Kaksi suomalaista ei tulkkia tarvitse
Twee finnen hebben geen tolk nodig
Brabants duet 1 was een succes. Geen twijfel mogelijk. Reeds toen
kondigden wij een vervolg aan. Nu is het bij films doorgaans zo dat het vervolg een stuk
minder is: het plot is bekend en de verrassingen zijn eruit. Nu hebben wij er voor Brabant Duet
II wel voor gezorgd voor een nieuw plot, of liever gezegd: een nieuwe route. Lees over een
dag naar Fijnaart, Willemstad en Oud-Beijerland. Uiteraard bedoelen we met Willemstad de
Nederlandse versie, niet die op Curaçao.
Onze reis staat gepland op 10 juli 2000. Ik heb het geluk dat mijn studenten-OV-weekkaart
nog zes dagen geldig is. Het weer werkt minder goed mee. Het regent pijpenstelen, en de
weerberichten beloven niet veel beters voor de rest van de dag. Voor de zekerheid doe ik een
ongezellige regenjas aan.
Om dit wat boeiender te maken heeft Den Haag voor de zoveelste keer in relatief korte tijd
haar attractie geopend: de zwemtunnel. Let wel: geen amateuristisch gedoe deze
keer! Den Haag kan vertrouwen op jarenlange ervaring.
Ik loop gauw door om te voorkomen dat ik helemaal doorweekt raak: de regen komt met
tunnelbakken tegelijk uit de hemel. Ik beloof jullie meteen dat dit de laatste flauwe opmerking
over de tramtunnel is die ik vandaag zal maken.
Op het Spui neem ik tram 17, die voor de gelegenheid niet via Centraal Hoog rijdt, maar een
rondje tegen de klok in door het centrum maakt. Zo hoeven er per uur minder trams
gerangeerd te worden bij de Zwarte Madonna.
Na een kwartiertje wachten op Holland Spoor komt de IC van 9:16 binnenrollen. Door een
van de onderste raampjes van de dubbeldekker zit Frans te zwaaien. Gelukkig: het zal niet
nodig zijn om het we-zijn-elkaar-misgelopen-noodplan in werking te stellen.
De IC gaat slechts tot Dordrecht, wat ons dwingt in dezelfde plaats een kwartier te wachten
op de IC naar Breda. We nemen plaats in de rode Belgische
rijtuigen.
De K4'tjes zijn beter gevuld dan ik verwachtte. Midden in de spits zitten ze tussen Den Haag
Centraal en Holland Spoor slechts zeer matig gevuld. De bulk studenten voor de Haagse
Hogeschool zit wat meer naar achteren, in de ICR.
De lucht verkleurt van lichtgrijs naar donkergrijs en het begint harder te regenen. Druppels
spatten uiteen tegen de ramen. Toch zien we de werkzaamheden ten behoeve van de
hogesnelheidslijn, die hier parallel aan het gewone spoor loopt.
Het is niet druk op het Bredase busstation. Als onze bus, 117 naar Fijnaart, komt aanrijden,
zijn we de enige die instappen. Frans koopt een Zomerzwerfkaart. In de bus hangt reclame
voor dat kaartje: "Het zonnigste kaartje van Nederland" of iets in de trant stond er op. Het is
maar wat je zonnig noemt vandaag.
Zoals gezegd vertrekken we zonder andere passagiers uit Breda; dit zal de gehele 53 minuten
durende rit zo blijven. Deze bus rijdt een uurdienst, dit in verband met de vakantie. We maken
een bijzonder klein lusje door het centrum, en rijden dan het spoor onderdoor. We rijden langs
een fabriek voor Suikerwerken; een erg Belgische naam. De weg waarop we rijden is voorzien
van VETAG, duidelijk. We staan bij geen van de talrijke stoplichten stil. Over het grootste
deel van de weg ligt een tidal-flow busbaan. De enkele busstrook in het midden van de weg
wordt 's ochtends stads-inwaarts gebruikt. 's Middags uiteraard andersom.
In Ridderkerk ligt een soortgelijke busbaan, welke ik echter nog nooit actief heb gezien.
