HSL in de lage landen. Deel Fyra (Vier-a; 4a):
De remmen resetten van de HSL


 

Fyra is Zweeds voor 4 en Nederlands voor 4a. Het vierde deel van de reeks over hogesnelheidstreinen in de lage landen schreeuwt dus om een toegift. Niet alleen vanwege die woordspeling, maar vooral omdat de nieuwe verbinding Rotterdam – Breda in opspraak is geraakt in de week nadat ik mijn eerste ritje maakte. De vertragingen namen zulke vormen aan, dat veel reizigers maar weer overgestapt zijn op de conventionele IC-trein die stopt in Dordrecht.

Ik ging op donderdag 14 april 2011 voor de tweede keer naar Breda, en ging daar meteen doen wat ik de eerste al had willen doen: kijken waar toch die snelle Volans-bus was heengevlogen, die al lang had moeten neerstrijken in Oosterhout. Deze toegift krijgt dus een toegift-op-toegift.

Twitterende reizigers noemen hem al #Failra. Gedurende de eerste twee weken van exploitatie waren de vertragingen en uitgevallen treinen niet van de lucht. De Fyra’s staan stil of vormen langzaam rijdend verkeer tussen Rotterdam en Breda, terwijl de Thalyssen op dezelfde rails onbelemmerd hun 300 km/uur halen.

Volgens een technisch ingewijde onder mijn lezers spelen twee dingen Fyra parten, een simpele en een wat ingewikkeldere. De simpele is het feit dat de GSM-verbinding tussen de trein en het treinbeïnvloedingssysteem ETCS nogal eens wegvalt; eenvoudigweg een dekkingsprobleem, dus. Maar simpel of niet, je zult er maar last van hebben.

Het ingewikkeldere probleem zou volgens mijn informant wel eens de ETCS-apparatuur kunnen zijn die is ingebouwd in de TRAXX-locs van Fyra. Rotzooi, naar zijn mening (IK heb er geen verstand van). In de Thalys zit beter spul, en daardoor blijven die wel rijden.

Een hoop gemodder en gestuntel dus, weer. Een vorig jaar al opgerichte site van verontruste Fyra-reizigers, Fyra kom op, dat kan toch beter, werd nieuw leven ingeblazen. Men verzamelt, behalve reizigersgeklaag, ook statistieken over vertragingen en uitgevallen ritten.

Een nieuwe trend, klagende consumenten op Internet. Ik las laatst een artikel waaruit bleek dat Twitteren over slechte service een veel grotere invloed heeft dan een klacht in te dienen bij leverancier of dienstverlener. Als die trend doorzet, kunnen klassieke instanties voor klaagconsumentisme, zoals de ConsumentenBond en ROVER, binnenkort ook wel met hun pies naar de dokter. Waarom zou je nog bij hun klagen, als klagen via de sociale media veel meer effect heeft?

Als ROVER naar een advies van mij zou luisteren (maar die kans is zeer gering, want dat deden ze al niet toen ik nog in de ROVER-Adviesraad zat), zou ik ze aanraden, zich meer op hun core business te richten. Dat was ooit, lang geleden: kwaliteitsonderzoek doen; studeren op goede suggesties tot verbetering van het OV. Dat doen klaagwebsites namelijk niet. Nu gaat ROVER een nieuwe website in de lucht brengen die ‘Een interactieve plek voor OV-reizigers’ moet worden. Dat belooft niet veel goeds; dat betekent vermoedelijk: nog meer reizigersgezeur en reizigersgemauw dan er nu al op staat.

Hoe het ook zij; ik reis deze donderdagmiddag met een rechtstreekse sneltrein van Leiden naar Breda, maar verlaat die in Rotterdam om over te stappen op de Fyra. Ben ik dan echt sneller in Breda? Het lijkt me niet waarschijnlijk; de Fyra vertrekt pas een kwartier na die halfslachtige sneltrein, die na Dordt op elk station stopt. Maar ja hoor, even nadat mijn Fyra uit de tunnel onder de Dordtsche Kil is gekropen, zie ik de sneltrein in mijn linkerraampje. En als ik in Breda sta, duurt het nog een dikke vijf minuten voordat hij eraan komt in de verte.

Het nieuwtje is er al vanaf, van de Fyra naar Breda. Ik maak de rit aan het begin van de middag, dus voordat de stroom van forenzen op gang is gekomen, en tel krap vijftig man in de trein. Op de terugrit zijn het er zo mogelijk nog minder, hoewel ik die maak in het hartje van de middagspits.

Heb ik op de heenweg de sneltrein ingehaald; de terugreis verloopt minder voorspoedig. Al ten westen van Breda, bij de aantakking van de conventionele spoorbaan op de HSL, moet de Fyra in de remmen. In een sukkeldrafje nemen we de fly-over.

