De digitale reiziger (128a) 
'Drielandentrein'; rokjes- en dikketruiendag in Aken



Aachen Hbf


Op zondag 27 januari 2019 reed hij voor het eerst, Arriva’s ‘Drielandentrein’ van Maastricht via Heerlen naar Aken (een stad die Duitsers hardnekkig blijven spellen als Aachen). In twee landen dus maar; tot nader aankondiging overschrijdt hij maar één grens.

Ik nam hem op vrijdag 15 februari 2019 om een middag te fotowandelen in de stad die met Keulen gemeen heeft dat hij niet op één dag gebouwd is. Die vrijdag de 15e werd een unieke dag in de geschiedenis: nooit eerder viel rokjesdag zo vroeg in het jaar, en nooit eerder viel hij samen met dikke-truiendag. Sowieso dus een dag om te onthouden.


De Drielandentrein; het hoe, wat, waar en waarom

Een rechtstreekse verbinding Luik – Maastricht – Heerlen – Aken, dat was de opzet en is nog steeds de opzet van de Drielandentrein. Per december 2018 had hij zijn naam eer aan moeten doen. De NMBS, de Belgische spoorwegen, lagen echter dwars.

De Arriva-FLIRT’s die deze internationale dienst hadden moeten onderhouden, kunnen praten met de spoorbeveiligingssystemen van Nederland, Duitsland en België. Dat is het probleem niet. Maar deze treinstellen zijn niet uitgerust met het Europese veiligheidssysteem ERMTS. En daarom mogen ze van de Belgen niet rijden op het traject Luik – Maastricht. Waarbij men voorbijgaat aan het feit dat dat boemellijntje óók niet is uitgerust met ERMTS.

Dat lijkt op pesten, maar de Belgen zijn onvermurwbaar tegenover ons, fromages. Vóór 2020 zullen er geen Kaaskoppen-treinen rijden op dit Waalse traject, maar alleen de vrijwel uiteenvallende Belgische wrakken die deze dienst al jaren onderhouden.

Toen zou dan op 9 december 2018 in ieder geval wel de lijn Maastricht – Aken van start gaan, maar nu begonnen ook de Duitsers zich te roeren. Er waren nog onvoldoende testritten gemaakt. Het leverde 6 weken vertraging op.

Deze trein, die nu dan eindelijk rijdt, is niets anders dan een verlenging en voortzetting van de sneltrein Maastricht – Heerlen, die sinds december 2016  geëxploiteerd wordt door Arriva onder lijnnummer S5. Deze S5’s, die nu S15 heten, rijden eens per halfuur en stoppen alleen in Meerssen en Valkenburg. Er rijdt er nu één per uur door van Heerlen naar Aken. En die heet dan auf Deutsch: RE18.

Heerlen – Aken gaat in exact een half uur. De totale rit Maastricht – Aken duurt 54 minuten. Reizigers met een goed geheugen temperden de feestvreugde over de nieuwe verbinding met de opmerking dat Maastricht – Aken tot 1992 zo’n 10 minuten sneller ging.

Er werd in die tijd een andere route gevolgd. De treinen sloegen bij Schin op Geul rechtsaf en reden via Wijlre-Gulpen, Eys-Wittem en Simpelveld bij Bocholtz het land uit. Daarna volgden de Duitse stations Vetschau en Richterich waarna Aken in zicht kwam. Het traject Schin op Geul - Vetschau is nu een toeristische spoorlijn. Laat je niet foppen door het kaartje hieronder, dat niet op schaal is: via Simpelveld sneed je wat kilometers af.

En tussen haakjes: snelbus 350 van Arriva rijdt nog steeds elk kwartier van Maastricht naar Aken via Gulpen en Vaals
. De rit duurt ongeveer een uur en voert naar de binnenstad van Aken. 


Overgefotografeerd van NS, en bewerkt.
De rode lijn: de Drielandentrein, zoals hij bedoeld is. De gele lijn: de oude route naar Aachen via Simpelveld.
De blauwe lijn: Luik – Aken via de kortste weg en met maar één grensoverschrijding.
En ten slotte de witte: Het oude ‘Miljoenenlijntje’ van Simpelveld naar Kerkrade.

 

Mocht de hele verbinding Luik – Aken per Drielandentrein ooit nog tot stand komen, dan vormt die geen verbetering voor de reizigers die all the way van Luik naar Aken willen. Die rechtstreekse rit gaat ongeveer anderhalf uur duren. Met de Thalys doe je het nu in 22 minuten, als je de financiële aderlating er voor over hebt. Zo niet, dan ben je nog altijd sneller, 53 minuten, met NMBS-treinen, met een overstap in Welckenraedt of Verviers.

