Op weg naar Station Unknown
De week van Tineke Huizinga

 


Aanvulling voor wie de nuance zoekt (februari 2008) >>>
Aanvulling op schrikkeldag: Tineke Huizinga's Aanvalsplan >>>
Paas-update: Toenemende twijfel aan Alladin's wonderlamp >>>


Begin deze maand sloeg ik het koppijndossier ‘OV-chipkaart’ open. Ik verdiepte me in het recente verleden van de kaart, blikte vooruit naar de weinig zonnige toekomst ervan, en deed verslag van een eigen praktijkonderzoekje.

In de week na het ‘ter perse’ (ter webbe?) gaan van dat artikel is de OV-chipkaart geen dag, geen uur uit de publiciteit geweest. Dat artikel schreeuwde dus om een vervolg. Welnu:

Naast de hackbaarheid van de kaart richtten de pijlen zich ook op de problemen rond de privacy. Het GVB Amsterdam bleek de reisgegevens van individuele klanten onnodig lang te bewaren. Dat men daarmee is door blijven gaan, ondanks eerdere kritiek van privacywaakhond CPB, wekt wel verdenking. Is het de OV-bedrijven er mede om begonnen, gegevens over mijn reisgedrag voor grof geld door te kunnen verkopen aan de commercie? Natuurlijk is het een interessant gegeven, dat ik het winkelcentrum X in de gemeente Y frequenteer. Hoe dan ook, nadat het CPB het GVB een moeder-van-alle-boetes in het vooruitzicht had gesteld, heeft het vervoersbedrijf toch nog eieren voor zijn geld gekozen en zijn privacybeleid gewijzigd.

Staatssecretaris Tineke Huizinga had die week weinig respons op de kritiek die zij kreeg te slikken in de Tweede Kamer. Ze zou ‘gebrek aan regie’ getoond hebben; lees: Gods water over Gods akker hebben laten vloeien.

De kamer schoot helaas noch Huizinga, noch de chipkaart af. Ze wachten nu eerst het onderzoek van TNO af naar het hacken van die kaart, en daarna de door de staatssecretaresse beloofde contra-expertise. Van euthanasie is deze christelijke politica natuurlijk geen voorstandster, maar naar mijn atheïstische mening was het nu toch zo langzamerhand wel gepast geweest, de stekker van de beademingsapparatuur eruit te trekken en deze rampzalige kaart ten grave te dragen. En dan de zaak natuurlijk op een nette manier afronden, met een fatsoenlijke regeling voor schadeloosstelling van de kaarthouders: aanschafkosten van de kaart terug, saldo terug en de op de kaart geladen abonnementen weer ouderwets op karton.

Als je die Tineke op TV hoort praten-zonder-iets-te-zeggen, vraag je je toch in gemoede af, hoe zo iemand met haar kontje op het regeringspluche terecht komt. Vermoedelijk heeft de CU haar alleen naar voren geschoven omdat ze zo’n leuke, frisse EO-toet heeft, en niet om haar capaciteiten. Aan de andere kant: onderschat deze geslepen juriste niet! Ze heeft toch maar mooi het kandidaatsexamen Rechten behaald voordat zij de boze maatschappij betrad. Misschien is ze minder dom dan ze overkomt op TV.

Weinig begrijp ik nog steeds van de houding van ROVER tegenover de chipkaart. Men blijft kraaien dat men voorstander is van dat ding. De reizigersvereniging wil echter daarnaast de strippenkaart tot in lengte van dagen in stand houden, zodat de reiziger een keuzemogelijkheid zal blijven behouden. Maar in de week van Tineke riep ROVER ineens in paniek, dat de chipkaartapparatuur, hangende de onderzoeken, tijdelijk buiten werking moest worden gesteld. Zodat de reiziger dus zijn keuzemogelijkheid verliest, en diens dure chipkaart, inclusief saldo en eventuele abonnementen, voorlopig waardeloos wordt. De logica is weer ver te zoeken.

