Nr. 208 - zondag 29 november 2015
Oerangst; De Schreeuw van Munch

LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

207. IN DE HERHALING (HERTALING): MIJN EIGEN ZEESTRAAT VAN HUYGENS (22/11/2015)
206. ELINE VERE (1): HAAGSCHE KRINGEN (15/11/2015)
205. NEP-NEDERLANDSE LANDSCHAPPEN EN POTBOILERS: THE GLASGOW BOYS (08/11/2015)
204. ONZE SPREEKWOORDEN (2): 'EEN KOP ALS EEN TUURHAMER' , OFWEL: OMA-ISMEN (01/11/2015)
203. FEL-REALISTISCH, SURREALISTISCH, HYPER-REALISTISCH: MUSEUM MORE IN GORSSEL (25/10/2015)
202. ONZE SPREEKWOORDEN (1); OUD BOEKJE VOL EXEMPELEN (18/10/2015)




Overgenomen van Wikipedia: De Schreeuw (schilderij)

Heb jij, zeer gewaardeerde lezer, dat nou ook wel eens: existentiële angst? Het is moeilijk uit te leggen wat het is aan wie het nooit gehad heeft. Het is geen fobie voor concrete zaken als spinnen, spreken in het openbaar of afgesloten ruimten of juist open ruimten; zulke angsten zijn er hooguit verre afgeleiden van.

Het is dé angst, de oerangst, de angst voor de Dood, de angst voor de kortheid van het menselijk bestaan. Het is de angst voor de miljarden jaren dat de wereld gedraaid heeft toen je er nog niet was en nog zal doordraaien zonder dat jij erbij bent. Het is de angst voor de nietigheid van de mens, vergeleken met de grootsheid van de natuur en de kosmos.

Maar naast doodsangst is het ook : levensangst, angst voor het feit dat je bestaat, dat je als denkend mens geboren bent in plaats van als amoebe - want dat had ook gemakkelijk gekund. Het is angst voor wat er gebeurd zou zijn als je bet-overgrootvader je bet-overgrootmoeder niet toevallig had ontmoet. Het is ook: angst voor het feit dat er überhaupt iets bestaat – maar als dat niet zo was, bestond er ook niets om bang voor te zijn, noch iemand die ergens bang voor was.

Heb je er erge last van, van je existentiële angst, dan kun je er tegenwoordig soms vanaf komen met een combinatie van praten bij een therapeut en pillen halen bij een apotheek. Maar lukt dat niet, dan zul je er op een of andere manier mee moeten leren leven, en er te zijner tijd mee moeten leren doodgaan.

Ik spreek zelf uit enige langvergeten ervaring. Toen ik 17 jaar oud was en nogal worstelde met mijn identiteit, had ik ook eens zo’n oerervaring. Ik was in die dagen gefascineerd door het thema: dood. Maar op een zoele zomeravond (het was op een vakantie in Oostenrijk, ik liep door het dorp Kaprun, gelegen aan de voet van de Groβglockner, en vanuit cafés woei Tiroler hoempa-Lederhosenmuziek de straat op; zulke details vergeet je nooit meer); op die avond dus, trof me als een bliksemflits de gedachte, hoe vreselijk het zou zijn als je NIET dood zou gaan. Helemaal niet dood. Eeuwig zou leven, geen duizend jaar, geen miljoen jaar, maar eeuwig, net als in een SF-roman van Jack Vance die ik had gelezen. En alles zou onthouden wat je in die eeuwigheid meegemaakt had. Hoe verschrikkelijk zou dat wel niet zijn??

De angst greep me naar de strot; zweet parelde op mijn voorhoofd. Hoe hiermee verder te leven? Ging Pandora’s doos ooit nog dicht, als de oerangst eruit tevoorschijn was gekomen?

Ik had dat toen toch wel vrij regelmatig, zulke compleet ontwrichtende gedachten. Maar uiteindelijk heb ik me ervan kunnen bevrijden. Hoe, dat weet ik zelf niet eens precies meer; het sleet gewoonweg met de jaren, denk ik. Tegenwoordig denk ik zo weinig mogelijk aan zaken die toch te ingewikkeld zijn voor een mens om te doorgronden.

Erover schrijven, dat moest ik dan eigenlijk ook niet doen. Maar ik kom erop, doordat ik vorige week de tentoonstelling ‘Munch : van Gogh’ bezocht in het Van Gogh Museum in Amsterdam. Edvard Munch (1863-1944) en Vincent van Gogh (1853-1890) werden allebei geïnspireerd door wat je oer-emoties zou kunnen noemen: liefde, pijn, verdriet, angst. De twee kunstenaars hadden veel met elkaar gemeen en verkeerden in dezelfde kringen en op dezelfde plaatsen. Maar nooit tegelijkertijd, want ze schijnen elkaar geen enkele keer in levenden lijve ontmoet te hebben.