Ik zit niet lekker op onze huidige zitplaats. Het geval wil namelijk dat er druppels uit het
plafond vallen, bovenop mijn hoofd. De bus is lek. Vandaar dat we op het bankje voor ons
gaan zitten, we hebben immers keuze zat in de bus.
We rijden door Terheijden. Het ziet er pittoresk uit. Het centrumpje wordt gedomineerd door
een veel te grote kerk. Later op de dag zien we dat in bijna elk dorpje waar we doorheen
rijden. Vlak voor het kleine plaatsje Wagenberg slaan we af. Dit dorpje heeft een
busstationnetje, maar schijnbaar slaan we dat over.
Het volgende gehucht heet Drie Hoefijzers. Zou het ons geluk brengen? We kunnen nergens
aan een gevel drie hoefijzers bespeuren, noch zien we een café met dezelfde naam. Waar zou
het naar vernoemd zijn?
We rijden rechtstreeks naar Zevenbergen. Eerst rijden we langs het station. Deze halte is
voorzien van een speciale haltepaal voor de NS-bussen in geval van stremmingen. Een
soortgelijk iets zag ik laatst ook Lage Zwaluwe ("wat moet je dáár dan?" Hoor ik sommige
van jullie zeggen. Inderdaad, dat dacht ik ook toen ik uit de trein stapte). Daar is een bushalte
voor de bus naar Moerdijk, een halte voor de bus uit Moerdijk, de bus naar Lage Zwaluwe en
verder, en de NS-bushalte. Dat dit een beetje overdreven is voor zo'n kleine halte spreekt
voor zich.
BBA zorgt ervoor dat we na het station van Zevenbergen ook de rest van het dorp te zien
krijgen. Via alle hoeken en gaten rijden we kriskras door de woonwijken. Bij het centrum kijkt
Frans met gemengde gevoelens naar het Stadhuis. Het is een modern en groot gebouw. Wel
even iets anders dan zijn werkgever in het plaatsje Ter Aar, waarschijnlijk.
We rijden verder richting Klundert. Het gaat hobbel-de-hobbel over betonplaten. Frans merkt
scherp op dat zulke wegen slechts weinig in de Randstad zijn te vinden. Ik heb weer een
complete opleiding nodig om daar achter te komen. Ik moet even diep graven in mijn
geheugen: hoe zat het ook al weer? Was het omdat de grond onder een betonlaag niet mag
zakken, omdat anders het beton breekt? Asfalt is immers iets flexibeler dan beton, en breekt
minder snel. Wat ik wel goed weet is dat die betonplaten helemaal geen platen zijn, maar een
'in het werk gestorte' laag, net als bij asfalt gebeurt. Om te voorkomen dat bij
temperatuurswisselingen en zware vrachtwagens het beton gaat scheuren, wordt de plak beton
alvast voor-gescheurd, door middel van die zaagsnedes. Zo krijg je die aparte platen. Een
soort voorgesneden ontbijtkoek, maar dan anders.
In Klundert is het geen lekker weer. Dit dorp heeft de vorm van een vesting.
Naast het busstationnetje ligt de kerk, welke op een vierkant grondvlak staat. Dit zullen we
straks in Willemstad ook zien. Zo'n bouwstijl was zeker hip in de tijd dat deze streek bebouwd
werd.
We lopen, ondanks de regen, een stukje door het dorp. We komen uit bij 'het centrum'.
Verwacht niet te veel. Één straat is blijkbaar voldoende om de Fijnaarders te voorzien in de
eerste levensbehoeften.
Als het even wat harder begint te regenen, schuilen we onder de overkapping van het lokale
museum. Het museum is slechts een paar uur per week open, maar iets zegt me dat zelfs in die
korte periode het niet echt storm zal lopen.
De taxibus 103 komt iets te vroeg op het busstation, wat echter geen rede is om even de
vertrektijd af te wachten. We rijden meteen verder. Een reizigster stap bij de volgende halte
uit. Nu zijn we alleen in het busje.
De tocht gaat over de Stadsedijk welke, ondanks de naam, midden in de polder ligt. De dijk is
voorzien van flitspalen. Blijkbaar werd hier veelvuldig te hard gereden.
In het plaatsje Helwijk geeft 103 aansluiting op bus 169 afkomstig uit Willemstad naar Oud-Beijerland.