In de Hoekse Waard, dat bijzondere eiland dat ik een jaar geleden bezocht, heeft de reiziger die keuzemogelijkheid ook niet meer. Afgelopen december werd daar vervoerder Connexxion opgevolgd door de nieuwe concessiehouder Arriva, die (nog) niet meedoet met de chipkaart. Honderden reizigers zitten daar nu met een waardeloze kaart, met even waardeloos reissaldo, abonnementen en andere reisproducten. Bij de concessieverlening had men hun bestaan slordigheidshalve vergeten; niets rond die kaart schijnt goed te kunnen gaan.

Intussen heeft het imago van de kaart in een week tijd een flinke deuk opgelopen. Geen mens, behalve verstokte fans als Huizinga en RET-bons Peters, gelooft nog dat deze kaart per 1 januari 2009 landelijk ingevoerd zal zijn

Wonderlijk vind ik, dat de politieke discussie zich die week toespitste op de hack- en privacyproblemen; in wezen toch niet meer dan bijzaken. Veel ernstiger vind ik het feit, dat die kaart gewoon niet goed werkt; iets wat al vaak is vastgesteld, maar nog nooit tot kamerdebatten geleid heeft.

Als hij niet goed werkt, vormt hij ook geen bedreiging voor de privacy. Afgelopen dinsdag maakte ik een chipkaarttochtje op Voorne-Putten, waar Connexxion het streekvervoer nog wel mag uitvoeren. Toen ik daarna op een RET-metrostation een uitdraai opvroeg van mijn laatste transacties, stond overal achter ‘station’ vermeld: ‘unknown’. Dat, terwijl eind vorig jaar toch nog alle metrostations en bushaltes die ik had aangedaan, keurig netjes op zo’n uitdraai vermeld stonden. Wie met die bon in de handen al mijn gangen wil nagaan, zal bedrogen uitkomen. Maar ik zal straks uit vrije wil onthullen waar ik geweest ben.

Nóg ernstiger vind ik het feit, dat de kaart van meet af aan louter in het leven is geroepen voor de (financiële) belangen van de vervoersmaatschappijen. Nooit is het de bedoeling geweest, het leven van ons reizigers, gemakkelijker of goedkoper te maken, integendeel. Alle reclamecampagnes voor en mededelingen over de kaart houden ons het ding dan ook voor als een soort straf voor… voor wat eigenlijk? Voor het feit dat we überhaupt nog bereid zijn, met het OV te reizen?

Ik was dus op Voorne-Putten, zoals ik even aanstipte. Vijf busritjes maakte ik met de kaart; zolang hij nog bestaat, zal ik hem blijven testen. Slechts één van die ritten werd correct berekend. Eén keer waren alle kaartlezers in de bus defect. Connexxion grossiert, meer nog dan RET, in defecte apparatuur. De vakbond FNV-Bondgenoten nam op Voorne-Putten een steekproef van honderd ritjes, naar aanleiding van klachten van buschauffeurs. In bijna de helft van de gevallen, 44 om precies te zijn, waren en problemen met in- of uitchecken.

Tot mijn verwondering kostte verder mijn rit Heenvliet – Spijkenisse me een paar dubbeltjes meer dan die van Spijkenisse naar Zwartewaal, hoewel een blik op de kaart toch leert dat Zwartewaal verder van Spijkenisse ligt dan Heenvliet. Het lag niet aan het basistarief van 70 cent; dat heb ik natuurlijk nagegaan. En de bus maakte geen rare omwegen. En nee, naast Heenvliet bestaat er geen dorp Terugvliet of Weervliet, daar ligt het ook niet aan dat de chipkaart spontaan het heen en weer kreeg.

Met Heenvliet en Zwartewaal zijn twee dorpen genoemd die plezierig bewandelbaar zijn op een zonnige winterdag. Mijn tocht was niet vergeefs; een paar foto’s-van-de-week puur ik er wel weer uit. Vooral in Zwartewaal fotografeerde ik een paar onheilspellende voortekenen voor de chipkaart.

Het laatste nieuws, dan. De gemeente Leiden voert ook weer zo’n achterhoedegevecht tegen die kaart, die toch tot mislukken gedoemd is. Het gaat hier om de toegangspoortjes op Leiden Centraal. De gemeente wil ze op een andere plek, bij de trappen, in plaats van bij de ingang, waar zij ook de niet-treinreiziger in zijn wandeling belemmeren. De gemeente voelt zich gesterkt door een rechterlijke uitspraak dat de stationshal openbaar gebied is; alweer een nederlaagje dus, voor de chipkaart. In Hengelo speelt overigens een vergelijkbare discussie.

