Terug van weggeweest: Langs Lange Lijnen

Connexxion 140; Haarlem NS - Utrecht CS


Aalsmeer; Hortensiastraat. De reclamezuil van 14.11 staat op punt van vertrek naar Haarlem.


Deze week een ouderwetse aflevering van De digitale reiziger, die ook in 1998 op je scherm had kunnen verschijnen: twee korte REFLEXXIONZZ, en een ook nog redelijk beknopt reisverhaal in de reekx Langs Lange Lijnen. Jazeker: "Langs Lange Lijnen" is terug!

In de loop van 1998 bereisden wij de meest tijdrovende streekvervoerlijnen van Nederland (waarbij we Interliners terecht hadden uitgesloten van deelname). Een lange lijn definieerden wij toen als een buslijn met een reistijd van 2 uur of langer; ongeacht het aantal kilometers. We konden er indertijd 13 ontdekken in de verschillende busboekjes.

Alle verhalen uit die reeks zijn nog steeds te lezen op DDR; klik hier voor een overzicht. De plaatjes zijn al lang geleden verwijderd; die zul je erbij moeten denken.

In 1998 stelden wij al vast, dat de meeste lange lijnen een kwijnend bestaan leidden. Vele van die lijnen zijn inmiddels doormidden geknipt, en daarmee lange-lijn-af. Anno 2000 hebben wij de normen daarom wat verruimd; we spreken nu al van een lange lijn als er minimaal één rit te ontdekken valt die van begin- tot eindpunt minstens 100 minuten duurt.

Over die busboekjes moeten we het ook nog even hebben. Op de burelen van DDR krijgen we die schandalig dure OVR-reisplanner sinds kort helemaal niet meer aan de praat; onze Shitpoint-aansluiting schijnt nu ineens niet goed genoeg meer te zijn. OVR beval ons, met zo'n mobiele rot-telefoon (die we niet hebben) een toegangsnummer te draaien. Wij niet begrijpen. Vooral zo ingewikkeld mogelijk maken, die informatievoorziening.

Maar voor ons doel heb je toch al niets aan zo'n OVR-planner. Je kunt niet vragen: "doe me eens even alle lange buslijnen volgens de DDR-definitie".

Zo'n ouderwets busboekje is een stuk handiger. Gelukkig werd ik getipt door een lezer uit de stad X, niet ver van Leiden. Daar hebben ze in de leeszaal de complete verzameling streekvervoerdienstregelingen van Nederland. Ik vertel niet wáár, want dan gaat straks iedereen er mijn mooie boekjes zitten te beduimelen.

Op pad, nu! Lijn 140 van Connexxion (toen NZH) hebben we twee jaar geleden consequent over het hoofd gezien, terwijl hij er toch mag wezen: de reistijd van Haarlem naar Utrecht varieert van 1 uur 42 minuten in de avonduren tot 2 uur 15 in de middagspits. Om ons verzuim goed te maken, begint de nieuwe serie LLL nu juist met deze lijn.

We maken een reis over polderwegen, langs de glamour van v.d. Ende en door het lulligste dorp van Nederland. De datum: vrijdag 23 juni 2000; weersomstandigheden: mwah.

Hilleg(r)om

Om 10.35 stap ik op Leiden Centraal in de stoptrein naar Haarlem. 13 minuten later stopt de op het nieuwe station Hillegom. Er stappen 8 reizigers in en slechts 3 uit. Op het immense parkeerterrein langs de spoorbaan staan 25 auto's te pronken. Voor het station zie ik een kluit van pakweg 100 fietsen. Er staat één passagier in de busabri; weinig zinvol, want het busvervoer naar dit afgelegen station komt pas na 15.00 uur weer op gang.

Er zijn vanmorgen dus 125 reizigers met eigen vervoer naar station Hillegom gereisd. Laat hetzelfde aantal per bus, met de benenwagen of per P&R gekomen zijn, dan komt het totaal op 250. Vanavond keren ze allemaal weerom; dat komt dus neer op 500 reizigers per dag. Ik ken stations, diep in Friesland of in de Achterhoek, die het minder goed doen.

