De digitale reiziger (36)
De ParkShuttle is terug! Rivium, Brainpark, Fascinatio en ook Spithorst

Beginstation Kralingse Zoom

Op de valreep van de 20ste eeuw nam de toenmalige streekvervoerder ZWN de ParkShuttle in gebruik. Deze people mover, een elektrisch voertuig zonder chauffeur, of anders gezegd: een horizontale lift, onderhield een verbinding tussen het Rotterdamse Metrostation Kralingse Zoom en het bedrijventerrein Rivium in Capelle aan den IJssel.

Ik schreef erover in mei 1999, in een lettertype dat toen gangbaar was en met de vage foto’s waar iedereen toen zo enthousiast over was, omdat ze toch maar mooi digitaal waren. Daarna ben ik er ook nooit meer geweest.

Veel was er ook niet meer te zien. De proef met de ParkShuttle ging in 2001 aan zijn eigen succes ten onder. De wagentjes werden zo vaak gebruikt dat ze al versleten waren; het werd tijd voor de tweede generatie Shuttles. Op 1 december 2005 werd deze pas in gebruik genomen, en wel door dat andere langlopende treurspel uit Capelle aan den IJssel: premier J.P. Balkenende.

Misschien was het daaraan te wijten dat het project meteen in de versukkeling raakte. Al binnen een week kachelden twee voertuigen op elkaar (gelukkig zonder passagiers), een ongeluk veroorzaakt door een samenloop van omstandigheden die eigenlijk niet hadden kunnen samenlopen, zo stelden de technici. De winter daarop brak brand uit in de stalling van de voertuigen, onder het metrostation. Anderhalve ParkShuttle sneuvelde daardoor. Het jaar daarna ging de producent van het systeem failliet: Frog Navigation Systems.

Nou, dit is dan het einde wel, dacht ik; alweer een OV-project mislukt. Maar de kikkers maakten een doorstart, en deze maand kwam zowaar het bericht dat er proefritten gehouden werden met de ParkShuttle II.

 


Passagiers mogen ook mee, maar je hebt geen garantie dat je ooit aankomt op je bestemming. Je mag niet klagen over stremmingen, storingen, vertragingen en wat ook. Een voertuig kan onderweg tussen twee haltes stil komen te staan. Duurt het oponthoud erg lang, dan moet je je reis te voet voortzetten over de gele strook op de geasfalteerde ParkShuttle-baan. Het is maar 1700 meter in totaal; daar zul je niet dood aan gaan.

1700 inderdaad, tegen 1200 in 1999. Het traject is verlengd; ook de uithoeken van het Rivium worden nu bediend. En kende de lijn toen maar twee haltes; nu hebben ze er vijf. Tussen Kralingse Zoom en de voormalige eindhalte kwam Brainpark III / Fascinatio. Die oude eindhalte werd omgedoopt in Rivium 1e straat. Daarna heb je op het nieuwe traject nog Rivium 3e straat en het nieuwe eindpunt Rivium 4e straat, bijna onder de Van Brienenoordbrug.

In 1999 moest een people mover een futuristische look hebben, helemaal gericht op de komende 21ste eeuw. Maar anno 2008 is het aanvaarbaar als hij er uitziet als een traditionele Connexxion-bus; een teken dat dit project volwassen is geworden. Een heel bijzonder busje toch; zonder chauffeur, zonder stuur, en met een onbelemmerd uitzicht op de weg vóór ons (ik denk erbij aan The Road Ahead: een hit uit 1999).

Het busje haalt een dikke 30 kilometer per uur. Als hij straks officieel in gebruik is genomen (en dat zal volgens plan op 1 september 2008 gebeuren), rijdt hij als een lift. Je roept hem op met een drukknop en moet in het voertuig nog eens drukken op de knop van de gewenste halte. Zo kan hij haltes overslaan waar niemand erin of eruit wil. In theorie zou je de hele rit kunnen afleggen binnen 4 minuten.

