De digitale reiziger (143)
Hanzelijn jarig en heropend



Dronten


Zondag 11 december 2022: dienstregelingsnieuwjaarsdag. 10 jaar geleden werd op de 2e zondag van december de Hanzelijn Lelystad – Zwolle in gebruik genomen. De maandag daarna maakte ik mijn eerste rit al op die lijn.

Dit jaar wordt de Hanzelijn op die 2e zondag heropend, na meer dan 3 maanden stremming, vervangend busvervoer en overvolle treinen op de alternatieve route naar Noord-Nederland via Amersfoort. Dit alles was het gevolg van kortsluiting tussen het elektriciteitsnet van Tennet en de bovenleiding van Prorail op vrijdag 2 september 2022.

Lustrum en herstel, 2 redenen om weer eens die trein te nemen die de reisduur tussen de Randstad en het Noorden met een half uur bekort heeft. Op die heuglijke zondag zelf ben ik via de Hanzelijn doorgereisd naar Meppel voor het culturele gedeelte van dit artikel: het Stedelijk museum. 3 dagen later stapte ik uit bij de 2 Sprinterstations aan de Hanzelijn: Kampen Zuid en Dronten, in beide gevallen voor een verkwikkende winterwandeling.

 

Ik kan niet wachten om met de nieuwe trein te gaan,
naar de Hanzesteden hier niet zo ver vandaan.
Ja, ja, er is een nieuwe trein in Dronten.
Wat zijn we toch een bofkonten!
Want nu kunnen we vaker in een stad shoppen.
En horen we steeds meer mensen op het winkelruitje kloppen.
Nu is er een spoor dat voor ieder kind,
het oude en het nieuwe land verbindt.
Maar, even samengevat,
nu kunnen we naar Zwolle, Kampen of Lelystad.
Bedankt ProRail!
Bedanken jullie voor mij even het personeel?
Nu is iedereen tevreden.
Want zo verzint iedereen wel een reden,
om met de trein te gaan
naar een plek hier niet zo ver vandaan.

Gedicht van basisschoolleerling Luisa Kamermans uit Dronten, die
er een gedichtenwedstrijd over de Hanzelijn mee won
en het mocht voorlezen aan koningin Beatrix
bij de opening van de Hanzelijn op 6 december 2012.
Het gedicht is nu te lezen op een plaquette bij station Dronten.


Kampen Zuid. 10 jaar Hanzelijn, alweer…

Hier gebeurde het, de kortsluitingsramp bij Swifterbant 


Spoorboekjesartikelen (en -perikelen)

Dit stukje, hoe feestelijk ook, is wel een beetje surrogaat; uit nood geboren. Het is traditie op deze site dat ik elke winter een rondreis door Nederland maak langs de wijzigingen in het spoorboekje. Maar in de dienstregeling voor 2023: geen nieuw of zelfs maar van naam veranderd station, geen nieuwe verbindingen, geen extra treinseries.

Integendeel: er zijn een hoop treinen geschrapt; de dienstregeling is flink uitgekleed. Een rondreis langs alle trajecten met vervallen treinen (die je immers niet meer kunt nemen) zou niet zo gek veel zin hebben.

In het spoorboek-artikel uit de winter van 2019 / 2020 schreef ik onder meer over een nieuwe IC Dordrecht – Eindhoven, extra IC’s van Utrecht Centraal naar Amersfoort Centraal en spitssneltreinen Amersfoort – Harderwijk. Die zijn nu allemaal alweer uit het spoorboekje verdwenen.

En mijn artikel over de wijzigingen van december 2020 en 2021 is nog niet eens af. Ik had van de zomer de nieuwe Arriva-sneltrein Groningen – Winschoten nog willen nemen, maar die was toen tijdelijk geschrapt wegens personeelsgebrek. Later is het er niet meer van gekomen.

 

Hanzelijn herrezen

Enfin, dan maar terugblikken op 10 jaar Hanzelijn. Die heeft zich wel populair gemaakt bij de reizigers. Totdat corona toesloeg, reisden er per dag zo’n 25.000 doorgaande reizigers over, die dus het hele traject Lelystad -Zwolle aflegden. De 2 sprinterstations onderweg, Dronten en Kampen Zuid, trokken per dag 3500, respectievelijk 1900 in- plus uitstappers.

