Chipblog juni 2009 - augustus 2009

EVALUATIE VOORAF (8/6)
DUIZEND MIJL GRIJS: DE VOORDEELURENKAART (8/6)
'IK HEB DE PIEP NIET GEHOORD'; PROBLEEMPJE MET OBSTINATE CHAUFFEUR (13/6)
CHIPKAART GETEST IN ZUID-HOLLAND: RITTEN 10 t/m 30
(20/6)
HOE GOED GAAT HET WERKELIJK IN CHIPLAND? (29/6; update 25/7)
FUCK de VUK, RUZIE MET CONDUCTEUR HALFWATT (10/7)
CHIPPEN IN EN OM LEIDEN: TWEEDE DERTIGTAL RITTEN (19/7)
VDU GEEFT NOG STEEDS PROBLEMEN (4/8)
EEN WEGGOOIER: WEGWERPCHIPKAARTJE GVB (9/8)
EERDERE ARTIKELEN OVER DE CHIPKAART

EVALUATIE VOORAF

Deze keer beginnen we maar eens met de evaluatie, in plaats van ermee te eindigen. Waar staan we met de chipkaart? Al 3,5 jaar volg ik dat fenomeen op de voet. Tot een paar maanden geleden heb ik de kans op een nationale invoering ervan, met afschaffing van de strippenkaart, nooit groter geschat dan 10%. Maar ik weet niet of ik nu mijn geld nog wel zou zetten op een roemloos einde. Het begint zo langzamerhand een dubbeltje op zijn kant te worden; fifty-fifty.

Allereerst was er dit jaar de – in de ogen van Pedro Peters en de zijnen - geslaagde afschaffing van de strippenkaart in de RET-metro, donderdag 29 januari jl.; zie de voor-vorige aflevering van dit blog. Toen ging enkele weken geleden De Nederlandse Bank van de ene dag op de andere overstag: voor verdere introductie van chipkaart was ineens geen Europese toestemming meer nodig. De Europese bancaire regelgeving was plotseling veranderd.

Dit maakte de weg vrij voor verdere uitrol van de kaart. Na jaren aarzeling en de boot afhouden begonnen de verschillende vervoersregio’s en –bedrijven ineens weer datums te noemen voor invoering. Ook in mijn eigen regio, de kop van Zuid-Holland, kwam de kaart vrij plotseling ‘from the end of the world to my town’ zoals ik dat uitdrukte in de vorige aflevering. Tot mijn grote verbazing bleek het systeem nog redelijk te werken ook, bij Connexxion. Blijkbaar is iets geleerd van de fouten enkele jaren geleden in groot-Rotterdam, die het systeem tot een consumentenramp maakten.

De kaart raast als een orkaan over ons land. Dat wil nog niet zeggen, dat alle problemen opgelost zijn. RET meldde tonnen schade in een paar maanden tijd door opengetrapte chippoortjes. In tegenstelling tot wat de vervoerder beweert, zal niet al deze schade veroorzaakt zijn door zwartrijders. Ik heb me zelf ook een paar keer door een goeie rotschop moeten bevrijden uit een weigerachtig poortje, en heb dat anderen ook een paar keer zien doen. Je kunt je niet op een metrostation vertonen of je hoort overal het geloei van de sirene die onregelmatigheden meldt. Zijn dat dan altijd zwartrijders? En zijn die poortjes zo gammel dat ze na één goeie trap al aan diggelen liggen?

Verder blijf ik de chipkaart een duur, omslachtig en onbetrouwbaar onding vinden. Ik zit dus niet te wachten op de totale landelijke introductie ervan. Maar die lijkt toch dichterbij te komen, want de chiptrein dendert door. Het gaat erom spannen. De komende maanden of jaren kan de kaart sluipenderwijze de kartonnen kaartjes uit de lage landen verdrijven. Het kan ook nog binnen een korte tijd helemaal mis gaan: een paar nieuwe, geslaagde hackpogingen, een paar blackouts zoals laatst bij de RET, een ernstig ongeluk met een chippoortje, bijvoorbeeld een passagier die erin vermorzeld wordt (laten we dat niet hopen!) en het imago van de chipkaart ligt misschien definitief aan puin.

Wat je natuurlijk wél zou moeten hopen: dat de vervoersbedrijven uiteindelijk toch nog zorgen voor een modern systeem dat voor de consument betaalbaar, werkbaar, betrouwbaar en doorzichtig is. En dat daarbij de weinige klachten die toch nog voorkomen, gewoon coulant en voortvarend afgehandeld worden. Maar gezien de houding die de betrokken partijen tot dusverre hebben aangenomen, lijkt die uitkomst niet erg waarschijnlijk.

Nou ja, in ieder geval deze zomer ook weer veel leesplezier toegewenst met dit chipblog. De chipkaartartikelen behoren tot de meest gelezen pagina’s van deze site, dus ze zullen toch wel enige amusementswaarde bezitten.

FM 8 juni 2009

<<< terug

DUIZEND MIJL GRIJS; DE VOORDEELURENKAART

In het vorige blog schreef ik over mijn NS-Voordeelurenkaart. Die is in het chipkaarttijdperk geen kaart meer, maar een onzichtbaar product op je NS-chipkaart. Die ‘kaart’ had ik medio april automatisch betaald voor weer 12 maanden. Maar het product staat daarmee nog niet op mijn chipkaart. Dat gebeurt bij mijn weten pas als de conducteur mijn chipkaart leest met het speciale leesapparaatje dat hem verstrekt is, maar dat hij liever niet gebruikt omdat het nogal eens hapert.

In de afgelopen zes, zeven weken heb ik een kilometer of 1750 gereisd op korting. Het tikt aardig aan: een paar reisdagen voor dit magazine, museumbezoek en andere culturele activiteiten in middelverre steden, nogal wat ritjes naar Den Haag voor zieken- en bibliotheekbezoek (en om en passant mijn chipkaart op te laden, natuurlijk); je zit zo op een afstand van hier tot bijna Gibraltar.

Maar tijdens die ruim duizend mijl is mijn NS-chipkaart geen enkele keer gecontroleerd met dat leesapparaatje. De weinige keren dat ik überhaupt een conducteur gezien heb, blijft het angstvallig op zak. Ik had doodleuk kunnen ophouden met het betalen van dat voordeelurenabonnement en toch een afstand kunnen afleggen van hier tot aardig onderweg naar de Noordkaap, met 40% korting. Zo functioneert dus een systeem dat bedoeld was om het zwartrijden uit te bannen.

