De digitale reiziger (30a)
De Velios op de Maaslijn



 

Velios is de benaming die Veolia Transploft geeft aan haar GTW-treinen uit de Stadler-fabriek. 14 dieselstellen hebben ze ingezet op de Maaslijn (Nijmegen – Roermond); 7 elektrische stellen zijn besteld voor de Heuvellandlijn (Maastricht Randwyck – Kerkrade Centrum). Die laatste gaan pas eind 2008 rijden, en daar gaan we tegen die tijd nog wel eens heen. Nu eerst de Maaslijn, waarlangs de komst van de Veliossen met opluchting tegemoet is gezien.

Want wat werd het een chaos op de Maaslijn, toen Veolia de dienst daar op 10 december 2006 van NS overnam! De Buffels, die er jarenlang gereden hadden, werden vervangen door oude, afgedankte Wadlopertjes van Arriva. Ongelukkigerwijze was de dienstregeling op de Maaslijn ontworpen voor een snelheid van 125 km/uur, terwijl die ouwe krengen heuvelaf en met volle zeilen hooguit 100 haalden. Het veroorzaakte aanzienlijke vertragingen, grote boetes, chagrijnige gezichten bij reizigers en voldane bij ROVER omdat er weer iets was om over te mekkeren.

Ikzelf werd helemaal misselijk van de berichten over zulk gestuntel, en nam me voor, pas weer naar die landstreken af te reizen als alles in orde zou zijn. Pas kort geleden was dat het geval; de laatste bestelde GTW was ingestroomd.

Met de GTW hebben we al eerder kennis gemaakt, vorige zomer op weg naar Leer en Sneek. Bij Arriva noemen ze ze Spurt. Het waren die treinen met die intrigerende doorloopmotor, waar je de hitte en de power voelt kolken aan de andere kant van het staal. En met die fraaie WC’s, met ronde toegangsdeur en alarm voor wie onwel geworden is.

Niets nieuws dus eigenlijk, die Velios, behalve dat deze treinen geschilderd zijn in het rood-wit van Veolia. En dat ze elk genoemd zijn naar een Limburger, waarvan een karikatuur is aangebracht op het motorcompartiment. Zo’n afbeelding heb ik op maar drie treinen gezien; de rest volgt misschien nog.

Ook het interieur van de Velios is anders dan dat van de Spurt. De banken staan in een Belgisch aandoende 3+2-opstelling. Vreemd genoeg zitten deze stoelen niet eens krap, terwijl je door die economische ruimte-indeling toch een hoop mensen kunt onderbrengen in een korte trein. De driebaksuitvoering telt 124 zitplaatsen, terwijl de vierbakstreinen, waarvan er 6 rondrijden op de Maaslijn, maar liefst 193 man zittend kunnen vervoeren. Wel nodig ook, want de Maaslijn mag zich, na die moeilijke periode, nu weer verheugen in een toenemende populariteit.

De eersteklascoupé is uitgerust met zwarte fauteuils (‘vottuis’ teken ik op in mijn notitieboekje. Hoe dat precies gespeld wordt, zoekt deze neerlandicus thuis wel uit; ik kan het nooit onthouden). Het eersteklascompartiment heeft aansluitingen voor apparaten die 230 volt lusten. Aan het andere uiteinde van de trein bevindt zich een zitje waar je fietsen kunt stallen. In die coupé zitten de nodige alarmknoppen, voor als iemand je fiets wil stelen, denk ik.

Aan beide uiteinden van de trein kun je over de schouders van de machinist meekijken op de baan. Videodisplays geven actuele informatie over Veolia of laten, als geen actualiteit beschikbaar is, foto’s zien van jonge reizigers.

Nog iets over de dienstregeling. Gelukkig heeft Veolia een einde gemaakt aan de gekte uit de NS-tijd, dat er vier verschillende treinseries reden op dit lijntje. Er waren korttrajectdiensten; er reden stop- en sneltreinen; er reden bijvoorbeeld drie treinen binnen 20 minuten tussen Nijmegen en Boxmeer, en daarna 40 minuten niets.

Nu niets van dat alles meer. Een overzichtelijke, strakke halfuurdienst met treinen die stoppen op elk station. Die wordt in de spits aangevuld met een korttrajectdienst Nijmegen – Venray v.v., zodat op dat traject dan elk kwartier een trein rijdt.

Dat vereist nogal wat pas- en meetwerk op deze grotendeels enkelsporige lijn. De treinen kruisen elkaar normaliter in Reuver, tussen Blerick en Venlo, in Venray, in Boxmeer en in de buurt van Mook, waar geen station is, maar wel dubbelspoor. In de spits kruisen ze ook nog in Vierlingsbeek en Cuijk.