In de loop van 10 jaar is er niet veel veranderd in de dienstregeling op de Hanzelijn. Nog steeds rijden er 2 IC’s en 2 Sprinters per uur per richting. Die IC’s verbinden Den Haag via o.a. Leiden Centraal, Schiphol Airport, Amsterdam Zuid en Almere Centrum met beurtelings Leeuwarden en Groningen.

De Sprintersdienstregeling is in die 10 jaar wel gekanteld, en niet de goede kant op. Aanvankelijk reed er over de Hanzelijn een Sprinter Amsterdam Centraal – Zwolle, die op dat laatste station aansluiting gaf op vrijwel alle andere treinen.

Sinds de dienstregeling van 2017 heb je een wangedrocht: de Sprinter Leiden Centraal – Amsterdam Centraal - Zwolle; ik schreef erover in december 2016. In die tijd begon hij op Den Haag Centraal. Die Sprinter blijft in Almere Oostvaarders en Lelystad hinderlijk lang staan langs het perron, om in Zwolle aan te komen op een tijdstip dat de andere treinen net vertrokken zijn.

 

Zwolle

Waar niets van terecht is gekomen: opvoering van de dienstsnelheid van 140 km/uur naar 160 of 200. Misschien komt dat nog als de nieuwe ICNG gaat rijden (IC Nieuwe Generatie, bijgenaamd De Wesp), maar dat gaat nog wel een paar jaar duren.

Ik pak op deze kille, donkere zondagmorgen op Leiden Centraal de IC naar Groningen van 10:47, een halfuur later dan ik van plan was (nog steeds geen ochtendmens, zeker in de winter niet). Daardoor zit ik nu in het verkeerde halfuur; deze trein stopt niet in Meppel.

Ik had een volle trein verwacht en algehele feestvreugde omdat de Hanzelijn in ere is hersteld en jarig is. Maar in plaats daarvan zit ik in een vrijwel lege DDZ-dubbeldekker. De reiziger moet weer langzaam wennen aan deze verbinding, zoals we dat in 2012 ook moesten. NS had vandaag ook best ergens op mogen trakteren!

Nou ben ik benieuwd of ik vanuit de trein de plek kan zien waar op 2 september die kortsluiting heeft plaatsgevonden die nooit had moeten kunnen plaatsvinden. De elektriciteitskabel van Tennet was oververhit, was gaan lubberen en was te dicht bij de bovenleiding van de trein gekomen, waardoor kortsluiting ontstond. Een soort aardlekschakelaar had binnen een fractie van een seconde de stroom moeten uitschakelen. Maar die functioneerde niet, evenmin als de reserve. Daardoor brandde de hele boel van Prorail door over kilometers afstand; bovenleiding, schakelkasten….

Zoiets was het; excuses voor eventuele technische onzin die ik uitgekraamd heb in de vorige alinea. Elektriciteit behoort, samen met het liefdesleven van de homo sapiens, tot de 2 sterk uiteenlopende dingen waar ik nooit iets van zal begrijpen. Maar in ieder geval duurde het herstel 3 maanden.

De ramp geschiedde op het traject Lelystad – Dronten, niet ver van het dorp Swifterbant, dat op een kilometer ten noorden van de spoorbaan ligt. Ik ben op zoek naar de plek waar een elektriciteitskabel de spoorlijn kruist. Die vind ik ook, zo’n kilometer ten oosten van de A6. En ik krijg hem as. woensdag zelfs op de foto.

Als dit echt het punt is, ligt dat nog in Lelystad, en niet in Swifterbant, gemeente Dronten. Swifterbant zie ik even later in de verte, of liever gezegd het bos met magere bomen waar het achter ligt. Het dorp, op fietsafstand van de Hanzelijn, heeft nooit aanspraak kunnen maken op een station. Het telt 6.000 inwoners, blijkbaar niet voldoende voor een treinenstopplaats.

