Huygens' Zedeprinten (1623) - Een boer , Inleiding

Zedeprinten Startpagina <<<

Een boer

Ruwe bolster, blanke pit; een wat botte en niet overdreven intelligente kerel die keihard werkt en een in-goed karakter heeft. Hij denkt kinderlijk naïef en is een vroom mens. Zijn leven op het land is soms mooi en soms hard, maar altijd verkieslijker dan dat in de stad.

Huygens schildert de boer zoals stadslieden uit de 17e eeuw zich hem voorstelden. Het beeld komt niet erg overeen met de realiteit van die dagen. De boer verschilde in wekelijkheid niet veel van de stadsbewoner. Hij had deel aan de groei en bloei van de economie in de Republiek, hij was een gespecialiseerd vakman en ondernemer, hij was doorgaans goed geschoold en goed ontwikkeld.

Een boer is langer dan de meeste Zedeprinten. Huygens laat ons een paar lange scènes uit het boerenleven meebeleven. Tijdens een dansje op zondagmiddag maakt de boer een vrouw het hof. Na het huwelijk runt hij met haar de boerderij, en verdienen ze met hard werken een dikbelegde boterham. Op de Haagse maandagmarkt brengen ze hun waren aan de man en maken ze zich vrolijk over de modieuze kleding van rijke Hagenaars.


© Frans Mensonides, Leiden, 2007.