Deel 80

Nummer: Sexy Sadie (Track van The White Album)
Uitvoerende Artiest(en): The Beatles
Tekst & muziek: John Lennon *
Jaar: 1968
Veronica top 40 **: Niet op single verschenen.
Radio 2 top 2000: Sexy Sadie staat niet genoteerd. Van The White Album haalden vier nummers de top 2000: Blackbird (122), While My Guitar Gently Weeps (167), Back in the USSR (931) en Ob-la-di, Ob-la-da (1731)

* De credits vermelden zoals gewoonlijk Lennon & McCartney. Het nummer kwam echter uit de pen van Lennon alleen.

** Nederland kende in 1968 nog geen albumlijst. In de UK en de USA stond The White Album album 7, resp. 9 weken op 1.


Soundbite:

Sexy Sadie what have you done
You made a fool of everyone
(bis)
Sexy Sadie ooh what have you done.

Sexy Sadie you broke the rules
You layed it down for all to see
(bis)
Sexy Sadie oooh you broke the rules.

One sunny day the world was waiting for a lover
She came along to turn on everyone
Sexy Sadie the greatest of them all.

Sexy Sadie how did you know
The world was waiting just for you
(bis)
Sexy Sadie oooh how did you know.

Sexy Sadie you'll get yours yet
However big you think you are
(bis)
Sexy Sadie oooh you'll get yours yet.

We gave her everything we owned just to sit at her table
Just a smile would lighten everything
Sexy Sadie she's the latest and the greatest of them all.

She made a fool of everyone
Sexy Sadie.

However big you think you are
Sexy Sadie.

Volledige tekst: staat HIERBOVEN



Luisteren naar een fragment van dit nummer? klik op de zwart-witradio

Dit nummer op YouTube, met beelden uit de ashram anno 1968 (3:12)

Dit nummer op YouTube, met beelden van hoe de ashram er nu bijligt. (3:44)


Een maand geleden schreef ik over mijn zeer kortstondige vrijage met het gedachtegoed van Z.H. Maharishi Mahesh Yogi. Die episode speelde in het jaar 1975, en ik heb dan ook de neiging om Tubular Bells op te zetten als ik dat stukje overlees, of eerder nog Zoek jezelf. Maar in de popgeschiedenis is de naam van Maharishi onverbrekelijk verbonden met die van het naamloze dubbelalbum dat de Beatles uitbrachten in de herfst van 1968. De dubbelelpee verscheen in een volkomen witte hoes waarop alleen de ‘The Beatles’ vermeld stond. Hij is de geschiedenis ingegaan onder de naam The White Album.

In de lente van dat jaar hadden de vier uit Liverpool enkele maanden doorgebracht op de ‘ashram’, de mediteerschool van Maharishi in de Indiase heilige stad Rishikesh aan de voet van de Himalaya. Dat was allemaal gebeurd op instigatie van de stille Beatle George Harrison, die immer op zoek was naar zijn Sweet Lord of Hare Krishna (hij heeft nooit echt kunnen kiezen, geloof ik). Enkele jaren eerder had hij de Maharishi ontmoet tijdens een spirituele zoektocht in India; in 1967 hadden de overige Beatles ook kennis met hem gemaakt.

In Rishikesh beoefenden de Beatles de transcendente meditatie in het gezelschap van een aantal andere coryfeeën uit de showbiz, waaronder zanger Mike Love van de Beach Boys, de Schotse ballade- en protestzanger Donovan, filmster Mia Farrow en haar zuster Prudence. De laatste ging soms zo op in haar meditaties dat zij niet meer van haar kamer wilde komen. Zij maakte een nogal depressieve indruk op het gezelschap. Dear Prudence, een van de mooiste nummers van The White Album, is aan haar gewijd.

Naast die sterren zaten er ook gewone mensen in de ashram, gewone schatrijke mensen dan wel te verstaan, zoals de Amerikaanse Nancy Cook, die met haar verwende volwassen zoontje Richard A. Cook III een luxueuze bungalow bewoonde, waar de anderen het deden met een veel primitievere ruimte. Beiden gingen, gezeten op olifanten, op jacht in de wouden rond Rishikesh, en kwamen op een avond terug met het enthousiaste verhaal dat ze een tijger gedood hadden. John Lennon (of Maharishi zelf, er bestaan meer versies van dit verhaal) maakte daar een stekelige opmerking over: ‘Moest dat dier nou echt dood?’, en de song The Continuing Story of Bungalow Bill was geboren.

Veel meer nummers van The White Album werden geschreven in die ashram. Paul McCartney zag twee apen die midden op een bospad aan het paren waren en schreef Why Don’t We Do It in the Road? John Lennon kon een nacht niet slapen na het intensieve ‘rounden’ dat hij van Maharishi had moeten doen en componeerde I’m So Tired. En een buitengewoon inspirerende lezing van Maharishi was aanleiding voor het mooie, pastorale nummer Mother Nature’s Son.