Momenteel ligt er nog een nieuwe spoorverbinding door Flevoland op de tekentafel: de Lelylijn (zie de website van de lobbygroep ervoor). Die geprojecteerde spoorlijn is de opvolger van de in de jaren 00 afgeschoten Zuiderzeelijn, en moet Lelystad verbinden met in ieder geval Emmeloord, Heerenveen, Drachten en Groningen.

De Lelylijn lijkt kansrijker dan zijn voorganger de Zuiderzeelijn. Er is subsidie voor aangevraagd bij de EU, en hij zou deel uit kunnen gaan maken van een nieuwe internationale hogesnelheids-treinverbinding Amsterdam – Groningen – Bremen – Hamburg, en eventueel verder naar Kopenhagen en nog eventueler nog verder naar Stockholm en / of Oslo. Aan plannen nooit gebrek in het spoorwegwezen.

‘Ligt op de tekentafel’ is wat voorbarig. Zelfs de Lelylijn-lobby is nog niet veel verder gekomen dan wat potloodlijnen op de landkaart. Van een tracéstudie is nog helemaal geen sprake. Maar het schijnt nu al een uitgemaakte zaak te zijn dat Swifterbant ook aan de Lelylijn geen station krijgt.

Ik krijg mijn zin nog met een ‘traktatie’ van NS. Op deze eerste dag van de dienstregeling 2023 is de informatievoorziening door de knieën gegaan. CTA’s geven onjuiste informatie, wat nog funester is dan helemaal geen informatie.



Meppel

In Zwolle stap ik over op een Koploper waar Leeuwarden op staat en die om 12:18 zou moeten vertrekken. Als hij na 10 minuten nog steeds langs het perron staat, en het steeds leger om me heen wordt, ga ik nog maar eens kijken op de CTA.

Nu is deze trein ineens de IC van 12:45 naar Groningen. Die begint momenteel in Zwolle, omdat er een wisselstoring is bij ’t Harde. Dat vertroebelt het beeld nog verder. Algehele ontreddering op het perron. ‘Waar is hier ergens een conductéúr?’, gilt een reizigster, op de rand van hysterie. Het gaat echt weer lekker hoor, op het spoor, vandaag!

Ik ga maar een kop koffie drinken, en neem om 12:48 de trein die een half uur na mij uit Leiden is vertrokken, en geloof ik echt wel de IC naar Leeuwarden is. Het staat erop, en de CTA vermeld het ook. Er wordt niets over omgeroepen, en conducteurs zijn inderdaad onzichtbaar, nu er iets vervelends aan de hand is.

Maar goed, ik beland in Meppel. Onderweg zagen we Staphorst langskomen. Ook een plaats waar stemmen opgaan voor opening van een station, heropening, er was er al een van 1867-1935. Alleen de Stationsweg herinnert er nog aan. En Café Spoorzicht, maar zicht op het spoor heb je er natuurlijk nog wel, ook zonder het station, dat in 1970 gesloopt is.

Staphorst telt meer inwoners dan Swifterbant, nl ruim 10.000. Maar de plaats ligt aan één kant van het spoor, de zuidwestzijde, en aan de overkant heb je vrijwel alleen weiland. En veel wijken liggen op grote afstand van het station. NS ziet om die redenen opening van een station niet zitten. Staphorst wordt geen Stophorst, wat hun betreft.

Goed, ‘Kan niet’ is bij dit bedrijf een Pavlov-reactie. Maar misschien veranderen ze snel van gedachten nu Arriva beweert dat het wél kan. Arriva heeft plannen om NS op het hoofdnet te gaan beconcurreren. Ze willen stoptreinen Zwolle – Groningen en Zwolle – Leeuwarden exploiteren. En die laten stoppen in Staphorst.

Dan Meppel, en daar begint het culturele deel van deze dag.

 

Museum gegoogeld

Het menselijk langetermijngeheugen werkt ongeveer zoals Google. Hoor of lees 2, 3 woorden en je geheugen komt met informatie op de proppen. Maar niet alleen informatie; het produceert er ook meteen beeld en geluid bij, geuren, kleuren en emoties.

