De digitale reiziger doet :

Voorne-Putten


Vorige week heeft De digitale reiziger een column gewijd aan het openbaar vervoer op het eiland Voorne-Putten; een column met een ongewoon positieve toon. Deze week het verslag van twee dagen wandelen en bussen over dit veelzijdige eiland onder de rook van Rotterdam.



Bruggen en tunnels

Voorne-Putten heeft een dubbele naam, net als Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee. Dit heeft niets te maken met adeldom; wel met de gewoonte die in deze hoek van Nederland bestaan heeft, om twee kleine eilandjes aaneen te polderen tot één grote. Voorne en Putten zijn overigens zonder ingrijpen van mensenhand aaneengesmeed; de zeearm de Bernisse verlandde in de loop van de jaren. Ineens kon de reiziger van Spijkenisse (Putten) naar Brielle (Voorne) zonder natte voeten te krijgen. De laatste honderd jaar werden de reismogelijkheden nog verder uitgebreid met tram- en later ook autobruggen. Tenslotte kwamen de dammen van de Deltawerken. Zuid-West Nederland raakte uit zijn isolement. De Voorne-Puttenaren vonden werk in Rotterdam. Omgekeerd stroomde het werk van Rotterdam - havenactiviteiten en industrie - langzamerhand naar Voorne-Putten. Vervolgens kwamen ook de Rotterdammers zelf: plaatsen als Spijkenisse, Hellevoetsluis en Brielle werden geliefde forenzenplaatsen.

Van de stroom eilandbewoners die dagelijks van VP naar het hart van Rotterdam reizen, gebruikt 75% het openbaar vervoer; een aantal dat verder op geen enkele route in Nederland gehaald wordt. Hoe goed is het openbaar vervoer op dit eiland? Alle reden voor een verkenningstocht.


Maandag 3 augustus 1998

Beneluxlijn

Mooi weer, dus op naar het strand. Deze keer niet naar dat van Wassenaar, maar dat van Rockanje. Vanuit Leiden leidden er tot voor kort twee wegen naar de kust van Voorne. Je kon vanaf Schiedam Centrum lijn 80 nemen en op de Eerste Heulbrugstraat in Spijkenisse overstappen op de bus naar de kust. Elk uur een gegarandeerde aansluiting. Of je nam de metro van Rotterdam tot Spijkenisse Centrum en stapte daar over op een boemel- of snelbus naar het strand. De derde mogelijkheid wordt sinds kort geboden dank zij het SWAB-concept (waarvan een gedeelte overigens alweer gesneuveld is; lijn 60 en 61; Ridderkerk - Vlaardingen zijn onlangs opgeheven). SWAB-lijn 89 verbindt het metrostation Rotterdam-Marconiplein met Brielle (in het hartje van de spits rijdt hij door tot Rockanje).

Ik stap om 11.20 op station Schiedam uit de trein en heb tot 11.59 om naar Rotterdam-Marconiplein te lopen; dat moet kunnen. Onderweg inspecteer ik het in aanleg zijnde metroviaduct voor de Beneluxlijn. Dat volgt eerst de Horvathweg, parallel aan de spoorbaan Schiedam - Rotterdam CS en slaat vervolgens schuin rechtsaf de Tjalklaan op. Na een tocht langs de kinderboerderij duikt de metrobaan de grond in. Het werk schiet flink op. Ik loop er 25 minuten over; de metro doet het straks in ruim 2 minuten. Er komt geen station tussen Marconiplein en Schiedam Centrum.

Botlek

Lijn 89, Marconiplein - Brielle, stopt alleen in Rozenburg. Deze plaats ligt op het gelijknamige eiland. Wie wil weten hoe dit er veertig jaar geleden uitzag, moet de werken van Maarten 't Hart ter hand nemen. Hij woonde in Maassluis, dus tegenover Rozenburg. Nu bestaat het eiland uit een wirwar van wegen, goederenspoorlijnen, containerterminals en vaten waarin zich chemische processen afspelen waarnaar je slechts kunt raden. Ik zie een goederentrein rijden. Dat gebeurt niet vaak in het Botlekgebied. Altijd had ik gedacht dat die sporen er voor de show lagen.