FM 8 juni 2009

<< terug


'IK HEB DE PIEP NIET GEHOORD'; PROBLEEMPJE MET OBSTINATE CHAUFFEUR

Nog steeds test ik zo nu en dan de chipkaart in de Connexxionbussen van Zuid-Holland. Binnenkort een nieuwe tussenrapportage, maar eerst het volgende verhaal. Op zaterdag 12 juni voltrok zich het al lang verwachte incident met een chauffeur die me wilde laten betalen bij een niet-functionerende kaartlezer. Het gebeurde op een terugrit vanuit Noordwijk, op een dag dat het weer noodde tot een strandwandeling.

‘Die is kapot’, zei de chauffeur, toen ik probeerde in te checken. Blijkbaar meende hij het bij die mededeling te kunnen laten, dus ik zei verder ook niets meer en liep door. Maar dat ging zo maar niet. ‘Hij is kapot’, herhaalde de chauffeur.
‘Ja èn? Is dat mijn schuld?'
Nee, maar er moest wel betaald worden. Ik zei dat in streken waar dit systeem al langer gebruikt werd, de regel gold: apparatuur defect, niet betalen. Bovendien luidde toch de slogan: ‘nu chippen in héél de provincie?' Welnu, dan zál ik chippen, ook. Ik had mijn strippenkaarten opgemaakt, geen nieuwe meer gekocht en was niet van plan, een duur enkeltje te kopen.
Nou, dan ging hij dus niet rijden. Welaan, dan hadden we een patstelling, want ik was niet van plan om uit te stappen.

Toen bedacht ik dat er achter ook nog twee chipkaartlezers waren. Daar wilde ik wel even inchecken; gebrek aan soepelheid zal mij nooit verweten kunnen worden. Dat lukte zowaar. Ik ging die zeikerd dus melden dat zijn adrenaline weer naar normale waarden kon zakken, daar aan alle eisen voldaan was. Maar nu was er een nieuw probleem, want hij had de piep niet gehoord. Nee, inderdaad: je hoort de piep van de kaartlezer bij de achterdeur niet, als je achter het stuur zit. Daardoor is het ook zo gemakkelijk, grijs te rijden met de chipkaart: een paar haltes te vroeg uit te checken.

Nu kwam hij naar achteren. Als ik nou nog een keer incheckte? Nee, dat kan dus niet; je checkt in als je vertrekt en uit als je aankomt. Doe je het anders, dan zul je wel geld kwijtraken, en mijn klacht over de vorige storing (die keer in Spijkenisse Maaswijk) ligt ook al sedert de winter bij Connexxion.

Nou, dan ging hij wel even overleg plegen met de centrale. Dat gesprek mocht ik blijkbaar niet horen; hij deed het met een mobiele telefoon en ging op vijftig meter afstand van de bus staan. Ik zat een kleine tien minuten uit in de volstrekte gemoedsrust van iemand die in zijn recht staat. De chauffeur stond zich nu werkeloos te verbijten in de abri; hij wachtte nu blijkbaar op een telefoontje terug.

En intussen stond die bus maar stil. Raar: geen enkele andere passagier zei of vroeg iets, of protesteerde: noch bij de chauffeur, noch bij mij. Een stel misselijk makende makke schapen; met zulke reizigers moeten we nou de oorlog winnen! Zo laten we ons die chipkaart met al zijn gebreken straks gewoon nog door de strot drukken.

De chauffeur kwam weer binnen. Nou, het orakel had gesproken: ik moest uitchecken, en meteen daarna weer inchecken. Dan zou alles goed komen. Ik had er weinig vertrouwen in, maar zie: de lezer meldde eerst 75 cent (het instaptarief) en vervolgens: OVERSTAP OK. Een paar jaar geleden kostte een dergelijke grap me nog 8 euro.

Bij aankomst in Leiden hadden we nog steeds bijna 10 minuten vertraging. Ik checkte uit. De bus reed meteen door op een andere lijn; met die defecte kaartlezer. Je zou zo’n bus kunnen omruilen, maar de bestuurder bleef er de hele dag mee doorrijden, vermoedelijk in de hoop op nog meer ruzie. Dat zijn waarschijnlijk ook de chauffeurs die het hardst klagen over de agressie van het publiek.

Uiteindelijk kon ik deze rit nog ‘goed’ rekenen; met al dat gedoe had ik toch precies het correcte bedrag van 236 cent betaald. Maar veel goeds is er natuurlijk niet aan, aan zo’n systeem, noch aan het gedrag van sommige personeelsleden die ermee moeten werken.

'Ik zit nooit zonder'. Ik zit nooit zonder stof tot schrijven.

FM
14-06-2009

<< terug


CHIPKAART GETEST IN ZUID-HOLLAND (VERVOLG: RITTEN 10 t/m 30)

Hierboven deed ik in extenso verslag van mijn eerste negen busritten met de chipkaart in de kop van Zuid-Holland, waarbij ik tussen de bedrijven door twee broeken kwijtraakte. Ik ben desondanks verder gegaan met testen. Ik heb nu 30 chipkaartritten volbracht. Dat is ongeveer 1/3 van mijn totaal. Zo nu en dan besluit ik eens, dat de volgende rit een chipkaartrit wordt, of dat de komende dag een hele chipkaartdag zal zijn. Op andere dagen besluit ik, dat ik geen zin heb in ruzie en ellende, en er dus alleen maar strippenkaartritten gemaakt worden. Zo krijg ik een aardige representatieve steekproef, denk ik.

Die 30 ritten ga ik hieronder niet allemaal van A tot Z bespreken. Hierboven staat een uitvoerig verslag van één van die dertig ritten, die wat langer uitviel dan in de dienstregeling stond aangekondigd. Verder beperk ik me tot de hoofdlijnen.

Die tas met twee aangekochte broeken, die ik in een bus had laten liggen, heb ik trouwens nog teruggekregen. Na het schlemielige incident via Internet gemeld te hebben aan Connexxion, kreeg ik enkele dagen later een keurige brief dat de verloren voorwerpen gevonden waren en ik ze kon afhalen bij de garage in Leidschendam. En dat zonder een cent te hoeven betalen voor administratie- of bewaarkosten, of wat ook. Complimenten voor de vlotte en correcte afhandeling; dat mag ook wel eens gezegd!