Een inspirerende trip dus, maar ik heb sterk de indruk dat het niet die meditatie was die het hem deed, maar het feit dat die sterren daar geen sterren waren, en eindelijk weer eens verbleven tussen min of meer normale burgers.

Strubbelingen waren er ook. Over trip gesproken, je mocht van de Maharishi geen drugs gebruiken. Je mocht op die ashram vrijwel niets van hem, behalve mediteren en naar zijn gebazel luisteren. Nummers componeren voor The White Album mocht ook niet. Lennon en McCartney moesten ervoor spijbelen. Stiekem op hun kamers wisselden zij hun composities uit; The White Album ontstond in een kostschoolsfeer.

Lennon, die ik altijd al de slimste heb gevonden van het stel, kreeg snel genoeg van Zijne Heiligheid. Hij vond hem een kille persoonlijkheid. En het irriteerde hem dat Maharishi bleef vragen om aanzienlijke financiële bijdragen van de vier sterren; hij zou het liefst voortaan een vast percentage ontvangen van hun jaarinkomen…

En toen was er een vervelend incident, waarvan ook meerdere versies bestaan. Maharishi, die het celibaat predikte, zou Mia Farrow zijn lastiggevallen. Het leidde tot een breuk. De Beatles vertrokken, hoewel alles volgens Maharishi zelf berustte op een misverstand en achterklap. Tussen Lennon en de goeroe kwam het nooit meer goed, maar de andere Beatles hebben Maharishi later om vergiffenis gesmeekt voor hun aantijgingen. McCartney en Harrison zijn hem in de jaren 90 nog komen opzoeken in Vlodrop.

Lennon verwerkte het incident in een song getiteld: Maharishi. Hij maakte gehakt van de Indiase wijsgeer. Die had Lennon ernstig teleurgesteld. Maharishi dacht zeker dat de wereld zat te springen om een man als hij. Kosten noch moeite hadden ze gespaard om bij hem aan tafel te mogen zitten. En dan flikt ’ie zoiets minderwaardigs… De melodie was een beetje lauwe deun; niets bijzonders. Lennon wenste voor Maharishi niet tot de bodem van zijn kunnen te gaan, dat hoor je er echt duidelijk aan af.

De andere drie Beatles smeekten Lennon, Maharishi niet op de plaat te zetten – niet zozeer omdat hij de goeroe beledigd had, maar omdat zij bang waren voor diens roedel van geslepen advocaten. Lennon besloot toen het lied om te werken tot één over een vrouw, en zo ontstond Sexy Sadie. Ik meen hier en daar een rare jank te horen in dat nummer, alsof de tape klem heeft gezeten in de recorder; mogelijk een van de grapjes waar The White Album vol mee staat.

Maharishi-adepten wijzen graag op de enorme creativiteit die de Beatles tentoonspreidden, kort na hun verblijf in de ashram: een dubbelelpee met maar liefst 30 nummers; het kon niet op! Dat moge zo zijn, maar de opnamegeschiedenis van The White Album is er een van disharmonie en chaos; Maharishi’s verlichting was zeer ver te zoeken.

De opnamen in Londen duurden 4,5 maand en er werd vaak tot in het holst van de nacht doorgewerkt. De vier musici hadden hun hoofd soms meer bij de zakelijke beslommeringen rond hun nieuw op te richten platenlabel Apple. En met elkaar konden ze nauwelijks meer door een studiodeur. Lennon en McCartney zaten elk in hun eigen hoekje van de studio met hun eigen technici hun eigen nummers op te nemen. En elkaars nummers af te kraken, als het zo uitkwam.

Producer George Martin nam na korte tijd hals over kop vakantie en liet de zaken lafjes over aan zijn assistent. Ook Geoff Emerick, de vaste geluidstechnicus van de Beatles, gaf er de brui aan. Op een kwade dag verliet ook drummer Ringo Starr de studio (met slaande deuren of met stille ‘trom’, de geschiedenis vermeld dat niet). Zijn rol in de groep was toch maar marginaal; ze hadden hem vast niet meer nodig. Na enkele weken mokken liet hij zich bidden om terug te keren. George Harrison had, bij wijze van verzoenend gebaar, zijn drumstel versierd met bloemen.

Het resultaat van dat alles, The White Album, was omstreden. Hadden voor de voorgangers Sgt. Pepper en Revolver louter superlatieven geklonken, over het witte album hoorde je de meest uiteenlopende adjectieven: onevenwichtig, raar, slap, te lang, te soft, te hard ook soms, tegenvallend, bij vlagen toch wel briljant, experimenteel, avant-gardistisch, onbegrijpelijk. Er stonden te veel niemendalletjes op: wat moest je met het kinderliedje Little Piggies, wat met het nummer Good Night in jaren-30-stijl, wat met het onbeduidende Ob-La-Di Ob-La-Da (dat als single in Nederland begin 1969 twee keer de top 5 haalde: in de uitvoering van de Beatles en in een volkomen overbodige cover van The Marmelade).

