Eerste Stadhouderloze Tijdperk: benaming van de periode 1650-1672, waarin de provincies in de Republiek, met uitzondering van Groningen en Friesland, geen stadhouder hadden. Na de staatsgreep en het plotselinge overlijden van stadhouder Willem II in 1650 besloot men de positie van stadhouder vacant te laten. In het Eerste Stadhouderloze Tijdperk groeide Johan de Witt, raadspensionaris van de Staten van Holland, uit tot de machtigste man van het land.