HSL in de lage landen (2)
Rotterdam - Schiphol - Amsterdam


Nederlandse Spoorwegen

Tanja, je kunt kiezen:  

9.08
9.28
39
55
10.09
30
39
11.09
11.43

Doe Amsterdam de groeten en geen gesodemieter.

C.B. Vaandrager

 

Weet je wat een Rotterdammer het mooist van Mokum vindt?
Da's de laatste trein naar Rotterdam, dat weet het kleinste kind!

Tom (‘Dorus’) Manders

 


Bazuingeschal en feestgedruis: sinds maandag 7 september 2009 kunnen we per trein van Rotterdam naar Amsterdam. Dat konden we al sinds 1847, maar nu kunnen we het ook per Hoge Snelheids Trein (HST) over een Hoge Snelheids Lijn (HSL). De exploitant heet NS HiSpeed; de treinen zijn voorlopig de ouwe beestjes die we kennen van de internationale trein Amsterdam – Brussel.

Ik kocht een retourtje. Ook bracht ik een bezoek aan de dorpen waaruit de hardste protesten klinken tegen het harde geraas op de HSL: Nieuwe Wetering en Berkel / Bergschenhoek.

Het reizen over de HSL gaat voorlopig nog niet met een verschrikkelijk duizelingwekkende vaart: 160 km/uur, in plaats van de 300 waarvoor de lijn ontworpen is. Ik heb in deze reeks al met dezelfde snelheid gesukkeld van Antwerpen naar Noorderkempen.

 

Het gaat altijd nog wel sneller dan in het stoomtijdperk. In 1847 waren er vier ritten per dag tussen Rotterdam en Amsterdam. Een rit duurde een kleine 3 uur. Het werd gezien als een belangrijke verbetering ten opzichte van de trekschuit – al vreesden de boeren langs de route, dat hun koeien zure melk zouden geven na passage van een trein.

Anno 2009 werden tot voor kort 5 ritten per uur geboden, waarbij de afstand van 86 kilometer via Haarlem of Schiphol werd afgelegd in ongeveer 60 minuten. Op maandag de 7e is daar dus een zesde rit bijgekomen, via de HSL-baan die eigenlijk maar loopt van Blijdorp tot Hoofddorp (46 kilometer nieuw spoor), en verder gebruik maakt van bestaand spoor. De HST doet 43 minuten over het ritje.

Het kan allemaal nog sneller. Eind dit jaar of ergens in het volgende gaat ook de Thalys Amsterdam – Brussel - Parijs erover rijden, met op sommige stukken een snelheid van 300 km/uur. Er gaat dan nog 7 minuten af van de rijtijd Rotterdam – Amsterdam. Bovendien komt dan eindelijk de nieuwe Fyra beschikbaar, die het HST-vervoer in de lage landen voor zijn rekening zal nemen met een maximum snelheid van 250 km/uur: naar Breda, Antwerpen en Brussel, met misschien een pendeltje Rotterdam - Den Haag CS via bestaand spoor.

Die Fyra heeft jaren op zich laten wachten, en daarvoor is de Italiaanse fabrikant AnsaldoBreda mede verantwoordelijk (die niet genoemd is naar de stad Breda waar de Fyra straks wél heen gaat). Toen ik voor het eerst een plaatje had gezien van die trein met zijn rare, lange snuit, dacht ik de dagen daarna steeds: waarop LIJKT dat ding nou toch? Tot ik zijn nieuwe bijnaam las: Goofy. Dat was het dus!

De zin ‘Ik kocht een retourtje’ uit de inleiding was sneller opgetypt dan uitgevoerd. Er ging een speurtocht aan vooraf. Deze trein wordt geïntroduceerd in een woud van tarieven. Op de site van Fyra stonden op de maandag van opening nog helemaal geen tarieven vermeld. Een folder van HiSpeed tekende het kaartjesaanbod en de mogelijkheden om ze te bemachtigen, in een schema waarvan een organisatiedeskundige zou likkebaarden.

