FlevoFerries

De boot als OV

Sinds kort vaart het bedrijf FlevoFerries tussen Lelystad en Amsterdam. Dat wil zeggen tussen een industrieterrein bij Lelystad en het afgelegen Zeeburg bij Amsterdam. Men richt zich desondanks op de pendelende spitsreiziger. Maar men vaart ook in het weekend, waar mee men waarschijnlijk winkelend publiek wil trekken. Bussen zorgen voor een aansluiting naar de centra. In ieder geval, reden genoeg om even mee te varen. Hijs het zeil!

HOLLAND SPOOR-AMSTERDAM-ENKHUIZEN

HS-Enkhuizen
Enkhuizen-Lelystad
Lelystad-Amsterdam
Amsterdam-Zoetermeer
Op maandag 11 oktober '99 kom ik om 10.52 het perron van Holland Spoor oplopen. Ik had de Benelux van 10.59 ingedachte, maar z'n voorganger is te laat. Vandaar dat ik de trein van 10.48 nog haal. Het is een Regiorunner, beter bekend als DD-IRM. Vlot sjezen we de door tot Leiden. Daar is de overstap op de trein naar Haarlem al verloren gegaan. Die optie had ik nog open gehouden om via Alkmaar en Obdam naar Hoorn te reizen. Nu blijf ik zitten tot aan Amsterdam. Geen bloembollen te zien, daar is het seizoen niet voor. Wel veel Engelssprekenden in de trein. Of eigenlijk Amerikaanssprekenden, daar schijnt een heel verschil in te zitten. "We've seen a lot of Europe, didn't we?" zegt er eentje. Nederland als een onderdeel van Europa. Dat is natuurlijk een nadeel van Europese intergratie. Aan de andere kant: wij praten ook over Amerika, terwijl we een aparte staat van de VS bedoelen.

Bij Schiphol houd ik de klapdeurtjes naar het balkon voor de reizigers met tassen en koffers open, iets dat erg op reis wordt gesteld. Even kijk ik met een nieuwsgierig oog naar de buitendeur, want er zit een stickertje "Defect" op. De deur trekt zich echter niets aan van het opschrift en gaat gewoon open.

We rijden Amsterdam binnen. Als ik objectief naar de wijken kijk, is er nauwelijks verschil met andere steden. Maar als ik ook maar even mijn gevoel er op los laat, dan vind ik het lelijke woonwijken, die tevens ook nog typisch Amsterdams zijn. Het moge duidelijk zijn dat ik het niet zo op Amsterdam heb. Het OV-bedrijf GVB waar per dag 11 trams kapotgaan, kun je haast niet serieus nemen. Maar dat zelfde bedrijf vervoert al jaren meer mensen dan de Nederlandse Spoorwegen (1 mln). Klagen over vertragingen doen de Amsterdammers al jaren niet meer, dat hoort erbij. En de toeristen vinden het schitterend, zo'n bellende tram door de drukke Kalverstraat.

Op Centraal Station stap ik uit. De trein heeft de vertraging van 6 minuten mooi ingelopen, het scheelt nu nog maar anderhalve minuut. Ik loop buiten een rondje via het streekbusstation, op zoek naar de plek waar ik straks zal aankomen met de FlevoFerries-bus. Ik zie het nergens. Fijn is dat als je vanaf hier naar Lelystad wilt. Met afschuw kijk ik naar de trams die zich niets aantrekken van overstekende voetgangers en langsrazende fietsers. Hoeveel doden en gewonden zouden er in Amsterdam wel niet vallen door de tram? Wonderlijk: in Amsterdam vind ik het verschrikkelijk, in Den Haag of Rotterdam beschouw ik het als pure stuurmanskunst van de trambestuurders. Bevooroordeeld? Mwâh...

De trein naar Enkhuizen is een oude dubbeldekker. Hij komt net van Lelystad af. Wat dus leidt tot de rare route Lelystad-Enkhuizen. Ik neem plaats in het voorste compartiment van het stuurstandrijtuig. Op het balkon wordt een oud mannetje beboet. Hij moet er op Sloterdijk uit.