In de testfase rijdt hij volgens een dienstregeling: 10 minutendienst in de daluren en in de spits vaker, doch vrij onregelmatig, op de middag dat ik hier rondloop. ‘s Avonds en in de weekeinden blijft de Shuttle tijdens de testperiode in de garage. Als hij wel rijdt, stopt hij overal. Bovendien moet hij bij de smalle tuibrug over de N 210 nogal eens wachten op zijn tegenligger. Een rit duurt daardoor om en nabij 8 minuten. Niet snel, maar je loopt er toch niet tegenop, tenzij je in training bent voor de Rotterdamse Marathon 2009: een kruissnelheid van ca. 12 kilometer per uur.

Het beginstation van de ParkShuttle, naast de metrobaan, hangt vol met bemoedigende teksten over de veiligheid: controle met camera’s, deurbeveiliging, blokbeveiliging als op een spoorbaan, een obstakeldetectiesysteem. Het laatste woord is een rotwoord, maar het zegt wel precies wat het is.

Een nieuwtje ten opzichte van ’99: de ParkShuttle heeft nu gelijkvloerse kruisingen met het wegverkeer. Ze worden beveiligd met dingen die je geen spoorbomen kunt noemen; laten we maar ‘busbomen’ zeggen.

Ik zie nergens een stempelautomaat of chipkaartlezer; het zal dus wel gratis zijn. Blijkens een displaytje moet ik nog 6,5 minuut wachten op de komst van het voertuig.


Automatisch dwalen mijn gedachten in die minuten af naar Rikus Spithorst en zijn kamikazecolumn, waarmee hij zich voorgoed onmogelijk heeft gemaakt bij ROVER en de PvdA. Ik heb zaterdagavond en zondagnacht urenlang ademloos op NewsGoogle gezeten, toen hij in het nieuws was. Een beroemde Nederlander die op één handdruk, of in ieder geval één muisklik afstand zit van mijn eigen persoon. Kennissen spraken me er meteen al over aan, wat ik er nou van vond, van die Spithorst; 'Jij kent hem toch?' Vanmorgen, maandag de 18e, staat hij in alle kranten, waaronder DAG en De Pers die ik onderweg hierheen heb zitten lezen in de trein.

Het is hem dan toch gelukt: ‘Famous for 15 minutes’ (A. Warhol). Aan mediaoptredens als ROVER-voorlichter had hij niet genoeg meer, al drukte hij daar ook al een aardig (negatief) persoonlijk stempel op. Onder zijn schuilnaam Driek Oplopers heeft hij nu een column geschreven op FOK.NL over Groen Links-leidster Femke Halsema, die op haar beurt weer had geschreven dat zij milieumaffioso Wijnand Duyvendak een integer mens vond. Om die reden zou haar huis volgens Rikus wel in de fik gestoken mogen worden, en zijzelf het liefst erbij.

Nu is het in OV-kringen al lang geen geheim meer dat achter Driek Oplopers de voorlichter van ROVER en van PvdA-Amsterdam schuilgaat. Rikus had er vergif op kunnen innemen dat zijn identiteit zou uitlekken, en dat was misschien ook wel zijn bedoeling.

In een uitzending van Nova, zaterdagavond, noemde hij zijn column een voorbeeld van satire, en leek hij niet helemaal te begrijpen waarom men daar zo’n aanstoot aan nam. Ik moest verfijnd glimlachen. Ik heb eens een stukje over hem gepubliceerd waarin ik op milde wijze de spot dreef met zijn overspannen en onevenwichtige mediaoptreden (zonder hem de verbrandingsdood toe te wensen, uiteraard). Ik kreeg één van zijn befaamde krijsende scheldmails. In Rikus’ ogen had ik een ‘persoonlijke aanval’ op hem gelanceerd. Kom, kom, het was satire, Rikus!

Een Oploper met een oplopend humeur! Het maakt duidelijk, wat er schort aan Spithorst. Hij heeft lange tenen van hier tot aan de schuurdeur, maar trapt zelf bij elke gelegenheid als een op hol geslagen hengst om zich heen. Hij wil graag uitdelen, maar kan niet incasseren.