Ik ben er twee keer geweest: op donderdag 20 maart en dinsdag 8 april 2008. Dat kwam doordat bij mijn eerste bezoek halverwege ineens regen intrad en daarmee een Egyptische duisternis, hoewel het pas halfvier was. Maar ook wel een beetje doordat deze spoorlijn naar meer smaakt, met die tevreden snorrende dieseltjes in dat groene landschap.

Was ik op die tweede dag om 16:00 uur vertrokken, dan zou ik geschreven hebben dat er op de Maaslijn tegenwoordig geen seconde vertraging meer is. Maar ik bleef tot na zessen, en in de middagspits ging het mis. De trein Roermond – Nijmegen had tien minuten vertraging opgelopen. Daardoor moest hij zijn tegenligger kruisen in Vierlingsbeek in plaats van Boxmeer. Daardoor viel de volgende stoptrein uit, etc. etc. etc. Als de klad er eenmaal in zit, bij zo’n krappe dienstregeling, dan komt de klad er voorlopig ook niet meer uit.

Conducteurs zijn er ook op de Maaslijn, zij het dat ze tot de incidentele verschijnselen behoren. Zij opereren getweeën. Eén keer in die twee dagen ben ik ze tegengekomen en zelfs gecontroleerd. Het was onderweg naar Venray, op welk station zich even later een klein incident voordeed. De conducteurs slingerden een zwartrijder op de bon en een passerende man (met een opvallend korte, gedrongen gestalte, nu ik eraan terugdenk) brulde ineens een reeks verwensingen. Ze waren gericht tegen de conducteurs of de zondaar; ik stond er te ver vanaf om het precies te horen.

De conducteurs vonden dat ze daarmee voor die dag al voldoende emoties te doorstaan hadden gehad. Uren later zag ik ze in het zonnetje zitten op station Vierlingsbeek. Ze lieten mijn trein passeren en wachtten op beter.

Hieronder dan de fotorapportage. In een volgende aflevering nog twee stukjes over wat er aan weerszijden van de Maaslijn te zien is. Dat zijn vooral Neanderthalers; ik kan er ook niets aan doen.


 

 

Dag 1. In Roermond staat de Velios helemaal aan de noordkant van het perron, zo dicht mogelijk bij Nijmegen, dat scheelt weer een paar honderd meter. Kom je met de trein aan uit de richting Eindhoven, dan haal je hem nooit meer. Deze foto is dus een half uur later genomen. Vanuit Heerlen / Maastricht heb je overigens wel aansluiting.


 

 

In Reuver, op het station…


 

 

…en bij de spoorwegovergang een halve kilometer verderop, tussen Reuver en het keramiekdorp Offenbeek.


 

 

Station Reuver is ingepakt en wordt verbouwd tot Het Estacion, wat het ook maar is.


 

 

Even een busding ertussendoor. In de dorpskern van Reuver zag ik deze digitale abri, (vandaag niet) gevoed door een zonnepaneel.


 

 

Venlo


 

 

Hier zien we een vreemde eend in de bijt: Wilhelm Tell was een Zwitser en geen Limburger. Die vernoeming is een eerbewijs aan de Zwitserse fabriek van de treinen. En deze foto is speciaal opgedragen aan mijn Zwitserse lezeres.


 

 

Helemaal naar Hamm! De Velios sluit in Venlo aan op deze mooie rooie Duitse trein, en verder nergens op.


Toen ging het regenen. Drie weken later gingen we verder. Ik ben die dag een paar keer heen en weer gereden van Nijmegen naar Venray. De foto’s staan geografisch gerangschikt en niet chronologisch.

 

 

Hier Venray. De gemiddelde leeftijd van de Velios-passagiers bedraagt 16,5 jaar, schat ik (16,3 als ik mezelf niet meetel).


 

 

Vierlingsbeek (inderdaad)


 

 

Boxmeer


 

 

Cuijk


 

 

In de ‘spoorkuil’ tussen Nijmegen Heyendaal en Nijmegen NS. Eerder dit jaar gefotografeerd tijdens een wandeling langs de toekomstige Nijmeegse trambaan.


 

 

Eindpunt: Nijmegen…


 

 

…waar we Pater Karel Houben (1821-1893) tegenkomen, die zalig is verklaard na twee vermeende wonderen, en Connie Palmen, die zichzelf al zalig had verklaard en nog wel verder naast haar schoenen zal gaan lopen, nu er een trein naar haar is vernoemd.


LEES OOK DEEL 2 >>>

Frans Mensonides
16 april 2008
Er geweest: 20 maart 8 april 2008

 

 

© Frans Mensonides, Leiden, 2008
Foto van Neanderthaler overgenomen uit Neanderthalers in Europa. 18 maart – 28 september 2008, uitgegeven door Limburgs Museum te Venlo.

 


<< naar thuispagina Frans Mensonides