Nieuwe Brusselse metrolijn 3 kan de ‘Toots’ doorstaan



Routestrip van de toekomstige metrolijn.
Afbeelding door: Tram93, overgenomen van Wikipedia, Brusselse metrolijn 3


Ik had nog één Interrail-reisdag overgehouden van mijn Beieren-reis. Het leek me aardig om die te besteden aan een retourtje Brussel, en me eens te gaan verdiepen in de daar in aanbouw zijnde metrolijn 3 (Albert – Bordet), een nieuwe lijn in Gewest Brussel, bovenop de 4 metrolijnen die de stad al telt. Hier de website van het project

Helemaal nieuw is deze lijn ook weer niet. Het zuidelijk gedeelte van deze route, Albert – Noordstation via het Zuidstation en het winkelhart van Brussel, is tussen 1970 en 1993 in fasen geopend als ‘premetro’. In België staat die term voor een tramtraject in een tunnel, dat te zijner tijd ongebouwd kan worden tot een volwaardige metrolijn.

Soms (zie Antwerpen en Charleroi) gebeurt dat helemaal nooit, maar in Brussel maakt men die kwaliteitssprong meestal wel. De premetro, nu bereden onder andere door tramlijnen 3 en 4, moet in 2024 of 2025 plaatsmaken voor metrolijn 3. De ombouwwerkzaamheden, onder meer van lage tramperrons naar hoge metroperrons, zijn nu in volle gang.

Deze lijn wordt vanaf het Noordstation via een te boren tunnel in noordoostelijke richting doorgetrokken naar spoorwegstation Bordet in de NAVO-wijk. De tunnel van 4,5 kilometer lengte zal in grote lijnen de huidige route volgen van de hyper-drukke tramlijn 55 (Rogier – Da Vinci). Er komen 7 metrostations op dit traject: Liedts, Collignon, Verboekhoven, Riga, Linde (Tilleul), Vrede (Paix) en Bordet Station.

De gehele lijn 3 moet rond 2030 voltooid zijn. Hij zal dan in totaal ruim 10 km lang zijn en 18 stations tellen. De rit van begin- tot eindpunt, van Albert tot Bordet, gaat niet veel langer duren dan 20 minuten, terwijl tram 55 nu al ruim die tijd doet alleen over het stukje Rogier – Bordet. De metro’s gaan rijden in een frequentie van 3 minuten.

In 2030 ziet het metronet eruit zoals op het plaatje hieronder.


Gefotografeerd bij een bouwput


Meerdere metrolijnen hebben in de 60’s een voorloper gehad in de vorm van een premetro. De ombouw van tramtunnels tot metrolijnen is niet voor niets geweest. De Brusselse metro is een groot succes. Op  het huidige metronet, lijnen 1, 2, 5 en 6, werden in 2019 bijna een half miljoen passagiers per dag vervoerd. Voor de volledigheid: in het oosten van Gewest Brussel ligt nu nog een relatief kort stukje premetrotunnel dat nooit in een metro is omgezet.

Opvallend is de witte vlek op de kaart in het  zuiden van het gewest. De nieuwe metrolijn 3 gaat eindigen bij Albert, dat net in de gemeente Vorst ligt, een paar stappen over de gemeentegrens. De gemeenten Vorst en Ukkel waren aanvankelijk voorstander van doortrekking van de lijn over hun grondgebied, bijvoorbeeld naar Vorst Centrum of station Ukkel Kalevoet. Maar de beide gemeenten konden het niet eens worden over de route. Nou ja, dan niet…

Nu Ukkel niet meedoet, gaat metrolijn 3 lopen door 5 gemeenten: Vorst, Sint-Gillis, Brussel zelf, Schaarbeek en Evere. Het moet bestuurlijk een hele toer zijn om zo’n infraproject te plannen in een stad die buitenstaanders als eenheid zien, maar feitelijk bestaat uit maar liefst 19 afzonderlijke gemeenten.

Een erg netelige kwestie is er gerezen rond het station dat op de routestrip hierboven staat aangeduid als Grondwet (Constitution), maar op voorhand al is omgedoopt tot Toots Thielemans. Dat is het enige nieuwe station dat gebouwd wordt op het traject Albert - Noordstation. Het nabijgelegen premetrostation Lemonnier is niet geschikt voor ombouw tot metrostation, omdat er daar ook nog enkele tramlijnen blijven stoppen. Er is daarom een nieuwe, korte metrotunnel in aanleg van Zuidstation naar Toots Thielemans om Lemonnier te kunnen omzeilen.