Echt goed nieuws kwam uit het verre Sydney, Australië. In die miljoenenstad probeert men al jarenlang een chipkaartsysteem in het leven te roepen dat erg lijkt op het onze (met dien verstande dat men de beveiliging tegen hackers iets beter aangepakt schijnt te hebben). Het had al moeten draaien bij de Olympische Spelen van 2000. In 2006 besloot de deelstaat New South Wales er nog maar weer eens 50 miljoen euro tegenaan te smijten. Om nu dan toch de stekker eruit te trekken. Ik ben er nog steeds van overtuigd, dat dat in Nederland ooit ook zal gebeuren.

Och, Sydney is misschien wel een aardige bestemming voor een snoep- en studiereisje; Hong Kong hebben ze nu toch wel eens gezien, denk ik.

Frans Mensonides
28 januari 2008
Er geweest: dinsdag 22 januari 2008

<<< Terug naar begin


Aanvulling op schrikkeldag: Tineke Huizinga's Aanvalsplan >>>
Paas-update: Toenemende twijfel aan Alladin's wonderlamp >>>

AANVULLING voor WIE DE NUANCE ZOEKT

Zoals gezegd blijf ik die kaart proberen. Vijf RET-tramritjes op de late zaterdagmiddag van 2 februari 2008 leverden hetzelfde verbluffende resultaat op als dat toertje op Voorne-Putten: één van de vijf ritten correct verwerkt. Bij een rit op lijn 8 stapte ik uit op de halte Churchillplein, maar volgens het systeem zou ik uitgestapt zijn op de Kortenaerstraat, een halte van tram 7 (die daar wel min of meer in de buurt ligt, dat wel). Door de RET-klantenservice werd zo’n fout een half jaar geleden nog voor volstrekt onmogelijk gehouden; men deelde me mede, dat je hoogstens een verkeerde halte op dezelfde lijn zou kunnen treffen. Of dat het minder erg maakt.

Anderhalve week later was ik weer in Rotterdam, voor de verandering omdat ik echt ergens in die stad moest wezen. Daarom slechts twee tramritten, één heen en één terug. Deze keer een 100%-score: beide ritten fout. Weer een paar dagen later, toen ik op pad was voor een nog te publiceren verhaal over de TramPlus naar Ridderkerk, weer eens een streekbus waarvan de kaartlezer defect was. Het brengt de totaalstand voor 2008 op 11 fouten bij 13 bus- en tramritten, een verbijsterend betrouwbaarheidsniveau van 15%.

Met zulke toestanden raakt de nuance nog wel eens uit beeld. Gelukkig bestaat er een krant die die nuance juist zoekt. Ik lees de NRC graag; ik zal hem altijd oprapen als ik hem zie liggen op de vloer van een treincoupé. Zo stuitte ik laatst in de NRC van zaterdag 14 februari 2008 op een column van een bedaagde denker over management en zakendoen, Johan Schaberg. Hij vergeleek de OV-chipkaart met de consumptiebon voor het glas wijn waaruit hij zijn inspiratie geput had. Zo’n bon kun je gemakkelijk namaken. En dat is helemaal niet erg, want een consumptie kost maar een paar euro, net zoveel als een tramritje, en daarom moeten we ons ook niet zoveel zorgen maken over de hackbaarheid van de OV-chipkaart; zoeits lijkt hij te willen bedoelen.

Mooie meneer, die Schaberg. Hij ziet eruit als het ultieme VVD-lid, straks de laatste die nog overblijft na alle afsplitsingen. Vermoedelijk heeft hij voor het laatst in een streekbus gezeten toen de chauffeur nog een kaartje uitdraaide uit een mechanisch trommeltje met een slinger.