Ook complimenten over de afhandeling van mijn klacht over die rit in Spijkenisse. Daar heb ik dan wel drie maanden op moeten wachten, en één keer voor moeten rappelleren, maar ik krijg nu dan ook 2,93 terug, hoewel de schade slechts 75 cent bedroeg. Een paar andere punten waarover ik klaagde, zoals de opvraagbaarheid van tarieven via Internet, zijn in die drie maanden opgelost. Het kan dus geen kwaad, klachten een poosje te laten liggen; soms lossen ze zichzelf op.

Over een paar centen ga ik nu dus niet meer zeuren. Ik ga dus ook niet zeuren over het volgende. Bij het busstation bij Leiden Centraal stoppen de bussen uit de zuidelijke richting (stadszijde) bij een uitstaphalte nabij ons aller Super de Boer. Daarna nemen ze de draai naar de busperrons, waarvandaan zij hun rit voortzetten. Die draai wordt wel meeberekend in de ritprijs. Hij kost 5 à 6 cent, hoewel hij maar 200 meter lang is, en de uitstappers deze hectometers niet meer mogen meebeleven. De rit van mijn halte naar het station is dan ook 5 cent duurder dan de rit andersom.

Connexxion smokkelt hier en daar dus een hectometertje. Dat is een centenkwestie waarover je toch niet te min moet denken. Als ze op elke rit stiekem een paar cent kunnen pikken, levert ze dat minstens een miljoen per jaar op.

Dinsdag 26 mei 2009, toen ik op weg was voor een moeizame reis naar Groningen, voltrok zich het wonder: een andere chipkaartgebruiker in lijn 13! Vier dagen later alweer een; hij stapte voor mij in en kreeg de chipkaartlezer niet aan de gang. Die meldde zoals gewoonlijk CHECK IN/UIT, maar deed niets. ‘Een goeie dreun erop’, ried ik, ‘dat helpt in de Rotterdamse tram ook altijd.’ Maar de passagier liep door. Ook ik kreeg het kreng niet aan de gang en liep ook door, voorbij de chauffeur die de scène zonder iets te zeggen had gadegeslagen. Een verstandige reactie, lijkt me.

Het is nog steeds een klein wonder als je iemand ziet met een chipkaart. In de bussen rond Leiden heb ik er in al die weken totaal een slordige anderhalf dozijn gezien. Ik schat dat 2% van de reizigers er gebruik van maakt. Chauffeurs reageren dan ook nog vrij verrast als er iemand mee binnenkomt. Deze had niet veel vertrouwen in het systeem:

- ‘Doet hij het?’
- ‘Jazeker!’
- ‘Nou, dat valt dan al weer mee!’

Maar achter in zijn bus was een van de lezers defect. Een maand na de introductie beginnen steeds meer rode lampjes zichtbaar te worden op de kaartlezers.

Rode lampjes

Dan het hoofdstuk: ‘Mijn chipkaart’, de website van chipkaartproducent TLS. In de vorige aflevering schreef ik dat ik bij elke rit ‘Locatie afgeschermd’ zag als in- en uitstaphalte. Een lezer wees me erop, dat ik dat zelf kon veranderen door de privacy-instellingen te wijzigen, die ergens onder een submenu van een submenu zaten. Een weinig doorzichtig geheel. En ook wonderlijk, dat ik zelf persoonlijk, uit privacyoverwegingen, niet zou mogen zien waar ik zelf persoonlijk in- en uitgestapt ben.

Maar zijn tip werkte, en ik kan nu tenminste mijn eigen gangen nagaan. Zowaar klopten bijna alle locaties met de werkelijkheid – behalve in die twee gevallen uit het vorige stukje waarbij ik zelf al had geconstateerd dat er iets fout was gegaan. En behalve bij die rit op 6 juni van Voorschoten Papelaan naar Leidschendam Sijtwendetunnel, waarin mijn instaphalte niet correct (‘Voorschoten Centrum’), en de uitstaphalte helemaal niet vermeld werd.

Een andere lezer wees me erop, dat je op de OVReisplanner nu eindelijk de tarieven van je ritten kunt nakijken. Ik deed dat met terugwerkende kracht. En bevond, dat twee gemaakte ritten alsnog fout gerekend moesten worden, hoewel mijn in- en uitstaphaltes correct vermeld stonden op ‘Mijn Chipkaart’. Het verschil bedroeg steeds enkele centen. De prijzen op die site zijn dan ook nog steeds ‘indicatief’, maar ik reken ze wel gewoon fout; fout is fout. Ook het bovengenoemde ritje naar de Sijtwendetunnel leverde een fout op: die halte stond niet vermeld in de tarieventabel.

De totaalstand na 30 ritten (met daarbij inbegrepen de eerste 9 ritten, waarover al gerapporteerd is):


19 van de 30 ritten zijn geheel correct verlopen.

In 5 gevallen was het bedrag wel correct, maar waren er hindernissen (één of meer kaartlezers weigerden dienst) en in 2 van die gevallen leidde dat tot ruzie met het schorriemorrie achter het stuur.

Blijven er 6 geheel foute ritten over. Die laten zich als volgt uitsplitsen.
Twee maal is me een fout bedrag berekend tijdens een omleiding (zie het vorige blog).
Eén keer was alle apparatuur in de bus defect (zie hierboven).
In twee gevallen is me verkeerd bedrag berekend terwijl de in- en uitstaphalte wel correct geregistreerd waren (ontdekt via de OVReisplanner; zie hierboven).
Eén keer ontbrak de uitstaphalte in het overzicht op Mijn chipkaart en werd bovendien een foute instaphalte weergegeven, en klopte dientengevolge ook het bedrag niet (zie hierboven).


In ongeveer 65% van de gevallen gaat het helemaal goed; in 20% helemaal fout. Is dat nou goed of slecht? Het is beter dan de circa 20% betrouwbaarheid die het systeem in 2006 liet zien op Voorne-Putten. Maar een bank die je transacties slechts in 65% van de gevallen goed zou verwerken, zou je spoedig verruilen voor een andere. Dat lijkt me ook nog steeds het beste om te doen met de chipkaart.