Je kunt bij die firma in ieder geval reserveren, via de site, bij het loket of in de automaat. Maar dat vond ik wat overdreven voor wat feitelijk een stadsritje is binnen de Randstad. Ik verwachtte in de treinen bovendien geen gevecht om de zitplaatsen.

Je kunt ook gewoon een los enkeltje of retourtje kopen. Daarbij moet je dan een toeslagbiljet van 3 euro nemen (2 euro voor een enkeltje). Afgezien daarvan betaal je de normale prijs. Tenminste: de eerste vier weken, en dat heet dan: kennismakingstarief. Daarna gaan niet de frequentie en de snelheid van de treinen omhoog, maar wel de prijzen, met zo’n 60%. Het is maar de vraag, of mensen er zoveel geld voor overhebben om een uur te wachten op een trein die het een kwartier sneller doet.

In de praktijk wijst het zich vanzelf. Als je een kaartje uit de automaat trekt, dan vraagt de automaat tegenwoordig of je met HiSpeed wilt reizen. Zo ja, dan braakt hij meteen het toeslagkaartje uit. Je voordeelurenkaart geldt ook gewoon op deze lijn. Ik kocht een retour Rotterdam – Schiphol; waarom helemaal doorrijden naar Amsterdam, als het laatste stuk toch over overbekend spoor gaat?

We beginnen de reis dus in Rotterdam. Dat doe ik omdat dat gedicht van Cornelis Bastiaan Vaandrager (1935-1992), hierboven geciteerd, daar ook begint. Vaandrager was een op en top Rotterdammer, hij was de nachtburgemeester van Rotterdam, voordat Jules Deelder dat werd.

Leuke poëzie is dat toch, van de ‘Zestigers’; gedichten die me altijd veel, veel meer aanspreken dan de duisterdoenerige bombarie van de Vijftigers. Prozaïsche poëzie. Ook het alledaagse kan dichterlijk zijn, zelfs een vertrekstaat, in een bepaalde context. Je hoeft zulke gedichten niet te interpreteren, maar toch zetten ze, door hun fragmentarischheid, de lezer aan het denken. Ze vormen de aanzet voor een verhaal dat je zelf kunt voltooien. Wat zou Tanja bijvoorbeeld misdreven hebben om een verbanning naar Amsterdam te verdienen, het ergste wat je een Rotterdamse kunt aandoen? Of hadden zij alleen maar een ‘wippen-ontbijten-pleite’-relatie, en was dit de manier om dat aan haar duidelijk te maken?

In Leiden is dit gedicht van Vaandrager verheven tot muurgedicht. Het hangt in een nis bij de voordeur van Morsweg 16 en is zichtbaar via een spiegel. De twee bewoners van dit pand, op een steenworp van het station, forenzen per trein naar Amsterdam, resp. Rotterdam.

Tot een paar dagen geleden kon Leiden er prat op gaan, halverwege Rotterdam en Amsterdam te liggen. Maar nu de HSL in gebruik is genomen, is de stad gedegradeerd tot ligging aan een zijlijntje, geheel bezijden de doorgaande routes.


Ik kom in Rotterdam aan om 14:05, ten gevolge van een beroerde planning; net vijf minuten nadat de HST naar Amsterdam is vertrokken. Goed dat ik niet gereserveerd heb voor 14:00 uur!

Nu moet ik bijna een uur wachten. Eerst dat kaartje maar kopen, zoals ik hierboven al beschreven had. En dan lunchen bij Engels, op het dakterras van het Groot Handelsgebouw (GHG, v/h Groothandelsgebouw). Ik zag bij het langslopen een poster Dakterras, en gevolg gevend aan een volkomen onzinnige ingeving – ik heb nog steeds die therapie tegen hoogtevrees niet gedaan – begeef ik me naar boven. Daar moet je toch een prachtuitzicht hebben op Rotterdam CS!