Wij van De digitale reiziger, d.w.z. Maxwell van Haeghwijck en ik, volgden die route in 2003 toen er nog geen Drielandentrein bestond, maar wij wel een drielandentocht deden (deel 1deel 2). Die dag zijn wij gesignaleerd in Maastricht, Luik, Verviers, Aken, Vaals, opnieuw Aken en Heerlen. Dat waren mijn eerste twee (bliksem)bezoekjes aan Aken, en tevens de laatste tot nu toe.

De trein Maastricht – Simpelveld – Aken was toen, zoals gezegd, opgeheven; er reed een dieselboemeltje tussen Heerlen en Aken. Die werd daarna ooit eens ingekort tot Heerlen - Herzogenrath, waar je op een trein van Deutsche Bahn moest overstappen.

Voor de komst van de Drielandentrein moest het grensoverschrijdende traject Landgraaf – Herzogenrath, 7 km, geëlektrificeerd worden. Dat gebeurde in het voorjaar van 2018, een gezamenlijke inspanning van Nederland en Duitsland. In die periode reden er vervangende bussen tussen Heerlen en Herzogenrath.

Wie reizen er sinds 27 januari 2019 allemaal op het traject Heerlen – Aken? Internationale studenten en forenzen, vanzelfsprekend. Maar ook voor (dag)toeristen zou deze lijn aantrekkelijk moeten zijn, al zie ik ze vandaag nog niet toestromen.

Op deze internationale lijn van Arriva zijn Nederlandse kaartjes geldig – waaronder mijn Keuzedag. Op de Duitse stations Herzogenrath, Aachen West en Aachen Hbf staan OV-chipzuilen. Net als eertijds in Leer, waar een eind aan de pret kwam door dat gedoe met die brug in Weener. Kortom: Aken is het nieuwe Leer. Op Aachen Hbf staat de kaartlezer wat verdekt opgesteld in de lange gang onder de sporen door, bij de trap naar gleis eins.


Haags bakkie

Mijn 7e, extra Keuzedag maak ik meestal op op een heel bijzondere dag, en dat is deze dag, zoals ik daarnet al zei. Mijn Keuzendagenjaar loopt van 18 april t/m 17 april; hoe dat komt, weet ik niet meer, maar het onderstreept nog eens mijn adagium: ‘Elke dag begint er een nieuw jaar’, dus waarom niet op 18 april?

Als avondmens betreur ik het niet dat ik niet vóór 9:00 uur mag instappen. Maar dat betekent wel dat ik pas om 13:13 in Aken zal arriveren. Ik wil de trein van 9:01 uit Leiden totaan Rotterdam. Al om 8:55 mag je door de poortjes met je Keuzedag en al om 8:53 staat er een drom grijze hoofden met hun chipkaart in de aanslag in de hal. Of die Keuzedagen en Dal-urenabonnementen ook populair zijn!

Onderweg lees ik iets over een (eerdere) stremming op de HSL tussen Rotterdam en Breda. Het zal eens niet zo zijn! Er zijn er vaak meerdere per dag; het lijkt wel of die HSL en de treinen die eroverheen rijden, met elastiekjes en touwtjes en pleisters in elkaar zitten.

Het wordt uit de berichten niet helemaal duidelijk, of die stremming nu verholpen is, of niet, of dat er zich alweer een nieuwe heeft voorgedaan. Ik reis voor de zekerheid nu maar om via Dordrecht en ben dan nog steeds om 13:13 in Aken. Als ik tenminste mijn overstappen haal in Breda, Eindhoven, Sittard en Heerlen.

Die in Breda is geen probleem: 18 minuten. Bij De Kiosk koop ik een bakkie cappuccino dat zo Haags is, dat ik draaiduizelingen krijg als ik van bovenaf in die diepte kijk.

Wel eens gehoord van krimpflatie? Ik tot voor kort ook niet, maar met de btw-verhoging van laatst stond het nogal eens in de media. Een winkelier of fabrikant of Horeca-uitbuiter, sorry: uitbater, kan zo’n prijsverhoging doorberekenen in de producten die je koopt. Óf minder product leveren voor dezelfde prijs. Dat laatste valt veel minder op.

Ze geven dan bijvoorbeeld 25 velletjes papier minder per toiletrol, of maken de chocoladerepen 10 gram lichter. Geen hond die het merkt; die sukkel van een consument blijft wel kopen. Tenzij je het natuurlijk zo bont maakt als vandaag De Kiosk. Ik heb het vaker gezien, geen toeval, en ga er eens op letten of andere leveranciers van het donkerbruine nectar uit Brazilië dat ook doen. De Broodzaak schonk hem laatst nog zo vol dat er een bolle meniscus op ontstond. Maar zij hebben de bekertjes misschien kleiner gemaakt.


Naar Aken



Heerlen

Zonder dat er onderweg verder veel opmerkelijks gebeurt, kom ik aan in Heerlen. Die grote raderen op het dak van het Nederlands Mijnmuseum Heerlen draaien er al weer lustig op los; de mijnlift wordt weer gedemonstreerd.