Schaberg gaat, als zovelen, voorbij aan het belangrijkste bezwaar tegen de chipkaart: DAT DING WERKT NIET! Die nuance vergeet hij aan te brengen. Hij weet van toeten noch blazen. Nuance? Ik lees liever een stukje van een deskundige, die gewoon zegt waar het op staat; de nuance breng ik indien nodig dan zelf wel aan. Die NRC is toch inderdaad de slijpsteen voor de geest die hij beoogt te zijn. De nonsens die je er vaak in aantreft, moet je wel weerspreken, en daarvoor is inderdaad enige geestelijke inspanning nodig. Dit terzijde; had ik het eigenlijk wel moeten noemen?

Verder zijn we nog steeds in afwachting van Tineke’s pro- en contra-expertises. Ook in deze windstille periode toch weer negatief nieuws over de chipkaart. Het midden- en kleinbedrijf heeft mot met DistriChip, de organisatie die gaat doen wat haar naam al zegt. De eisen voor het aan de man brengen van de chipkaart zijn zo hoog, dat het voor de sigarenboer-op-de-hoek niet haalbaar is. De chip zal dus alleen bij grote winkelketens verkrijgbaar zijn. Alzo besliste de rechter; er was deze week een kort geding over, en het midden- en kleinbedrijf verloor deze zaak, die toch ook weer niet meer was dan een achterhoedegevecht.

FM 21-02-08

<<< Terug naar begin

Remedies tegen Pedro Peters en zijn chipkaartmaffia?


Paas-update: Toenemende twijfel aan Alladin's wonderlamp >>>

AANVULLING OP SCHRIKKELDAG: HUIZINGA's 'AANVALPLAN'

Een geheugen is een raar ding. Ik herinner me met geen mogelijkheid meer wat ik deed op de vorige schrikkeldag, 29 februari 2004, noch op die van 2000, 1996… Maar ik herinner me nog glashelder wat ik tien schrikkeldagen geleden deed, op 29 februari 1968. Het heeft iets te maken met het thema verkeer en vervoer, anders zou ik het hier niet te berde brengen.

Op die schrikkeldag bezocht ik met de hele zesde klas waarin ik toen zat (indertijd de hoogste klas die de basisschool te bieden had) het ‘verkeersinstructielokaal’ op het Leidse politiebureau aan de Zonneveldstraat. Wat je daar te zien kreeg, was zo bijzonder dat ik het altijd ben blijven onthouden, gecombineerd met die bijzondere dag waarop het plaatsvond.

We zagen daar namelijk onder meer een aantal verkeerssituaties op een kruispunt, uitgebeeld met speelgoedautootjes op maquettes. Op elke maquette nam of kreeg één verkeersdeelnemer voorrang. Je moest steeds een keuze maken, in welke situatie de voorrangsregels juist waren toegepast: a, b of c. Drukte je op de goede knop, dan ging een er groen lampje branden; drukte je op de verkeerde, dan werd het lampje rood. Het leek op het Elektrospel dat in ieders speelgoedkast stond, en in dat predigitale tijdperk ook als klein wondertje ervaren werd (‘Als de lamp het doet, is het antwoord goed’).

Nu ik het beschrijf, merk ik dat er toch gaten zitten in mijn geheugen; alleen dat Elektrospel komt nog vaag door de mist der decennia. En de brigadier die de middag leidde, die zie ik ook nog levend voor me, al is de man vermoedelijk reeds lang ontslapen. Voerman heette hij, als ik het wel heb. Hij was zo’n degelijke, dikke, vertrouwenwekkende politieman, die ook in het era van hippie, provo en protestsong zijn gezag staande hield: met een mild-vermanend woord waar nodig en een kwinkslag waar mogelijk. We kenden hem al; hij reisde elk schooljaar alle scholen af om de verkeerslessen te ondersteunen met zijn gezag, in het volle ornaat van zijn uniform, het ijs brekend met grapjes over zijn corpulentie.

Ik ben er misschien met de bus heengegaan, naar dat instructielokaal, als mijn moeder die binnenstad te druk vond voor op de fiets; ik bezat dan wel een verkeersdiploma, maar een ongeluk zat in een klein hoekje. In de bus kreeg je voor je dubbeltjes een slap kaartje met een reeks getallen erop waaraan een kenner kon zien waar je vandaan kwam en heen ging.