We rijden op het Steenpad, de aanvoerweg voor het openbaar vervoer naar Willemstad.
Auto's kunnen ook gebruik maken van de Hellegatsweg, die rechtstreeks naar de jachthaven
gaat. Langs het Steenpad ligt een bezinestation met de naam Autofood. Wat een werkelijk
vréselijke naam voor een bezinestation. Wie verzint nou zo'n naam?
Als je het centrum in wilt, moet je met de brug over de gracht. Een verkeerslichteninstallatie
en een paaltje-in-de-weg maken het mogelijk om zomers het centrum af te sluiten voor de
toeristen.
Het is voor Frans niet de eerste keer dat hij in Willemstad is. Vroeger, toen hij nog klein was,
is hij er wel eens geweest. Voor mij is het wel de eerste keer. Ik ben dan ook nog maar 18.
We besluiten het dorp te verkennen, te beginnen met de wallen. De Stadswallen, wel te
verstaan. Dit wandelpad voert over de vestingwerken.
Het uitzicht vanaf de vestingwallen is niet echt geweldig. Bomen zorgen ervoor dat de
doorkijkjes naar het lager gelegen dorp minimaal zijn, en struiken blokkeren het blik naar het
omringende land.
Onderweg passeren we een soort bejaardentehuis. Een oude vrouw bekijkt ons wantrouwig
vanachter de vitrage. Ze heeft een telefoon naast d'r oor: zou ze de politie bellen?
"Ja, hallo? Er lopen hier twee enge venten over de vesting. Nee, nog nooit eerder gezien hier.
Volgens mij komen ze van heel ver. Die ene heeft een vieze blauwe regenjas aan, en de oudste
heeft een doosje bij zich, dat hij af en toe op navelhoogte houdt."
Dat laatste, het digitale fototoestel van Frans, krijgt pas echt de kans iets te fotograferen bij de
twee oude bunkers verderop langs de vesting. Zijn deze uit dezelfde tijd als de vesting, of zijn
uit de Tweede Wereldoorlog? Het laatste wordt waarschijnlijk gemaakt door de ruimte voor
het kanon, wat onwaarschijnlijk groot is voor de eeuwen hiervoor. Een hakenkruis van
recentere datum maakt het bizarre beeld compleet.
Vlakbij de haven is een stelsel van loopgraven. Opmerkelijk genoeg bevindt zich hier geen
graffiti of andere rotzooi. De gangen en ondergrondse ruimte zijn niet afgesloten. Het zou
overigens niet zo gek zijn om dit te doen, want op het onverlichte terrein kun je 's avonds een
flinke doodssmak maken. En dan maar wachten tot iemand je een paar dagen later vindt.
We bekijken een aantal van de ruimten. Afdalen is niet altijd zonder gevaar, want het gras is
nog glibberig van de regen. Een van de gangen verlaat ik via een smal trappetje dat naar een
schietgat leidt. Avontuur bestaat nog! Frans loopt liever via de gewone trap naar de
oppervlakte.
De haven van Willemstad is gevuld met zeilboten. Het ziet er best gezellig uit, ware het niet
dat er nauwelijks leven is te bekennen. Aan de kade verder naar het Hollans Diep ligt een
rondvaartboot. Men verzorgt onder andere tochten naar Rotterdam en Dordrecht. Even lijkt
het erop dat vanaf hier ook een pont vertrekt, maar dat is toch niet zo. Aan de overkant van
het brede Hollands Diep zijn wel huizen te zien. Zou dat Numansdorp zijn? Op de kaart blijkt
echter dat het een camping is. Vanaf hier is ook de industrie van Moerdijk te zien, welke we
van uit de bussen ook al zagen. Helaas is het te ver weg om te fotograferen.
Een paar stappen van het water is een monument voor de gevallen uit de Tweede
Wereldoorlog. Het betreft hier krijgsgevangen Belgen die tijdens een transport over het
Hollands Diep ter hoogte van Willemsdorp op een mijn voeren. Frans zal je ongetwijfeld meer
kunnen vertellen: in de papieren die ik hem in de trein gaf, zat onder andere een verhaal over
deze scheepsramp.