Ook de overstap op de trein naar Aachen blijkt nog haalbaar, en dat voorkomt dat ik er pas om 14:13 aankom.

De heropening van de spoorverbinding Heerlen – Aken betekent het (voorlopige) einde van station Heerlen De Kissel, dat in 2009 in gebruik werd genomen. Deze treinen zitten de stoptreinen Kerkrade – Heerlen – Sittard namelijk in het vaarwater. Station De Kissel, bij een bedrijventerrein, trok per dag minder dan 100 passagiers.

Landgraaf, daar stoppen we nog wel. Onze trein kiest het rechterspoor en het rechter perron, hoewel we linksaf moeten. Daarna duiken we onder het spoor naar Kerkrade door.

We rijden verder langs beboste heuvelen. Dan het laatste station op Nederlands grondgebied: Eygelshoven Markt. Het kleine (8000 inwoners) Limburgse plaatsje kent de luxe van 2 stations. Op 2 km afstand van Eygelshoven Markt ligt Eygelshoven sec, aan die andere spoorlijn, die naar Kerkrade.

Het dorp Haanrade ligt aan de grens, die hier wordt gevormd door de smalle rivier de Worm. Heel lang geleden stopten er ook in Haanrade treinen.

Even voorbij de grens takken we aan op de Duitse spoorlijn Düsseldorf - Aken. Onze trein stopt nog in Herzogenrath en Aachen West, bij de technische universiteit. Hij slaat Kohlscheid en Aachen Schanz over, waar alleen Duitse boemels halthouden.



In de buurt van Aachen West

Wat betekenen de mysterieuze woorden ‘Frauen Komm Gleis 1’ op het stationsgebouw in Herzogenrath?

Hoe dan ook, we komen aan op Aachen Hauptbahnhof. Op Aachen West is een spoorwegfunctionaris ingestapt die met een sleutel de cabinedeur probeert te openen, waarachter de machinist de trein zit te besturen. Wat staat zo’n man toch te prutsen met die sleutel, en waarom? ‘Scheisse’, meen ik van zijn lippen te lezen. De trein blijft 32 minuten staan in Aken alvorens terug te keren naar Maastricht; alle gelegenheid om eventuele kwesties met deuren en zo op te lossen.

Het Hauptbahnhof van Aachen, ik vond het in ’03 vrij petieterig voor een stad met bijna een kwart miljoen inwoners. Maar er vertrekken treinen via Düren naar Keulen en verder, via Mönchengladbach naar Dusseldorf en nog veel verder, en je kunt er om 7:07 de ‘Karolinger’ nemen, die in 6 uur tijd rechtstreeks naar Berlijn rijdt.

Het busvervoer in en om Aken is indrukwekkender dan het hoofdstation, met overvolle gelede en zelfs dubbelgelede bussen die ik de hele middag af en aan zal zien rijden. Maar het is vandaag geen weer om in een bus te willen zitten. De rest van de middag wandel ik in Aken – afgezien van een lunch bij Kaufhof.




Stations Eygelshoven Markt en Herzogenrath


Aken, 20 eeuwen in 3 alinea’s

Nee, niet in één dag gebouwd maar tot zijn huidige gedaante gekomen in de loop van meer dan 20 eeuwen. De Romeinen waren al dol op deze glooiende landstreek, en dat vooral vanwege de warmwaterbronnen met zwavelhoudend water uit de onderwereld; water, waaraan een geneeskrachtige werking werd toegeschreven. De naam Aken gaat waarschijnlijk terug op aqua.

Een handvol eeuwen later was Aken de favoriete stad van de rondreizende Frankenkoning Karel de Grote. Hij was de zoon van Pepijn de Korte en kleinzoon van Karel de Strijdhamer, hebben we vroeger moeten leren, en staat nu in de Canon onder nummer 4 van de 50. In Aachen stichtte hij een palts, een pied a terre voor hem en zijn hofhouding. In het ronde jaartal 800 liet hij zich er kronen tot keizer van bijna heel Europa, net als thans die dronken aardbei van Juncker, zeg maar. Hij ligt ook in Aachen begraven. Zijn 3 kleinzoons verdeelden later de wereld in evenzoveel stukken.

Op 21 oktober 1944 was Aachen de eerste Duitse stad die door de geallieerden bevrijd werd van Hitler. De stad heeft in de oorlog zwaar te lijden gehad van bombardementen.


Haat-klimaat

Tot zover de geschiedenis. Als ik er meer van had willen weten, had ik museum Centre Charlemagne moeten bezoeken. Maar dit is geen museumdag. Er is overvloedige zon en de thermometer wijst 17 graden; te dol, voor half februari! In de straten van deze stad heerst algehele vreugde over het einde van de winter.