Dit alles is slechts een bruggetje naar de schrikkeldag van heden, waarop staatssecretaresse Tineke Huizinga weer een nieuwe ronde uitvecht in haar strijd met het moderne Elektrospel genaamd: OV-chipkaart. Ik meende te begrijpen waarom zij daarvoor juist zo’n vreemde, niet-bestaande dag heeft uitgekozen. Ik dacht dat zij zou gaan beweren: ‘Volgend jaar om deze tijd zijn alle problemen opgelost’. En daarmee zou ze dan stiekem bedoelen: op de volgende schrikkeldag, 29 februari 2012.

Maar het pakte anders uit. Ze kwam met een Aanvalsplan. Zijn we dan in oorlog, dacht ik (behalve dan met de Taliban, en binnenkort met de complete Islamitische wereld)? Wie of wat Tineke gaat aanvallen is niet duidelijk. De strippenkaart wellicht, die ze nog steeds op 1 januari 2009 hoopt te kunnen laten verdwijnen. Maar zorgvuldigheid heeft nu voorrang boven haast. Het mag ook wel iets later worden. Eerst moeten alle vuiltjes op de chipkaart weggewerkt worden; dan pas kan de voorganger ervan verdwijnen.

Ik zal weinig woorden vuilmaken aan dit Aanvalsplan; het is al laat op deze schrikkeldag en dit stukje moet voor middernacht af; voordat deze bijzondere dag voorbij is. Iedereen kan het plan nalezen en er het zijne van denken.

Slechts een paar punten pik ik eruit. Het Aanvalsplan lijkt in de eerste plaats tot doel te hebben, het imago van de chipkaart op te poetsen onder het reizende publiek. En de hackbaarheid van de chipkaart lijkt ernstiger gevonden te worden dan het feit dat hij niet goed WERKT. Van de speerpunten die Tineke noemt aan het begin van haar document, is de correcte werking van de kaart niet toevallig de vijfde en laatste.

Huizinga doet verder alle moeite om den volke ervan te overtuigen dat zij heus wel regie heeft over het chipkaartdossier. Ze gaat daartoe zelfs een Regieraad oprichten, een polderclub met chipproducent TLI, DistriChip, de vervoerbedrijven en de 19 concessieverleners. Met die 19 laatsten gaat zij ook nog om de tafel zitten om te doen wat natuurlijk al lang gedaan had moeten zijn: een 'landelijk tariefkader' vaststellen. Dat wil zeggen, dat alle vervoersregio’s moeten werken met dezelfde definities van dal- en spitsuren, met dezelfde leeftijdscategorieën voor senioren- en juniorenkorting, met hetzelfde systeem voor abonnementen en vastrechtkaarten.

Verder doet zij de reiziger een aantal beloften. Zo zullen de privacyregels zorgvuldig nageleefd worden en zullen de tarieven niet verhoogd mogen worden gedurende het eerste jaar na afschaffing van de strippenkaart (wanneer dat dan ook maar zal zijn).

Als je dit Aanvalsplan zorgvuldig leest, komt het eerder over als een Verdedigingsplan; Tineke zit zwaar in het defensief. Voor de grootste oppositiepartij, de SP, mag het meteen de prullenmand in en mag de OV-chipkaart ten grave worden gedragen. Groen Links gaf onlangs een vergelijkbaar signaal af; de VVD wil een kamerdebat. De overige partijen doen voorlopig nog net of het goed gaat komen met die kaart. Maar enkele vervoersbedrijven beginnen nu ineens ook terug te krabbelen en te zeuren over de vraag wie het moet betalen; aan het Aanvalsplan hangt een prijskaartje van 50 miljoen.

Het TNO-rapport over het hacken van de kaart is ook verschenen. Het wachten is nu nog op de contra-expertise, maar Huizinga wil alvast kwijt dat uit het rapport niet naar voren komt dat er ernstige veiligrisico’s zijn. Desondanks wordt er wel binnen twee jaar een nieuwe kaart ontwikkeld, die moeilijker te hacken is.

En dat terwijl de huidige kaart nog niet eens werkt. Alles doet de staatssecretaris eraan om de huidige problemen af te doen als kinderziekten. Maar ik ken geen kind dat twee jaar of langer continu de waterpokken heeft. Ik durf dan ook te wedden, dat we op de volgende schrikkeldag nog steeds strippenkaarten stempelen. En dat ik dan nog weet wat ik op de vorige schrikkeldag deed: dit stukje signeren.