Terug in het centrum besluiten we eerst het centrum te bekijken voordat we verder wandelen
over de vestingswallen. Het weer is ondertussen omgeslagen in een wat waterig zonnetje, en
ik stop mijn regenjas in m'n rugzak. We lopen langs een marktje, waar wat meer mensen zijn
te vinden dan bij de haven. Het centrum zelf bestaat alweer uit een kerk op een vierkant stuk
grond. Geen winkels daarom heen. Beetje kil. We lopen nog even het complex
bejaardenwoningen in van waaruit we daarnet werden bespied. De gelijkvloerse huisjes staan
om een binnentuin. Een Jeune-de-Boules baan ligt er ongebruikt bij. Er is hier geen spiedende
vrouw te bekennen.
Als we de tuin weer verlaten, doet Frans de deur voor me open. Bedankt. De volgende deur
van de 'sluis' doe ik echter niet voor hem open, want dat gaat vanzelf. Wel krijg ik de
automatische zwaaideur bijna tegen mijn snufferd aan.
Het grondvlak rond de kerk is zoals gebruikelijk gevuld met graven. Het is bizar om te
constateren dat relatief veel mensen overleden zijn op dezelfde datum. Het jaartal 1953 maakt
echter veel duidelijk: de watersnoodramp heeft hier flink huisgehouden.
We lopen terug naar de haven en we beklimmen opnieuw de wallen. Vanaf hier heeft Frans
goed de kans om de haven met de aanliggende gebouwen te fotograferen. Door de ligging en
het formaat van de dijk is de opmerking van Frans dat deze wal misschien een oud tramtracé
is, niet eens zo gek. Toch lijkt het me niet heel waarschijnlijk.
We zijn terug bij af. We staan weer bij de bushalte. Omdat de bus net weg is, lopen we
andermaal richting de kerk. We gaan een zijstraat in, en komen bij het lokale
gezondheidscentrum. Het consultatiebureau, de dokter, de tandarts en al-wat-niet-meer zijn
hier gevestigd. Toch is het niet aan te raden hier een ernstig ongeval te krijgen: Breda,
Roosendaal of Oud-Beijerland zijn de dichtstbijzijnde grote plaatsen met hopelijk een
ziekenhuis. De ambulance zal in elk geval van ver moeten komen.
Na een korte rust op een bankje lopen we nog even het parkje in dat buiten de vesting ligt. Er
naast ligt nog een hele woonwijk, even groot als het door de vesting omsloten gebied. Zelfs
een uithoek als Willemstad moet groeien, blijkbaar.
Het voetpad van het wel erg smalle pad loopt dood, en we keren terug naar de bushalte.
De bus 103 uit Fijnaart is deze keer een echte grote streekbus. Voor het aantal passagiers had
BBA het niet hoeven doen, dat is nog steeds gering. Het is dan ook het eindpunt natuurlijk.
Frans vereeuwigt de chauffeur die in zijn bus een sigaret opsteekt in eentjes en nulletjes, zodat
jullie kunnen meegenieten.
Bus 169 naar Oud-Beijerland vertrekt op tijd. Het is alweer zo'n standaard BBA-bus, met
zo'n gek patroontje in de achterkant van de zitbanken. Heeft BBA niets anders?
We verlaten Willemstad weer via het Steenpad. Andermaal verbaas ik me over de naam
Autofood. Iets voorbij Helwijk slaan we rechtsaf. We rijden langs de snelweg op een smal
paadje. Het gaat hard, erg hard.
Bij de afslag Willemstad rijden we de A29/A59 op. We passeren de sluizen bij het
Hellegatsplein, die ongetwijfeld Hellegatssluizen zullen heten. Het is allemaal onderdeel van de
beroemde Deltawerken. We rijden over de scheiding tussen het Hollands Diep, het Volkerak
en het Haringvliet. Op de brug kunnen we nog een laatste blik achterom op Willemstad
werpen.
De bushalte Numansdorp A29 bestaat uit een aantal exclusieve busafritten aan de snelweg.
Ons oorspronkelijke plan was om hier bus 165 naar Dordrecht te pakken. Een paar dagen
geleden zag ik echter op de ConneXXion-site dat deze bus een lijntaxi is geworden. Daar
hebben we dus geen zin in. We zullen nu in 169 blijven zitten tot aan Oud-Beijerland.