FM
20 juni 2009

<< terug


HOE GOED GAAT HET WERKELIJK IN CHIPLAND?

Ik moest laatst 25 minuten doorbrengen op Rotterdam CS om te wachten op mijn internationale trein naar België (dat sinds kort de kortste en langzaamste Hogesnelheidslijn ter wereld heeft; binnenkort in dit theater). Een mooie gelegenheid om mijn chipkaart even op te laden. Ik daalde daartoe af in de catacomben van de metro, die sinds 29 januari 2009 alleen nog met de chipkaart toegankelijk is.

In de onherbergzame kerkers van het metrostation, nog steeds op een dood eindje van het metronet, staan vier chipkaartautomaten. Slechts twee ervan zijn in staat, anonieme kaarten uit te geven. Want natuurlijk moeten er zoveel mogelijk mensen aan de lucratieve kaart-op-naam, waarmee RET zijn hele kudde in de gaten kan houden. Van die twee automaten was er één defect. Volgens mij is hij dat al maanden; ik heb hier vaker gestaan.

Incidentele reizigers: buitenlandse toeristen, mensen uit de buitengewesten van dit land, verdrongen zich rond de enige automaat die het nog wel deed. Er was rijvorming – al was dat net niet het geval toen ik afdrukte voor deze foto. Dat mag niet, fotograferen in een metrostation, maar er mag wel meer niet. En wie zou het me verbieden? Struikelde je vijf maanden geleden over het personeel; tegenwoordig is CS weer een onbemand station. De reizigers moeten elkaar maar bijstaan.

Natuurlijk kun je je saldo automatisch opladen; dan sta je nooit meer in de rij. Ik ben daar nooit toe overgegaan, want ik vertrouw de boel niet. Evert van Wijk uit Amsterdam mailde me, dat hij de boel nu ook niet meer vertrouwt. Van Wijk deed een vergeefse poging, zijn chipkaart op te laden via Internet. Dat werd weer zo’n Odyssee door een moderne wereld vol moedwil en misverstand. Lees het relaas op zijn weblog.

Over Amsterdam gesproken. Een week geleden wilde ik het museum Rembrandthuis bezoeken, waar een stadgenoot van mij gewoond heeft en een andere het tot een expositie heeft geschopt. Dat is zo’n twintig minuten lopen, maar omdat je in zo’n museum ook al voortdurend op je benen staat, nam ik voor het gemak twee haltes de metro: CS – Waterlooplein. Ik gebruikte de chipkaart, omdat die over twee maanden toch verplicht wordt in de GVB-metro. Dat ritje van ongeveer anderhalve kilometer kostte me 8 euro. Bij het inchecken hoorde ik volgens mij een gewone piep en zag GOEDE REIS of woorden van gelijke strekking op de lezer verschijnen. Bij het uitchecken zag ik echter een bedrag van 4 euro op de display. En toen ik een uitdraai printte, bleek mijn saldo acht euro lager dan bij mijn voorlaatste rit.

Die voorlaatste rit had eerder die dag plaatsgevonden met een bus van Connexxion. Daarbij was de 2,93 op mijn rekening bijgeschreven die ik nog te goed had van het busbedrijf. Op dit dagje was het gezegde ‘zo gewonnen, zo geronnen’ wel van toepassing. Nu nog een declaratie indienen bij GVB. Niet vergeten, want daar speculeert die boevenbende op.

Boevenbende, inderdaad. Na een week of drie, vier kreeg ik van de 8 euro die ik verspeeld had,
3,25 teruggestort op mijn rekening. Ordinaire diefstal; is de chipkaart ooit iets anders geweest? (25/7)

Dan dat handige overzicht van gemaakte ritten op Mijn Chipkaart. Al wekenlang eindigt dit overzicht op 6 juni, hoewel ik sinds die dag alweer aardig wat ritjes gemaakt heb. Ik mailde chipkaartboer TLS. Ja, het probleem was bekend, en er werd aan gewerkt. Dat is ook alweer een week geleden.

Hoe goed gaat het werkelijk in chipland?

FM 29-06-2009

<< terug


FUCK de VUK, RUZIE MET CONDUCTEUR HALFWATT

 

Reizen met NS: altijd buffelen

Ik schreef hierboven dat ik duizenden kilometers gereisd had op mijn NS-VoordeelUrenKaart (VUK) zonder dat die ooit gecontroleerd was. Die VUK* staat – als het goed is - als ‘product’ op mijn NS-chipkaart die ik twee jaar geleden moest aanschaffen.

* Ik kwam er later achter, dat het ding tegenwoordig VDU (Voordeelurenabonnement) heet.
Maar ik laat het maar zo, anders klopt de titel van dit stuk niet meer.

Ik kreeg in april 2009 schriftelijk bericht van NS dat mijn VUK voor de duur van een jaar verlengd was. Dat is het enige tastbare bewijs dat ik heb. Die brief heb ik altijd bij me, want ik verwachtte al een herhaling van het incident van vorige zomer, toen een conductrice me meldde dat er niets op mijn kaart stond.

Donderdag 9 juli 2009, toen ik op weg was naar Drenthe voor weer een aflevering van De digitale reiziger, werd die kaart ineens in drie achtereenvolgende treinen gecontroleerd. Dat kan geen toeval zijn; vermoedelijk hebben de conducteurs een missive gekregen vanuit Utrecht om eindelijk dat controleapparaatje eens te gaan gebruiken, of überhaupt weer eens te gaan doen voor hun vorstelijke salaris.

Bij de eerste twee controles werd mijn kaart in orde bevonden. Vermoedelijk is het ‘product’ bij de eerste controle door dat apparaatje op de kaart gezet. Dat kon ik op mijn beurt dan weer niet controleren, want de enige kaartlezers in Nederland staan bij mijn weten op de metrostations van RET en GVB en bij de sigarenboer in Arnhem en Purmerend. In grote delen van Nederland kun je je chipkaart niet bekijken of opladen.