FM
29-02-2008

<<< Terug naar begin




In 1968 wist je van te voren precies hoeveel je moest betalen, eventueel na een overstap met 'slipbiljet'.
Overgenomen uit het NZH-busboekje van winter 1968-1969.


TOENEMENDE TWIJFEL aan ALLADIN's WONDERLAMP: PAAS-UPDATE

Wat is onder meer het verschil tussen politici en hackers? De laatsten doen wat zij beloven. Begin dit jaar hackten zij de eerste beschermlaag van de OV-chipkaart, en kondigden spoedige hacking aan van de tweede vestingwal. Eerder deze maand gebeurde dat ook. Ze zijn nu in staat, met een laptop op reis te gaan en de kaartcode te kraken van nietsvermoedende medepassagiers, om op hún saldo verder te reizen.

Opvallend na zo’n krantenbericht is de vastberadenheid van de poliziek en de OV-sector om verder te gaan op een doodlopende weg. Zo is bijvoorbeeld het GVB Amsterdam allerminst onder de indruk van de hackerij. ‘ Beveiliging is een continu proces’, zo orakelt de stadsvervoer op zijn website:

’De OV-chipkaart heeft meerdere lagen van beveiliging. De eerste laag betreft de standaardbeveiliging van de fabrikant, en de tweede laag bevat beveiligingsvoorzieningen in de chip specifiek voor de OV-chipkaart. De derde laag bestaat uit maatregelen in de backoffice. In de backoffice worden transacties met een afwijkend patroon gemonitord en indien noodzakelijk wordt de kaart bij eerstvolgend gebruik geblokkeerd. Tot nu toe zijn geen transacties voorgekomen die duiden op frauduleus handelen met de OV-chipkaart.’

Gelukkig hebben ze nog een derde laag, hun backoffice. Ik zie daar een zaal van kantoorklerken bij, die de hele dag, met een dikke uilenbril op, honderdduizenden transacties zitten te controleren op decimeters dikke computeruitdraaien, op zoek naar elektronische zakkenrollers. Is het dan niet veel efficiënter, de strippenkaart te handhaven en al die mensen gewoon naar de metrostations te sturen om hun werk te doen als controleur?

Die controleurs van het GVB zijn inmiddels gewend aan mijn chipkaart met RET-logo en Erasmusbrug. Die vormt geen reden meer om mij terug te roepen van halverwege de roltrap. Het bekende vingergebaar, als reactie daarop, hoef ik dus ook niet meer te maken.

Op de GVB-metro werkt de OV-chipkaart nog steeds met het zonesysteem, en is het plundertarief per hectometer gelukkig nog niet geïntroduceerd. Poortjes in metrostations werken perfect, tenminste op momenten dat ik erdoorheen wil; ik spreek alleen uit eigen ervaring.

Minder goed werken de ‘losse’ chipkaartlezers op de perrons en in de hallen van sommige stations. Op Duivendrecht staan de batterijen poortjes nog werkeloos. Je moet in- en uitchecken bij de losse lezers die verspreid staan in die ruime hal. Bij mij weigerden laatst de eerste vier van die lezers, al wreef ik mijn kaart eroverheen zoals Alladin wreef over zijn wonderlamp. Pas de vijfde wenste mijn kaart te lezen.

Wellicht is het om die reden, dat GVB niet erg happig lijkt, de chipkaart te introduceren op bus en tram…

In Rotterdam hebben ze dat al een hele tijd geleden al gedaan. En dat met wisselend en te gering succes. Het probleem van de overstappen hebben ze nu wel getackeld; ik ben het al maanden niet meer tegengekomen. Als je binnen 35 minuten overstapt, wordt het opstaptarief van 70 cent je tegenwoordig altijd correct kwijtgescholden. De klokken van alle poortjes en kaartlezers lopen nu synchroon met elkaar. Helaas nog niet met de rest van de klokken in deze tijdzone; ze lopen zes minuten voor op de MET. Gelukkig doen ze dat allemáál, zodat de overstaptijd toch altijd correct wordt berekend. Dat probleem is dus uit de wereld, al ben ik benieuwd of dat volgende week, na invoering van de zomertijd, nog steeds het geval zal zijn.