Het dorp Numansdorp, gemeente Cromstrijen, rijd je zo voorbij. Iets verderop, bij
Middelsluis, komen we in een file achter een graafmachine. Pas een eind verderop raken we
hem kwijt. De chauffeur geeft meteen plankgas. We sjezen over de Stougjesdijk richting Oud-Beijerland. Hebben BBA-chauffeurs wel een vliegbrevet?
We hebben veertig minuten om het centrum te bekijken. We stappen eerst naar binnen bij de
VVV. Het is er druk. We zoeken een kaart van Oud-Beijerland, maar die hangt er niet. Dan
pakken we maar een ANWB-stratenatlas uit de schappen. Er staat wel een kaart van het dorp
in, maar veel hebben we er niet aan. Snel verlaten we het drukke ANWB-bolwerk. Wij OV-reizigers voelen ons daar toch niet zo op ons gemak.
We lopen langs een nieuw winkelcentrum, dat er wel mooi uitziet. Het is zo'n winkelcentrum
als overal. Aardig, maar niet orgineel.
Aan de achterkant van de supermarkt stinkt het naar afval uit een broeiende container, en we
keren snel om. Wel is hier uitzicht op het water. Pas thuis zie ik dat het water het Spui is, een
verbinding tussen de Oude Maas en het Haringvliet.
Frans 'scoort' een blikje fris, zoals hij dat zelf noemt. Scoren, zelfs ik, behorende aan de
'nieuwe' generatie, gebruik dat hippe wordt niet.
Terug bij de bushalte volgen we het voorbeeld van de lokale bevolking, en gaan we zitten op
de stoep van een school voor volwassenen educatie.
Volgens de bushalte rijdt deze bus via Heinenoord Dorp, maar dat blijkt niet het geval te zijn.
We karren rechtstreeks naar het busstation Heinenoord. Het ligt niet ver van de plek waar
vroeger de stoomtram vertrok.
Via dit efficiënte busstation rijden bussen vanuit alle windrichting naar Zuidplein. Een komen
en gaan van doorgaans gelede bussen. Alleen de meeste sneldiensten slaan dit station over.
Via een busbaan rijden we de bekende Heinenoordtunnel in. Niet de nieuwe geboorde. De
nieuwe is bedoeld voor langzaam verkeer als fietsers. Zodoende kon het fietspad uit de oude
tunnel gebruikt worden voor het autoverkeer. Een half jaar geleden ben ik wel eens door de
fietstunnel gelopen. De tunnel is rond en helemaal wit. Mooi wel.
Bij diezelfde wandeling ging ik op zoek naar een bus, terug naar Rotterdam. Die vond ik op in
nieuwbouwwijk Carnisselande, gelegen aan de westzijde van de A29. Deze wijk zien we nu
van uit de bus ook. Het is de bedoeling dat deze wijk ooit een tramlijn naar Centraal krijgt.
Daarmee is het wel de meest verafgelegen eindhalte van Rotterdam. In het voorbijgaan zie ik
plots een busbaan liggen. He, dat is leuk. Later vind ik op internet een karig kaartje van de
wijk in aanbouw, waarop inderdaad een busbaan staat ingetekend. Hij vormt een verbinding
tussen Carnisselande en Barendrecht, waar Carnisselande toe behoort.
Via de brede toegangsweg Vaanweg rijden we Rotterdam binnen. Deze weg is voorzien van
busbanen en doorgaans goede voorrang voor de bus. Bij het enige meer-verdiepingen-busstation van Nederland stappen we uit.
Winkelhart Oud-Beijerland
De bus, 48, rijdt een stuk terug via de Vaanweg, maar slaat verderop linksaf. Via Station
Lombardijen rijden we naar Groenenhagen.
In de bus zit ook een moeder met een vervelend kind. Bij Reijersdijk (eindpunt lijn 20) stapt
een soort zwerver in. Hij doorzoekt alle zakken van z'n jas, kennelijk opzoek naar een
strippenkaart. "Even wachten hoor, ik moet 'm ergens hebben." Hij haalt een berg
strippenkaarten uit z'n zak, en bekijkt ze allemaal of het de goede is. De chauffeur ergert zich
een beetje "De volle kaarten kun je weggooien".
