet gereden. VERVALLEN, meldt het digitale bord boven de halte.

Die halte staat op een viaduct tegenover NS- en metrostation Schiedam Centrum. Een groepje betalend OV-vee zit of staat sikkeneurig en verwaaid in de abri. Onder hen een jonge vrouw die op krukken loopt, een naar huis hunkerende scholier en een man met een zwarte sik, die heel sikkeneurig ‘Ik heb oponthoud!’ roept door zijn telefoon. ‘De RET brengt je plezier’, staat te lezen achterop een bus die passeert aan de overkant. Maar de mensen hier stralen dat niet echt uit.

Op deze lijn: Schiedam Centrum – Rotterdam Crooswijk, rijden van die ‘Gemaksbussen’ die slechts om het kwartier gemak bieden; zo geen plezier, dan nog wel gemak. Tussen Rotterdam Centraal en het aan de boorden van de Rotte gelegen Crooswijk rijden ze slechts om het half uur; slechts een van de 2 bussen rijdt door naar die wijk.

Het gedeelte van de lijn tussen Schiedam en Rotterdam Centraal staat met rood op de lijnennetkaart; dat naar Crooswijk met blauw. Rood is de kleur van de hoogfrequente 6-4-2-bussen, maar dat is deze bus niet, die ook in de spits maar 4 keer per uur rijdt.

‘Ik kon beter gaan lopen, maar ik loop zo slecht’, zegt de juffrouw met krukken tegen weer iemand anders.

Na een kwartier verschijnt de volgende bus, die wél rijdt. Dit is ook weer een buslijn die de haarvaten van het OV-net bedient, wat witte plekken op de kaart, die metro en tram hebben opengelaten.

We nemen een stuk Schiedam met lage flatjes, beschenen door een milde najaarszon. Vervolgens passeren wij het kasteel van Sparta, de Delfhavense Schiebruggen en een moskee. Daarna bereikt de bus de Beukelsweg en de Beukelsdijk, die zo ongeveer het zelfde uitzicht bieden als die wijk in Schiedam. Het wordt druk in de bus; dat zal wel komen doordat de vorige is uitgevallen.

Opvallend, en dan vooral opvallend lelijk, is de ‘RVS-flat’ op de hoek met de Heemraadsingel. Dit staaltje van wederopbouw uit de 50’s herbergde indertijd alleen ongehuwde werkende vrouwen. De Rotterdammer doopte het gebouw de Hunkerbunker, in het midden latend of de vrouwen die er woonden, zaten te hunkeren naar mannenvlees, of de mannen erbuiten naar de vrouwen erin. Ik durf het niet te zeggen; ik heb helemaal geen kijk op dat soort zaken.

Deze bus zou volgens dienstregeling moeten doorrijden naar Crooswijk, maar rijdt toch niet verder dan het station. Heeft de chauffeur zich plotseling solidair verklaard met de vakbond?

VERVALLEN, prijkt er op de display van de halte waar de bussen naar Crooswijk vertrekken. Twee bejaarde heren staan erover te delibereren.
- ‘Ja hij komt wel, hoor, het staat toch op het bordje, 14:19 Crooswijk (‘Krreuwswaik’) staat er toch?
- ‘Ja, maar er staat ook VERVALLEN. Hij is vervallen. Hij rijdt niet. En de volgende komt pas over een half uur, om 14:49. Die komt wél.’
- ‘Nee, hoor. Er staat: 14:19 Krreuwswaik, Hij rijdt gewoon, hoor. Hij komt gewoon (‘geweuwn’). Ja, hij is een beetje te laat, maar hij komt echt wel.’
- ‘NEE man, kijk dan, KIJK dan! Er staat VER-VAL-LEN. Er is een sta-king. Sommige bussen VER-VAL-LEN!’
- ’Maar er staat: Krreuwswaik, op het bordje staat…’
- ‘Luister dan toch naar me; hij is VERVALLUHHHHH!!!!´
- ‘Maar op dat bordje staat….’