In Nederland is het dikketruiendag, waarop het de bedoeling is dat je de cv een graadje lager zet, om aardgas te besparen. Maar hier zie ik iedereen in hemdsmouwen lopen met jassen én dikke truien over de arm. Zelf heb ik mijn hete winterjas voor 3 euro achtergelaten in een bagagekluis; scheelt me uren torsen.

En rokjes, natuurlijk, talloze blote vrouwenbenen in de straten van Aken. Vóór vandaag waren ze al te zien in de etalages. ‘Vastelovvend’ (carnaval) nadert met rasse schreden; zaterdag 2 maart gaat het los. 

Nou, kom er maar in, klimaatonheilsprofeten en -ontkenners!, om deze hete winterdag te duiden. Twitter zal er wel over ontploffen. Daar sleept de discussie over het klimaat al maanden.

Als je het nog een discussie mag noemen, want dat woord veronderstelt een uitwisseling van meningen, met het doel, het ooit uiteindelijk eens een keer met elkaar eens te worden. Maar beide partijen doen niets anders dan vanuit hun eigen bubbel de bewoners van de andere bubbel voor rotte vis uit te maken. Ze blijven voorspelbare dogma’s de wereld inzenden, als een grammofoonplaat die is blijven hangen. Wel vermakelijk om te lezen, soms.

Maar als ik in de Kaufhof Twitter check op mijn telefoon, gaat het over heel andere klimaatzaken. Baudet blijkt te hebben gejokt. Hij blijft al maanden tamboereren op de 1000 miljard euro die de in zijn ogen volkomen overbodige klimaattransitie ons gaat kosten. Maar nu hebben de Volkskrant en Trouw becijferd dat dat een leugen is. De teller blijft bij hen staan op ‘slechts’ 500 à 700 miljard.

Ja, een half biljoen euro in plaats van een heel, het is niet veel meer dan een fooi, toch? En het wordt uitgespreid over 30 jaar. En het wordt allemaal teruggepompt in de economie, op een manier die ik me niet kan voorstellen.

Hoe moet ik dat zien? Die warmtepompen die we allemaal moeten kopen, pompen die niet alleen warmte, maar ook bankbiljetten op uit het onderaardse? Ik wou dat ik meer inzicht had in dit soort zaken. Had ik nou maar doorgeleerd in de duurzaamheid, in plaats van in dooie dichters!

Dat wordt de inzet van de provinciale- alias Eerste Kamerverkiezingen volgende maand: Moet de rekening van het klimaat neergelegd worden op het bordje van de burger, of op dat van de industrie? Maar mijn gezonde verstand zegt dat het geen zier uitmaakt. Want in het laatste geval zal de industrie die rekening echt wel doorberekenen in de prijs van hun producten. Nog kleinere bakkies koffie?

Enfin, in het buitenland – al ben ik dan maar 5 kilometer verwijderd van Nederlands enge rijksgrenzen – wil ik me niet overgeven aan dit soort bespiegelingen.


Aachen in beeld

Nu wat foto’s met een praatje. Die keer in ’03 vond ik Aachen ‘gewoon een vervelende, saaie, zielloze stad, zoals er tientallen, zo niet honderden zijn in Duitsland’. Maar toen gingen we er bijna in looppas doorheen op een strak geplande en qua weersomstandigheden nogal chagrijnige dag.

Vandaag lacht de zon me toe. Nee, Aken is niet zo’n stad waar de monumenten zich verdringen om in mijn beeld te komen, van: ‘Fotograféér mij’,- ‘Nee, nee, fotografeer MIJ!’ Aken is meer een stad waar je naar de krenten in de pap moet zoeken. Bij dezen.







Dit zijn toch wel aardige hoekjes en straatjes. Op standbeelden zijn ze hier meer verzot dan aan de andere kant van de grens.


De Elizenbrunnen bevinden zich in een paleis uit het begin van de 19e  eeuw, gebouwd voor kroonprises Elize. De vleugel links doet nu dienst als VVV. In de zuilengaanderij in het midden bevinden zich kranen waaruit een onzichtbare natuurlijke warmtepomp al eeuwen en eeuwen het warme, geneeskrachtige water uit ondergrondse bronnen omhoog brengt.

Ook deze fontein spuit het 53 graden warme water omhoog. En dan staat er een bordje bij dat je het geeneens mag drinken, volgens artikel zoveel van de Akense APV; rare jongens die Duitsers! Nou nodigt dat water er ook niet echt toe uit. Het verspreidt een doordringende sulferstank; het komt regelrecht uit de hel, wat ik je brom! Maar Maxwell mailde dat hij er bij elk bezoek een slok van neemt, zonder er ooit nadelige gevolgen van te hebben ondervonden.