Verwulft

Bus 140 vertrekt om 27 en 57 uit Haarlem. Er is er net één weg, en ik besluit naar het Verwulft te lopen. Op dit enigszins rommelige pleintje (of: kort breed straatje) aan de voet van Vroom&Dreesmann zullen vanaf 2002 de Tangents stoppen.

Ik wil het Verwulft fotograferen voor mijn Tangent-page, maar het komt net zo uit, dat er net geen bus aankomt; dat is dus pech. Er stoppen hier vier stadslijnen, maar het duurt tien minuten voordat ik eindelijk een bus zie naderen over de Gedempte Oude Gracht. Het is een lijn 2 richting Parkwijk, die reclame maakt voor de Floriade van 2002.

Door al dat gedoe mis ik ook de 140 van 11.27. Ik beklim op station Haarlem de trap naar het perron, en zie dat ook in Haarlem de stationsrestauratie vervangen is door De Brasserie. Dat werd wel tijd, want bij mijn laatste bezoek aan de Haarlemse restauratie zat deze diep, diep in fase 4. De enige ober, geboren ver ten oosten van Glanerbrug, stond ostentatief te niksen. Al bijna twintig minuten lang had hij me straal genegeerd, toen ik toch maar besloot, hem met enige stemverheffing te ontbieden. "Iek drroek!", snauwde de man, met een opmerkelijk aanpassingsvermogen aan de in ons land heersende omgangsvormen, "iek twee paarrr hande".

De bestelde Schnitzel werd anderhalve minuut later voor me neergekwakt. "Lekkerrr vloeg, mienierrr", zei de ober triomfantelijk, hoewel dit vooral de "verdienste" was van de kok, die binnen die tijd onmogelijk erg veel zorg aan mijn maaltijd besteed kon hebben. Vervolgens gaf de ober mij veel te veel wisselgeld retour, dat ik zonder scrupules in mijn zak liet verdwijnen.

Goed, deze zaak is dus van eigenaar veranderd, waarmee voor mij, als horeca-masochist, de lol er meteen af is. Tijd om af te dalen naar het busstation voor de bus van 11.57. Het is zo'n nieuwe, in de groene Connexxionkleuren. Hoewel het buiten niet echt warm is, heerst binnen een zompige hitte.

Groene golf

Precies om 11.57 vertrekken we. Vijf minuten later zijn we al bij de eerste halte: Raaks. Het verkeerslicht staat hier altijd eeuwenlang op rood. Tot de Raaks zullen de Tangentbussen dezelfde route volgen als de 140; een paar doorstromingsmaatregelen zouden wel gewenst zijn.

Op de Tempeliersstraat zie ik lijn 80 volgestouwd worden met scholieren, die door de achterdeur naar binnen gaan. Lijn 140 is met 12 passagiers een stuk rustiger. Ik noteer alle haltes, plus het aantal in- en uitstappers, in een opschrijfboekje. Plotseling proef ik weer dat aloude "Langs lange lijnen"-sfeertje, dat nauwelijks te omschrijven is, en dat ik dus ook niet zal trachten te omschrijven. Het was een goed idee om deze serie opnieuw in het leven te roepen, zoveel is zeker.

Op de Dreef wordt ons de weg versperd door een stopbord aan een lange, plastic hengel. Oversteekmoeders, en een enkele geëmancipeerde oversteekvader, staan het verkeer te regelen.

Verder gaat de rit, door Heemstede en langs stoomgemaal Cruquius. We volgen dezelfde route als lijn 174, die ik een paar maanden geleden nog gedaan heb, en die bovendien zelf ooit centraal stond in Langs lange lijnen. 174 rijdt kwartierdienst met gelede bussen; 140 rijdt in de daluren in halfuurdienst, met ongelede wagens.