De zon is gaan schijnen, en als we dan eindelijk vertrekken van CS kan ik het niet laten om uit het raampje te hangen. Heerlijk die wind. Doordat ik lager bij de grond hang dan bij de Sprinter, geeft dat een sneller effect. Het valt me op dat vlak voor de Hemtunnel een aantal bulten in het spoor zitten. Meestal ligt spoor in de verticale richting toch wel erg recht. De Hemtunnel is al helemaal gaaf. Erg stijl duiken we de diepe tunnel in. Het geraas is oorverdovend.

Bij Zaandam zie ik nergens een spoor van het winkelketen dat op de kleintjes let. Via een gevaarlijke overweg rijden we richting Purmerend. Het spoor richting Purmerend kruist de weg onder een erg geringe hoek, het andere spoor gaat via een viaduct over de weg. Een paar jaar geleden is een hier een tragisch ongeluk gebeurd. De dubbeldekker richting Purmerend ontspoorde en ramde een pijler van het viaduct. Ik meen dat drie mensen de dood vonden. Het ongeluk laaide de discussie op of het wel veilig is om een zware loc de trein van achter te laten duwen. Deskundigen hadden als tegenargument dat ook treinstellen bestaan uit een zwaardere aangedreven bak, en een paar 'gewone' wagons. Een voorbeeld hiervan is de Koploper.

Meteen na de overweg ligt Zaandam Kogerveld. Het is een halte, niet minder maar ook zeker niet meer. Daarna krijgen we eindelijk de kans om de snelheid flink op te voeren. Een lichtgebogen spoorbaan strekt zich voor onze trein uit, te midden van ongelovelijk groene weilanden. Rechtsachter is Zaandam te zien: flats.

Purmerend en Purmerend Overwhere (hoe spreek je dat dan uit?) zijn stations, veel valt er niet over te vertellen. In de weerspiegeling van een abri op het perron zie ik dat verderop in de trein een meisje vermanend wordt toegesproken door de conducteur.

Purmerend heeft officieel afgezien van de NoordZuidmetro. Het eigenlijke doel van de metroverbinding was om lightrail-lijnen er op aan te sluiten. Opties waren Purmerend en Zaandam. Door alle gedoe rond de metro heeft men er geen zin meer in. Toch zou het geen gekke verbinding zijn.

Vlak na het station begint een bochtig stukje door het stadje. Nog steeds hang ik uit het raampje. De trein rijdt nog niet hard, en de windsterkte is dus nog matig. De temperatuur is ontzettend prettig, en het ruikt ook fris. Heerlijk voelt het. Nooit geweten dat Purmerendse lucht uit fluweel bestond.

Na Purmerend begint een kaarsrecht stuk naar Hoorn. Aan de rechterkant komt de dijk van het Markermeer steeds dichterbij. Het is de enige plek waar de trein zo dicht bij het grote water komt (eindhaltes als Stavoren, Harlingen niet meegeteld). Raar idee: achter die lange dijk ligt een reusachtige bak met water, maar ik zie het niet. Een trein vlak bij het water, vreemd hoor.

Bij Hoorn staat aan de overkant de trein die ik gemist heb in Leiden. We vertrekken pas nadat de trein uit Enkhuizen is aangekomen. Ik wijt het aan het enkele spoor, maar dat blijkt er niet te liggen. Tussen Hoorn en Hoorn Kersenboogerd tak de museumspoorlijn af. Pas bij station Kersenboogerd valt me op dat we links rijden. Nu ik dit allemaal typ, lees ik op een oud meeltje van een NS-D'er dat er tot 15.00 uur links wordt gereden, daarna rechts. De enige reden die ik kan verzinnen is een betere overstap op het busstation te Hoorn.

Na Kersenboogerd wordt het dan toch echt enkelsporig en rijden we langs het liefelijke lintdorpje Oosterblokker. Bij Bovenkarsel-Grootebroek passeren de tegentrein. Als ik langs de trein kijk, valt het me op dat er veel vliegen op de trein zitten. Ook valt het me op dat het warmer is geworden. Halte Bovenkarsel Flora stelt echt niets voor: perron. Toch stappen er een paar mensen uit. Je moet je toch niet voorstellen dat je hier elke ochtend staat te wachten op je trein naar je werk. Toch is hier 's ochtends een kwartierdienst naar Amsterdam: naast de gewone stoptrein ook elk half uur een sneltrein.