Ernstiger is het gesteld met het berekenen van de correcte hectometerprijs voor je rit. Het foutenpercentage stijgt gestadig, en is nu boven de 50% gekomen, althans voor de ritten die ik zelf de laatste tijd gemaakt heb als eenmans-testteam. Oh ja: ik check altijd meteen bij betreden van het voertuig in, en vlak voor het verlaten ervan uit; daarin zitten de geconstateerde afwijkingen niet.

Er gebeuren de raarste dingen. Onlangs tramde ik van CS naar museum Boymans van Beuningen (voor een overigens zeer interessante tentoonstelling over laatmiddeleeuwse Nederlandse schilderkunst). Op de heenweg miste ik door een klein moment van onoplettendheid mijn halte en reisde 300 meter te ver mee. Op de terugweg stapte ik wel bij de correcte halte in. Ik legde toen dus 300 meter minder af per tram, maar betaalde daarvoor wel een cent meer.

Wie kijkt er op een cent? De VVD-Rotterdam in ieder geval wel. Die willen zo snel mogelijk af van het instandhouden van twee systemen naast elkaar. De strippenkaart kan nu wel de vuilnisbak in, vinden zij. En dat terwijl Groen Links, een van hun coalitiepartners in het gemeentebestuur, datzelfde lot beschoren ziet voor de chipkaart. Ze zijn dus wel eensgezind in hun standpunt, dat er slechts één tariefsysteem moet bestaan.

Geheel anders denkt ROVER daarover. Al maanden ventileren zij, om voor mij volstrekt onbegrijpelijke redenen, de mening dat er kartonnen kaartjes moeten blijven bestaan naast elektronische. Ze hebben er nu zelfs een lijvig rapport over uitgebracht, met de lelijke poldertitel: Duaal en verankerd. Ligt het aan mij, dat ik eerst drie keer Duaal en verkankerd las?

Het rapport staat vol zompige blubber, vol van de wollige volzinnen die ze blijkbaar hebben afgekeken van de OV-sector en de politiek. Ik kwam er niet doorheen, en weet dus ook niet hoe het is afgelopen, en of de butler het gedaan heeft. Waar is toch de tijd gebleven, dat ROVER’s pakkende rapporten schreven, die duidelijk waren voor het reizende publiek en het journaille, en daardoor via-via wellicht ook voor beleidsmakers en politici? Dit leest echt geen hond.

ROVER maakt zich vooral dik over de incidentele reiziger, eventueel uit het buitenland, die straks een los kaartje moet kunnen kopen, zonder voor dat ene ritje een chipkaart te hoeven aanschaffen.

Men (niet alleen ROVER, maar iedereen) zou eens moeten kijken bij De Lijn in Vlaanderen. De Vlaamse stads- en streekvervoerder kent al jarenlang een systeem, één systeem, met magneetkaartjes. Die zijn nog eens van papier ook; er staat in cijfers en letters op afgedrukt waarvoor je als reiziger betaald hebt. Ook handig voor de controleurs, die dus geen speciaal apparaatje hoeven te bezitten om het te kunnen lezen; in Rotter- en Amsterdam heb ik zo’n apparaatje nog steeds niet gezien.

Je kunt reizen op saldo of met een abonnement. Ik heb als buitenlander geen idee hoe dat gaat. Maar dat hoeft ook niet, want ik kan in de automaat of bij de bestuurder nog steeds een dagpas of een ‘biljet’ (enkeltje) kopen, ook zo’n papieren magneetkaartje, waar duidelijk opstaat wat het is. Eén glashelder systeem voor iedereen: daarvoor zou ROVER moeten pleiten.