En wat te denken van Revolution #9? Een liedje kon je het echt niet noemen; het was een acht minuten lange geluidscollage, met een grafstem die telkens ‘number 9’ zei, cheerleaders, geluiden van opstandige menigten, babygehuil, angstkreten, stukjes klassieke muziek, geluidssamples uit A Day In The Life en andere Beatle-nummers, flarden conversatie tussen de bandleden en technici, stukjes tape achterstevoren geplakt; wat moest dat toch allemaal? Het was een project van Lennon en zijn nieuwe vriendin Yoko Ono; McCartney wilde er niets mee te maken hebben.

Algemeen was het gevoelen onder de critici, dat The White Album beter een enkele dan een dubbele elpee had kunnen zijn. Een bikkelhard oordeel: één complete plaat had achterwege kunnen blijven!

Ik vind het grote, grote nonsens. Ik zou de 'slechtste' helft van The White Album niet willen ruilen voor een complete elpee van bijvoorbeeld de Stones, nooit. Ik vind die afwisseling juist de charme van dat album. En Revolution #9 past perfect bij de wereld van 1968, versnipperd in tegenstellingen, verscheurd door generatieconflicten, met Vietnamprotesten, studentenopstanden, dreigende revoluties in verschillende landen, een neergeslagen Praagse lente, een dode Kennedy en een dode dominee; een angstkreet uit een versplinterde wereld.

Indertijd, met die grote zwarte schijven (ook een wit album was zwart), kon je moeilijk een nummer van een elpee overslaan. Je moest dan de naald uit de groef tillen en hem er een eindje verder weer inzetten; het gaf gauw krassen. Tegenwoordig vergt dat slechts een muisklik of een druk op een knop. Maar ik heb er geen enkele neiging toe als ik The White Album op CD beluister. Zelfs Revolution #9 laat ik klinken; het is het uitroepteken achter een magistrale plaat, waarop Maharishi gelukkig slechts een beperkte invloed heeft uitgeoefend. Hier laat ik het bij: ‘I’ve got blisters on my fingers’.

 

© Frans Mensonides, Leiden, 2008


Deel 78/79: Love of the Common People / Paul Young (1983) - Stille Willem / Spaan & Vermeegen (1981)
Deel 77: You've Got Your Troubles / The Fortunes (1965)
Deel 76: Catootje / (niet) Wim Sonneveld (1963)
Deel 75: Na, na, na / The Shoes (1967)
Deel 74: Don't Call Us, We'll Call You / Sugarloaf & Jerry Corbetta (1975)
Deel 73: The Cover of the Rolling Stone / Dr. Hook & Medicine Show (1972)
Deel 71/72: My Little Town / Paul Simon (1975) en My Home Town / Marvin, Welch & Farrar (1971), door Wim Scherpenisse
Deel 70: Hurricane / Bob Dylan (1975)
Deel 69: A Salty Dog / Procol Harum (1969)
Deel 68: Sixteen Tons / Tennessee Ernie Ford (1955)
Deel 66/67: Rhinestone Cowboy / Glenn Campbell (1975) en Bronco Bill's Lament / Don McLean (1972), door Wim Scherpenisse
Deel 65: Albatross / Fleetwood Mac (1968), door: Frans ten Kleij
Deel 63/64: Shine on You Crazy Diamond en Arnold Layne / Pink Floyd (1975; 1967)
Deel 62: Wat een geluk / Rudi Carrell (1960)
Deel 61: Do the Strand / Roxy Music (1973)
Deel 60: Thick as a Brick pts. 1 & 2 / Jethro Tull (1972)
Deel 59: Everything counts / Depeche Mode (1983)
Deel 58: Air / Ekseption (1969)
Deel 57: All the Young Dudes / Mott The Hoople (1973) tevens: Top-2000-special
Deel 56: Een fijne dag / Drs. P (1973)
Deel 55: Matthew and Son / Cat Stevens (1967)
Deel 54: The Worker / Fischer-Z (1979)
Deel 53: Atlantis / Donovan (1968/1969)
Deel 52: Proud Mary / Creedence Clearwater revival (1969)
Deel 51: The Eve of the War / Jeff Wayne (1978)
Deel 50: Daddy Cool / Boney M (1976)
Deel 49: Spirit in the sky / Norman Greenbaum (1970)
Deel 48: Monkey on Your Back / Outsiders (1967)

Soundbites nrs 1 t/m 47 in het archief van REFLEXXIONZZ!

<< naar thuispagina Frans Mensonides