 

 

Ik neem een smal liftje dat naar de zevende en hoogste etage gaat. Daar kan ik de aangekondigde trap naar het dakterras niet vinden; er staan wat vage pijlen die me de verkeerde weg wijzen. Nu sla ik aan het dwalen door hectometers lange kantoorgangen. Ik kan alle glazen deuren zo maar openen, zonder toegangspasje of zo. Links en rechts zitten bedrijfjes.

Het GHG is het toppunt van Rotterdamse wederopbouwmentaliteit. Dit enorme bedrijfsverzamelgebouw werd al ontworpen in de hongerwinter en geopend in 1951. En al die tijd zit Engels er al in. Het interieur is opvallend modern. Er zit ook van alles: mensen die wat dóén, mensen die alleen maar adviseren, mensen die doceren en examen afnemen.

Er moet er ook een bedrijfje zitten dat handelt in een gelukkig leven; beneden zag ik hun poster, ‘Geluk kun je leren’, of woorden van gelijke strekking. Daar zou ik toch minstens een offerte kunnen aanvragen – maar ik vind het niet; je zou ze toch verwachten op de hoogste verdieping, zo dicht mogelijk bij het walhalla.

Ineens sta ik oog in oog met een panoramaruit tot op de vloer. Help, het glas is zo goed schoongepoetst dat het lijkt alsof er helemaal geen ruit in de sponningen zit, en ik zo pardoes naar beneden kan storten. Toch blijf ik stilstaan voor een foto. Het wordt er één van de Euromast, met tegenlicht.

Het station zit aan de andere kant van het gebouw. Ik sla doodleuk een zijbeuk in, vind opnieuw geen enkele deur op slot, noch iemand die me de toegang ontzegt, en bereik de panoramaruit aan de andere kant. Hier uitzicht op treinen die we na 7 september ‘conventioneel’ moeten noemen; geen hogesnelheids-.

 

Nu ik die foto’s heb, hoeft dat dakterras ook niet meer voor me. Ik loop 14 trappen af, halverwege nagestaard door een jonge, strakgepakte man die hier thuishoort en denkt: wat doet die snuiter hier?

Ik eet elders. Daarna zie ik de Fyra al klaarstaan op spoor 1. Deze plompe, ouderwetse, roodpaarse trein heet nu ineens ook Fyra. Het is een enorm lang eind. Ze hadden best een kortere in kunnen zetten. Enkele minuten voor vertrek loop ik hem helemaal door; ik tel 52 passagiers. Dat is in ieder geval meer dan de 7 die van Noordkempen naar Antwerpen wilden.

We vertrekken op de seconde om 15:00 uur, en meteen melden zich de railcatering – opdat de opvarenden in die drie kwartier niet zullen verhongeren en verdorsten - en de trainmanager. De laatste, gekleed in stemmig grijs met een knalrood hoofddeksel dat ermee vloekt, is feitelijk gewoon maar de conducteur.

Bij Blijdorp slaan we af van de spoorbaan richting Den Haag. Meteen gaan we de 2,5 kilometer lange tunnel onder Zestienhoven in. Dat luchthaventje kan nu wel inpakken. Met de Fyra doe je 26 minuten over de rit van Rotterdam CS naar Schiphol. Wil je van hetzelfde punt naar Zestienhoven, dan kost je dat 27 minuten met de RET-stadsbus. Grappig: Schiphol ligt nu dichterbij dan Zestienhoven. Het passagiersaanbod bestaat dan ook vooral uit buitenlandse toeristen en zakenlieden die al lucht hebben gekregen van deze nieuwe treinverbinding, en op weg zijn naar onze nationale luchthaven.

We komen weer boven in de strook tussen Berkel en Bergschenhoek, waarover straks meer. Daarna begint het aangename stuk van deze route: het uitzicht op groene weiden en zeeën van kassen, een nieuwe glazen stad. Het is helaas niet van lange duur, want daar verschijnt de kerkspits van Hazerswoude aan de horizon, en daar duiken we de 7 kilometer lange tunnel onder het Groene Hart al in.