Van de actieve ROVER-leden ‘spoort’ ongeveer 60% niet; het is een vaststaand feit. Maar Spithorst maakte op mij al enige tijd de indruk van iemand die volkomen is doorgedraaid. Een zielig geval, feitelijk, een patiënt.

ROVER-voorzitter Van der Vlis, een andere PvdA’er uit Amsterdam, heeft Spithorst nu zijn ROVER-functies ontnomen (‘ontslagen’, meldden de media, maar ROVER kent geen bezoldigde bestuursleden). Volgens de rechtse kerk had hij dat al veel eerder moeten doen, nl. toen Oplopers in een column een oproep deed om Wilders te vermoorden. Er kleefde al langer bloed aan zijn stukjes.

Desondanks, of daarom juist, is hij door de locale radiozender Decibel in dienst genomen voor een wekelijkse radiocolumn. We hebben vast nog niet het laatste van hem gehoord. Je schijnt een mediacarrière gemakkelijk te kunnen baseren op gekte en schofterigheid.

Het zij zo; het heeft helemaal niets te maken met die Shuttle, maar ik kan er ook niet níét over schrijven, voor mijn gevoel.


De Shuttle arriveert, met zijn kenmerkende kermende geluid, en neemt schokkerig de keerlus, volautomatisch, inderdaad. Ik stap in en schiet de volgende foto’s.

Eindhalte Rivium 4e straat

 

 

 

Ook schoot ik nog vier filmpjes die nu op You Tube staan.


Deel 1: In de Shuttle over de N 210, na een oponthoud van wel drie minuten voor een tegenligger (0:49)

Deel 2: Van Rivium 1e straat naar de 3e. (0:38)

Deel 3: De Shuttle van buiten. Vertrek van het eindpunt Rivium 4e straat. De vrouw in het busje die je aan het begin even ziet, leest het laatste Spithorst-nieuws. Het loopt nog niet storm, maar in de spits trekt toch elke Shuttle wel een plukje reizigers. (0:15)

Deel 4: Busbomen? (0:30)


Eindpunt. Ik stap het Rivium binnen, midden op de middag. Afgezien van de autoweg die de as ervan vormt, is het doodstil in het Rivium (waar hebben ze die naam toch vandaan? Potjeslatijn?) Natuurlijk, men is aan het werk in al die kantoormonsters. Enig leven in de brouwerij heb je hier, in Rivio, alleen vroeg in de morgen, laat in de middag en tijdens de lunch. Ik denk dat veel autobezitters, wier voertuigen de parkeerterreinen bevolken, dan een ritje heen en weer maken met de ParkShuttle, als lunchwandeling.

‘Slaven’, staat op een gebouw. Kun je die daar kopen, of is het slechts de groothandel? Of jezelf aanmelden als zodanig? Nooit geweten dat slavenhandel in onze verlichte tijden nog bestond. Ook nooit geweten, waar al die gepantserde wagentjes met WAARDE TRANSPORT heenreden. Dat weet ik nu wel: het Rivium, waar zij hun hoofdkantoor en garage blijken te hebben.

Een crèche op dit terrein, dát is handig! Dan kun je de kids parkeren tegelijk met je auto en ze om 17:00 uur ook tegelijk weer ophalen. ‘Kinderparadijs’, heet het, maar daar stel ik me wat anders bij voor. Waar is hier het groen, waar het speelplein, waar ze kunnen ravotten? Is dit een omgeving om een belangrijk deel van je jeugd door te brengen? Ocharm...

Opmerkelijk, hoe snel er eeuwenoude zeden en gewoonten ontstaan op zoiets nieuws als een industrieterrein. Mensen groeten elkaar hier nooit, zelfs niet als de enige voetgangers in een straal van een kilometer elkaar passeren. Die andere vent kijkt zelfs wat angstig van me weg; misschien had ik gewoon ‘goedemiddag’, moeten zeggen, en niet: ‘Dr. Livingstone, I presume’.

De plaatjes:

Auto's, auto's, auto's ...