De Dom in de schaduw van een felle zon. Hij maakt deel uit van de Katschhof, de palts van Karel de Grote, evenals het stadhuis ertegenover. Op dit grote plein is het in december kerstmarkt en in de zomer strand, met ligstoelen en al. Maar in februari wordt je uitzicht nergens door belemmerd.

Wij leerden op school over Karel de Grote – en de kindertjes van tegenwoordig leren nog steeds als item 4 van de Canon – dat hij voor iedereen in zijn rijk onderwijs introduceerde, terwijl hij zelf nauwelijks kon lezen en schrijven. Daar heeft zo’n keizer zijn mensen voor.

Zowel in het Duits, Frans als Engels heet Karel de Grote Charlemagne. Waarmee het liedje uit 1964 van het toenmalige tienersterretje France Gall, ‘Sacré Charlemagne’, zich voor een groot deel van de middag in mijn oren nestelt. Het is een protestsong tegen die klojo dank zij wie we tegenwoordig naar school moeten. Er verschenen een Nederlandstalige versies van Marijke Merckens en anderen. Het sprak me wel aan, indertijd.

En hier dan het stadhuis.



Aan de voet van het stadhuis






Duitsers bezitten wel degelijk humor. Maar dat zijn vaak nogal filosofische doordenkertjes. De ware dijenkletsers zul je met Vastelovvend wel horen van buutredenaars.




Bovenste foto: Maxwell van Haeghwijck

Dan een twee-eenheid: de Duitser en zijn braadworst. Ze verkopen ze in kioskjes, op een waarvan ik dit exemplaar om in te bijten afgebeeld zag. Vergeefs zocht ik naar de Bratwurstmannen die we in 2003 nog zagen, die hun stalletje meevoerden als een slak hun huis. Maxwell fotografeerde er laatst nog een.


Het op een heuvel gelegen stadspark Kurgarten. Aan de rand ervan kun je je helemaal onderdompelen in en laven aan dat zwavelwater, in de Carolus Thermen, ‘waar je de wereld om je heen vergeet’. Daar blijf ik liever verre vandaan, want hoe kom ik thuis met een fatsoenlijk reisverhaal als ik alles vergeten ben? Ja, dat water komt klaarblijkelijk inderdaad uit de onderwereldrivier Lethe; ik vermoedde al zoiets.






Aachen had ooit een muur eromheen, en kreeg na stadsuitbreiding een nieuwe, wijdere muur. Waar die muren geweest zijn, liggen nu verkeersaders die niet overal even interessant zijn. Ik rondde er toch stukken van, op zoek naar oude stadspoorten en waltorens, en vond er van elk een op de buitenste ring: de Ponttor en de Langer Turm.


Ergens in Aachen 




De middeleeuwse Koningsweg of Via Regia liep van Brussel via Maastricht en Aken naar Keulen en maakte deel uit van een Europees netwerk van wegen. Deze Akense brug lag op die route. In de 19e eeuw werd hij gepromoveerd tot spoorviaduct, als ik de uitleg ter plaatse in veel te ingewikkeld Duits tenminste goed begrijp; ik begin moe te worden. En ja, vegetarisme en Duitsland vormen geen gelukkig huwelijk.

Terug



Foto: Maxwell van Haeghwijck

Nadat ik 4 uur gezworven heb door Aken, doemt ineens het station op uit een zijstraatje. Ik schijn Maxwell misgelopen te zijn; hij was hier een uur eerder dan ik – en op een andere zonnige dag, misschien. Ik ga nu toch eerst maar mijn winterjas bevrijden uit de bagagekluis. Ik zou hem nog nodig kunnen hebben. Vaak komt de winter na rokjesdag nog sterk terug.

Ruim op tijd ben ik voor de trein van 17:45, die al gereed staat langs het perron. Hij vertrekt 5 minuten te laat in verband met een andere trein die nog voorlangs wil kruisen, rijdt niet echt hard door, maar arriveert toch nog net op tijd in Heerlen om aansluiting te kunnen geven op de IC naar het westen.

Met een beetje geluk kunnen we in de loop van volgend jaar een échte Drielandentrein nemen naar Luik.

Frans Mensonides
24 februari 2019.
Laatste aanpassing: 28 februari 2019
Er geweest: hete-truien-rokjes-dag, vrijdag 15 februari 2019.


De digitale reiziger (128b) 
Opnieuw: de 'Drielandentrein' in twee landen; Landgraaf en Herzogenrath

Hierboven deed ik verslag van een reisje naar Aken, afgelopen winter, met de ‘Drielandentrein’ Maastricht – Heerlen – Aken. Graag had ik gemeld dat daaraan nu het traject Maastricht – Luik toegevoegd was.