Opeens zie ik het licht: de mensen die hier ploeteren doen echt belangrijk werk. Geen letterknechterij, zoals ik die beoefen, en dan nog wel als hobby. Echt werk, met je knuisten. Dit zijn de helden van de Nederlandse economie. Elke arbeider hier vult tien monden. Waarom solliciteer ik niet? Zouden ze mij nog aannemen bij zo'n verzameling schoorsteenpijpen? Ik ben vast al te oud.

Raar, zulke tegendraadse gedachten, ineens. En dat tijdens een busrit. Meestal heb ik het op de fiets. Heb jij dat wel eens, beste lezer? Het is vast een syndroom met een naam. Wat moet je ermee? Erover schrijven. Je bent toch een letterknecht, niet?

Nog geen half uur na vertrek uit Rotterdam sta ik al in Brielle. Het wat vervallen busstation tegenover de vestingwal is vervangen door een hypermodern nieuw exemplaar in het wijkje Rugge. Ook bij de vesting stoppen de bussen nog steeds en ook daar is een hele luxe abri gebouwd, met fietsenstalling. Op beide busstations hangt zeer uitgebreide informatie over de drie nieuwe SWAB-lijnen, die rijden sedert 1 maart 1998. (Nrs 83, 88 en 89: zie overzicht). Deze lijnen nemen een voorschotje op de Beneluxmetro; ze volgen tussen Spijkenisse en Marconiplein ongeveer de route van deze lijn-in-aanleg.

Het is niet koud en de zon schijnt fel; het is even wennen. Bus 100 naar Rockanje verschijnt op busstation Rugge. Een gelede bus. Er wordt een overweldigende stranddrukte verwacht, maar de bus is bijna leeg. Onze landgenoten vullen momenteel de stranden van Benidorm.

Strand

Lijn 103 heeft zijn eindpunt op de Tweede Slag, vlak bij het strand. Langs de zee wandel ik richting Oostvoorne. Overduidelijk wordt aangegeven waar het naaktstrand begint en eindigt. De tolerantie is enorm in Nederland. Naaktlopen mag (zij het op daartoe aangewezen plaatsen); het is ook toegestaan om op een naaktstrand je kleren aan te houden. Ruim de helft van de mensen is gekleed. Echt verschrikkelijk warm is het niet. De meeste mensen zien er bloot niet op hun voordeligst uit. Bloot slaat dood. Er loopt een flink uit de kluiten gewassen buldog door de branding te spartelen. Ik griezel. Veronderstel als dat beest zich in een speelse bui vergrijpt aan zo'n vrolijk voorwerp dat hij op ooghoogte ziet bungelen.

Ik kom op het autostrand, waar je - zoals de naam al zegt -, met je auto het strand op mag rijden, zodat je je een vermoeiende wandeling van parkeerplaats naar de kustlijn kunt besparen. Weinigen maken hiervan gebruik. Wel zie ik een paar geheel andersoortige voertuigen, die worden voorbewogen door de wind. Simon Stevins zeilwagen lijkt eindelijk school te gaan maken. Zijn andere belangrijke uitvinding, de decimale breuk, heeft meer navolging gevonden. Christiaan Huygens heeft ooit geprobeerd, een auto te ontwikkelen. Hij gebruikte buskruit als brandstof en zag na enkele mislukte pogingen af van nadere experimenten. Gelukkig maar, anders hadden we in 1660 al een autostrand gehad.

In de strandtent ga ik dapper op het terrasje zitten, hoewel ik er bijna vanaf waai. Er klinkt gerinkel en gekletter: een paar parasols vallen omver.

Duinen

Verder gaat de tocht, door Voornes Duin, waar niet-leden van de stichting Zuid-Hollands landschap entree moeten betalen. Het is er dan ook heerlijk rustig. Ik kom maar één wandelaar tegen; drie keer welgeteld, in de loop van de middag. De man reageert bij elke ontmoeting geïrriteerder, maar volgens mij is het zijn schuld.

In bezoekerscentrum De Tenellaplas maar weer eens larmoyante verhalen over het geelgevlekte Duin-kruidje-roer-me-niet, die dreigt uit te sterven door al die vieze gassen uit de pijpen die ik vanmorgen nog zo heb zitten bewonderen. Gut, gut, denk ik.

Een paar kilometer verderop ligt het Groene strand, een gebied van vele hectaren met louter wilde planten. Via het landgoed Mildenburg, ook verboden terrein voor wie niet gewapend is met wandelkaart, loop ik naar het dorp Oostvoorne, waar ik op De Ruy lijn 103 naar Spijkenisse neem.