Even voorbij het stoomgemaal kruisen we de Spieringweg. Hier is het informatiecentrum De Groene Golf. Een paar keer ben ik er op maandag langsgereden; dan zit het dicht. Nu heb ik een buitenkans om het van binnen te zien, maar ik heb geen zin om op te staan, en blijf dus zitten.

In het centrum van Hoofddorp staat de bus vijf minuten vast in een verkeersopstopping. De aansluiting in Uithoorn dreigt in gevaar te komen. Op het busstation van Uithoorn vertrekken alle buslijnen rond het hele en / of halve uur. De dienstregeling van lijn 140 is hierop afgestemd: in de loop van de middag verschuift de vertrektijd uit Haarlem van 27 - 57 naar 17 - 47. Tien minuten extra rijtijd; en nu, in de daluren, maakt 140 al geen echt vlotte indruk. Ook de rijtijd Uithoorn - Utrecht neemt in de loop van de middag toe.

Na station Hoofddorp hebben we 22 passagiers aan boord; het dagrecord. We rijden De Beukenhorst binnen. Ik kijk reikhalzend uit naar die akelige beeldengroep van in de klei wegzinkende werknemers, en voel een tegendraads enthousiasme als ik die gedrochtelijke wezens mijn raampje zie binnenrijden.



Aalsmeer

Voorbij De Hoek slaat lijn 174 af richting Schiphol, maar wij rijden rechtdoor, Aalsmeer binnen. Opnieuw oponthoud; deze keer bij de Aalsmeerderbrug. Even later stopt de bus in het hart van het dorp, op het Driekolommenplein (Lieve Here, wat een naam).

Aalsmeer is veel belangrijker dan het inwonertal van ca. 20.000 zielen zou doen vermoeden. De naam van het plaatsje staat met vette letters op de wereldkaart. Allereerst is 's werelds grootste bloemenveiling er gevestigd, de VBA, met een omzet van bijna 3 miljard gulden per jaar. De veilinghal van VBA schijnt het meest uitgestrekte gebouw ter wereld te zijn, met een grondvlak van niet minder dan 77 hectare; bijna een vierkante kilometer.

Daarnaast is Aalsmeer de vestigingsplaats van Joop v.d. Ende's TV-studio's, waar al die smakeloze bagger vandaan komt, die je niet hoéft te zien omdat er gelukkig nog een uitknop op je TV zit. Van hieruit hebben v.d. Ende en zijn maatje De Mol hun imperium opgebouwd, dat zich nu uitstrekt over heel Europa en omstreken.

Die studio heb ik eens van binnen gezien. Dat gebeurde tijdens een zgn. afdelingsdag. Ik werkte bij een grote afdeling van een zich commercieel noemend bedrijf, waar ik, met wisselend succes, iets aan automatisering probeerde te doen. Een maal per jaar was er een afdelingsfeest, waarvoor ook alle buitendienstmedewerkers uit de vier winstreken van Nederland werden opgetrommeld.

Het afdelingsfeest begon altijd met een afdelingsvergadering. Dat had het afdelingshoofd zo bepaald. Die kon niet tegen tegenspraak. Hij hoopte dat niemand hem zou durven tegenspreken, uit angst de feestvreugde te bederven.

In Aalsmeer hebben we het met zijn allen nog knap gehouden, want het jaar daarvoor hadden we bij Dekker-Sport in Zoetermeer allemaal de hele avond met verhitte koppen staan snoekeren. Wie er op die jaarvergadering begonnen was met tegenspreken, weet ik niet meer, maar ik sluit niet uit, dat het schrijver dezes was. Laat het aan mij maar over, andermans feeststemming te verpesten.

Ik zet de TV-studio op de foto. Je zou zweren, dat het een veiling van potplanten was. Dat is het ook geweest, tot 1975. Het gebouw is ontworpen door de architect Staal, een vertegenwoordiger van de Amsterdamse School.

Op die afdelingsdag werden wij er rondgeleid door een aanstellerig juffertje, die de hele middag te pas en te onpas angstkreetjes slaakte. Er werd namelijk een programma opgenomen, waarin een aantal circustijgers figureerden, en onze gids vreesde dat ze uit hun kooi zouden ontsnappen, louter met het doel, háár op te peuzelen.