In Rotterdam kan zo’n discussie met een gerust hart een half uur doorgaan, totdat de bus daadwerkelijk komt. Maar nu heeft de tweede man er genoeg van en loopt weg, net op het moment dat ik hetzelfde doe.
‘Dan blijft hij daar maar lekker een half uur staan wachten, dat godvergeten eigenwijze secreet!’ zegt hij tegen me; ‘wat kan het mij ook verrotten?’

Ja, wat kan het verrotte, aan de Rotte? Ik las nu maar weer een koffiepauze in. In de stationshal ga ik BackWerk binnen. Hier kom ik nog wel eens als ik op de Thalys, Eurostar of de IC Brussel sta te wachten. Het koffie- en broodjestentje heeft daardoor voor mij de geur van vakantieavontuur (naast die van koffie), ook op deze wat sneue middag.

Een half uur later neem ik alsnog de bus naar Krreuwswaik, sorry: Crooswijk. Die twee causeurs van daarnet zie ik niet meer; die zijn gaan fietsen, denk ik. Dat gaat sowieso sneller dan lijn 38, die qua gemiddelde snelheid misschien wel de hekkensluiter van Rotterdam is.

De bus rijdt door een korte tunnel onder het Weena, langs het Hofplein en het Pompenburg op. We volgen de tramrails tot waar die rechtsaf slaan. Even verder komen ze weer tevoorschijn van rechts uit een zijstraat. Ook hier is de tram koning en hangt de bus er maar zo’n beetje bij.

Lijn 38 heeft normaliter zijn eindpunt bij de Begraafplaats Crooswijk, maar de route is nu wegens wegwerkzaamheden ingekort tot het Paradijsplein, bij het RK-Kerkhof Sint Laurentius. Ik wil de bus fotograferen bij het eindpunt, maar hij is al weggestoven, meteen nadat iedereen is uitgestapt. De halte staat er nog. De foto heb ik een half uur later gemaakt.

Begraafplaats Sint Laurentius is volgens een bord bij de poort meer dan een begraafplaats: een plek voor rust, bezinning en troost. Ik loop graag rond over begraafplaatsen; niet uit perversiteit of Freudiaanse doodsdrift, nee, helemaal niet; het zijn vaak de mooiste, groenste plekken van de stad.

En ze mijden helpt echt niet, we gáán toch allemaal een keer. Of zoals dat Limburgse bandje Rowwen Hèze zingt: ‘Weej goan allemoal, (ooh, hoo, hoo), allemoal met de neus umhoeg’. Vrij vertaald: we eindigen allemaal op onze dooie rug. Loop daarom maar fier met je neus omhoog over kerkhoven, te genieten van het feit dat jij nog loopt, en zij alleen maar liggen.

Dit kerkhof is inderdaad heel bijzonder. Niet alles is dood. Er is een kinderboerderij met nog levende kippen. Het columbarium lijkt op een geschutskoepel. Een stokoude man met een baard - hij lijkt op Vadertje Tijd - zit achter een schildersezel en plein air te schilderen.




Het opvallendste grafmonument van dit kerkhof, heeft zelfs de Wikipedia gehaald. Het is de grafkapel van de familie Jamin, de snoepmagnaten die hiermee voor de 2e keer genoemd zijn in dit artikel. De kapel heeft de status van gemeentelijk monument.

Van hier loop ik naar de andere begraafplaats in Crooswijk, de algemene, die 10 keer zo groot is als de RK-. Tussen beide necropolissen loopt de Rusthoflaan, waar ik de grote etalages bewonder van Joke Dubbelt Uitvaartzorg. Crooswijk lijkt wel doordesemd van de dood…

Op dat algemene kerkhof wil ik nog wel een uurtje rondwandelen. Maar ik kom niet veel verder dan het hoofdgebouw, niet ver van de ingang. De begraafplaats gaat dicht om 4 uur, en het is al tien vóór als ik het toegangshek passeer. Nu kijk ik, volkomen overbodig, nog op GoogleMaps, maar ook daar staat 16:00 uur vermeld als sluitingstijd. De doden gaan hier vroeg slapen.