 

 

In de ParkShuttle kijkt men strak de andere kant uit als ik instap. Bij mijn tweede rit ga ik dat zelf ook doen, en zo komen gewoonten tot stand. Een naargeestig geheel, dit Rivium. Ik solliciteer hier niet, naar niks. Hoe aantrekkelijk het ook is: elke dag met die Shuttle naar mijn werk. Benieuwd hoe het deze keer afloopt met de ParkShuttle. Ik zal er deze keer niet nog eens negen jaar overheen laten gaan om terug te keren. Het ziet er vanmiddag allemaal goed uit met dat voertuig; deze keer gaan ze het redden, hoop ik.

Is het dan beter in de Capelse woonwijk Fascinatio, tegenover het Brainpark III, en bereikbaar per ParkShuttle? Ik kom er op het verkeerde moment, onder een dik wolkendek, in de vakantieperiode en vóórdat alle tweeverdieners huiswaarts gekeerd zijn. Het is hier even onheilspellend stil als aan de overkant van de weg, op het Rivium.

Maar op een zonnige zaterdagmiddag zou het er aangenaam kunnen zijn. Ik meen de filosofie van Fascinatio te kunnen begrijpen. Het ziet er hier een tikje avontuurlijk uit, met huizen die net ietsje anders zijn dan ik verwacht had, na dwalen door tientallen VINEX-wijken. De bruggen hebben een soort schietgaten, er zijn aardige, avontuurlijke speelterreintjes, er zijn waterpartijen met riet, er liggen overal grote zwerfkeien waardoor je je in de woeste natuur waant. Bij nacht zijn die rotsen wel verlicht voor de veiligheid, dat wel; zo avontuurlijk zijn ze ook niet, dat ze je er de nek over laten breken.

'Heette sex', wordt me op een schutting beloofd, als ik een bepaald 06-numer bel. Fascinatio fascinerend? Nou, neuh. Maar de wijk kan ermee door. Balkenende woont vast niet hier.

Voila:

Op de achtergrond: Brainpark III

 

 

 


In de trein terug vis ik een Metro van de vloer met het verschrikte vogelhoofd van Spithorst. Hij is ‘gelyncht’ vindt hijzelf; hij spreekt opnieuw in bloederige termen. Gelyncht, door Van der Vlis, die hem eruit heeft gegooid, door Twan Huys van Nova die hem ‘afgefakkeld’ zou hebben (ik zag iets anders; ik zag een verwarde geïnterviewde die geen verhaal meer had), door Halsema, die alleen maar de aandacht van Duyvendak wilde afleiden. Het ligt dus aan iedereen, behalve aan hemzelf. Dat denkt hij, denk ik, echt. Maar zulke dingen móét je natuurlijk ook wel zeggen, als je het vuurtje brandende wilt houden en het niet wil laten bij één kwartiertje roem.

Ik denk nog wel eens terug aan het ROVER van vijftien, twintig jaar geleden. Voorzitters en voorlichters waren toen saaie, grijze lieden. Ik heb zelf vaak namens de vereniging het woord gevoerd. Ik was me er altijd van bewust, dat ik een belangenvereniging vertegenwoordigde en niet mezelf. Die journalisten belden me echt niet omdat Frans Mensonides zo’n toffe peer was, of zo mediageniek.

Maar er is een generatie ROVER’s opgestaan die dat gemakkelijk uit het oog verliest. Ik zag het tien jaar geleden al aankomen: de opmars van de egotrippers. Ik ben gelukkig zelf nooit voor de TV geweest, het vergrootglas dat reuzen maakt van dwergen. Na een radio-interview stap je weer anoniem de wereld in, maar na een TV-optreden ben je nooit meer dezelfde.

Wat een benepen drama, al met al! Ik voel voor geen van de vier dramatis personae (Duyvendak, Halsema, D. Oplopers en Van der Vlis) een greintje sympathie. Laat ik hier snel vanaf stappen. En nooit afstemmen op radio Decibel.

Frans Mensonides
20 augustus 2008
Er geweest: 18 augustus 2008


© Frans Mensonides, Leiden, 2008.


<< naar thuispagina Frans Mensonides