Mijn collegae waren enthousiaster dan ik; voortdurend herkenden zij decors en artiesten. Kijk, daar heb je die-en-die, van dat-en-dat programma! Ik keek vrijwel nooit TV. Al mijn vrije tijd ging op aan ROVER, waarover straks meer.

Opnieuw passeer ik het Driekolommenplein. Even verderop staat het oude station Aalsmeer van de Haarlemmermeerlijn, een kopstation, thans in gebruik als kantoor van een makelaar en praktijkruimte van een verloskundige.

Deze spoorlijn, die volgens een bordje in 1950 ophield met het vervoeren van passagiers, begon op het Haarlemmermeerstation in Amsterdam. Het eerste stuk, tot Amstelveen - Bovenkerk, ligt er nog steeds, en is in gebruik als Rijdend Elektrisch Trammuseum. Enkele kilometers voorbij Bovenkerk splitste het spoor zich. Eén tak liep naar Aalsmeer, de andere ging via Uithoorn en Mijdrecht naar Nieuwersluis, waar hij aantakte op de spoorlijn Amsterdam - Utrecht.

Hadden we hem nog maar, die ouwe, trouwe Haarlemmermeerlijn! Op het talud had je een pracht van een lightrailverbinding kunnen aanleggen. Bij Poortwachter aantakken op de Amstelveenlijn. In ca. 40 minuten van Aalsmeer of Uithoorn naar Amsterdam CS.

Ik kies de Stommeerweg langs het meer, richting watertoren, maar stuit al snel op een wegversperring. De weg wordt opnieuw geasfalteerd. Op een straathoek zie ik restaurant Het Bonte Schort. Opnieuw zoekt zich een zure herinnering een weg naar mijn bewustzijn, waarbij afweermechanismen behendig worden omzeild. Dat restaurant; daar heb ik met een aantal andere ROVER's eens gedineerd met vertegenwoordigers van wijlen het busbedrijf Centraal Nederland.

Eens per jaar werden we gefêteerd door CN. Dat was een beksnoerdertje; men hoopte ons zo gunstig te stemmen, dat wij geen bezwaarschriften meer zouden indienen tegen het jaarlijks verder uitkleden van de dienstregeling. De account manager van CN strikte ons. Hij heette dan ook Strikker. Hij beloofde ons ieder jaar gouden bergen, die vervolgens weer "overruled" werden door mensen die echt iets te vertellen hadden binnen CN.

Braak, braak. Nee, als je een positief gristelijke levenshouding hebt, moet je vooral afdelingssecretaris worden bij ROVER, dan gaat het wel over.

Ik loop naar de Hortensiastraat, die dienst doet als busstation. Hier kruist lijn 140 de nummers 171 / 172: Kudelstaart - Landsmeer, een lange lijn die in gedachten houd voor een volgende keer. Ook zie ik lijn 198 van het Sternet Schiphol.

Omdat ik nog even de tijd heb voordat bus 140 vertrekt, loop ik door naar de Spoorlaan, waar de route van de Haarlemmermeerlijn nog enigszins te herkennen is in het stadslandschap. Onderweg steek ik de drukke Burgemeester Kasteleinweg over; de grote verkeersader die Aalsmeer doormidden klieft. Daarachter moet ergens die enorme bloemenveiling liggen.

Een geleed exemplaar van lijn 172 baant zich een weg door de smalle Opheliastraat; een winkelstraat. 1 uur en 5 minuten doe je over een ritje van hier naar Amsterdam CS. Je praat over ruim 15 kilometer; was die Haarlemmermeerlijn er nog maar! Als je snel in Amsterdam wilt wezen, kun je beter met het Sternet naar Schiphol reizen, en daar de trein nemen. De kortste verbinding tussen twee punten is vaak een kromme lijn, in OV-land.