‘Nou, Frans, dit heb je weer perfect voorbereid!’, spreek ik geërgerd tot mezelf. ‘Een busmiddag houden als er een busstaking is, en dan niet vooraf even opzoeken of het doel van je reis wel open is, maar dat pas doen als je al voor een bijna gesloten poort staat!’ Ik moest toch nodig eens een functioneringsgesprek houden met mezelf.

Dan maar even wandelen door Crooswijk. De wijk langs de lommerrijke kronkels van de Rotte heeft een wat dorpse uitstraling, maar is toch geen opgevreten dorp zoals Hoogvliet. Tot rond 1860 was het hier polder. Toen ontstond de volkswijk waar de Rrrotterrdamse rrr nog vervaarlijker rolt dan elders in de stad. Pietje Bell is er geboren en getogen, althans zijn geestelijke vader, Christiaan van Abkoude.

Wat verder te doen met het laatste stuk middag? Ik neem de tram (lijn 7 plus lijn 21) naar De Esch om een foto te maken van het punt waar de Oeververbinding moet komen (zie ergens hierboven). In de tijd die verloopt tussen vanmiddag en publicatie van dit stukje, zal Feyenoord City trouwens afgeschoten worden door de Raad van State. Is het fundament niet weggeslagen onder die Oeververbinding, als dat ambitieuze woningbouwplan bij de Kuip helemaal niet door zou gaan?

Met nog een tram plus een metro beland ik weer bij Rotterdam Centraal, waar ik bus 38 wil nemen naar Schiedam. Op het metrostation onder Rotterdam Centraal zie ik alweer een nieuw soort automaat. Het kost me enige tijd om te doorgronden waarvoor hij dient en hoe hij werkt. Je kunt er lege drankflesjes en – blikjes in gooien (barcode naar boven!) en dan kiezen of je het statiegeld, 15 cent, doneert aan Diergaarde Blijdorp of er een kortingsbon van BackWerk voor wilt hebben.

15 cent, er zijn heel wat donaties nodig, wil de diergaarde er een nieuwe aap van kunnen kopen. En je krijgt er bij BackWerk net een druppel koffie voor, en dan geen hele grote druppel. Mensenlief! Zelfs in 1922 betaalde je al 20 cent voor een kop koffie - met room - bij restaurant Loos aan het begin van de Hofpleinlijn. Wat een arremoede! Als ik lege flessen en blikken bij me had, flikkerde ik ze hier allemaal op de vloer. Waarom, daar ga ik straks in de bus eens over nadenken.

Aangezien er net een weg is, en er voorlopig geen meer komt, las ik opnieuw een koffiepauze in. Deze keer kies ik Lebkov, met uitzicht op het busstation. Ik wil een hele beker, geen druppel. Ik lóóp helemaal op koffie, op dit soort dagen.

Als ik daarna naar de bushalte loop, staan er maar liefst 2 bussen naar Schiedam aangekondigd, 3 minuten na elkaar; welk een overvloed op een stakingsdag! De eerste stroomt propvol, en ik laat hem doorgaan. Dan slaat het haltedisplay ineens op zwart. Oh hemel, wat zullen we nou weer hebben? Is het nu helemaal afgelopen? De rest van de dag een totale staking, en helemaal geen bus meer? Maar de volgende bus 38 arriveert gewoon.

Ik stap in. Op deze rit zie ik hetzelfde als vanmiddag op de heenweg, maar dan in de omgekeerde volgorde en in schemerlicht. Geheel volgens de verwachting, dus. ‘Bij deze halte kunt u overstappen op de bus’, meldt de omroep, alsof we daar al niet inzitten, in de bus.

Dat met mijn woede over die statiegeld-automaat, daar kom ik zo gauw niet helemaal uit. De ultieme 2022-armoeierige kwartjesvinderij vind ik het, in een decadente maatschappij in gestage verwording. Zoiets…

Frans Mensonides
6 november 2022
Er geweest: zaterdag 10, donderdag 29 september en zaterdag 1 oktober, donderdag 6 oktober en woensdag 19 oktober 2022



Crooswijk


© Frans Mensonides, Leiden, 2022