Ik zocht zaterdagavond op het Web, of er op zondagmiddag iets te doen zou zijn in Meppel. Daarbij stuitte ik op de site van het Stedelijk Museum Meppel. De woorden ‘Meppel’, ‘Boerwinkel’ en ‘poppenspeler’ die over mijn scherm flitsten, brachten mij meteen een voorstelling te binnen van Boerwinkels poppentheater, dat Triangel heette.

 

Stedelijk Museum

Het zal 50 jaar geleden zijn dat ik die voorstelling gezien heb. Maar ik herinner me nog hoe Henk Boerwinkel de door hemzelf vervaardigde marionetten tot leven bracht. Het was van een heel ander kaliber dan in tv-series als The Thunderbirds, waar je overduidelijk de draden zag waaraan de poppen vastzaten, en je die monden in hun wezenloze gelaat op en neer zag klappen als ze aan het woord waren. Bij Boerwinkel vergat je Boerwinkel; het leek alsof hij de poppen had gewekt tot een eigen, zelfstandig leven.

Het was een matineevoorstelling op de middelbare school. Wij pubers vonden Triangel veel interessanter dan de lessen die erdoor vervallen waren. Het viel in de smaak bij het genadeloze publiek dat wij vormden. Zo rond diezelfde tijd hadden we eens een optreden gezien van muziekensemble dat een uitprobeervoorstelling kwam geven die nog vol valse noten zat. Die musici werden op boegeroep getrakteerd en vertrokken met ons hoongelach in de oren.

Maar Boerwinkel wist ons te begeesteren. Hij trad op met assistentie van zijn vrouw Ans. Ze waren – en dat nam me echt helemaal voor ze in – met hun loodzware hutkoffer uit Meppel gekomen met de trein; ze deden alles met het openbaar vervoer. En dat zonder Hanzelijn, die bestond nog lang niet; sterker nog: Almere bestond nog niet eens.

Henk Boerwinkel (1937) stond, toen hij in onze aula optrad, nog aan het begin van een indrukwekkende internationale carrière. Hij is nu een bekende Meppelaar en de naamgever van een Cultuurprijs die in die stad elk jaar uitgereikt wordt. Niemand minder dan Jim Henson, de maker van de Muppets, wijdde een documentaire aan hem, die vertoond wordt in het museum (en die ik helaas niet op YouTube heb kunnen vinden, maar wel dit interview uit 2014 door een lokale tv-zender en deze clip van een voorstelling in 2013).



Het stedelijk Museum Meppel is voor een belangrijk deel aan Boerwinkel gewijd. Veel  van zijn poppen worden tentoongesteld; ik herken er zelfs gewoonweg nog een paar van die ene voorstelling die ik zo lang geleden gezien heb.

Het museum is gevestigd in het voormalige gemeentehuis, ingericht zoals het er in de 19e eeuw heeft uitgezien. Je verwacht er elk moment Bromsnor te zien binnenkomen. Ik, vrijwel de enige bezoeker op deze zondagmiddag, word door twee allervriendelijkste vrijwilligers ontvangen in de burgemeesterskamer. Ik vertel ze het verhaal over Henk Boerwinkel die weer in mijn geheugen is komen bovendrijven, en ze beloven mijn groeten over te brengen aan Henk, die regelmatig in het museum komt.

Tot de vaste collectie behoren verder Meppeler zilver en werken van de schilderes Stien Eelsingh (1903-1964). Gedurende de laatste 20 jaar van haar leven woonde en werkte zij in een wat wrakke boerderij in Staphorst.

De aanvankelijk stroeve contacten met de stugge, in zichzelf gekeerde bevolking gaven uiteindelijk een boost aan haar schildersloopbaan. De autochtonen wilden zich na ampele aarzeling wel door haar laten portretteren, maar dan moesten ze niet al te duidelijk herkenbaar zijn. Een uitdaging voor een portretschilder, niet-gelijkende portretten vervaardigen!

Eelsingh, die haar portretten aanvankelijk heel minutieus geschilderd had, ging over op een meer schetsmatige stijl, die toch prachtige Staphorster koppen heeft opgeleverd.

 

Stien Eelsingh, Theetijd


Brak in Meppel?