Het Hollandsch Diep wordt op volle snelheid overgestoken, maar even voorbij de tunnel onder de Oude Maas is er ineens een soort noodstop. Stilte. We staan in een verlaten weidelandschap, groen tot waar het oog reikt. Dan kraakt de microfoon met de mededeling dat de trein tot stilstand is gekomen, ‘Omdat, euh, euh [Tom Poes, verzin een smoes], omdat het remsysteem van de hogesnelheidslijn gereset moet worden’. De conductrice herhaalt de mededeling met nog meer gehakkel in het Engels; wat was een rem ook alweer in het Engels?

Een openbaring, zo’n mededeling; ik wist al dat een trein remmen had; dat een spoorbaan die ook bezit, is nieuw voor me. En dat er met de remmen van de trein niets mis is, dat hebben we daarnet gemerkt; ze werken opperbest.

Nee, het is natuurlijk weer die ETCS, die ons parten speelt. Vijf minuten lang staan we roerloos in het weiland; het resetten neemt blijkbaar tijd. Daarna gaat het in snorfietstempo, afgewisseld met nog enkele momenten van stilstand, op Barendrecht af. Eenmaal aangetakt op de ‘gewone’ spoorbaan komt het tempo er weer in.

Met een vertraging van bijna twintig minuten komen we aan op Rotterdam CS. Zo trek je weinig profijt van die hogesnelheidstrein, die een tijdwinst beloofde van maar liefst 7 minuten op het traject Breda-Rotterdam. Hoe durven ze daar straks, na 30 april, weer toeslag voor te vragen? Weer een reeks klachten op de fansite van Fyra.

De conducteurs op de Fyra mogen een mooier pak aan hebben dan hun collega’s van NS; ze zijn even lui. In de vier ritten die ik nu gemaakt heb, is mijn kaartje nooit gecontroleerd.

Oh ja: een taalgevoelige lezer reageerde op mijn worsteling in het vorige stukje met Fyra-zonder-meer en ‘de’ Fyra. Volgens hem is het ‘Fyra’ als je het product Fyra bedoelt, en ‘De Fyra’ als het om een concrete trein gaat. Ik had de vraag opgeworpen zonder er zelf erg diep over na te denken, maar kan me hier helemaal in vinden. Deze regel heb ik dan ook meteen opgenomen in het De-digitale-reiziger-stijlboek, en hem hierboven zo consequent mogelijk toegepast, maar sommige gevallen blijven toch dubbelzinnig en twijfelachtig. Bij ons in Leiden is trouwens alles altijd ‘De’: De Blokker, De Albert Heyn, De V&D, De Conimex (Connexxion), De Super de Boer, De Het Kruidvat, et cetera.

De Frans Mensonides
19 april 2011


HSL in de lage landen. Deel Fyr-bé (4b)
Waarheen is toch de Volans gevlogen?

 

Streekbusstation Breda

 

Als je met zo’n flitsende trein in Breda gearriveerd bent, hoop je even flitsend per bus afgevoerd te worden naar je eigenlijke bestemming. Voor het streekvervoer heeft de regio rond Breda sinds 2008 een systeem dat bijna even snel en hoogwaardig is als Fyra: Volans, de rode bus die genoemd is naar een vliegende vis. In de herfst van dat jaar pakte ik hem naar Etten-Leur en verder West-Brabant in.

Toen circuleerden er beloften van een snelle doortrekking via Teteringen naar Oosterhout. Daartoe zouden op diverse plekken in Breda, Teteringen en Oosterhout busstroken worden aangelegd. Uiterlijk in 2010 zou Volans hier moeten rijden (voor Volans geldt natuurlijk dezelfde ‘de’-discussie als Fyra).

Vrijwel niets meer van gehoord, sedertdien, hoewel ik de actualiteit altijd goed bijhoud. Google’en leverde alleen maar gedateerde pagina's op. Ik ging dus zelf maar eens kijken.

Oosterhout NB is met circa 48.000 inwoners de grootste nederzetting in Nederland zonder OV-verbindingen per rail (gemeten naar inwonertal van de plaats zelf; niet naar die van de hele gemeente). Tweede op die lijst is Drachten, met 45.000 inwoners sec. Maar ik vraag me af, of die ‘eer’ eigenlijk Zeist niet toekomt, met 51.000 inwoners, afgezien buurdorpen. Het station Driebergen-Zeist ligt net buiten de gemeente. Het nietige Den Dolder, in de gemeente Zeist, heeft overigens wel een echt station.

Hoe dat zo gekomen is, dat de spoorwegen Oosterhout overgeslagen hebben, heb ik in dit stuk uit 2000 uiteengezet, met slagen om de arm, want het verhaal lijkt meer op een legende dan een serieus historisch feit. Een lobby-delegatie vanuit Oosterhout zou onderweg naar Den Haag aan de boemel gegaan zijn. Het staat nu wel als feit in de Wikipedia, en dan is het dus in principe wáár, maar wel met een twijfelend nootje ‘Bron?’ erachter. Ik hoop niet dat ze mijn stukje als bron genomen hebben, want ook mijn bronnen waren knap troebel.

