Nr. 138 - zondag 28 april 2013
Oranje boven? Leve de republiek?






LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

137. DRIE HOERA'TJES VOOR HET BLAUWE BEEST: THATCHER (21/04/2013)

136. 50 JAAR LEIDENAAR(DRIELUIK) (07, 10 en 14/04/2013)
135. CLAUDIUS EN NYBORG: MACHT, MACHT EN NOG EENS MACHT (31/03/2013)
134. CARMIGGELT-ADEPT (24/03/2013)
133. 85! MOEDERS VERJAARDAG (17/03/2013)
132. TRILOGIEëN IN 800 WOORDEN; PARELTJES VAN SIMON CARMIGGELT (10/03/2013)







 

Tekst van het ingetrokken en toch gezongen koningslied


Ik kan er natuurlijk niet níét over schrijven, twee dagen voor ‘de dag die je wist dat zou komen’, dus daar gaat-ie dan! Zo’n kroning – die staatsrechtelijk niet eens een kroning mag heten – gebeurt maar eens in de 32 à 33 jaar. Bij de voor-vorige was ik nog niet op de wereld, bij de volgende er mogelijk al lang weer af, en bij de meest recente kon ik mijn visie erop nog niet kenbaar maken via Internet. En misschien komt er wel nooit een volgende meer;  misschien is tien, twintig jaar Willem-Alexander, en vooral Máxima, wel voldoende om een tweederde meerderheid van ons volk om een republiek te laten schreeuwen.

Diverse mails heb ik de laatste weken ontvangen waarin ik werd uitgedaagd, eindelijk eens uit de kast te komen: ben ik nu republikein of niet? Op deze vraag zal ik, tegen mijn gewoonte in, een genuanceerd antwoord geven. Ik vind dat je die kwestie, zoals de meeste, op twee manieren kunt benaderen: de principiële en de pragmatische. De eerste leidt meestal tot brokken, ongeacht waarover het gaat.

In principe krijgen de republikeinen van mij al het gelijk van de wereld. Natuurlijk is het belachelijk en middeleeuws dat een staatshoofd wordt opgevolgd door zijn of haar oudste nazaat. Maar je kunt ook weer niet zeggen dat het koningschap daarmee een poel van duisternis vormt in een verlichte wereld. In moderne familiebedrijven worden pa’s ook nog steeds opgevolgd door hun zoontjes. En bij mijn werkgever, een moderne overheidsinstantie,  halen de meeste managers ook hele stoeten van nakomelingen binnen. Het zal wel goed bevallen, zo, anders deden ze het niet. Zo gek is erfopvolging dus ook weer niet.

Als pragmaticus ben ik een aanhanger van het principe: ‘If it ain’t broke, don’t fix it’. Monarchie schijnt te werken en de onderdanen schijnen er redelijk tevreden over te zijn, dus waarom zou je het afschaffen? En gaat alles in landen met een president nou zoveel beter dan bij ons?

Die republikeinen vormen wel een beetje zielig clubje. Het zijn wat zure, mopperende oude mannen die, als ze in Duitsland gewoond hadden, ongetwijfeld voorstander zouden zijn van terugkeer van het keizerrijk.

Ook hebben ze een al te naïef vertrouwen in het heil van democratische verkiezingen. In dit land gaan we om de circa 21 maanden naar de stembus voor een nieuwe Tweede Kamer. Maar de regering die daarna uit de bus rolt, is er nooit een waar de meerderheid van het stemvee op zat te wachten. Wie garandeert me nou dat, na geldverslindende presidentsverkiezingen in zoveel ronden, uitgerekend de meest geschikte kandidaat zich in het presidentiële paleis zou kunnen nestelen?

Democratie werkt niet altijd. Dat is nou precies de makke met dat veelbesproken koningslied. Natuurlijk hadden ze die opdracht moeten geven aan een gerenommeerde liedjesschrijver (niet John Ewbank, met zijn veredelde smartlappen) en die persoon carte blanche moeten verlenen. Nu hebben ze circa 3000 mensen een regel laten inzenden en die rijmpjes-lijmer de boel aan mekaar laten lassen. Daar kon niets goeds uit voortkomen. Och, zijn teksten voor Borsato zijn in hun soort niet slecht, eerlijk is eerlijk, maar dit koningslied is natuurlijk echt naatje. Lange halen, snel thuis; dit geld kon weer gauw op de Ewbankrekening worden bijgeschreven.