Maar de crux zit hem in de aanleg van de 120 meter lange tunnel die station Toots Thielemans weer moet verbinden met de bestaande premetrotunnel onder de Maurice Lemonnierlaan. Daartussenin staat het Zuidpaleis, een voormalige markthal die tegenwoordig dienst doet voor van alles en nog wat. Die tunnel had daar onderdoor gemoeten. Maar er ontstonden technische problemen. Het paleis moet misschien grotendeels afgebroken worden.

Daarover woedt nu een fikse ruzie tussen de Brusselse stadsvervoerder MIVB en de aannemer; het werk ligt al lange tijd stil. Het Zuidpaleis is een monument; de gevels moeten in ieder geval blijven staan, maar het interieur zal nu misschien gesloopt worden en daarna wederopgebouwd. Een operatie die heel erg veel geld en tijd zal gaan kosten. Het voor mijn bescheiden technisch vernuft wat ingewikkelde verhaal lees je HIER.

Ik ging naar Brussel, zaterdag 29 april 2023, op voorhand al opgetogen: een nieuw stuk OV in aanleg; iets opwekkends, in contrast met de massale afbraak van het OV in Nederland.


IC Brussel

Iets minder opgetogen word ik van de heenreis per trein. De IC Brussel is echt overvol vanaf Breda, waar ik me er nog in weet te worstelen (gelukkig zonder koffers, op deze eendagstrip). Zelfs in de 1e klas vind ik niet veel meer ruimte om te staan dan een vierkante decimeter. Dan  krijgen we nog de stop op het in Nergensland gelegen station Noorderkempen, waar er ook altijd nog enkele tientallen mensen in willen. Die kunnen met enig gewring en oponthoud ook nog mee.

De spoorwegen aan beide zijden van de grens denken het probleem van de drukte op deze lijn op te lossen door invoeren van verplichte reservering. Inderdaad dé methode om zoveel mogelijk reizigers weg te jagen. Verhoging van de frequentie zou je ook kunnen overwegen, als stimuleren van het OV je echt aan het hart gaat. Er is een plan om treinen Antwerpen – Noorderkempen – Rotterdam in te voeren, buiten Breda om, een half uur na de IC’s Brussel – Amsterdam.

Ik besluit, uit te stappen op Antwerpen Centraal en over te stappen op een binnenlandse trein die naar mijn verwachting wat minder vol zal zijn. Er moet om 11:40 een IC naar Brussel vertrekken van spoor 23. Maar die trein verschijnt niet en verdwijnt stilletjes van de radar en de aankondigingsborden.

Dan maar de volgende, die van 12:09, die zowaar wél rijdt (en op de foto al ruim van tevoren gereed staat). Tegen de klok van enen kom ik eindelijk aan op Brussel-Noord (Bruxelles-Nord; Noordstation), waar de verkenning van metrolijn 3 (thans nog: premetro) begint.

Maar om even vooruit te lopen op de zaken: op mijn terugreis met de IC Brussel – Amsterdam, aan het begin van de avond, zal niets aan te merken zijn; geen overdreven drukte en geen vertraging.


Premetro


Brussel-Noord is een zeldzaam deprimerend OV-knooppunt, met veel duistere krochten en een afgebladderde betonnen buskoker. De ombouw van de ondergrondse premetrohalte tot een metrostation is in volle gang.

Ik deed de Brusselse premetro al eens in 2003 voor mijn toenmalige ongeïllustreerde rubriek REFLEXXIONZZ! Toen vond ik die premetro een raar gedrocht. Er reden op dat traject een stuk of 5 doorgaande tramlijnen, elk met hun eigen frequentie. Uit een labyrint van gangen doemden soms nog zij-instromers op, trams die uit de bovenwereld kwamen via een afzink, en ook van de premetroroute gebruik wilden maken. Het leidde tot een rommelig gedoe met veel filevorming en vertraging.

In 2008 werd een verbetering ingevoerd. De premetrotunnel is sindsdien vooral het domein van 2 nieuwe, hoogfrequente tramlijnen, 3 (Esplanade – Churchill) en 4 (Noordstation-Stalle). Die rijden beide met dezelfde frequentie, zodat hun dienstregelingen op elkaar afgestemd kunnen worden. Op zaterdag rijdt elke lijn om de 7½ minuut en maandag t/m vrijdag in de spits zelfs elke 5 minuten.