Maar de Belgen houden hun grens nog steeds hermetische gesloten voor de treinen van Arriva. Nee, deze ruime aanvulling ziet het licht omdat ik nog wat aan achterlandverkenning wilde doen in Landgraaf en Herzogenrath, tussenstations tussen Heerlen en Aken die ik in februari heb overgeslagen. Opnieuw naar het zuiden; de dag is zaterdag 18 mei 2019.

Het had meteen een (voorlopig) afscheid van de Drielandentrein kunnen worden. Want hij was van de winter door het ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) nog maar tijdelijk toegelaten op het spoorwegnet. Die tijdelijke vergunning was geldig tot 1 juni. En aan de definitieve aanvraag van Arriva ontbrak een nietje of een paperclip of zo, dus hij kon niet gehonoreerd worden; Ordnung muss sein!

Maar luttele dagen voor het verstrijken van de deadline kwam de felbegeerde definitieve vergunning toch nog af.


Landgraaf: Bokkenrijders, Ripuarisch, Wauw!-bach en eeuwig warme bedden



Landgraaf, is dat nou een plaats of een gemeente? In ieder geval het laatste, een fusiegemeente. Zij bestaat uit een bonte verzameling Limburgse dorpen, wijken en buurten: Schaesberg, Nieuwenhagen, Ubach over Worms, Waubach, Lauradorp, Abdissenbosch en het kan zijn dat ik er nog een vergeten ben. Die waren in de loop van de decennia zo naadloos aaneengegroeid dat niemand meer wist waar de ene ophield en de andere begon.

Toen heeft men aan dat hele conglomeraat in het uiterste, úíterste zuidoosten van het land maar de naam Landgraaf gegeven. Het telt 38.000 inwoners. Het is vooral bekend om het PinkPop-festival waar ik nooit geweest ben. Dat ben ik helemaal nooit in Landgraaf, terwijl ik 1½ jaar geleden in Veghel nog opgeschept heb dat ik alle Nederlandse plaatsen >30.000 inwoners wel een keer bezocht had. Dat is na vanmiddag dus écht het geval, tenzij ik er nog een over het hoofd heb gezien.

Het stationsgebouw van Landgraaf staat er sinds 1893. Tot 1986, het jaar dat de spoorlijn Heerlen-Kerkrade geëlektrificeerd werd, stond de naam Schaesberg op de gevel.

Het station ziet zo rond kwart vóór en kwart over steeds drie treinen stoppen. De stoptreinen Sittard-Kerkrade Centrum en v.v. vertrekken bijna gelijktijdig en zitten net niet in het pad van de Drielandentrein, die om 49 vertrekt richting Aken en 07 richting Maastricht.

Ik stap op de OV-fiets, die ik bevrijd heb uit een OV-fietskluis. Zo te zien op de buienradar gaat het de eerste helft van de middag misschien regenen, en de tweede helft op zeker. Ik blijf in de bewoonde wereld.

Dit is sterk geaccidenteerd terrein. Op mijn tocht zal ik 10 heuvels ontmoeten, waarvan 3 me dwingen tot afstappen. Die huurfietsen zijn helaas niet voorzien van een versnelling. Ze zijn vooral ontworpen voor in de steden, denk ik. Onder die 10 heuvels reken ik alleen serieuze cols; geen kleine stukjes valt plat of opritten vanuit tunnels. 




Twee soorten architectonische bezienswaardigheden vallen op in deze streek. De eerste zijn die langwerpige bouwsels met die grote poorten waar een paard-en-wagen onderdoor kon. Het zijn oude hoeven, tegenwoordig misschien vooral bewoond door romantici zonder mest onder hun schoenzolen. Die boerderijen waren vroeger, of zijn nog steeds, vierkante gebouwen rond een binnenterrein en heten dan ook vierkantshoeven of carréboerderijen. Ze zien er nogal stevig uit en moesten in duistere, harde tijden ook bescherming bieden tegen bijvoorbeeld bokkenrijders, waarover straks meer.

Nieuwer in deze streek, daterend uit de eerste helft van de 20ste eeuw, zijn de vele wijkjes vol mijnwerkerswoningen. Ik koers vanmiddag eerst naar het wijkje Leenhof op de grens van Landgraaf en Heerlen, waar ze lijken op paleizen.

 



Als je dit ziet, denk je dat hier wel de directeur van de mijn gewoond zal hebben, of op zijn minst de hoofdboekhouder. In ieder geval iemand die in een schoon kantoor achter een bureau zat, nooit zwarte handen kreeg en veel mensen onder zich had. Nou heb je op zo’n mijnkantoor natuurlijk al gauw veel mensen ónder je (inkoppertje, aan de flauwe kant, maar ik kon hem niet laten liggen).

Maar ik vergis me deerlijk. Deze fraaie villa’s hadden in hun oorspronkelijke staat 4 voordeuren. 4 mijnwerkersgezinnen woonden hier onder één dak, kinderrijke gezinnen, want dat moest van meneer pastoor. En ze hadden dan vaak ook nog kostgangers over de vloer.