In die tunnel zie je weinig. Ik ga dan maar eens zitten contempleren over de zin ervan. Ik schreef eens, dat hij was aangelegd om de habitat van de grijze veldmuis te beschermen. Dat was (de)raillerende onzin. In werkelijkheid is hij bedoeld om het Groene Hart groen te houden. Immers: als er ineens zo’n stalen en betonnen streep doorheenloopt, zou dat vooral een uitnodiging zijn om aan weerszijden daarvan nog meer groenverwoestende dingen te gaan doen: er de wegen, woningen en bedrijventerreinen aan te leggen die er tussen nu en 2050 toch wel gaan komen.

OK, goed, de groen- en milieumaffia heeft hier dus een succesje binnengehaald, een duur succesje, van vele miljarden guldens. Het besluit werd genomen in 1996, toen we nog in het guldentijdperk leefden. In 2004 had de baan klaar moeten zijn. Het werd 2007, en hij zou daarna nog twee jaar braak blijven liggen.

Maar het is toch wel een beetje van de zotte. Deze spoorlijn verpest nu weliswaar niet het uitzicht van de koeien, maar de tunnel wel dat van de treinreizigers, die anders dat mooie groen hadden gezien, waar je blijkbaar niet eens naar mag KIJKEN. En waar je wél een tunnel had moeten hebben: langs de woonwijken van bijvoorbeeld Bergschenhoek en Berkel, daar ligt hij niet. Zodat de reiziger die steenellende ziet, en de bewoners daarvan de trein horen. Nog eeuwen zal deze HSL door Holland lopen als symbool van domme, laat-20 ste-eeuwse politiek van de link(s)e kerk; dit ding is nu al een historisch monument, feitelijk.

We verblijven exact 3 minuten in de tunnel, en rijden dus iets minder hard dan 160. Ook binnen in de trein is er aardig wat geluidsoverlast. Daarna wordt het inderdaad weer licht en verschijnt de kerkspits van Hoogmade in mijn raampje. Die ken ik; 2,5 jaar heb ik erlangs geforensd met de bus op weg naar Ter Aar. Over de bouwput van de HSL heen. Ik zag er indertijd weinig in, maar moet zeggen dat nu ik er inzit, het uitzicht de voorpret overtreft.

Bijvoorbeeld het uitzicht op de snelweg A4. Vrijwel geen automobilist kan onze HST bijhouden, en degenen die het wel kunnen, zijn in overtreding en zien zichzelf misschien terug in zo’n wegpiratenshow op tv.

Vanaf Nieuw-Vennep rijden we parallel aan de spoorbaan Leiden – Schiphol, en bij Hoofddorp takken we er ook op aan. De tunnel in, en luttele minuten later is de rit al afgelopen. Onwezenlijk, zo snel naar Schiphol, en zonder Leiden gezien te hebben!

De trein loopt leeg; vrijwel niemand wil door naar Amsterdam. Een Amerikaans gezin voor me worstelt op de rolbanen met alle rolkoffers voor hun volksverhuizing, die naar beneden willen rollen (‘Oh my God!’). Jolig bied ik aan, ze in voorkomend geval op te vangen.

Ik sla 34 minuten stuk op de luchthaven. Dan pak ik de Fyra terug, maar ik moet nog even wachten want zij heeft 8 minuten vertraging. Daarna gaat het ook nog niet snel. Tot Nieuw-Vennep rijden we wat teuterig en langzaam. Pas daarna gaan alle remmen los.