Enkhuizen is een echt eindpunt. Een bijna lege trein die recht op het stationsgebouw afstevent. Een paar keer het ratellende geluid van de wielen op de wissels, dan het 'pzz' van de remmen.

Enkhuizen. Een schattig stationsgebouw, een busstationnetje. En een binnenstad. De kerktoren torent mooi boven de oude gevels uit. Jammer dat ik geen tijd heb om even rond te snuffelen. Op de buskaart in een abri zie ik dat een van de weinige bussen hier naar Andijk rijdt. Dat is nog kleiner dan Enkhuizen, maar heeft wel een volwassen halfuursdienst. Het lijkt me leuk om hier nog eens te komen.

ENKHUIZEN-LELYSTAD

De bussen zijn hier klein, net als de Delfste stadsbussen. Allemaal, behalve mijn bus. Lijn 150 voert over de N302, de dijk tussen Enkhuizen en Lelystad. Slechts eens in de twee uur rijdt er een bus, dan weer ieder uur. Door de weeks gaat de laatste om zeg 17.00 uur, op zondag rijdt hij in totaal drie keer, waarvan de laatste om 22.02 vertrekt. Dat is een logica als een braadpan. Wat is er nou zo afstotend aan Enkhuizen, of zo aantrekkelijk aan Lelystad, dat er om tien uur op zondagnacht nog mensen de bussen wil pakken.
Ik weet het niet, en niemand anders die het schijnt te weten, want ik ben alleen in de bus.

De bus bestaat uit een oude Daf met rode stoffen bekleding. We rijden een minuut na tijd (13.02) weg. We rijden om het stationgebouw heen, langs het water, naar de oprit van de dijk.
Ik zit niet helemaal gemakkelijk in de bus. Op Lelystad heb ik geen tijd tussen aankomst en vertrek. Beetje krap dus. Ik gokte er op dat de bus over de dijk wel ruim voor tijd op Lelystad aankomt. Maar mijn chauffeur doet het erg rustig aan. Met een vaartje van circa 70 rijden we de dijk op.

Ah, machtig! De zon schijnt volop, en weerspiegelt dan ook weldadig in het ruim aanwezige water. Nederland Waterland. Dit zijn prima beelden voor een goede documentaire over de Deltawerken. Niemand die het verschil ziet tussen IJsselmeerswater en Zeelandswater. Waarom geeft water nou altijd het gevoel van vrijheid? Het vrije uitzicht? Vrijheid van bewegen? Is het de wind?

Op het water zijn verschillende bootjes. Ook beroepsvaart. Er wordt geheid vlak naast de dijk. Volgens een bord naast de weg wordt hier gewerkt aan een nieuw viaduct.

Veel mensen zijn onder de indruk van de Afsluitdijk. Ook ik was lyrisch toen ik er overheen reed. Maar deze dijk van Enkhuizen naar Lelystad is slechts 1 kilometer korter dan de Afsluitdijk. Vanwaar dan dat maar weinig mensen hem kennen? OK, het is geen snelweg, dus 90% van de bevolking heeft er niets meer te zoeken.
Nu ja, geen snelweg? Het is een gewone tweebaans weg, maar je mag er wel 100 km/u rijden. Levensgevaarlijk, want het betekent dat je met een snelheidsverschil van 200 op je tegenligger kunt knallen. Gelieve hier niet in te halen dus.

Via een onlogisch scherpe bocht rijden we aan het eind van de dijk over de sluizen heen. De bus slaat af, en rijdt via het industriegebied naar de Bataviawerf. Hier ligt de nagebouwde Batavia, die mij erg klein overkomt. Waar is het romantische beeld van zo'n groot en stoer zeeschip? Twee mensen stappen in.