In theorie betekent dat op zaterdag elke 3¾ minuut een tram en in de spits elk 2½ minuut. Maar in praktijk rijden die trams niet altijd even scherp op tijd, treedt er ‘kluitjesvorming’ op en komen er soms 2 of 3 trams op lijn 3 achter elkaar voordat zich weer een tram 4 laat zien, of andersom.

Vermoedelijk zal de reiziger het als vooruitgang ervaren als er straks elke 3 minuten een snelle metro rijdt.

Ik reis vanmiddag op een dagkaart van de MIVB, die ik voor 8,40 euro uit een moeilijk vindbare automaat heb getrokken. Dat kaartje zal in de loop van de middag 3 keer gecontroleerd worden. Met zwartrijden kom je niet weg in Brussel.


Toots

Station Toots Thielemans in aanbouw ligt aan de Stalingradlaan en is genoemd naar de internationaal befaamde gitarist en mondharmonicanist (als dat zo heet). Toots Thielemans (1922-2016) is geboren in volkswijk de Marollen, een paar hectometer van hier. 

Ik bereik de plaats van handeling door een heel korte wandeling vanaf premetrostation Lemonnier. Daarbij kan ik een blik werpen in de bouwput voor het stukje metrotunnel Zuidstation – Toots Thielemans.

Dat station wordt geflankeerd door het enorme Zuidpaleis (foto rechtsonder), dat zoals gezegd lelijk in de weg staat. Op een informatiebord staat aangekondigd dat het hele OV-project in dit hoekje van Brussel 174.948.291 euro en 60 cent gaat kosten. Die 60 cent, die doen het hem! En dan te bedenken dat het project door dat gesodemieter met die aannemer best eens dubbel zo duur zou kunnen uitpakken. De totale kosten voor metrolijn 3 werden aanvankelijk geraamd op 1,6 miljard euro, maar nu houdt men al rekening met een eindbedrag van 2,3 miljard. Er was van begin af aan veel kritiek op dit uiterst kostbare project, en er zijn nu zelfs stemmen opgegaan om het maar helemaal af te blazen.

Alles in deze buurt is groezelig en troosteloos, alsof we ons in Wallonië bevonden, in plaats van Gewest Brussel. De winkeltjes stralen noodlijdendheid uit, de straten zijn geplaveid met al dan niet slapende bedelaars die blijkens een kartonnen bordje te kampen hebben met ‘Faim’ (honger). Het Zuidpaleis, dat duidelijk betere tijden gekend heeft, deelt in de misère.


Het standbeeld van Frans Anneessens (1660-1719) op het naar hem genoemde plein bij het naar hem genoemde premetrostation. Eens was hij een volksheld, maar nu wordt hij bepoept door vogels. Hij leidde de opstand van 1717 tegen Karel VI, de Oostenrijkse keizer onder wiens heerschappij de Zuidelijke Nederlanden indertijd zuchtten.  Anneessens werd ter dood veroordeeld en op 19 september 1719 op de Grote Markt onthoofd. Een stuk geschiedenis van De Lage Landen dat in de Nederlandse geschiedenislessen op school niet behandeld wordt. Of ik moet niet goed hebben opgelet; ook best mogelijk.

De ware Brusselse grandeur begint een paarhonderd meter verderop. Ik laat Manneken Pis rechts liggen - al genoeg pisgedoe in mijn leven, de laatste tijd – en neem de Anspachlaan, een brede winkelallee. Ooit was dit een belangrijke verkeersader en liepen er een stuk of 10 tramlijnen doorheen. In de jaren 70 verdween de tram onder de grond in de premetrotunnel. In 2015 werd ook de auto uit de straat verbannen.

Wat overblijft is een heel brede promenade, die de voetgangers wel moeten delen met fietsers (die er niet zijn) en berijders van trottinettes, elektrisch aangedreven steps. Het voormalige autoriool is verder opgeleukt met plantenbakken. Lang niet iedereen was het eens met het autovrij maken van de laan, maar ik vind hem erg opgeknapt, vergeleken bij wat ik me herinner van eerdere bezoeken.

Ik neem even een kijkje in een grote overdekte winkelpromenade, en bereik station Rogier, waar de metro de premetro kruist. Hier neem ik tram 55 voor de verkenning van de rest van het traject van de aan te leggen metrolijn 3.



Tram 55: boem is ho!