In deze trein schiet ik een paar video’s van het snel voorbij schietende landschap:

Deel 1: Van Nieuw-Vennep naar de A4 bij Nieuwe Wetering / Roelofarendsveen, met op 1:12 een tegenligger en op 1:37 de tunnel onder de A44 (2:38)

Deel 2 : Van de koeientunnel naar de kruising met de A4 bij Zoetermeer, met op 1:23 een hele dikke ik-weet-niet-wat, en op 1:27 een Interliner (2:54)

Deel 3 : Het vervolg van deze rit, met eerst de kassen van Bleiswijk, op 1:57 de passage van de Boterdorpseweg bij Berkel / Bergschenhoek en op 2:25 die van de Wildersekade bij Rodenrijs (2:28)


Tot slot loop ik nogmaals de trein door. Ik tel 87 reizigers; het valt niet tegen voor een eerste week. De meeste zijn ingestapt op Schiphol; de trein arriveerde daar ook weer vrijwel leeg.

Aankomst aan de voet van het Groot Handelsgebouw om 16:38, met inmiddels 10 minuten vertraging. Hiermee is dit bijzondere, historische retourtje voltooid. Nu nog de trein van buiten gefotografeerd; onderweg. Eigenlijk heb ik dat vanmorgen al gedaan: in Berkel en Bergschenhoek. Je komt daar vanuit Leiden het snelste door bus 45 (Veolia, plotseling) te nemen naar de Randstadrail-halte Leidschendam-Voorburg, en daar over te stappen op de Erasmuslijn.

De HST doorklieft Berkel en Bergschenhoek om 6 en 22 minuten na het hele uur; het staat natuurlijk niet in het spoorboekje, dus je moet het maar zo’n beetje interpoleren. Je kunt er dus twee zien binnen een stijf kwartiertje, maar ik arriveer, door de hierboven al genoemde slechte planning, om 12:15 bij halte Rodenrijs.

In de parkachtige omgeving tussen Rodenrijs en de Wildersekade, waar ik van de winter ook al rondstruinde, fotografeer en beluister ik de trein naar Rotterdam. Het kabaal valt me erg mee. Ja, je hoort wat: een trein…


De buurtbewoners klaagden vooral over de testritten van de nieuwe Fyra, met 250 km/uur. Er was sprake van een kabaal als een oordeel: het geluid van een laag overscherende straaljager. En dat 12 keer per uur; straks; vanaf ergens in 2010 gaan er dan vanuit Amsterdam per uur drie Fyra’s naar Rotterdam, 2 naar Breda en een Thalys naar Brussel / Parijs.

Zou treinenherrie soms toenemen met het kwadraat van de snelheid? Vaak gaat dat zo met natuurkundige dingen; dat herinner ik me nog wel van school. Daarenboven wordt geluid uitgedrukt op een logaritmische schaal; hoe werkt dat samen, kwadratisch en logaritmisch? Vergeefs probeer ik er helderheid over te scheppen; mijn eindexamen havo is te lang geleden (34 jaar, welgeteld).

Nu moet ik drie kwartier wachten op de volgende Fyra. Ik loop in die tijd naar de Boterdorpseweg, waar de spoorbaan onderdoor loopt. In de kookhitte (we hebben vandaag weer zo’n 24-uurshittegolf waar we deze zomer om zullen herinneren) doordool ik de straten van een nieuwbouwwijk, waar het plaveisel ligt te stoven in de zon. Behalve mij is alleen een jonge vrouw op straat met haar boreling in een wagentje onder een parasolletje.

Opnieuw gaat er iets mis in de planning: ik beland op een Berkels bedrijventerrein dat dood loopt. Hier zetelen onder meer Ed & Willem; ik heb me al jaren afgevraagd waar die twee even behendige als sympathieke Rotterdamse bevers gebleven waren. In mijn pogingen, het industrieterrein te verlaten, kom ik terecht op een binnenplaats bij een of andere expeditiehal, waar luidruchtige mannen zitten te schaften, en mij uitnodigen, mee te komen eten.

Ik sla het vriendelijke aanbod af, maar mis door al dit gedoe toch de trein van 13:06. Voor die van 13:22 ben ik nog ruim op tijd. Ik had verwacht dat de treinspotters schouder aan schouder zouden staan op het viaduct over het spoor. Maar ik ben de enige; lééft die hele HST niet zo erg bij de spotters? Nou ja, als hij maar leeft bij de reiziger.