Busbaan

Nu volgt een kennismaking met de nieuwe OV-attractie van Voorne-Putten, de hoogwaardige busbaan. Deze is acht kilometer lang. Hij begint bij de kruising van de Groene Kruisweg met het kanaal door Voorne. Op dit punt komen twee stromen streekbussen samen: die uit Hellevoetsluis en die uit de richting Rockanje / Oostvoorne - Brielle. De busbaan eindigt aan de rand van de bebouwde kom van Spijknisse. Daarvandaan rijdt de bus in een minuut of twee, drie naar het metrostation, via de halte "Sporthal Den Oert".

Velen zal het verwonderen dat er zo iets bestaat als een hoogwaardige busbaan; hoogwaardig wordt al gauw geassocieerd met railvoertuigen. De Puttense busbaan is geheel afgescheiden van de normale rijweg. Verbodsborden laten automobilisten weten dat zij niet welkom zijn. De baan telt vier ongelijkvloerse wegkruisingen. De bus zinkt daar plotseling de diepte in als was het een snellift. Enkele gelijkvloerse kruisingen zijn beveiligd met belsignalen en / of met overwegbomen.

Voor ik het weet sta ik al bij het metrostation. Deze busbaan verdient een nadere beschouwing, daarom neem ik me voor, spoedig terug te komen. Ik wil een busboekje kopen, maar bij de RET-informatiestand zijn deze uitverkocht.


Woensdag 12 augustus 1998

Grienden

Opnieuw leidt mijn weg naar Voorne-Putten, maar eerst hou ik halt op een aanpalend eiland: IJsselmonde. Dit is ongetwijfeld het dichtstbevolkte van alle Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden; er wonen bijna een half miljoen mensen op ruim 100 vierkante kilometer. De zuidelijke wijken van Rotterdam (Zuid, Pernis, Hoogvliet) liggen erop, alsmede plaatsen als Zwijndrecht, Ridderkerk en Barendrecht. Rhoon is de oudste plaats; dit dorp heeft zijn landelijke karakter nu juist het best behouden. De wet van de remmende voorsprong maakt dat Rhoon nu een geliefd recreatie- en wandeloord is.

Ik stap uit bij het metrostation en loop door het dorp naar De Rhoonse grienden. In het dorp rijdt elk halfuur de Metrobus. Rhoon is daarmee misschien wel het kleinste dorp met een eigen "stads"dienst. Ik corrigeer mezelf: ook het nog kleinere Poortugaal heeft een Metrobus. Hier geen narigheid met Lijntaxi's; gewoon een bus die altijd rijdt.

De Rhoonse grienden liggen langs de oever van de Oude Maas. Het is een langgekte strook wilgenbos, doorsneden met kreken en kanaaltjes. De wilgen worden eens in de drie jaar geknot; het rijshout doet dienst voor de fabricage van manden en dijkmatten. Eens verdienden hele volksstammen hun brood met de wilgenhandel. Ook dit terrein is in beheer bij de Stichting Zuid-Hollands Landschap.

Er zijn drie wandelroutes uitgezet. Ik kies de langste, van anderhalf uur. Ik slaag er nog net in, te onthouden dat ik moet letten op de roodgekopte paaltjes (niet op de groene en de blauwe; die zijn voor de stakkers die het lopen maar drie kwartier denken uit te houden). Helaas zie ik al snel niets anders dan groene en blauwe paaltjes. Het is geen ongebruikelijk verschijnsel op mijn excursies. Dan ga ik maar wat op de bonnefooi lopen. Langs een rivier kun je niet makkelijk verdwalen. Wel spijtig: ik was van plan om hier in de herfst en in de winter nog eens terug te komen om foto's te maken op dezelfde plaatsen als vandaag, maar het is niet waarschijnlijk dat ik deze plekjes terug zal vinden.

Er heerst een zompige, moerassige warmte in de grienden en binnen de kortste keren is mijn overhemd doorweekt. De wind is flauw en voert zo nu en dan vage zwembadkreten aan. Ik ontmoet een man; gelukkig niet die van vorige week. Ook hij vindt het hier mooi. Even voorbij een metershoge stapel gekapt rijshout slepen twee ouders een jengelend kind voort. Moe, dorst.