Linksboven station Meppel uit 1867

Voor en na mijn bezoek aan het museum loop ik een rondje door Meppel.Meppel blijkt het middelpunt van het stappersgebeuren in heel Drenthe. Uit alle etablissementen klinkt geschreeuw, gelal en slechte, André Hazesachtige zang.’ Dat schreef ik in dit stukje uit 2018, toen ik hier op een zaterdagavond beland was, op zoek naar een beetje knap, rustig restaurant. Uiteindelijk nam ik genoegen met een snackbar in een stil steegje.

Wat een contrast tussen die zaterdag van toen met de zondag van vandaag! Er heerst een serene rust in de lege straten van het stadje. Het ene is misschien niet los te zien van het andere. Mogelijk ligt heel Meppel op zondag tot diep in de middag brak in bed na het bacchanaal van zaterdagavond; ik weet het niet.

Meppel is, zolang de Lelylijn niet wordt aangelegd, de flessenhals waar iedere treinreiziger doorheen moet die van het Noorden naar de Randstad reist of vice versa. In de 17e eeuw was datzelfde het geval voor de turf die van de veenkoloniën op weg was naar de kachels in de steden van Holland. Een paar belangrijke vaarten, aanvoerroutes van turf, kwamen in Meppel tezamen. Daarna werd deze degelijke, ouderwetse warmtebron via het Meppelerdiep getransporteerd naar Zwartsluis aan de Zuiderzee en verder naar het Westen.

Meppel kwam tot economische bloei door het turftransport. De stad verwierf in 1644 stadsrechten, als 2e stad in Drenthe, na Coevorden.

Wanneer gaan wij, 21ste-eeuwers, weer turf stoken? In Ierland wordt dat in sommige streken weer gedaan. Ja, het veroorzaakt veel CO2-uitstoot, dat is wel waar.

Op mijn terugreis via de Hanzelijn gebeurt er niets opmerkelijks, of het zou moeten zijn dat de trein op tijd in Leiden aankomt. Woensdag de 14e pak ik opnieuw de Hanzelijn.

 

Kampen van zuid naar noord

De dag daarvoor, dinsdag 13, lag vrijwel het gehele net van NS lam door een stuk of 15 stremmingen verspreid over het hele land. Ja, het vriest een paar graden. En de storingssoftware was getroffen door een storing; hoe bedenkt NS toch iedere keer dit soort bizarre smoezen!

Maar deze hele woensdag zal ik nergens last van hebben. Reizen met NS, je moet er een beetje geluk mee hebben.

Ik sta deze keer zowaar al voor 10:00 uur op Leiden Centraal. Over spoor 3, dat niet aan een perron ligt, raast zo’n nieuwe ‘Wesp’ voorbij. Volgens mij de eerste keer dat ik er een zie rijden. Het ging te snel om mijn telefoon te trekken voor een foto.

Ik neem de IC naar Lelystad. Die rijdt sinds de uitdunning van de dienstregeling alleen nog maar in de brede spits, en dan alleen van maandag t/m donderdag. Op andere dagen en tijdstippen buigt hij na Amsterdam Zuid af naar Utrecht, Eindhoven en Venlo.

Na koffie op Almere Centrum stap ik over op die Sprinter die ik hierboven noemde, die van Leiden met een slinger via Amsterdam Centraal naar Zwolle rijdt. Een rit Leiden – Kampen Zuid met die trein duurt dik 2 uur en je stopt op 18 tussenstations. Met een overstap van IC op Sprinter, zoals ik nu doe, kan er meer dan een half uur vanaf.

In Almere vormt de spoorbaan een lang slingerend lint langs huizenblokken, tot waar het oog reikt; blokkige huizenblokken, een soort legosteentjes, lijken het wel als je in de verte kijkt.

Op naar Kampen Zuid! 10 jaar geleden lag het station in een kale vlakte en bestond de stationsomgeving alleen nog uit artist impressions. Maar in de tussentijd is er een nieuwe wijk gebouwd, met de voor de hand liggende naam Stationskwartier, waar de straten treinennamen hebben: Buffel, Railhopper, Koploper, Blauwe Engel, Wadloper.