Terwijl ik in het trillende, zonzinderende verschiet staar, voegt zich alleen een bejaarde fietser bij me. ‘Die malle dinge make best een kabaal, hoor. Ik woon zelf daarro’ (hij wijst naar de Bergschenhoekse kant) ‘achter die hoge flat. Maar as ik de balkondeure open hep, hoor ik ‘m duidelijk. En me broer zat laatst op het terras bij Café (zus en zo), helemaal aan de andere kant van Berkel, en die kon ze ook duidelijk hore’.

Nu is er natuurlijk nog een verschil tussen iets horen en er overlast van ondervinden. Het laatste is individueel en psychologisch, en niet te meten met decibelmeters.

Ik fotografeer de trein tussen de spijlen van het hek door. Nu hoef ik tenminste niet op die van 14:06 te wachten. Van de beloofde ZoRo-busbaan (Zoetermeer-Rodenrijs) langs het spoor is nog geen spoor. Ik neem dus de Qbuzz naar Rotterdam, om daar te laat aan te komen, zoals al beschreven.


Twee dagen later pak ik bus 56 naar Leimuiden om nog eens te gaan luisteren bij Nieuwe Wetering. Dit is een lintdorpje in de pas gevormde gemeente Kaag en Brasem, dat ooit al door de A4 werd gescheiden van Roelofarendsveen, en nu ook nog door de HSL. Ik ben van mijn leven nog nooit in Nieuwe Wetering geweest, terwijl het op niet meer dan een dozijn kilometers van mijn deur ligt. Het zou een zeer landelijk dorp zijn als je al die infrastructuur kon wegdenken.

De treinen passeren hier aangenaam dicht op elkaar: 11 en 16 minuten na het hele uur. Ze rijden achter een geluidsscherm dat volgens de buurtbewoners niet echt helpt, hooguit averechts, als klankkast. Ik film de trein naar Amsterdam, zodat de lezer zelf kan oordelen. Voor mij, staande langs de baan, valt het geluid nog steeds erg mee. Maar thuis klinkt het knoerthard uit de luidspreker, en ijlt het opvallend lang na, als de trein al lang achter die dikke boom is verdwenen.


Fyra Rotterdam - Amsterdam bij Nieuwe Wetering (0:32)

 


Ik ga nog zo’n filmpje schieten in Nieuw-Vennep.

De Fyra uit Amsterdam vanaf het perron van Nieuw-Vennep (0:23)

 


Minister Eurlings heeft een onderzoek gelast naar de geluidsoverlast. Het zou me niet verbazen als ten gevolge daarvan de baan gedeeltelijk opnieuw aangelegd zou moeten worden, om de financiële sof nog groter te maken.

Erg benieuwd ben ik naar de ontwikkeling van de reizigersstatistieken. Noord-Brabant komt bijvoorbeeld dank zij de Fyra ruim drie kwartier dichter bij Schiphol en Amsterdam te liggen. Maar gaan de Brabanders massaal het 60% duurdere kaartje kopen, of blijven ze goedkoopjes in de boemel zitten? Of in de auto?

Op de relatie Amsterdam - Rotterdam zullen ook in de toekomst weinig mensen vervoerd worden. Die steden hébben helemaal geen relatie; de inwoners van onze twee grootste metropolen mijden elkaar zorgvuldig. Ik ben zelf ook helemaal niet in Amsterdam geweest, in dit stukje aan de hand van een Rotterdamse nachtburgemeester. Alleen de laatste treinen van de dag zullen misschien opvallend druk worden, als we Dorus mogen geloven.

Frans Mensonides
15 september 2009
Er geweest: dinsdag 8 september 2009 (Fyra en Berkel / Bergschenhoek); donderdag 10 september 2009 (Nieuwe Wetering / Nieuw-Vennep)


© Frans Mensonides , Leiden, 2009.
Foto Vaandrager: DBNL, C.B. Vaandrager