Bij de derde controle, in de Buffel Zwolle – Groningen, liep ik zogenaamd tegen de lamp; volgens de conducteur stond er geen geldig product op mijn kaart. Een man met een mateloos irritante werkhouding. Triomfantelijk liet hij me het apparaat zien, dat normaliter altijd zó wordt gehouden dat je er niet op kunt kijken. ‘Dan doet u iets niet goed, meneer’, zei ik. ‘Twee conducteurs hebben hem vanmorgen al uitgelezen en goedgekeurd. Maar die hebben de gebruiksaanwijzing van dat ding zeker beter gelezen dan u. Maar ik heb gelukkig nog een brief bij me, waar het zwart op wit instaat, voor wie niet overweg kan met moderne apparaten.’

Die slag trof doel. De conducteur zwol ineens helemaal op, liep purper aan begon als een bezetene te schreeuwen. ‘U beledigt mij, meneer! U trekt mijn vakkennis in twijfel’. Ik zei, dat IK eerder de beledigde partij was; ik werd volkomen ten onrechte voor zwartrijder gezet, ten tweeden male.

De brief werd gespeld. Hij zou nu dan toch maar even gaan bellen. ‘U hoeft niet te bellen, het staat zwart op wit’. Toch bellen, uiteraard. ‘Gaat dat lang duren?’, vroeg ik; ‘ik moet er in Meppel uit, en heb geen zin om mijn aansluiting op de bus te missen voor die flauwekul van NS’.

De controle aan de andere kant van de lijn nam enige tijd in beslag. Ook dat lag aan de conducteur, die aanvankelijk een verkeerd kaartnummer had doorgegeven. Er staan maar liefst drie nummers op zo’n kaart, en hij gaf de verkeerde door. ‘Nou, u bent inderdaad goed op de hoogte!’, sneerde ik.

Toen bleek uit onderzoek aan de andere zijde, dat de VUK wel degelijk betaald was. Ik kreeg kaart plus brief weer terug. De conducteur mompelde de alleen nog, dat ik hem door de klantenservice moest laten epibreren of zoiets; ik verstond hem niet goed, zijn stemvolume was aanzienlijk gedaald. ‘Ik moet niks’, zei ik. ‘Ik heb aan alle voorwaarden voldaan om met korting te kunnen reizen. Jullie moeten eens zorgen dat jullie spullen in orde zijn. Laat dat apparaat nakijken, als het niet goed werkt!’

De conducteur blies zich opnieuw op. ‘Ach, rot op!’, schreeuwde hij, en knalde de schuifdeur van de coupé achter zich dicht. Het was zo’n proppie, 1,50 meter hoog, die een geüniformeerd beroep kiest om nog wát te lijken. Een jaar of 62, vastbesloten om tot zijn pensioen nog zoveel mogelijk mensen te schofferen.

Later die dag belde ik toch de NS-klantenservice maar op. Ik trof een normale juffrouw. Dat is een tref bij die dienst, want vaak beginnen ze daar ook meteen te schreeuwen. Ik vroeg, hoe ik dat moest uitleggen: twee maal goedgekeurd en de derde conducteur zegt ineens dat er geen product op die kaart staat. Hebben die eerste twee dan lopen slapen, of deed die derde iets verkeerd? Het laatste was het geval, zei de medewerkster onomwonden. ‘Een heel kwalijke zaak. Hij heeft hem gewoon weer eens een keertje niet geüpdated’.

Ik leerde dat conducteurs dat leesapparaat elke dag voor het begin van hun dienst moeten updaten. Hoe, dat weet ik niet; het zal wel via Internet gaan. Dan krijgen ze de laatste gegevens. De derde conducteur had dat blijkbaar niet gedaan en werkte met een verouderd bestand. En dat al drie maanden lang; al drie maanden geleden heb ik mijn VUK-kosten voldaan.

Ik had dus blijkbaar gelijk met mijn ‘beledigende’ opmerkingen over zijn vakkennis, en heb meteen een klacht over hem ingediend. Maar het geval bleef wringen. Klopte er iets niet? Als die dame van NS-klantenservice gelijk heeft, heeft de eerste conducteur het product op mijn kaart geladen, en heeft de derde het weer verwijderd met zijn niet-upgedate lezer. Raar systeem. Of heeft er nooit een product op gestaan, en hebben de eerste twee conducteurs gewoon net gedaan alsof? Het is niet zonder precedent; ik meen er controleurs van RET al eens op betrapt te hebben. In dat geval treft conducteur Halfwatt uit Drenthe geen blaam – maar had hij het gesprek nog steeds moeten beëindigen met een excuus, en niet met ‘rot op’, want MIJ treft ook geen blaam.

Op de terugweg stapte ik even uit bij Duivendrecht. Kaartlezers van de GVB meldden geen geldig product op mijn kaart. Maar wat dan nog? Dat kan nog steeds betekenen dat Halfwatt gelijk had, maar ook dat de klantenservice gelijk had. Thuis regelde ik een account op Mijn OV-Chipkaart voor deze NS-kaart; ik had er al een voor mijn RET-chipkaart. Ook volgens Mijn OV-Chipkaart staat er geen geldig product op mijn kaart. Maar dat zegt niets; die lopen altijd weken en weken achter en zullen de mutaties van vandaag nog niet verwerkt hebben. Nog steeds, of opnieuw, staat het enkeltje Maassluis West - Rotterdam CS er op als product, dat ik op 2 mei 2008 (!) op die kaart zette. Hoeveel updates kun je achter liggen?

De volgende dag, vrijdag de 10e, werd mijn kaart opnieuw gecontroleerd en in orde bevonden. De zondag daarop moest ik naar Den Haag; dan zou ik op het RET-perron van Den Haag CS mijn kaart weer kunnen uitlezen. Ik was benieuwd wat hij zou zeggen. Stond er nu ineens wél een geldig product op?

Nee, dat was niet het geval. Wel was het enkeltje Maassluis - Rotterdam verdwenen en vervangen door de eveneens vervallen RailEasy die de kaartjesautomaat me op 28 april 2008 heeft proberen aan te smeren, en waarvoor ik nooit een cent betaald heb.

De dag daarop nam ik ook een account op Mijn NS. Daarop staat mijn VDU, geldig tot in april 2010, correct vermeld. Dat scherm heb ik maar uitgeprint en dat kostbare papiertje draag ik nu ook bij al mijn treinreizen bij me. Maar waarom ontbreekt die informatie dan bij TLS? En waarom heeft TLS nog steeds dat verlopen enkeltje en die nooit betaalde RailEasy in zijn administratie, die bij NS al lang verdwenen zijn?