 

Busstation Oosterhout


In een plaats zonder rails zou je hopen op hoogwaardig vervoer op rubberen banden. Vanaf Breda kom je in het zuiden en midden van Oosterhout met Veolia-lijnen 126 en 127, die daarna doorrijden naar respectievelijk Geertruidenberg en Tilburg. Het noorden van Oosterhout is alleen bereikbaar met bus 10, die niet rijdt via Teteringen. Al die lijnen rijden om het halfuur, met op 126 en 127 een gecombineerde kwartierdienst. Bij het busstation in het hart van Oosterhout komen alle lijnen bij elkaar en zijn er op de hele kwartieren aansluitingen. Een rit Breda – Oosterhout busstation duurt maar liefst een heel half uur. Dat was in 2000 ook allemaal al zo. Alleen dat busstation herken ik helemaal niet meer; is het verplaatst?

Ik neem lijn 126. 126 en 127 nemen een randje van de binnenstad mee alvorens de spoorbaan over te steken en koers te zetten naar Teteringen. Voor zo ver ik weet gaat de Volans-baan dichter langs het spoor lopen. Als die ooit nog gaat rijden. Is daar wel voldoende lobbywerk voor verricht? Ook in dit geval is de gemeentelijke delegatie uit Oosterhout wellicht de kroeg in gekropen, en nooit op de vergadering aangekomen.

Teteringen (dat valt onder de gemeente Breda, en waarvan ik de naam om een duistere reden altijd wil uitspreken als TeTEringen) is een klein forenzendorp, doorsneden door een brede, rechte laan. Busbanen liggen er alleen buiten de bebouwde kom. Toch, als de Teteringers niet zouden hechten aan parkeermogelijkheden en een groot aantal markante houtopstanden, dan zou er ook over die weg door de dorpskern een pracht van een HOV-busbaan aangelegd kunnen worden.

Tussen Teteringen en Oosterhout heb je er wel een, maar met slechts één rijstrook, in het midden van de weg. Heel apart. Hij is er alleen voor files en andere noodgevallen, denk ik; mijn bus rijdt er niet over en houdt gewoon de rechterkant van de weg. Hoe gaat dat, als twee bussen elkaar op die strook willen passeren? Daar mogen wel goede afspraken over gemaakt worden.

Oosterhout Zuid is een nieuwbouwwijk met aan de ene kant hoge flats en aan de andere kant eengezinswoningen. Hier werpt de Volans zijn schaduw wel degelijk vooruit; er staan abri’s met Volans-logo, hoewel dat op de bussen nog niet vermeld staat.

Moet die hoogwaardige Volans straks ook, net als mijn bus vandaag, zo’n kronkelroute afleggen door het centrum van Oosterhout, alvorens het busstation te bereiken? Hoeveel tijdwinst gaat die Volans boeken? Waar gaat hij stoppen?

Ik heb er geen idee van. Zoiets vraag ik ook liever niet aan een afdeling voorlichting van de gemeente, zoals voor de hand zou liggen voor een goed zelfverklaard journalist. Ik werk zelf bij een gemeente, ik weet hoe dat gaat. Vroeger belandden vragen van burgers zonder pardon in een la. Tegenwoordig worden ze uitgeprint, naar de postkamer gestuurd, van een nummer voorzien, gescand, ingeboekt in een postverwerkings- en voortgangsbewakingssysteem, gedistribueerd naar de desbetreffende afdeling… en daarná belanden ze pas in een la. Een heilloze weg. Maar als een lezer opheldering kan verstrekken over de vraag, waar die Volans heenvliegt, en wanneer dat zal gebeuren, dan houd ik me aanbevolen.

 

Lijn 10 in het centrum van Oosterhout

Vandaag is het licht om te fotograferen minstens even beroerd als vorige week dinsdag in Breda. De zon komt steeds net niet door het wolkenpak, wat tot gevolg heeft dat er een heel akelig, viezig, donkerig, maar soms ook knalhard hel licht heerst. Elke dag heeft zijn eigen licht. Maar een mens let er normaliter niet op, en ziet het pas als hij wil fotograferen.

Van 2000 herinner ik me nog de korte, dikke kerktoren, het doorsnee-overdekte winkelcentrum, een soort hofje dat ik nu niet meer kan vinden en die rare spookbeelden in het park. Een aardige plaats, hoor, Oosterhout, weinig op aan te merken, maar blijkbaar toch niet boeiend genoeg om vaker dan eens per decennium te bezoeken; de voorlaatste keer was in 1990. Maar mocht die Volans nog voor 2020 gelanceerd worden, dan keer ik hier nog een keertje terug.

Frans Mensonides
19 april 2011
Er geweest: donderdag 14 april 2011.

 

 


© Frans Mensonides, Leiden, 2011.


<< naar thuispagina Frans Mensonides