Volkomen onlogisch pleit de reizigersvereniging, die zo van diversiteit houdt, in plaats daarvan voor ‘opschorten’ van de chipkaart, nu deze zo gemakkelijk gehackt kan worden. Nu even geen 'dualisme', dus. Wat ik graag zou lezen op de ROVER-website: een pleidooi om ECHT HELEMAAL RADICAAL TE KAPPEN met die achterlijke chipkaart, helemaal overnieuw te beginnen met nadenken over een elektronisch betaalsysteem en deze keer nu eens wél uit te gaan van de beleving en de wensen van de REIZIGER, die bij ROVER soms even ver uit het zicht is verdwenen als bij de vervoerbedrijven die hun brood ermee verdienen. Ze zijn het contact met hun achterban echt volkomen kwijt. En dan vragen zij zich nog af, hoe het komt, dat het ledental stagneert.

Ik heb mijn suggesties aan ROVER doorgegeven en wel onder schuilnaam en met een verdraaid handschrift, daar mijn naam melaats is op het Amersfoortse hoofdkantoor van de club. Tot dusverre heb ik nog geen antwoord ontvangen. Ook wacht ik trouwens nog op een reactie van de Provincie Zuid-Holland, die ik in week 1 van dit jaar gevraagd had wanneer in Leiden en omstreken de chipkaart ingevoerd zou worden op de bussen.

Streekvervoerder Veolia heeft de afgelopen dagen als eerste vervoerder grote twijfel uitgesproken over de toekomst van de OV-chipkaart. De kosten voor het vervoerbedrijf zouden zo hoog kunnen oplopen dat de jaarlijkse winst verdampt. En dat was zeker niet de bedoeling van de chipkaart. Toch pleit Veolia nog niet voor stopzetting van dit feitelijk al gestrande project.

Hoe moet het dan wel verder met elektronisch betalen? Veolia en anderen pleiten voor een systeem waarbij je kunt in- en uitchecken per mobiele telefoon. Dat zou gepaard gaan met minder beveiligingsproblemen dan bij de tegenwoordig zo onder druk staande Mifare-chip.

In Duitsland kan dat al, inchecken per mobiel; het kan bijna, Deutsche Bahn denkt het mobiele kaartje in 2010 te kunnen introduceren. Dit verhaal gaat maar even voorbij aan de miljoenen mensen in ons land die geen mobiele telefoon hebben en dan gedwongen worden, er een aan te schaffen. De telefoonproviders zullen er in ieder geval rijker van worden.

Bij Connexxion horen we nog geen openlijke twijfel aan het chipkaartproject. Connexxion klaagt nu wel het hardste bij Tineke over de kosten van haar Aanvalsplan. Niets van wankelmoedigheid blijkt echter uit hun website: ‘Hij komt eraan!’, bazuinen ze. Een jaartal staat niet meer vermeld.

Connexxion wilde als streekvervoerder zo graag meedoen met de grote jongens: NS, GVB, RET en HTM. En ze wilden zo graag voorop lopen; eind 2005 waren hun bussen in Groot-Rotterdam als eerste van Nederland uitgerust met chipkaartlezer.

Dat die dingen dan ook nog moeten werken, dat ontgaat de vervoerder volledig. Bij mijn laatste twee ritten met Connexxion trof ik een niet-werkende chipkaartlezer. Ik mocht dus gratis reizen, en je hoort me niet klagen. Maar ik krijg de indruk dat Connexxion het wel gelooft, en die dingen zelfs niet eens meer probeert op te starten, ’s morgens in de garage.

NS is niet behandeld in deze update, maar zorgde wel voor de foto’s: poortjes en gebral op Leiden Centraal en in Nieuw-Vennep. Het eerste station moet omgevormd worden tot een ‘superstation’ waar je kunt shoppen, fitnessen, eten, uitgaan, bidden, zuipen en misschien ook nog de trein nemen. Ook niet-treinreizigers moeten zich en masse naar dit attractiepunt begeven. En die rotpoortjes door…

Een lezer, die afgelopen zondag de hele dag getreind heeft met het boekenweekgeschenk, vroeg zich af, hoe dat nou in de toekomst moet. Het boek bij het poortje houden? Moet zo'n boek dan uitgerust worden met een chip? Ik heb er geen antwoord op, en vind ook niet dat ik dat zou moeten verzinnen. Vraag het aan Alladin!

FM
21-03-2008

<<< Terug naar begin

© Frans Mensonides, Leiden, 2008


<< naar thuispagina Frans Mensonides