De trams op lijn 55 zijn lagevloertrams uit de serie 3000, met 5 bakken; allemaal overvol op deze zaterdagmiddag. Voorbij het Noordstation komen we boven de grond en rijden langs de rangeersporen voor de trams op lijn 4 die hun beginpunt hebben op het Noordstation.

Op de halte Liedts stoppen behalve lijn 55 nog 3 andere tramlijnen. Een enorme mensenmassa staat te wachten op het halteperron, dat tevens fiets- en trottinettepad is; wonderlijk! In België val je toch altijd al van de ene verbazing in de andere.

De tram raast door smalle, kronkelige winkelstraatjes. De metrotunnel voor lijn 3 wordt geboord op een diepte van ca. 30 meter. Hij volgt gelukkig niet precies de tramroute, maar kan hier en daar een stuk afsnijden onder een huizenblok door. Tramlijn 55 wordt opgeheven als de metrotunnel in gebruik is genomen.

In Brussel fietst er geen sterveling, maar ik zie wel tientallen step-berijders handig over de tramrails heen slalommen. Een elektronisch waarschuwingsbord geeft aan dat de tram 34 km/uur rijdt, niet echt flitsend, maar in dit smalle straatje is dat is toch ‘TE HARD’.

De tram maakt een noodstop op een straathoek. Er klinkt een bons. Zitten we ergens tegenaan? Diverse passagiers drommen sensatiebelust naar voren om niets te missen van het bloed, als dat zou vloeien. Maar na een halve minuut rijden we weer verder. Blijkbaar is er niemand dood of zwaar gewond.

De meest opvallende haltenaam op deze lijn (op Van Cutsem na, dan) is Schaarbeekse Haard (Foyer Schaerbeekois). Mijn ongebreidelde kinderfantasie ziet daarbij een gigantische, ronde, zwarte, kolengestookte kachel van 30 meter doorsnede en 1½ meter hoogte, waaraan de arme sloebers in deze buurt zich kunnen warmen als ze thuis door geldgebrek niet meer kunnen stoken. Maar de Schaarbeekse Haard is een sociaal woningbouwproject, begonnen in 1899. Bij mijn weten is het, in tegenstelling tot de Fuggerei in Augsburg, geen toeristische attractie.




We stoppen bij station Bordet, bij de NAVO-gebouwen, waar ik in 2018 al langskwam met lijn 62. Schuin tegenover het station heb je de busgarages en tramremises van de MIVB. De metro’s van lijn 3 krijgen hier hun opstelterrein.

Het uiterst minimalistisch uitgevoerde station Bordet bestaat uit niet meer dan 2 perrons in een uitgraving. Er stoppen wat treinen van het GEN/RER-net rond Brussel. Bordet is een belangrijk knooppunt in het Brusselse stadsvervoer. Maar het spoorwegstation van die naam trok in 2022 slechts 1500 reizigers op een gemiddelde werkdag en nog veel minder, 200 à 300 op een weekenddag.

Terug met de tram, weer langs Van Cutsem. ‘Vâhn Kütsèmme’, zullen ze hier wel zeggen, zonder nadere associaties. Het enige Nederlands dat ik deze tram hoor, is mijn eigen monologue intérieur.


Toets

Na wat overstappen, en een broodpauze bij Panos op het Zuidstation, bereik ik aan het eind van de middag het andere eindpunt van de beoogde metrolijn 3, Albert. Het station bestaat uit een wirwar van tram- en voetgangerstunnels.

Ook dit premetrostation wordt omgebouwd voor de metro, met hopelijk een wat kortere weg van perron naar straatniveau. Door enkele glazen ruitjes kun je een kijkje nemen in de bouwput.

Brussel is in blijde verwachting van metrolijn 3. Het lijkt me helemaal terecht. Plezant om hem vanmiddag in aanleg te zien! De lijn kan de Toots der kritiek, sorry: de toets, doorstaan.

En de verhalen dan over die zeperd met dat paleis, budgetoverschrijding en de stekker eruit trekken? Ach, dat is een voorbijgaande fase die zich bij al dit soort grootschalige OV-projecten wel een keer voordoet. Als zo’n metro eenmaal rijdt, hoor je er geen mens meer over.

Frans Mensonides
7 mei 2023
Er geweest: zaterdag 29 april 2023



Standplaats voor deel-trottinettes bij Bordet

 

 


© Frans Mensonides, Leiden, 2023