Ik snap er nu niet veel meer van. Maar één ding snap ik nog wel: de ouderwetse VUK, waar gewoon in letters opstond wat het was, was toch een stuk makkelijker. Misschien ook een opmerking van iemand die niet mee kan met de digitale wereld…

 

Magneetkaartje van De Lijn. Een geavanceerd kaartje,
waarop je toch nog kunt zien wat je hebt. Zo kan het dus ook.

FM 10 juli 2009, laatste aanvulling 14/07/09

<< terug


CHIPPEN IN EN OM LEIDEN: TWEEDE DERTIGTAL RITTEN

Een paar etages hoger in dit document deed ik verslag van dertig testritten in en om Leiden. Onlangs voltooide ik het tweede dertigtal. Ik kom meteen maar ter zake met de statistieken. Tussen haakjes de aantallen van de eerste dertig ritten.

Ritten, gemaakt van 20 juni t/m 14 juli 2009
17 (19) ritten geheel correct verlopen.
7 (5) ritten verlopen met hindernissen.
In 6 (6) gevallen ging het helemaal mis.

Connexxion boekt dus geen spectaculaire verbetering. Ik vraag me af, of ze daar nou zelf wel in de gaten hebben dat er iets niet goed gaat. Als een systeem in slechts iets meer dan de helft van de gevallen correct werkt, mag je toch wel eens gaan nadenken.

Wat ging er zoal fout? In 4 (1) gevallen waren alle drie de kaartlezers in de bus defect. In al die gevallen heb ik me het recht voorbehouden, gratis te reizen. Hiertegen klonk geen protest meer van de man of vrouw achter het stuur. Die reageerden over het algemeen toch volkomen stoïcijns op chipkaartgedoe; volgens mij de meest verstandige houding tegen rampen van deze omvang.

Eén fout (2) was te wijten aan een omweg. In de Leidse binnenstad waren de Lakenfeesten aan de gang, een vaag volksfeest waarvan niemand weet ter herdenking waarvan het gehouden wordt. De Breestraat was afgesloten voor dit summum aan cultureel genot dat Leiden weet te bieden, en daarom maakte mijn bus op weg naar het station een omweg via de beoogde tramroute, de Hooi- en Langegracht. Natuurlijk raakte de haltemelder daardoor van slag. Toen de bus bij het station aankwam, meldde die ‘Stadsbouwhuis’, en werd een verkeerd bedrag berekend. Niet meer omrijden, is dus het chapiter in het chipkaarttijdperk, en de 3-oktoberfeesten ook maar afschaffen. Het systeem is er niet op berekend.

Op een rit met lijn 44 naar Noordwijk (voor de beelden) stapte ik uit op de Parallelboulevard. Volgens het chipkaartsysteem ben ik echter uitgestapt bij de volgende halte: Picképlein. Dat resulteerde natuurlijk in de afschrijving van een fout bedrag.

Dan de 7 ritten met hindernissen. Die bestonden 4 keer uit het defect zijn van de voorste lezer (waarbij de achterste lezers wel werkten). Eén keer was de chauffeuse vergeten, de kaartlezers aan te zetten. Een keer weigerde de voorste lezer drie keer, alvorens mij toch nog in te checken. Dat kan straks leuk worden als 50 met chipkaart gewapende reizigers bij het station de bus in willen. Het zevende geval kwam op rekening van een apparaat dat na het inchecken meldde: ‘Laat uw kaart opnieuw lezen’, of woorden van gelijke strekking. Toen ik dat deed, checkte hij me meteen weer uit (75 cent). Waarna ik nog een keer moest inchecken.

Bij alle 60 ritten die ik tot dusverre gemaakt heb, ben ik tot mijn eigen verbazing nooit vergeten, uit te checken. Dat kost wel wat moeite. Bij korte ritten houd ik de chipkaart maar in mijn hand. Bij erg lange, van een half uur of langer, zet ik soms het alarm van mijn telefoon op een tijdstip vijf minuten voor aankomst. Ook Connexxion waarschuwt voor het uitchecken. Om de drie of vier haltes wordt omgeroepen dat je dat beslist niet moet vergeten. Maar zo’n waarschuwing hóór je op lange busritten op een gegeven moment gewoon niet meer.

De TLS-site Mijn Chipkaart werkt nog steeds bijzonder gebrekkig. De gegevens van de middelste twee weken van juni zijn definitief verloren gegaan; die van juli lopen maar tot de 4e van de maand, en liggen dus twee weken achter. Het saldo op mijn kaart ‘kan afwijken van de werkelijke waarde’; daar heb je natuurlijk veel aan, aan zulke informatie! Bij ‘Producten op uw kaart’ staat nog steeds de RET-dagkaart vermeld die ik erop heb gezet tijdens de Rotterdam Marathon van 13 april 2008. Dat product is ook nog steeds ‘Actief’.

Een andere bron van ergernis: nog nergens in Leiden kun je de chipkaart raadplegen of opladen. Waar in groot-Amsterdam en de regio Arnhem-Nijmegen al kaartautomaten bij sigarenboeren gesignaleerd zijn, is er binnen de gemeentegrenzen van Leiden geen een te bekennen.

Om al die redenen loopt het nog niet storm voor de chipkaart. Begin juni steeg het aandeel chipkaartreizigers naar 3%, maar nu is het teruggevallen tot onder de 1%. Men heeft dat ding één keer geprobeerd, maar is meteen afgeknapt op de onhandigheid, de kosten of de onmogelijkheid hem op te laden.

Ik haak voorlopig ook af, gebruik in deze regio weer eens een poosje de aloude strippenkaart en probeer in de herfst nog wel weer eens opnieuw, of het al wat beter gaat met de chipkaart.

Frans Mensonides
19 juli 2009

Noordwijk aan Zee, Picképlein

 

<< terug


VDU GEEFT NOG STEEDS PROBLEMEN

Hierboven schreef ik over de problemen met mijn NS-chipkaart, die soms, bij controle, zijn geheimen niet wilde prijsgeven. Sommige conducteurs meenden dat er geen geldig Voordeelurenabonnement (VDU) opstond. Een week of drie geleden had ik er weer zo een. Ik moest weer met schriftelijke bewijsstukken aankomen.