De Haarlemmermeerspoorlijn was hier

Busstation Uithoorn

Op het Hortensiaplein stap ik aan boord van een ouwe 140, met viesblauwe stoeltjes, die tien jaar geleden voor het laatst in de Shamporal zijn gezet. We zetten koers naar Uithoorn, een slaap-dorp met ca. 25.000 inwoners, eveneens railoos. Er zijn vage plannen geweest om de Amstelveenlijn te verlengen naar Uithoorn, maar nu schijnt het ding doorgetrokken te worden naar Amstelveen-Westwijk.

Een paar minuten later bereiken we het busstation. Het is semi-dynamisch. De bussen hebben weliswaar vaste haltes per lijn, maar er zijn toch ook displays te zien met de vertrektijd. Het lijkt me een beetje dubbelop.

Vroeger lag het busstation op loopafstand van de CN-garage, waar wij altijd vergadering hadden alvorens het diner begon, en waar wij geacht werden de stemming niet te verpesten met kritische vragen. Ik herken hier niets meer. Het busstation ligt nu te midden van moderne appartementen. Ofwel ze hebben het verplaatst, ofwel de omgeving is volgebouwd.

Op het busstation Uithoorn ontmoeten wij onder andere lijn 142, de "snelbus" Wilnis - Amsterdam. Snel is zeer betrekkelijk; zelfs deze bus doet bijna een uur over het ritje naar Amsterdam CS. Je kunt ook bij Poortwacher overstappen op de Amstelveenlijn; dan win je misschien weer een paar minuten.

Om 14.33, met twee minuten vertraging, verlaten we het busstation. De bus rijdt verder over een vrije busbaan, die de as van het dorp volgt, en volgens mij is aangelegd op het tracé waar ooit de stoomtreinen van de Haarlemmermeerspoorlijn reden. Zo werpt dat oude lijntje toch nog een beetje nut af. "Uithoorn", zie ik staan op een stationsgebouw. Alle Haarlemmermeerstations lijken sprekend op elkaar.

Enkele kilometers voorbij Uithoorn ligt Mijdrecht. Het uitzicht tussen Uithoorn en Mijdrecht verschilt niet spectaculair van dat uit mijn kantoorraam in Ter Aar. Later zie ik op een kaart, dat Ter Aar en Mijdrecht hemelsbreed niet veel meer dan 10 kilometer van elkaar liggen. Ik kan het nauwelijks geloven; voor mijn gevoel lag Mijdrecht even ver weg als de Hondsrug. Dat lijkt maar zo, omdat ik alles per bus doe. Een busrit Ter Aar - Mijdrecht zou een uur of anderhalf duren, en dan mag je nog van geluk spreken.

Gebeier en geboer

In Mijdrecht stap ik uit bij de halte Dukaton. Over een dijkje loop ik in de richting van het dorp. Allemaal erg doorsnee, hier; Heemschut hoeft hier gerust geen monumentendag te organiseren. Het enige opvallende pand op het dijkje is een café met de obligate Oranje-versiering (Jammer, jongens, jullie waren beter dan Italië. Voor het WK van 2002 nog maar eens flink oefenen op de strafschoppen). Een eindje verder staat de kerk. Het Bätz-orgel wordt gerestaureerd; sponsors kunnen zich nog aanmelden.

Op een soort raadhuisplein (dat ongetwijfeld Raadhuisplein zal heten) is veel volk op de been. Er is een trouwstoet te zien. Er staat hier weer zo'n openluchtcarillon opgesteld, net als ik vorig jaar zag in Nood-dorp. Als het bruidspaar uit de auto stapt, begint het carillon te luiden. Het gevaarte klepelt "Daar komt de bruid". Oorverdovend hard, en zo vals als een kraai. Ik zie de stalen hamers op de klokken rammen. Strauss (als het Strauss was) zou zich omdraaien in zijn graf, als hij zijn compositie zo hoorde vermoorden.

In elke lullige plaats in Nederland staat zo'n klok- en hamerspel opgesteld. Om middernacht spelen ze allemaal "Danse macabre", voor wie nog wakker is, en voor wie net in slaap is gevallen.