Na de wandeling volgt een uitgebreide lunch. Ik besluit mijn verblijf in Rhoon met een uitvoerige speurtocht naar het bezoekerscentrum. Vijf jaar geleden heb ik daar een prachtig zoetwateraquarium staan te bewonderen. Het bezoekerscentrum is verdwenen. Of vergis ik me en ben ik weer verdwaald? Onverrichter zake loop ik terug naar het metrostation.

Busbaan

Om 15.50 zit mijn metro in de tunnel onder de Oude Maas en rijd ik eindelijk Voorne-Putten binnen. Ik neem bus 113, de sneldienst naar Brielle; busstation Rugge. Twee chauffeurs staan voorin te keuvelen.

- "Zo, voor mij zit het er weer op."

- "Bleeh, ik moet vanavond nog helemaal naar Vlissingen. Kan ik weer verdwalen"

- "Verdwalen???"

- "Ja, ik weet de weg toch zeker niet in Vlissingen? Ik verdwaal daar altijd.

- "Een zooitje, zaterdagavond. Overal was wat. Braderie, vuurwerk. Sta je om middernacht in een file. Ik kom in Spijkenisse aan op de tijd dat ik moet vertrekken. Nou, mooi niet! Ik ben op me dooie gemakkie naar de kantine gegaan en rustig bakkie lurken, bammetje eten. Laat ze de rambam krijgen met hun dienstregeling".

De geest van ZWN-Leiden is blijkbaar naar het Zuiden overgewaaid.

Op de busbaan zoeven de tegenliggers langs ons heen. Ik zou best eens willen uitrekenen hoeveel bussen hier nu per dag passeren, maar helaas waren de busboekjes nog steeds uitverkocht. Er zijn zes haltes langs de baan: Zinkseweg, Halfweg II, Laanweg, Geervliet, Heenvliet en Kanaal door Voorne. Mijn bus is een snelbus en stopt aan geen van die haltes.

Ik bereik Brielle na een rit van 20 minuten. In een boekwinkel zoek en vind ik een ZWN-dienstregeling. Ik betaal f 2,75 voor de winterdienstregeling en krijg er de half zo dikke zomerdienstregeling gratis bij. Na een korte wandeling door de stad waar Alva zijn bril verloor neem ik lijn 103 naar Heenvliet.. 103 is de stopbus van Rockanje naar Spijkenisse. Door de voorruit van de bus zie ik dat er tussen Zwartewaal en het Kanaal door Voorne, over een afstand van 1,5 kilometer in één richting een busstrook ligt. De bus kan zo de lange files voor dit drukke kruispunt passeren.

Wegkruisingen

In het busboekje lees ik dat de busdienst op Voorne-Putten flink is uitgebreid. Op de twee belangrijkste takken: Spijkenisse - Hellevoetsluis en Spijkenisse - Brielle - Rockanje rijdt in de winterdienst overdag minstens eens per 20 minuten een bus. Ook de stadsdienst van Spijkenisse rijdt in 20 minutendienst. De bussen geven bij Spijkenisse centrum een goede aansluiting op de metro naar Rotterdam, die om de tien minuten vertrekt. De aansluitingen op de Eerste Heulbrugstraat zijn verplaatst naar MetroCentrum.

Ook openbaar vervoerprojecten kun je soms het beste te voet verkennen. Langs de busbaan loop ik van Heenvliet naar Geervliet. Achtereenvolgens fotografeer ik een fietspad, beveiligd met knipperlichtinstallatie; een wegkruising met "spoor"bomen (busbomen?) en een ongelijkvloerse kruising. Als ik Geervliet binnenkom, loop ik over de Stationssingel, een naam die dateert uit het tijdperk van de RSM (Roterdamsche Stoomtram Mij). Een dag met de stroomtrein naar Oostvoorne was voor de Rotterdamse havenarbeider een gewild uitje, al was je pas op het strand als de zon alweer begon te dalen. Gesterkt door zon en zeelucht spoorde de Rotterdammer bij valavond terug naar de Maasstad; hij kon er dan weer een jaartje tegen in de haven.

Bij de halte Geervliet zie ik dat de eerstvolgende bussen richting Spijkenisse vertrekken om 18.36 en 18.37. Als ik vlug ben, kan ik nog een paar foto's maken in het dorp.