Ik kwam vooral om alsnog De Schreeuw van Munch te zien, één van de vier Schreeuwen die de Noorse schilder gemaakt heeft; deze is uit 1893. In 2011 ontbrak het wereldberoemde schilderij helaas op de Munch-tentoonstelling in de Rotterdamse Kunsthal.

Munch zelf heeft zijn Schreeuwen eens uitgelegd. Volgens zijn verhaal maakte hij op een avond met twee vrienden een wandeling buiten Oslo, met uitzicht op de Oslo-fjord. De zon ging onder in felrode kleuren. Plotseling werd Munch bevangen door een hevige angst. Het was hem te moede alsof het landschap naar hem schreeuwde.

Het wonderbaarlijke wezen op de voorgrond van het schilderij hoort die oerschreeuw der natuur, slaat zijn (haar?) handen voor de oren om hem niet meer te hoeven horen, maar barst zelf uit in een schreeuw van ontzetting.

Als je dat allemaal niet weet, is De Schreeuw een onbegrijpelijk schilderij. Ja, geleerden hebben uitgevogeld dat de lucht zo rood was door de uitbarsting van de Krakatau die kort voor die tijd had plaatsgevonden. Het wezen op het schilderij zou gebaseerd zijn op een mummie die de schilder eens had gezien in een museum. De precieze plek waarvandaan hij die wolkenlucht zag, hebben ze ook weten te lokaliseren. En het bleek verder dat Munch ernstige relatieproblemen had rond de tijd dat hij die schreeuw hoorde. Maar wat verklaart dat nu allemaal?

Ik doe iets wat vrij ongebruikelijk is op een schilderijententoonstelling: ik blijf een kwartier, 20 minuten staan bij het befaamde kunstwerk, maar alleen om de bezoekers te observeren.

De Schreeuw is dé blikvanger op de expositie. Er groepeert zich een mondiaal publiek rond het schilderij: mensen uit uiteenlopende continenten. Ze kijken niet allemaal echt kraakhelder meer uit de ogen. Het is halftien in de avond en de meeste toeristen hebben vandaag vermoedelijk het Rijks en het Stedelijk al achter de rug. Ik ben hier op vrijdagavond; dan is het Van Gogh altijd open tot tienen.

Er heerst een plechtstatige stilte, vol ontzag. Slechts fluisterend wordt er over De Schreeuw gesproken. Ik versta het niet goed, met mijn anderhalve oor, maar Japans en Italiaans versta ik sowieso niet.

De lichaamstaal van de bezoekers verraadt in de eerste plaats verbazing. Men is gepuzzeld. Ogen dwalen van het schilderij naar de uiterst summiere begeleidende tekst in Nederlands en Engels, en weer terug naar het schilderij. Een man drukt zijn oortje nog eens wat dieper in zijn oor, en luistert extra goed naar zijn Guided Tour - die ik zelf niet genomen heb om onbevooroordeeld naar de schilderijen te kunnen kijken.

Een kippige Zuid-Europeaan drukt zijn neus bijna op het doek; alsof dat veel opheldert! Zijn echtgenote googlet met haar smartphone fanatiek naar nadere gegevens. Brillenpootjes worden beknaagd. Een blasé jong stel loopt door met een blik vol dedain.

Een beetje suppoost zou toch verdenkingen tegen me moeten gaan koesteren, gezien mijn kijkgedrag. Maar die zijn ook niet meer zo waaks meer op dit uur van de dag. Ze verlangen naar huis en naar die elektrische fauteuil uit de tv-reclame. Daarin komt een suppoost voor die de hele dag De Schreeuw staat te bewaken tegen mensen die er selfies mee willen maken, en zelf rare Schreeuw-van-Munch-bekken gaan trekken. Mijn gedachten dwalen af, merk ik.

‘Is DIT nou dat schilderij dat ze twee keer gestolen hebben?’, brult ineens met onverholen minachting een zoon tegen zijn dovige vader. Ik schiet in een bevrijdende lach, terwijl iedereen hier toch zo ernstig staat te kijken.

Mag je wel lachen om Munch? Ja, dat mag, van mij in ieder geval wel, en is vast ook zijn bedoeling wel geweest. Ik vind sommige van zijn koppen grotesk, karikaturaal.

Het sluitingsuur nadert. We begeven ons naar de uitgang, een schilderij achterlatend dat raadselachtig blijft. De Schreeuw van Munch is nog te zien in het Van Gogh Museum tot 17 januari 2016.

FHM
29 november 2015
Er geweest: vrijdagavond 20 november 2015

 

Selfie van Munch.
Overgenomen van: Canon van de moderne kunst


VOLGENDE AFLEVERING: 'DE STEEN; TWEE HERDENKINGSBIJEENKOMSTEN 06/12/2015

 

© Frans Mensonides, Leiden, 2015.