Ik vroeg me af of ik geen eind kon maken aan dit gedonder iedere keer, en toog naar het loket met de mededeling dat er blijkbaar iets aan de hand was met mijn VDU, dat iedere keer onvindbaar was op mijn pasje. De lokettiste ging een minuut of vijf aan de gang, las het met net zo’n apparaat als conducteurs hebben, ging speuren in gegevensbanken. Ze mompelde iets over twee manieren waarop je het kon controleren, de goede en de foute, en sommige conducteurs kozen voor de foute.

Helemaal snapte ze het ook niet, dus ze ried me aan, te bellen met de Abonnementenservice; niet de Klantenservice, want dat was weer wat anders. Ik deed de volgende morgen alzo – maar eigenlijk was ik net gek, kosten en moeite te spenderen aan een probleem dat NS veroorzaakt heeft. Daarover sprak ik mijn misnoegen uit tegen de juffrouw van Abonnementenservice, maar dat was weer zo’n snauwmens, die ik gaarne een overplaatsing naar ProRail zou gunnen, om daar verder dienst te doen als stootjuk aan het eind van een spoorbaan.

Ze snapte niet hoe het kwam, ze snapte ook niet waarom het mij mateloos irriteerde; het interesseerde haar ook hoorbaar geen biet. Maar ik moest voortaan tegen de conducteur zeggen dat hij maar op moest bellen om te verifiëren of mijn kaart geldig was. ‘En blijf ik dat gekloot dan tot april 2010 houden, totdat mijn VDU verloopt?’ Dat kon ze me niet zeggen; nee, dat lag allemaal in de schoot van de toekomst verborgen.

Van de drie volgende conducteurs keurden er twee mijn kaart goed en één af – met de uiting van triomf waaraan ik inmiddels gewend ben. Altijd leuk om zo’n grijnzend smoelwerk te zien betrekken als hij doorkrijgt dat zijn nieuwe elektronische speelgoedje gefaald heeft. Hij ried me aan, met die kaart naar het loket te gaan, maar ik zei dat ik die cyclus van af- en doorschuiven al doorlopen had.

De twee weken daarop liet het conducteursgilde, het luiste gilde van Nederland, het schromelijk afweten. Een complete 5-retourkaart Leiden – Castricum kon ik ongestempeld vastnieten aan de declaratie voor mijn werkgever. Tijdens vrijetijdsritten werd mijn kaart slechts één keer gecontroleerd, en wel door een conducteur die geen zin had, zijn digitale speeltje tevoorschijn te halen. Conducteur, dat is toch een beroep dat je kiest als zelfs stratenmaker-op-zee je capaciteits- en ambitieniveau te boven gaat.

Natuurlijk heb ik me afgevraagd, waarom juist MIJN kaart problemen geeft, terwijl die van mijn medereizigers altijd zonder moeite uitgelezen kunnen worden. De verzuchting ‘Dat heb IK weer’ is natuurlijk bij me opgekomen, maar dat is geen rationele verklaring. Ik denk dat het ligt aan het feit dat ik met dat ding op de Hoekse Lijn gereisd heb, waar in de periode 2006-2008 een volkomen mislukt experiment met de chipkaart is gehouden (zie DIT artikel). Ik was op die lijn vrijwel de enige die op chipkaart reisde; iedereen gebruikte gewoon nog papieren kaartjes. Toen moet er iets verkeerd zijn gegaan, getuige ook het feit dat mijn enkele reis van 28 april 2008 er nog steeds als product opstaat.

Deze theorie heb ik ontvouwd tegenover conducteurs, de lokettiste en de helleveeg van de Abonnementenservice, maar zij wordt altijd afgedaan als lekenpraat. Goed, als men niet wil luisteren, dan vind ik het ook best; het is in wezen mijn probleem niet.

FM 04/08/09

<< terug


EEN WEGGOOIER: WEGWERPCHIPKAARTJE GVB

 

Het Gemeente Vervoerbedrijf Amsterdam heeft onlangs de twee- en driestrippenkaarten afgeschaft die in automaten en in bus of tram verkocht werden. Ze zijn vervangen door de wegwerpchipkaart – alsof dat hele chipkaartsysteem geen eersteklas weggooier is.

De goedkoopste, of minst dure wegwerpchipkaart kost 2,60 en geeft recht op een uur lang onbeperkt reizen op het GVB-net. Je kunt er niet mee overstappen op andere maatschappijen. Met de twee- en driezonekaartjes, respectievelijk 1,60 en 2,40 duur, kon dat wel. De reiziger in één zone zag zijn kaartje in een klap 62,5% duurder worden terwijl zijn rechten ingeperkt werden.

Voordelig pakt het kaartje uit voor reizigers die een grote afstand afleggen. Reis je bijvoorbeeld van de Vorticellaweg in het uiterste noorden van Amsterdam naar Westwijk in het uiterste zuiden van Amstelveen, dan ben je goedkoper uit dan bij reizen op saldo met een anonieme of persoonsgebonden ‘vaste’ chipkaart. Het slechte nieuws is, dat je zo’n rit godsonmogelijk binnen een uur kunt voltooien.

Voor het gros van de reizigers betekent deze operatie van GVB dus een fikse prijsverhoging. Je kunt dan nog wel voor 5 euro een twee-maal-één-uurskaartje kopen; dan ben je nog iets goedkoper uit. In de tijd dat het nog van mijn zakgeld moest, kocht je in de tram voor 1 gulden een tweerittenkaart; 45 eurocent. De prijs is dus in een jaar of 35 met ruim een factor 10 gestegen. Alles wordt duurder, dat is natuurlijk waar. Maar ik geloof dat de prijsstijging van brood, melk, appelen en spinazie toch langzamer is gegaan.

Meteen ontstond er tumult rond die wegwerpkaartjes. Er worden er 20.000 per dag verkocht en daarvan werken er gemiddeld 400 niet. Alle partijen – consumentenorganisaties, maar ook GVB zelf - waren hier nogal gechoqueerd over, maar het is maar 2%. Bij mijn laatste test bleek zo ongeveer 30% van de kaartlezers in Leidse connexxionbussen defect (zie hierboven), maar daar ligt niemand wakker van.