Die kostgangers waren gastarbeiders, meestal ongehuwde jonge mannen, soms afkomstig uit hele verre landen. Ze sliepen met 2 à 3 man in één bed. Maar nooit tegelijkertijd. Ze wisselden elkaar af volgens een rooster, mogelijk gemaakt door de ´sjiechten´, de diensten in de mijn. Als de een nachtdienst had en de ander dagdienst, losten ze elkaar niet alleen in de mijn af, maar ook in bed. ‘Eeuwig warme bedden’ was het eufemisme dat gangbaar was voor dit systeem, waarvan ik smetvrezers onder mijn lezers zie gruwen.

Meer over het harde leven in en om de mijnen zag ik vorig jaar in het Nederlands Mijnmuseum in Heerlen.

Overal in deze omgeving klinkt luid getoeter van trucs. Een parade van honderden daarvan trekt, doordringende dieselwalmen verspreidend, over een kruispunt waar ik onderdoor fiets.

Wat zou dit wezen? Een demonstratie tegen uitstoot van CO2 door het wegverkeer, georganiseerd door de plaatselijke deugbrigade? Nee, wacht even, zoiets ben ik al eens eerder tegengekomen, dat is een truckrun of hoe het heet, voor kinderen met een verstandelijke beperking; daar mag je dan niets van zeggen. Maar misschien doen ze het hier in Zuidoost-Limburg juist voor hoogbegaafde kindertjes, voor de bollebozen van de klas, want alles is hier een beetje anders.

De namen, bijvoorbeeld. Wat op de plattegrond staat als het dorp Schaesberg, heet onder het volk D’r Sjeet. Of de taal. Wat ze hier in de regio Landgraaf / Kerkrade spreken, staat onder dialectologen bekend als Oost-Limburgs Ripuarisch. Je kunt je daarmee in Keulen beter verstaanbaar maken dan in Amsterdam.

Schaesberg is dan weer niet erg bijzonder. Er moeten hier ook van die mijnwerkerswijken zijn, maar op mijn route zie ik vooral rijtjeshuizen uit de wederopbouw, toen de mijnen al op hun einde liepen.



In het dorp is er – ja, een Zeeman, inderdaad, maar ook – een standbeeld van een bokkenrijder, een roemrucht, duister Zuid-Limburgs fenomeen dat zelfs in onze verlichte eeuw nog gemengde gevoelens van angst en bewondering wekt bij de autochtonen. Je komt ze nog overal tegen in Limburg en omstreken; er zijn maar liefst 10 bokkenrijdersmonumenten.

Bokkenrijders waren mythologische figuren uit de middeleeuwen: aanhangers van de duivel die zich op een bok door de lucht zouden kunnen verplaatsen. In de 18e eeuw waren in deze streek benden rovers actief die al snel bokkenrijders genoemd werden. Het waren vaak arme donders die uit noodzaak stalen, en daardoor soms de reputatie kregen van Robin Hood’s.

Door de overheid werden ze te vuur en te zwaard bestreden. Maar de processen tegen hen verliepen lang niet altijd eerlijk; het ontaardde soms in een ware heksenjacht, waarbij mensen vals beschuldigd werden – niet alleen van diefstal, maar ook van door de lucht rijden.

Dat ik vanmiddag regelmatig naar boven kijk, heeft niets te maken met bokkenrijders, maar wel met de profetieën van de buienradar. Ik doorkruis Nieuwenhagen, dat aan de andere kant van de spoorlijn ligt en zie een groot, modern winkelcentrum waar ik straks maar ga schuilen.





Lauradorp


Een kilometertje verderop begint Ubach over Worms. Die gemeente ging in 1982 op in Landgraaf en bestond zelf ook weer uit zo’n samensmelting van dorpen. Het nieuwste daarvan heet Lauradorp: goed geconserveerde rijtjes met mijnwerkerswoningen.

Het dorp is in het leven geroepen door de mijn Laura en Vereeniging. De bouw begon in de jaren 20, maar door crisis en oorlog zou het een jaar of 25 duren voordat de wijk voltooid was. De kleinkinderen van mijnwerkers die hier nu vermoedelijk de meerderheid vormen, hebben allemaal een auto voor de deur en sommige zonnepanelen op het dak.  

Ik zie Arriva-bus 23 (Heerlen – Ubach over Worms) af en aanrijden, maar krijg hem niet goed voor de lens.

Nu ben ik op de Grensstraat, nog maar een paar hectometer verwijderd van Duitsland. Maar ik heb de hele middag het gevoel dat ik al heel lang over die grens heen ben. De rijksgrenzen zijn vastgesteld in het tijdperk na Napoleon. Het lijkt wel of de grens in Limburg getrokken is door een dronken, geblinddoekte landmeter.

