Deel 52

Nummer: Proud Mary
Uitvoerende Artiest(en): Creedence Clearwater Revival (CCR)
Tekst: John Fogerty
Jaar: 1969
Veronica Top veertig: nr. 11
Radio 2 top 2000: 520


Soundbite:

Left a good job in the city,
Workin’ for the man ev’ry night and day,
And I never lost one minute of sleepin’,
Worryin’ ’bout the way things might have been.

Big wheel keep on turnin’,
Proud Mary keep on burnin’,
Rollin’, rollin’, rollin’ on the river.


Cleaned a lot of plates in Memphis,
Pumped a lot of 'thane down in New Orleans,
But I never saw the good side of the city,
’til I hitched a ride on a river boat queen.

Big wheel keep on turnin’,
Proud Mary keep on burnin’,
Rollin’, rollin’, rollin’ on the river.


If you come down to the river,
Bet you gonna find some people who live.
You don’t have to worry ’cause you have no money,
People on the river are happy to give.

Big wheel keep on turnin’,
Proud Mary keep on burnin’,
Rollin’, rollin’, rollin’ on the river.
Rollin’, rollin’, rollin’ on the river.
Rollin’, rollin’, rollin’ on the river.


Stukje luisteren? klik op de Grundig


Nee, die Ierse jongens zal ik op deze plek nooit bespreken. Ik kan joetoe al 27 jaar niet uitstaan. Hun muziek is vervelend en langdradig; die lefzonnebril van Bono zou je hem graag van zijn kop timmeren. Misschien komt het mede door mijn overbuurman, die elke nieuwjaarsnacht om 3:00 uur knoerthard All is Quiet on New Years Day draait, met twee enorme speakers op zijn balkon. Misschien komt het, doordat de heren ons land de eer hebben aangedaan van een bezoek, en alle kranten de afgelopen weken bol hebben gestaan van die goedkope wereldverbeterende uitspraken van Bono; bij een concert van die gasten schijnt meer gesproken dan gemusiceerd te worden. Ze doen het alleen maar om in de hemel te komen; 75% van de Ieren gelooft in de hel, en 76% dat zijn buurman daarin terecht zal komen.

Niet U2 dus, in Soundbites, maar vier jongens uit het zuiden van de USA, die het allemaal een biet zal zijn. Ik bezit – al ben ik hem momenteel even kwijt – een opmerkelijke live-CD van Creedence Clearwater Revival (want daar hebben we het over). Ze toeren Europa af, het is rond 1971, ze staan op het toppunt van hun roem, maar ze draaien met onverholen tegenzin hun tophits af, en trakteren het publiek tussen de nummers door met lijzige stem op melige opmerkingen. Ze hebben schijt aan hun publiek; roem en geld interesseert ze niet; uit alles blijkt dat ze wel honderd dingen liever zouden doen dan alle concerthallen van Europa af te reizen. Liever zouden ze – noem eens wat – aan de Misssisssipppi zitten, en kijken naar het botenverkeer op de rivier.

Toch waren het correcte jongens, die geen onvertogen woord zongen. Southern rock gaat meestal gepaard met het uitdragen van het Redneck-gedachtegoed, ultraconservatieve uitingen die wel wat lijken op het georakel van Archie Bunker uit een ander deel van de States. Van zulke teksten kun je Creedence Clearwater Revival niet verdenken. Zij hebben zelfs gezongen tegen de Vietnam-oorlog, waar die zuidelijke rockers meestal niet wakker van lagen. Van Who’ll stop the rain, hun grootste hit, uit 1970, las ik laatst, dat het eigenlijk een protestsong was tegen Vietnam. Ik lees dat niet echt duidelijk af aan de tekst; ik heb altijd gedacht dat het nummer over een zware regenbui ging, maar goed.

Proud Mary, hun eerste echte hit, heeft weinig wereldverbeterigs over zich. Het is een wat traag en sloom nummer, dat onder de huid blijft doorstampen, als je het eenmaal gehoord hebt. De ‘ik’ heeft allerlei baantjes gehad in zuidelijke steden als Memphis en New Orleans; altijd hard gewerkt, maar er nooit van wakker gelegen. Pas echt gelukkig wordt hij, als hij aanmonstert op de Proud Mary, zo’n radarboot die met zijn enorme, door stoom aangedreven schoepen, die brede rivieren bevaart. Zijn werk daar bestaat voornamelijk uit bedelen, althans hij lijkt afhankelijk van de vrijgevigheid van de ‘people on the river’, waarmee het over het algemeen wel goed gesteld is.