Vlak voor tijd komt de bus aan op het busstation. Hier heb ik nog nare herinneringen. Niet zo lang geleden was ik hier ook, ook al voor de FlevoFerries. Toen ik met de trein aankwam, was de bus net weg. "Laat ik dan maar gaan lopen", dacht ik. Had ik dus nooit moeten doen, want toen ik doodop vlak voor vertrektijd aan kwam bij het water, kon ik de FlevoFerries nergens vinden. De bus terug naar het station gaf natuurlijk ook net geen aansluiting op de sneltrein, waardoor ik veel te laat thuis kwam. Ik had er toen behoorlijk de pest in. Laat maar: ik praat er liever niet over.

LELYSTAD-AMSTERDAM

Nu echter (13.37), komt bus 21 net aanrijden. Geen ouderenbusje met stickers op, zoals ik verwachtte, maar een grote touringbus. Zo'n oude aftandse, waar nog met de hand geschakeld moet worden. De chauffeur vindt het prima dat ik met een studenten-OV instap, het kaartje voor de boot moet ik maar bij de steiger kopen. Zelf heeft hij geen zin om me een kaartje te verkopen.

Vlak voordat we het busstation uitrijden, komt er nog een bekende van de chauffeur aanlopen. De vrouw stapt ik, en begint meteen een babbel met de bestuurder. De behandelde onderwerpen zal ik maar niet herhalen, da's zo saai.
Over dezelfde grote wegen als op de heenweg met de vorige bus rijden we weer terug naar de Bataviawerf. Op de dijk slaan we linksaf, en inderdaad: daar wapperen een aantal vlaggen van FlevoFerries.
Vlak voordat ik uitstap benader ik de bestuurder. Ik vraag hem hoe druk de bus 's ochtends is. "Heel rustig" zegt die. Met een bizarre nadruk op ' heel' waar je de rillingen van krijgt. Ik begrijp de clue: het is 's ochtends "Hééél rustig"...

Ha, frisse lucht. Ik ben blij, want ik heb de krappe overstap gehaald en ik ben eindelijk op de gewraakte wallocatie van FlevoFerries. Langs de weg staan een aantal keten. Ze zien er een stuk beter uit dan de bekende bouwketen, en bovendien staat het logo van FlevoFerries erop. Waarschijnlijk dat ik daar de kaartjes kan komen.

Binnen is het een fijne boel. Een kamerplantje of twee naast de deur, stalen stoelen die over de houten vloer schuiven, en een loketje waarachter de complete FF-crew zit. Twee vrouwelijke medewerksters springen enthousiast op als ik vraag om een enkeltje Zeeburg. Eindelijk, klandizie! Helaas voor mij is de OV-studentenkaart inderdaad niet geldig, en geeft het ook geen korting. In totaal wisselen vijftien Nederlandse florijnen van eigenaar.

Eenmaal buiten prop ik het reusachtige kaartje zolang in een van de zakken van m'n jas. Ik loop de pier op. In de verte zie ik al een vaartuig deze kant op komen. Ik meen in de vorige bus ook al wat gezien te hebben. Het is overduidelijk een catamaran, net als de Stenaline HSS, maar dan kleiner.

De pier bestaat uit een lange steiger waar aan beide zijden een schip kan afmeren. Ik loop tot het einde. Niemand anders te zien. Zoals het er nu naar uitziet word ik de enige reiziger.

Het schip komt dichterbij. Het is breder dan ik dacht. De 'Gooimeer' komt langzij. Ik moet lachen, want ik voel me opgelaten. Die duizenden pk aan motorkracht, die honderden liters zware diesel, die hele bemanning: alleen maar voor mij. Alleen al de brandstof lijkt me niet opwegen tegen die 15 gulden die ik er voor betaal. Gelukkig draait de overheid voor een groot deel op voor de kosten.

Als ik de achterkant van het schip bekijk, schrik ik. Een groot, donker en luidruchtig gat kijkt me aan. Weer bij zinnen zie ik dat het een enorme uitlaat is, formaat WC-pot. Nu ruik ik het ook: een vieze blauwe dieselwalm omringt me. Kuch!

Vlak voordat de primitieve loopplank uitklapt, komen er nog een paar mensen aanlopen. Gelukkig ik ben de enige niet. Maar helaas de mensen blijkt de nieuwe bemanning te zijn, of is vriendschappelijk bekend met de bemanning. Mijn kaartje wordt gecontroleerd door er een stempel op te zetten. Niet echt een succes, want de stempel is zo vet en nat dat het meteen uitloopt en een onleesbare veeg inkt wordt.