Hij loopt dwars door taalgebieden heen en dwars door plaatsen, zelfs. Kerkrade en Herzogenrath vormden eens één stad en proberen nu met het samenwerkingsverband Eurode de scherven der historie weer aaneen te lijmen. En diverse Pruisische steden bleken zich in 1817 ineens in Nederlands Limburg te bevinden (bijvoorbeeld: Tegelen), iets wat er tot de dag van heden betreurd wordt.

Vlak tegen de Duitse grens aan ligt de dorpskern van Waubach, dat binnenkort een feest viert onder de naam WAUW-bach. Even later ontsnapt me zelf een welgemeend ‘Wauw!’ als ik op een asfaltweg aan de rand van de bebouwde kom afdaal in een enorm diepe kuil – met het prettige vooruitzicht van een even steile heuvel om straks weer tegenop te klimmen; ik zie hem al in de verte.

De buienradar heeft ook deze keer niet gelogen. Als ik terug ben in Nieuwenhagen wordt het heel erg duister en barst regen en zelfs onweer los. Volgens plan vlucht ik het winkelcentrum binnen, en daarbinnen lunchroom It Sonneklukske (wat dat ook maar betekent). Ziet er gezellig uit, en ook hier aangewaaide Hollanders worden niet weggejaagd. Ik ga mijn verblijf rekken totdat de regen ophoudt.

Een aardig tijdverdrijf is in zo’n etablissement altijd: luistervinkje spelen bij de gesprekken om je heen. Maar dat Ripuarisch kan ik niet wisselen. Ik stap weer op als het bijna droog is, en ga de fiets terugbrengen.



Herzogenrath: heuvel op heuvel



Herzogenrath

Verder met de ‘Drielandentrein’ naar Herzogenrath. Zowel op de heen- als terugweg overschrijden enkele tientallen mensen het riviertje de Worm / Wurm die de grens vormt tussen Nederland en Duitsland. 

In Herzogenrath staat er een Nederlandse chipzuil op het perron. Net als in Aken, kun je hier komen met Nederlandse kaartjes.

Het station van Herzogenrath werd geopend in 1852, tegelijk met de spoorlijn Aachen – Rheydt. Het heeft een aardig aanbod van treinen in diverse richtingen. Naast de ‘Drielandentrein’, RE 18 auf Deutsch, zijn dat RE20 (Stolberg – Herzogenrath – Aachen – Stolberg – Düren), RE4 (Aachen – Düsseldorf) en RE33 (Aachen – Duisburg). Héé, RE20 komt 2 keer langs Stolberg; rijdt die in een kringetje rond?

Ook Herzogenrath is erg heuvelig. Door het dal klatert de Wurm over de stenen rivierbedding heen, als was het een Alpenbeek. Beklim je een heuvel, dan staat daar boven op een extra hoge heuvel de Burg Rode. En dat doet de stadsburcht al een hele tijd. De oudste vermelding van stad en kasteel dateert uit 1104.

In die middeleeuwen was hier ook al grensgedoe, al lang voordat er zoiets als Nederland en Duitsland bestond. De Burcht stond op grondgebied van bisdom Luik, het stadje onderaan de heuvel viel onder de bisschop van Keulen. Daarnaast lag Herzogenrath ook nog op het kruispunt van twee drukke handelswegen. Voor een burcht was wel emplooi op die plek. Hij diende als defensiewerk, maar er werd ook tol geheven.

Tegenwoordig worden er culturele manifestaties gehouden, waaronder tentoonstellingen, muziekuitvoeringen en ook whisky-proeverijen. Als je komt op een vroeger tijdstip dan ik, kun je de burcht van binnen zien, ook als er geen whisky geproefd wordt. Maar ik ben nog wel op tijd genoeg om de burchtheuvel te beklimmen. Het uitzicht is het waard.





 



Ik pak de trein terug. Ik kwam hier via Utrecht en Den Bosch en ga straks voor de variatie via Breda en Rotterdam naar huis. Het komt neer op een kleine 500 km, deze zaterdag. In al die uren in de trein zag ik vandaag tweemaal een conducteur; een keer heen en een keer terug. Beiden liepen alleen maar te kuieren door de trein. De eerste zei alle reizigers goedemorgen; de laatste goedenavond.

Tien dagen na nu (de dag dat ik dit stukje aftyp) staakt het treinpersoneel voor meer en eerder pensioen. Er worden de nodige conducteurs op tv geïnterviewd over hun ‘zware beroep’...

Frans Mensonides
30 mei 2019
Er geweest: zaterdag 18 mei 2019

 

 

Aan weerszijden van de grens. Bovenste helft: Landgraaf, onderste helft: Herzogenrath.


© Frans Mensonides, Leiden, 2019