Even later heeft de zwever de kaart gevonden en gaat bij de achterdeur staan: het is redelijk
druk in de bus. Een halte verderop roept hij echter alweer "Chauffeur, stopt deze bus ook bij
de volgende halte?" Afgezien van het bijzonder kleine stuk dat de man meereist, is het
natuurlijk een onnodige vraag: een bus stopt altijd op de volgende halte, behalve bij het
eindpunt.
In IJsselmonde rijden we de busbaan richting Van Brienenoordbrug op. Ik vind dit een
indrukwekkende brug. Hij is relatief hoog, en als je naar boven kijkt wordt je helemaal duizelig
van de hoogte van de immense boog.
Overigens is het niet het enige grote object in de omgeving: vanaf de brug heb je prima uitzicht
op de Van Giessen-hal (excuus als de naam niet goed geschreven is). Het is een van de
grootste scheepswerven in Nederland. Laatst reed ik er met 91 vanaf Capelsebrug. Ik was op
zoek naar een oude herinnering uit mijn jeugd:
Vroeger zat ik bij m'n ouders achterop de fiets. Soms ging het deze kant op, met het
toenmalige pontje onder de Van Brienenoordbrug. Bij Van Giessen was een grote
modelspoorbaan. Zo eentje waar op kan zitten. Heet zoiets ook een modelspoorbaan? Ik meen
nog te weten dat ze alleen rijden op elke vierde zaterdag van de maand.
Achter de Erasmus-universiteit langs rijden we naar Kralingse Zoom. Er staat geen
Parkshuttle;, het schattige volautomatische pendeltje naar het
kantorenpark Rivium. Het schijnt onverwacht goed te gaan met de Parkshuttle, ze vervoeren
twee keer zo veel passagiers als ConneXXion hoopte. Onlangs zijn de drie karretjes
opgevoerd, zo schreef een bezoeker van mijn site. Hij was betrokken bij het Parkshuttle-project. De wagentjes gaan nu maar liefst 30 kilometer per uur. De dag na het meeltje ben ik
meteen gaan kijken. Ze gaan inderdaad sneller, maar niet dermate hard dat het echt
spectaculair wordt.
We halen de metro. Het is er druk, ondanks dat deze metro de stad ingaat. Voor de avondspits
zou je verwachten dat de uitwaarste metro druk is. Nuja, misschien is de tegenrichting ook
wel drukker dan deze; je weet het niet.
Bij Beurs/Churchillplein stappen we uit en lopen naar het andere perron. Het is hier zoals altijd
druk. De doorgang van het perron richting Marconiplein naar de stationshal is volgens mij te
smal. Altijd dringen geblazen daar. Op het perron naar Centraal rijdt net een metro weg, zodat
onze kans op de bus van 16:53 wel als verloren mag worden beschouwd. Ik stel voor om het
komende half uur in de binnenstad te doden.
Bij het Binnenwegplein, direct grenzend aan het metrostation, lopen we een grote
elektronicazaak; binnen. Ze pretenderen alles goedkoper te verkopen door groot in te kopen. Dat ze groot
inkopen moge duidelijk zijn aan de enorme wand met computerschermen die de elektronica-afdeling omringt. Een beetje patserig, als je het mij vraagt.
Op de Lijnbaan is het ook al druk. Zou heel Fijnaart hierheen zijn verhuisd? Op het
Stadhuisplein tegenover, hoe kan het ook anders, het Stadhuis zit nog een nieuwe
superwinkel. Het bedrijf
EasyEverything laat je tegen lage tarieven internetten. Of je dat nou onder prettige omstandigheden
doet is de vraag. Door de ruiten zien we ellenlange rijen platte beeldschermen. De aanwezige
klanten zitten met hun neus dicht op het scherm, en hebben weinig ruimte om de muis te
bewegen. Frans vindt het in elk geval een prettig idee dat, mocht zijn ouder vertrouwde
computer crashen, hij hier nog terecht kan om de Digitale Reiziger te updaten.