Nu komt het prettigere gedeelte van de reis. Een ruim opgezette ruimte met veel vliegtuigachtige stoelen. Meer dan genoeg beenruimte, zelfs voor de echte Nederlander, en fijne stoelen. ' Ook aan de inwendige mens is gedacht' want achterin is een klein loketje waar fris en zo gekocht kan worden. De raampjes zijn wat klein en een voorruit ontbreekt. Jammer. Nu kijkt de reiziger (alleen ik dus) uit op een neutraal grijze wand met een nooddeur en TV erin. De TV staat uit, en ik ben benieuwd wat er eigenlijk vertoond moet worden.

De lokettiste gaat zich algauw vervelen, en begeeft zich via een verborgen trap naar de stuurhut. Onmerkbaar vertrekt de boot. Pas buiten de dammen voeren we vlot de snelheid op. Het geluidsniveau is vooral voorin beperkt, achterin heb je wel wat moeite elkaar te verstaan, mocht je niet de enige reiziger zijn.

Omdat ik nooit stil kan zitten, ga ik aan de wandel. De verschillende deuren naar motor- en 'staff only'-ruimten staan gewoon open, en ander wel na een simpel duwtje. Zelfs de luchtdichte deur naar een van de rompen staat open, ondanks de waarschuwing voor dodelijk blusgas. Bedenkelijk.
De WC is donker, maar degelijk. Zou het water drinkbaar zijn?
Terug in de coupe -hoe moet je het anders noemen- kijk ik eens naar de TV. In de rechterluidspreker zit wel zo'n glimmend dingetje, links niet. Als ik dichterbij kom, wordt mijn vermoeden bevestigd. Het is geen metalen membraampje, sterker nog het is geen luidspreker, maar een camera. Ha! Ik vraag me af of dit wel volgens de Privacywet is: ik heb nergens gelezen dat ik op video zou komen.

Na een half uur heb ik de binnenkant wel gezien, en neem ik plaats achter een raampje. Wouw, wat een mooie lucht. Van heel licht Middellandse Zeeblauw langzaam overlopend in een diepdonker blauwe hemel. Schitterend. Een natuurlijk een paar hagelwitte slierten wolk. Heel hoog, zie ik een vliegtuigje, met zo'n mooie witte sliet er achteraan. Raar idee dat daarboven, kilometers boven mijn hoofd, iemand is. Gewoon een mens, net als jij en ik, maar hij/zij vliegt door de lucht. Heel raar.
Later ben ik uit de hogere sferen neergedaald, en zie ik tekenen van Amsterdam. Rechts zie ik de bus naar Volendam rijden, links de bouw van IJburg.

We zijn te laat, ongeveer 7 minuten (gepland 14.45). Waarschijnlijk wil de kapitein niet massa's diesel verspillen aan een enkele reiziger. Bij bussen is het meestal andersom: hoe rustiger hoe sneller de chauffeur doorkachelt.
Bij de steiger van Zeeburg ligt het andere schip: de Markermeer.
Ook al bij Zeeburg staat de bus te wachten: geheel en alleen voor mij. De bus is alweer een aftandse blauwwitte touringcar. Pas later besef ik dat blauw en wit niet alleen de kleuren van FF zijn, maar ook van het GVB. Op de boot stond ook al een logo van GVB. Via de Piet Heintunnel rijden we Amsterdam binnen. De tunnel is Nederlands langste autotunnel. Het is er opvallend licht, maar er zijn geen lampen te zien. Vreemd. Tegenwoordig stralen de lampen in een tunnel het licht tegen de rijrichting in. Mijn eerste reactie is dat de automobilisten (en de FlevoFerry-chauffeurs) verblind worden, maar het geeft de auto voor je juist een duidelijk silhouet.
Bij het station aangekomen vraagt de chauffeur waar ik er uit wil. Gewoon bij het station. Geef me nou geen keuze: ik wil er gewoon uit.