Goed, ik besloot er 7,80 tegenaan te gooien uit de krijgskas van De digitale reiziger om het weggooireizen een middagje uit te proberen met een paar metro- en tramritjes. Ik trok voor dat bedrag drie slappe kaartjes uit de automaat op metrostation Centraal. Bij zo’n kaartje moet een wegwerpchip ingebakken zijn; hoe kunnen ze het maken, voor misschien maar een paar dubbeltjes! De mijne deden het, bovendien, wat me het invullen en opsturen van een klachtenformulier bespaarde.

Met die vodjes moet je, net als met de ‘harde’ chipkaarten, in- en uitchecken. Het eerste is logisch; bij je eerste incheck gaat het uur in dat je reizen mag. Het tweede is minder begrijpelijk, gegeven het feit dat het niet ter zake doet hoever je er mee reist. Toch kun je de uitcheck niet overslaan. Ik probeerde het met een bijna verlopen kaartje. Ik ‘vergat’ uit te checken, maar kreeg in de volgende tram een piep en een foutmelding.

Hoe kun je zien, tot wanneer je kaartje geldig is? Dat kun je niet. Het staat er vanzelfsprekend niet op, en ook de kaartlezers en –oplaadautomaten op de metrostations vertellen het je niet; wel of hij nog geldig is, maar niet hoelang nog. Ook je reisgeschiedenis kun je niet bekijken. Je moet het instaptijdstip dus zelf onthouden. En dan maar hopen dat de klok van de kaartlezer niet achterloopt.

Ik nam een andere proef op de som. Ik verliet een tram, waarop ik was overgestapt, 63 minuten na mijn eerste incheck. Bij het uitchecken kreeg ik geen foutmelding. Maar zelfs al had ik die wel gekregen, dan had ik nog vrijuit kunnen uitstappen met mijn al 3 minuten verlopen kaartje.

Zou het misschien zodanig zijn, dat het kaartje geldig is totdat je uitcheckt, als je maar incheckt voordat het verlopen is? Ik vroeg het per mail aan het GVB, met als aanvullende vraag hoe je dat dan allemaal kon zien. Het antwoord op de eerste vraag luidde dat het kaartje na een uur zijn geldigheid verliest, ook al ben je dan nog onderweg in een GVB-voertuig. Op de tweede vraag gaf men wijselijk geen antwoord.

Het was ook meer een retorische vraag. De reiziger kan dat nergens aan zien; dat had ik al geconstateerd. Alweer moet van mijn hart, dat het papieren kaartje duidelijker was; het stempeltje vertelde je tot op de minuut tot hoe laat je ermee kon reizen. Maar ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat ook de controleur niet kan zien dat een kaartje tijdens de rit verlopen is, zolang je nog niet uitgecheckt hebt. Dan zou je in praktijk je ritje af kunnen maken, ook als het uur al om is. Maar wie dat probeert, doet het voor eigen risico. Ingewikkeld stukje is dit; ik begrijp het zelf niet meer als ik het overlees.

Je zou denken dat de Amsterdamse reiziger zo’n duur en onduidelijk wanproduct niet koopt, en blijft reizen op de strippenkaart zolang het nog kan, of op saldo, of zwart, zoals hij gewend was. Maar nee, hij staat in de rij om dit technologische wonder te kopen. En over wegwerpen gesproken: de hele stad ligt bezaaid met die dingen, alsof er geen prullenbakken staan in Amsterdam.

In de tram zag ik bij het conducteurshok complete files ontstaan. Sommige reizigers verlieten na twee, drie haltes het voertuig al, met hele gezinnen, en soms 10,40 euro armer. Verklaren kan ik het niet, of ik zou het moeten verklaren zoals Obelix het zou doen: ‘Rare jongens, die Amsterdammers’.

Met die conclusie eindigt dit zomer-chipblog. We zijn in ieder geval terug rond 27/8, als Amsterdam zijn D-day beleeft: afsluiting van de metro voor de strippenkaart.

FM
09-08-09
Laatste wijziging 17/8

<< terug

 

Goede raad op Rotterdam Zuidplein


 

EERDERE ARTIKELEN OVER DE CHIPKAART (omgekeerd chronologisch):

Chipblog maart - mei 2009, met o.a.: Falende controleapparatuur bij NS en RET / ROVER terug in overleg / Langdurige blackout chipkaartlezers in RET-metro / Chipkaart getest rond Leiden - Strip en Chip; rond een historische donderdag: Magneetkaart, chipkaart: een kwart eeuw gemodder / Pedro en Jeanette: een dynamisch duo / Witkielen, aftellen naar donderdag / Randstadrail / de Compensatiekaart / D-day: donderdag 29 januari 2009 / Dan toch maar de evaluatie (jan./feb. 2009) - Unknown Check-in: Rondje Randstad met de chipkaart / Ervaringen van andere reizigers / Aanvullend stads-streekabonnement / Compensatiekaart: achter-het-bureau-denken van RET / ROVER: Duitse chipkaart of: vouw-de-vouw (november 2008 - januari 2009) - Pinksterupdate / Plundertarief GVB / Rotterdamse Pleurisschop / Tegoedbon op Hoekse Lijn / Discussieavond 'De OV-chipshow' van TUMULT / En toen: nieuw uitstel / Controleapparaat gesignaleerd (mei-juli 2008) - Op weg naar Station Unknown; De week van Tineke Huizinga / aanvulling voor wie de nuance zoekt / Huizinga´s aanvalsplan - Toenemende twijfel aan Alladin´s wonderlamp (januari / maart 2008) - RGL en Chipkaart: bladeren in koppijndossiers (januari 2008) - 'Ken d'rrr ook niks an doen' Een middag chippen in de tram van de RET (juli 2007) - Ik overleefde de metro-marathon van Rotterdam (april 2007) - U houdt van reizen, maar niet van gedoe; chippen bij NS (januari 2007) - ‘Use it, lose it’; Zomaar wat chip-shit uit de Amsterdamse Gettogordel (januari 2007) - 'RET wenst u een goede reizen'; op pad met de OV-chipkaart (juni 2006) - Aangekaart; losse flodders over de chipkaart (mei 2006) - Niet goed, geld weg. Twee dagen op pad met de OV-chipkaart (maart 2006) - Veel onduidelijkheden rond de OV-chipkaart (februari 2006)


<<< naar thuispagina van Frans Mensonides

© Frans Mensonides, Leiden, 2009


<< naar thuispagina Frans Mensonides