Iets lulligers is toch moeilijk denkbaar: trouwen in een dorp als Mijdrecht, onder dit klokgebeier. En dan nog zestig jaar moeten kijken en luisteren naar de video.

"Daar komt de bruid" eindigt met een snok; midden in een maat. De klokken resoneren nog wat na. Dan slaat het carillon drie uur. Daarna treedt een weldadige stilte in. Het echtpaar is in het raadhuis verdwenen en zit nu tegenover de BABS (Bijzondere Ambtenaar Burgerlijke Stand).

Drie uur; ik moet weer eens verder. Ik loop naar de bushalte aan de Rondweg. Onderweg passeer ik drie jongens, die doen wie het hardst en langdurigst kan boeren. "Boeehwááárp, Uhhhhrrrkkk!", hoor ik. Het kaatst tegen de gevels. Het geboer klinkt vrijwel even welluidend als dat klokkenspel.

Polderveenbroek

Om 15.12 komt de bus voorrijden. Weer een oudje. Via een uitgestrekt industrieterrein gaan we naar Vinkeveen. Ik heb het warm. Onder mijn bank staat een kachel op volle kracht te loeien, of het niet eind-juni is.

In Vinkeveen stappen de meeste passagiers uit. Een jongen met een Superman T-shirt verlaat de bus. Je ziet ze veel; de supermannen vliegen laag, dit jaargetij, maar één zwaluw maakt nog geen zomer. In de abri hangt reclame voor de voordeeluren-kaart. Heeft dat zin, zo ver van een station?

We koersen door een straatje met caféetjes aan de oever van de Vinkeveense plas. Daarna rijdt de bus een tweebaans snelweg op, dwars door de plassen. De weg is aangelegd toen de natuur- en milieulobby even de andere kant opkeek. Nog 21 kilometer tot Utrecht. 21 kilometer in 39 minuten, dat moet toch haalbaar zijn, zou je denken.

Het valt nog niet eens mee. Na een paar kilometer afgelegd te hebben door de plassen, verruilen we de tweebaansweg voor een exemplaar met zes rijstroken. Desondanks is er langzaam rijdend verkeer, ter hoogte van dat smakeloze Chinese restaurant in Breukelen. Even verderop komen we zelfs helemaal tot stilstand. We staan bij Polderveenbroek, het oord dat mij ooit inspireerde tot mijn eerste literair bedoelde verhaal. De zaak komt weer in beweging en de bus rijdt Utrecht binnen.

Ook op de Vleutenseweg, in de troosteloze vooroorlogse wijk Majella Park, schiet het niet erg op. Om precies 16.00, toch nog twee minuten te vroeg, arriveren we bij het streekbusstation bij Utrecht Centraal. Ik heb in totaal exact twee uur in de bus gezeten. Och, wat zal ik er verder van zeggen?

Frans Mensonides
30 juni '00



lijn 140 (Haarlem - Utrecht) in kort bestek
Maatschappij Connexxion
Provincie Noord Holland; Utrecht
Lengte traject (schatting) 63 kilometer
Rijtijd in aangegeven richting (overdag) 2 uur 15 (spits); 1 uur 59 (dal)
Idem, 's-avonds 1 uur 43
Exploitatie (maandag - vrijdag) 06.00 - ca. 0.00 uur
Zones 12
Frequentie Overdag basis-halfuurdienst. Ochtendspits: kwartierdienst Haarlem - Utrecht; middagspits kwartierdienst Uithoorn - Utrecht v.v.

In de avonduren uurdienst.

NS-stations Haarlem, Hoofddorp, Utrecht CS
Overige knooppunten Haarlem Tempeliersstraat, Hoofddorp Melis Spaansweg, Aalsmeer Hortensiaplein, Uithoorn Busstation.
Route: Haarlem - Heemstede - Hoofddorp - Aalsmeer - Uithoorn - Mijdrecht - Vinkeveen - Utrecht.