Weinig dingen  zijn ondemocratischer dan een kunstwerk. Hoe zou – noem eens een pronkstuk uit het pas heropende Rijks Museum – Het straatje van Johannes Vermeer eruit hebben gezien als Vermeer er 3000 land- en tijdgenoten aan mee had laten schilderen?

Uit het oogpunt van taal vind ik de ophef om het koningslied een heel interessant verschijnsel. Er klopt echt geen hout van, noch grammaticaal, noch qua logische opbouw. Daarin hebben de critici voor 100% gelijk. De neerlandicus Wim Daniëls fileerde het lied laatst terecht bij Pauw en Witteman. Maar hoe goed kloppen andere liedjes, taalkundig?

Wim Daniëls op Youtube

Het deed me denken aan een tv-scene die ik heel veel jaren geleden zag, maar altijd onthouden heb. Het was in 1971. Ramses Shaffy stond in de hitlijsten met Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder. Een pracht van een nummer, dat nog steeds hoog in de top-2000 staat. Melodieus, diepzinnig, gevoelig.

In een satirisch tv-programma werd het lied op een heel bijzondere manier ten gehore gebracht. Iemand (Donald Jones, staat me bij) droeg de tekst voor, parlando, zonder muziek, met een soort domineesgalm. Die tekst liep leeg als een lekke band. Er bleef geen spaan heel van mooie coupletten als:. ‘Voor degene met zijn mateloze trots, op zijn risicoloze hoge toren, op zijn risicoloze hoge rots, moet nu weten: zo zijn we niet geboren’. Dat is slecht Nederlands en bijna wartaal.  Een risicoloze hoge rots, wat moet je je daar precies bij voorstellen? Maar het rijmt in ieder geval op ‘trots’.

Tekst van Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder  

‘De dag die je wist dat zou komen’ zingt natuurlijk een stuk lekkerder dan ‘de dag waarvan je wist dat hij zou komen’. Aan het taalgebruik in liedjes stel je lagere eisen dan aan dat in een wetstekst of deurwaardersexploot. Het gaat je pas ergeren als het lied je ergert, om redenen die misschien niets met de tekst te maken hebben.

Wat mij ergert aan dat koningslied is vooral het feit dat het er moest komen. Het lied moest bijdragen aan een akelig, opgeklopt sfeertje van saamhorigheid, waartoe wij in Nederland van nature niet geneigd zijn. Wij vormen een in rangen, standen, lagen, groepen, facties, fracties, kliekjes, levensstijlen en belangengroepjes versplinterd volkje.

Ewbank heeft het lied teruggetrokken, maar dat betekent niet dat iedereen die het al had gedownload, het nu moet wissen van zijn harde schijf. Sterker nog: ook die terugtrekking is weer ingetrokken door het organisatiecomité dat Ewbank overrulede.

Al met al is dit koningslied toch een typisch Nederlands verschijnsel. Het is democratisch tot stand gekomen, niemand is er tevreden mee, het wordt desondanks toch gezongen en daar hoef je dan gelukkig ook weer niet aan mee te doen of zelfs maar naar te luisteren.

Veronderstel dat we in Noord-Korea hadden gewoond en dat er een ode geschreven zou zijn op die aan kernraketten verslingerde machtshebber met zijn opmerkelijke coiffure. Dan hadden we beslist uit volle borst moeten meezingen. En dan ook nog op een teken van een partijbons verplicht krokodillentranen moeten huilen van ontroering. Laten we daar dan maar blij mee zijn, dat dat tenminste niet hoeft.

FHM
28 april 2013

 

VOLGENDE AFLEVERING:
STILSTAAN BIJ EEN GEMAAL:  DE CRUQUIUS (05/05/2013)

© Frans Mensonides, Leiden, 2013


<< naar thuispagina Frans Mensonides