Beren op de weg

Geervliet is rustig. Het zonlicht strijkt langs de gevels. Het raadhuis is meer dan 600 jaar oud en wordt alleen nog voor trouwerijen gebruikt. Een bejaarde man, die de stoomtram vast nog wel heeft zien rijden, zegt me dat hij een prachtig plekje weet voor een foto van het stadhuis. Ik moet omlopen door de tuin van Die-en-die, vervolgens het dijkje af en dan eventjes over zo'n beer kruipen. Hij wijst de diepte in. Ik zie geen bruingekleurde zoogdieren, maar wel enkele smalle betonnen balken, op een halve meter boven troebel water. Een visioen dringt zich aan me op van druipnat in de bus zitten, met een bedorven fototoestel en een bedorven Psion. Ik dank de bejaarde man vriendelijk voor zijn advies, maar maak duidelijk dat ik het in de wind zal slaan. Nu begint hij uitvoerig te vertellen over de geschiedenis van het raadhuis, die ik zojuist al heb staan lezen op het ANWB-bordje. Ook van binnen is het erg mooi. Er zit een oude gevangenis in de kelder. Als ik eens wil kijken: meneer Zus en zo heeft de sleutel. Die is nu met vakantie, maar....wanneer kwam hij nu ook alweer terug?

Vijf minuten later snelwandel ik het dorp uit. Door dat gepraat over die beer zou ik mijn bus nog missen. Zie je wel, daar heb je het al. De bus van 18.36 zoeft al door de tunnel. Weg. Net als ik bij de halte sta, komt die van 18.37 boven water.

Een kwartier later rijd ik per metro onder de Oude Maas door. Het einde van twee dagen bus- en wandelplezier. Streekvervoer van goede kwaliteit, het bestaat. In dezelfde provincie, en met hetzelfde busbedrijf, als in Ter Aar.

Frans Mensonides

12 augustus 1998


Buslijnen die gebruik maken van de busbaan Heenvliet - Spijkenisse v.v.

(Winterdienst ZWN)


Lijn 88: Rotterdam Marconiplein - Geervliet - Heenvliet - Hellevoetsluis VAB

48 ritten per dag


Lijn 100: Oostvoorne - Brielle - Spijkenisse Metro Centrum (Sneldienst)

Lijn 103: Rockanje - Oostvoorne - Brielle - Zwartewaal - Heenvliet - Geervliet - Spijkenisse Metro centrum

Lijn 109: Rockanje - Oostvoorne - Brielle - Zwartewaal - Heenvliet - Geervliet - Spijkenisse Sportlaan Scholierenbus)

Lijn 113: Rockanje - Oostvoorne - Brielle - Spijkenisse Metro Centrum (Sneldienst)

111 ritten per dag


Lijn 101: Hellevoetsluis VAB - Heenvliet - Geervliet - Spijkenisse Metro Centrum

Lijn 104: Vlissingen - Middelburg - Serooskerke - Kamperland - Neeltje Jans - Burgh-Haamstede - Renesse - Ellemeet - Ouddorp - Goedereede - Stellendam - Hellevoetsluis - Heenvliet - Geervliet - Spijkenisse.

Lijn 111: Hellevoetsluis VAB - Spijkenisse Metro Centrum (sneldienst)

Lijn 114: Stellendam - Hellevoetsluis - Heenvliet - Geervliet - Spijkenisse Centrum(Sneldienst).

130 ritten per dag


Lijn 102: Hellevoetsluis VAB - Hellevoetsluis Bonsenhoek - Heenvliet - Geervliet - Spijkenisse centrum

30 ritten per dag


Lijn 385 Hellevoetsluis VAB - Hellevoetsluis Bonsenhoek - Heenvliet - Geervliet - Schiedam Centrum - Rotterdam Marconiplein (snelbus tegen special tarief)

4 ritten per dag


Lijn 105: Brielle - Rozenburg - Botlek - Spijkenisse Centrum

lijn 115: Rozenburg - Spijkenisse Centrum

88 ritten per dag
TOTAAL: 411
RITTEN PER DAG (WINTERDIENST; MAANDAG TOT EN MET VRIJDAG) OVER DE BUSBAAN
SWAB-lijnen op Voorne-Putten:

Lijn 83: Spijkenisse Maaswijk - Spijkenisse Centrum - Hoogvliet - Schiedam Centrum - Rotterdam Marconiplein

lijn 88 Rotterdam Marconiplein - Geervliet - Heenvliet - Hellevoetsluis VAB

lijn 89 Rockanje - Oostvoorne - Brielle - Rozenburg - Rotterdam Marconiplein