Gauw gaan we weer verder. Het halve uurtje is alweer bijna voorbij. Wat ging dat snel! We
overwegen nog om op tramhalte Hofplein de aanrijdende tram naar Centraal te nemen, maar
de tram blijkt een dienstrit te zijn, en rijdt door.
Dan maar lopen. Er zijn ergere plaatsen in Nederland te bedenken om te lopen dan het
indrukwekkende Weena. Kantoren van onder andere Unilever en Nationale Nederlanden
zorgen voor wat ook wel "Nederlands enige skyline" wordt genoemd.
Ik vertel Frans dat aan de noordelijke gebouwen aan het Weena te zien is waar de metrotunnel
loopt. Het gebouw Weenatoren staan met de achterkant vlak voor de metrotunnel. Vandaar
dat het gebouw iets naar voren moest worden geschoven. De bekende Nationale Nederlanden-torens staan beide aan weerszijden van de metrobuis.
De foto van de Millennium-overgangtoren zit er niet in vandaag: de toren is te hoog om 'm
helemaal er op te krijgen.
We vertrekken ongeveer drie minuten na 17:23 vanaf Rotterdam Centraal met bus 204. Deze
snelbus naar Zoetermeer en Leiden rijdt 's middags niet via het Weena en de Schiekade, maar
rijdt bij Centraal meteen rechtsaf de Beukelsdijk af, en het spoor onderdoor naar Blijdorp.
Vervolgens rijden we de A13 op, om bij het vliegveld de Doenkade op te rijden. Zo komen we
weer op de standaardroute. Deze snelwegroute is minder filegevoelig dan de die via de
Schiekade.
Rotterdam en Zoetermeer hebben een stevige openbaar vervoerverbinding: 170, 173 en 204
geven in de spits zes keer per uur een reismogelijkheid tussen beide plaatsen. Deze zijn echter
niet snel. De gewone streekbussen 170 en 173 doen er ongeveer een uur over, en de snelbus
204 veertig minuten. Vandaar dat Zoetermeer smeekt om de ZoRo-spoorlijn. Hierbij worden
de Zoetermeer Stadslijn en de Hofplein aan elkaar gekoppeld. Helaas zijn de plannen naar
achtergeschoven, ten gunste van het prestigieuze RandstadRail.
Tot aan Bleiswijk zijn er geen haltes, dus we spurten stevig door. Ook op de halte in Bleiswijk
stoppen we niet, zodat pas op het industrieterrein in Zoetermeer de volgende stop is. Hier
fungeert snelbus 204 als een gewone bus: lokale reizigers mogen er ook gebruik van maken.
Bij station Zoetermeer is laatst een echte DRIS geplant. Deze werd feestelijk geopend door T.
Netelenbos, minister van omstreden dure projecten. Ze kwam aanrijden met de HTM-fietsbus,
welke normaal gesproken niet eens langs station Zoetermeer komt. Van de DRIS moet je je
echter niet te veel voorstellen. Een soort reclame uithangbord op een van de twee busperrons
laat zien welke bussen de komende drie minuten vertrekken. Het is bedoeld voor de
overstappers uit de trein. Alles is echter in een dermate klein lettertype uitgevoerd, dat een
overstappende treinreiziger wel een Hubble-telescoop mag meenemen om te zien of hij nog
moet rennen om z'n bus te halen. De DRIS werkt overigens prima, dit in tegenstelling tot
de Leidse flop; waar de DDR al uitvoerig over geschreven heeft.
Via de Afrikaweg, voorzien van busstrook en prima voorrang voor bussen, komen we bij het
bus/treinstation Centrum West. Dit het einde van de gezamenlijke reis. Frans blijft zitten tot
Leiden, en ik stap uit om met de Sprinter één halte verder te reizen. Terwijl ik op het perron
sta zie ik bus 204, met Frans erin, achteruit rijdend het busstation verlaten. Blijkbaar blokkeert
bus 170, eveneens naar Leiden, de doorgang. In de spitsen, zoals nu, is het werkelijk overvol.
Het wordt hooguit dat Centrum West vernieuwd wordt. In het voorjaar van 2001 gaat men
beginnen.
Op Stadhuis, slechts 2 minuten verderop, stap ik uit en loop het laatste eindje naar huis. Dat
was het einde van deze Brabant Duel II.