Er is een winkelcentrum en tegenover het station staat de Hanze Kiosk, een cafetaria. Als je een taxi nodig hebt, kun je Gertie bellen; haar 06-nummer staat achter de ramen van de Kiosk. Een bus-aansluiting is er ook. De stadsdienst is tot mijn verbazing niet wegbezuinigd, maar rijdt maandags / zaterdags overdag nog met een achttax onder lijnnummer 510. Verder is er een ruim uitgevallen fietsenstalling. Dit is echt wel iets moois geworden, deze stationsomgeving.

Met 5 graden onder nul, de middagzon erbij en afwezigheid van wind, is het aangenaam wandelweer. Deze weersomstandigheden nodigen wel uit tot een flink wandeltempo. Ik ga van hier lopen naar het andere station van Kampen, aan een andere spoorlijn, en met een andere maatschappij, Keolis / Blauwnet. Een stijf uur wandelen, dat wil zeggen een kleine 2 uur, met oponthoud bij de HEMA voor alweer een koffiepauze.

 

Dat was ook weer zo’n spoorboekjesdrama, een paar jaar geleden, de vertraagde opening van station Zwolle Stadshagen op dit Kamperlijntje (Kampen – Zwolle). Dat maakte ooit deel uit van de Centraalspoorweg, Utrecht – Amersfoort – Zwolle – Kampen, aangelegd rond 1860. De lijn was van Utrecht tot het stootblok in Kampen precies 100 kilometer lang. Nee, niet precies: 100 km plus nog 912 meter.



Dronten revisited

Nog een korte wandeling door Dronten, waar de afgelopen 10 jaar niet zo gek veel veranderd is. Tegenover het station is nog wel een groot flatblok in aanbouw; klanten voor de Hanzelijn.

Ik reis vandaag op een Keuzedag. Daarom wil ik Dronten wel voor vieren verlaten, met de trein van 15:55, omdat je met een incheck tussen 16:00 en 18:30 de volle mep betaalt. En ik wil graag thuis zijn als de halve finale begint.

Ja, ik kijk naar de WK in Qatar, schaamteloos, unverfroren (hoewel vandaag half bevroren). Dat mag niet als je woke wilt zijn - wat ik met de dag minder zijn wil. Er heeft mij nog niemand kunnen uitleggen, wie er slechter van wordt als Frans Mensonides naar de WK kijkt, en wie er beter van wordt als hij daarvan afziet.

Ik ken ook voetballiefhebbers die heel principieel de tv uitlaten, maar wel tot in detail op de hoogte zijn van de stand van zaken op het WK. Ze kijken dus stiekem toch, of volgen de wedstrijden op de voet via de sociale media. Is dat dan woker dan tv kijken? Woke, woker, wookst. Zoals ik ertegenaan kijk, is het een loos gebaar, niet veel meer dan streling van het eigen ego. Op de dag dat dit stuk online gaat, is de finale, waarmee een einde komt aan het kijken, en ook aan het niet-kijken.

Enfin, het winkelcentrum van Dronten, een stijve kilometer van het station. Stonden die mooie beelden er 10 jaar geleden ook al?

Bij vrijwel alle winkels in het centrum hangt een bordje achter de deur dat de winkel OPEN is, niettegenstaande het feit dat de deur gesloten is. Dat is alleen om de deze winter vrijwel onbetaalbare warmte binnen te houden.

Ik fotografeer een paar van die bordjes als tijdsbeeld. Als iemand straks in betere tijden die foto ziet, zal hij denken: oh ja, dat was in die energiecrisis-winter van 2022 / 2023.

Terug naar het station. De Sprinter naar Leiden komt voorrijden, een goed bezette sliert SNG-bakken. Aangezien hij Leiden Centraal als eindbestemming heeft, kon ik er net zo goed in blijven zitten, helemaal via Amsterdam Centraal, bijna 2 uur lang. Waarom niet? Hier binnen brandt de kachel.

Frans Mensonides
18 december 2022
Er geweest: zondag 11 en woensdag 14 december 2022

 

Nog mooi op tijd uit Dronten



© Frans Mensonides, Leiden, 2022