Het nummer wordt gezongen met mooie uithalen: woiking, toining, rillwwer, boining, liwwve, giwwve. Ze doen eerder New Yorks aan dan zuidelijk, terwijl Creedence eigenlijk uit California kwam, maar toch southern rock maakte; het is enigszins verwarrend.

Een paar jaar later heeft Tina Turner Proud Mary volkomen om zeep geholpen met haar belachelijke ADHD-gekrijs; zij maakte complete hysterici van dat luie riviervolkje. Daar de wereld onrechtvaardig is, is haar versie een grote wereldhit geworden, en is iedereen die van CCR vergeten.

Creedence Clearwater Revival bestond uit tekstdichter en componist John Fogerty, zijn oudere broer Tom Fogerty, Stu Cook en Doug Clifford. In 1959 beginnen zij, onder de naam Tommy Fogerty and the Blue Velvets, aan een aanvankelijk weinig succesvolle carrière. Onder de naam Golliwogs proberen zij een paar jaar later vergeefs de Britse hegemonie in Amerika te doorbreken. Pas in 1968, na de diensttijd van John en Doug, breken ze door; hun debuutelpee onder de naam CCR wordt meteen omgezet in goud.

Proud Mary is in het voorjaar van 1969 hun eerste hitsingle in Nederland. Het nummer haalt net de Veronica-top10 niet. In de drie jaar daarna zal Creedence diezelfde top-10 8 keer bereiken. Het daarnet al genoemde Who’ll Stop the Rain komt in 1970 op de eerste plek, evenals Up Around the Bend.

CCR is in het post-Beatlestijdperk verreweg de populairste band. In de top-100 aller tijden van 1972 (een voorloper van de top-2000) komen zij maar liefst met 10 nummers voor. Proud Mary neemt van dat tiental trots de hoogste plek in beslag; het nummer behaalde een 13e plaats; weer net niet in de top 10, dus. Een opmerkelijk hitfeit over de groep is nog, dat ze nooit op 1 hebben gestaan in de USA; niet minder dan vijf singles bleven steken op de 2e plaats in de Billboard hot 100.

In 1972 viel CCR uiteen; de groep ging ten onder aan de ruzies van de twee broertjes Fogerty. Tom overleed in 1990; John maakt nog steeds muziek, al heeft zijn solocarrière hem meer windeieren gelegd dan zijn deelname aan Creedence Clearwater Revival.

In 1969, toen Proud Mary in de lijst stond, beluisterde ik al dat moois via een krasserig transistorradiootje met het formaat van een pakje sigaretten. Ik had het eerder dat jaar aangeschaft; het kostte f 26,95; ik heb ervoor moeten sparen. Het kende slechts twee standen; uit, of keihard. Mijn moeder moet wel gek geworden zijn van dat ding. Mijn staatsieportret uit die tijd kun je nu nog zien in de linkerbovenhoek van mijn site; een onbekommerd jongetje, zo te zien.

Ik zat mijn brugklashuiswerk te maken met dat ding onder mijn kussen – of aan mijn oor, als het batterijtje op dreigde te raken. Dat was mijn grootste zorg; had ik nog f 1,50 in kas voor het geval dat het batterijtje (een buikig, blokvormig geval met twee ijzeren ringetjes aan de bovenkant, dat zwaarder was dan de rest van de radio) op was? Ik wou, dat ik nu zulke problemen had.

Bij oma en opa liet ik begerige blikken gaan over de fraaie Grundig-radio uit de jaren 50, die slechts de functie had van meubelstuk, en door mijn opa alleen op zondagmiddag werd beluisterd, voor de voetbaluitslagen. Ik durfde er niet om te vragen – maar een paar jaar later, toen mijn grootouders naar een bejaardentehuis gingen verhuizen, werd de radio toch de mijne. In de volgende aflevering nog iets uit hetzelfde tijdperk.

Deel 51: The Eve of the War / Jeff Wayne (1978)
Deel 50: Daddy Cool / Boney M (1976)
Deel 49: Spirit in the sky / Norman Greenbaum (1970)
Deel 48: Monkey on Your Back / Outsiders (1967)

Soundbites nrs 1 t/m 47 in het archief van REFLEXXIONZZ!



© Frans Mensonides, Leiden, 2005


<< naar thuispagina Frans Mensonides