Bij het eerste Brabant Duet kondigden we deze tweede Brabantreis al aan. Deze keer hebben
we echter geen concrete nieuwe plannen om op korte termijn terug te keren in Brabant.
Mochten we toch nog eens ergens op pad gaan, en waarom ook niet, dan zal er zeker weer
een verslag verschijnen op de DDR!
Maarten Batenburg
DEN HAAG
90% van de reizen die ik onderneem begint zoals deze: met de Zoetermeer Stadslijn. Ik heb
om 8.16 de Sprinter op Stadhuis. Om 8.34 stap ik op Den Haag Centraal weer uit. Pas over
een half uur moet ik op Holland Spoor zijn om Frans te ontmoeten. Net genoeg tijd dus om
even via het centrum te lopen.
BUS 117
In Breda stappen we precies bij de trap uit. We hadden ons plaatsje in de trein goed gegokt.
FIJNAART
We stappen bij het 'busstation' uit de bus de regen in. Drie anderen stappen in de bus. Over
een half uur pakken we 103 naar Willemstad. Omdat de 117 buiten de vakanties half
uursdienst rijdt, geven ze dan wel aansluiting. Nu niet. Vreemd geregeld. Wel kunnen we, als
we gebeld zouden hebben, de LijnTaxi nemen naar Heijningen, een gat ergens bij het
autoknooppunt Sabina. Taxibusje 103 komt voorrijden, het is echter de bus richting Oud-Gastel. Over een half uur is het busje weer terug.
WILLEMSTAD
Het busje houdt in Willemstad stil vlak voor de vestingsgracht. Hier is het eindpunt: een klein
busstationnetje, waar ook 169 naar Oud-Beijerland vertrekt en nog een aantal spitsbussen naar
Numansdorp A29.
BUS 169
Het busaanbod lijkt op het eerste gezicht heel wat. 103, 169 en 179. Feit is echter dat na zeven
uur 's avonds je hier niet meer weg komt. OV-gezinde Willemstad'ers zullen om die tijd
alweer thuis moeten zijn, of ze moeten een beroep doen op de gastvrijheid van familie elders in
het land.
OUD-BEIJERLAND
Bij een halte onderaan de kerk stappen we uit. Dit ziet er wel uit als het centrum. Hier is het
erg druk. Gezellig ook. We kiezen een bus welke we straks richting Rotterdam willen hebben.
Ondanks de dubbelzijdig gevulde vertrekstaten blijkt bij nader inzien de keuze gering. Het
meerendeel van de hier stoppende bussen zijn spitsbussen naar Zuidplein, of de lijndiensten
rijden niet tijdens vakanties. Er is nu slechts een half-uursinterval dankzij de gecombineerde
diensten van 160 en 161.
BUS 48
We beraden ons wat we nu moeten doen. We zijn wat vroeger dan verwacht. Bus 66 naar
Wilhelminaplein kennen we allebei al, net als bus 39 door de Maastunnel. We vinden een goed
compromis in bus 47/48 naar Kralingse Zoom.
ROTTERDAM
Ondanks dat ik het nog steeds erg naar mijn zin heb in de bus en samen met Frans, zet ik flinke
stappen richting de metro. Enerzijds omdat de metro er net aankomt, anderzijds omdat ik mijn
zinnen min-of-meer gezet heb op een bus eerder dan gepland. In principe zou het mogelijk
moeten zijn om bus van 16:53 op Centraal te halen.
BUS 204
Snelbus 204 laat even op zich wachten. Frans benut de tijd met het trachten een foto te maken
van de Millenniumtoren. Deze toren van ca. 140 meter inclusief zendmast had, naar de naam
doet vermoeden, al af moeten zijn. Strikt genomen hoeft dat natuurlijk niet: een millennium is
slechts een periode van 1000 jaar, niet de overgang tussen die periodes. Wellicht krijgt de
Haagse tramtunnel wel rechtmatig het Millennium-predikaat: die resterende 995 jaar zullen er
waarschijnlijk ook nog wel bij komen.
SLOT
Ook deze keer hebben we weer veel reisplezier gehad. Het begon jammer genoeg met regen,
maar tijdens de wandelingen was het gelukkig droog.
27 juli 2000