AMSTERDAM-SCHIPHOL-ALPHEN-ZOETERMEER

Uiteindelijk stap ik bij een van de vele bushaltes uit, en ren richting de perrons. Ik haal nog net de trein richting Den Haag CS, V 15.11. Het is echter nog vroeg, en besluit twijfelend dat ik in Schiphol de Interliner 370 of bus 197 naar Alphen neem. Eigenlijk wil ik ook wel blijven zitten in de warme trein, maar zo'n busrit trekt me ook wel.

Op het drukke busstation van is het een komen en gaan van streek-, stad- en personeelsbussen. Waar ken ik dat ook al weer van? De Interliner laat lang op zich wachten. En het is behoorlijk koud. Ik heb er nu al spijt van dat ik ben uitgestapt. Ik wou dat ik in de trein was blijven zitten. Een groot TV-scherm laat TMF zien: de Backstreet Boys met 'Larger than Life'. 'Groter dan het leven', da's wel een erg filosofische titel voor zo'n populaire jongensgroep. Een aantal mensen, waaronder ook mannen, kijken met een hand voor hun ogen tegen de zon in naar de matige beelden.

Ik stap als laatste in de te late Interliner, en ga bij de uitgang zitten. Dat verveelt me algauw, want ik wil wel wat zien. Op de A4 staat een file. Daar ben ik niet voor in deze bus gestapt. Bah! De chauffeur zit keurig in het pak, inclusief stropdas en fris geschoren kin. Zo zie je zie niet vaak. Alleen een koffertje ontbreekt om hem een geslaagd zakenmannetje te laten zijn.

In Alphen zie ik interliner 380 naar Zoetermeer en Den Haag voor ons uitrijden. Mooi is dat! Die heb ik dus gemist. Nuja, zo erg is dat ook niet, want de interliner stopt aan de verkeerde kant van Zoetermeer; moet ik weer omslachtig van station Zoetermeer naar mijn huis. Bus 165 Alphen-Zoetermeer rijdt tenminste vlak langs mijn huis. Echter die rijdt net van het station weg als wij naderbij komen. Wie verzint het nou dat twee bussen dezelfde richting op vlak achter elkaar vertrekken?

De oplossing is echter al snel gevonden in de klaarstaande stoptrein naar Leiden. Dan kan ik overstappen bij Lammenschans op de bus naar Zoetermeer. En zo geschiedde. Op mijn gemak uit het raampje hangend in de ex-bagageruimte van de plan V reis ik parallel aan de N zoveel. Daar werden een tijd geleden tests gedaan door RWS met automatisch bestuurde auto's: een wat snellere en individuelere versie van de Parkshuttle.

Bij Lammenschans is snelbus 204 net geweest. De volgende bus 170 is aardig vol, en ik ga dan ook maar naast iemand zitten, iets dat ik in de Sprinter totaal ben afgeleerd.
Voorbij Zoeterwoude worden we ingehaald door de snelbus: ik had dus beter even kunnen wachten bij Lammenschans. Onze bus moet nog een lusje maken door Stompwijk. Echt veel tijd kost dat echter niet, dus zo heel erg is het nou ook alweer niet.

Vijf minuten later stap ik uit bij de halte Aïdaschouw, en loop ik het laatste stukje naar huis.

Als je nu aan mij vraagt: "Was het wat, die boot?", dan antwoord ik: "Mwâh". Tweemaal met de bus na afloop van een boottocht is toch wel een beetje te, zelfs voor een gewone OV-reiziger. Want op Amsterdam CS moet je weer de gewone bus of tram pakken. De directe trein tussen Lelystad en Amsterdam is in de spits dan wel overvol, je komt wel op Amsterdam CS aan. De service aanboord is wel prima: ruime stoelen en nog even slapen lukt wel aan boord van een schip. Het schip ligt zeer stabiel op de golfen.
Maar FlevoFerries is niet te stoppen: ze willen ook al Enkhuizen-Amsterdam, Hoorn-Amsterdam en Huizen-Amsterdam beginnen. De dag nadat ik hier was stond ik de krant dat FleyFerries bij de Zeeburg sluizen voorrang moet krijgen, zodat de vaartijd naar Amsterdam CS verkort wordt. Het wachten op de sluis is de reden dat men nu op het afgelegen Zeeburg aanmeert.

We wachten af.


TERUG naar de startpagina van OV te WATER