Jaargang 5 Aflevering 14 MAANDAG 1 JULI 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ!
Klik hier voor de meest recente aflevering.

De digitale fietser

Zonnewende

Ik hou van die windstille, zoele juni-avonden, waarop er iets in de lucht lijkt te hangen van ik-weet-niet-wat. Van een met vertedering herinnerd verleden; van een mooie toekomst, nog oningevuld en dus zonder beperkingen; kon ik het maar tot uitdrukking brengen!

Deze weken stap ik elke avond rond half tien op de fiets, om de schemering te zien vallen over de stad.


Eerste avond

Leiden Zuid-West is rustig, nu. Je hoort er de vogels hun zonsondergangslied kwetteren, dat in de winter verloren gaat in de herrie van het spitsverkeer. Ik woon al bijna 40 jaar in deze wijk, maar zou hem nauwelijks kunnen beschrijven, want ik kijk er al bijna 40 jaar niet naar. En er is ook al bijna 40 jaar niets aan te zien: een modale buurt vol rechtlijnige huizenblokken, uit een tijdperk dat straten elkaar nog loodrecht kruisten.

Geen probleemwijk, geen goudkust; in elk opzicht net ertussenin. Het lijkt onmogelijk, een overtuigend verhaal te schrijven dat zich in deze saaiheid afspeelt, maar de schrijver J.M.A. Biesheuvel, die hier gewoond heeft, is er meer dan eens in geslaagd. Hij vertrok vervolgens naar een mooiere buurt, waar zijn muze echter al snel tot zwijgen kwam.

Ik ga een kanaal over, een spoorlijn onderdoor, kruis de Rijn, passeer zonder bijgedachten het crematorium, en beland uiteindelijk op een terrein met universitaire laboratoria en high-tech bedrijven. Er wordt hier genetisch gemanipuleerd, maar alleen overdag. Nergens is het in de avonduren stiller dan op bedrijventerreinen. Desolaat, maar wat in de lucht lijkt te hangen, is er nog; zelfs hier.

Alleen bij het Gorlaeus-laboratorium brandt nog licht; chemische processen gaan ook door in de donkere uren. De deur staat open; er loopt iemand naar binnen; er loopt iemand naar buiten.

Futuristische gebouwen staan hier: cilinders, piramides, de opvallende insektenkop van Katwijk Farma. Een eindje verderop een hoekig, blauw buizenplastiek dat het gebouw waar het bijhoort, ruimschoots in hoogte overtreft.

Ik fiets de oude route van de gele tram; dat doe ik altijd als ik in deze omgeving ben. Indertijd reed de tram vrij nutteloos door een uitgestrekte grasvlakte, maar hij werd opgeheven, niet lang voordat de universiteit besloot, het land hier vol te bouwen met laboratoria.

Het licht van het stationskwartier klatert me tegemoet. De parkeergarage bij het LUMC domineert dag en nacht de omgeving. Het is de meest uitgebreide van half Europa; waarin een kleine stad groot kan zijn!

Voorbij het goorwitte station begint de stad. Studenten bevolken de terrassen, ontspannen, benen languit onder de tafeltjes; verlangend naar de naderende vakantie.

Er hangt nog steeds iets in de lucht; het is er nog steeds. Was ik maar een dichter, in plaats van een columnist; dan had ik geweten wat.


Tweede avond

Bij het drukke kruispunt van de Kanaalweg en de Hoge Rijndijk is enig beweeg. Een groepje mensen verspert het fietspad. Temidden van hen zie ik een zwaarlijvige allochtone vrouw, met een wat verwezen, ontredderde gelaatsuitdrukking. Ik rem. “Weet u misschien, waar de Pauwhorst is?”, hoor ik iemand aan me vragen.

“Dat is helemaal in de Merenwijk; een heel eind weg”, zeg ik. “Geen idee, hoe je dan het beste kunt rijden. Misschien... Ik denk...” Mijn armen wijzen her en derwaarts.

“Nee, ze is lopend. Tenminste, dat hebben we uit ‘r gekregen. Ze is een beetje in de war, gelovik”.
-”Lopend? Oh, nou, dan mag ze er zeker wel drie kwartier voor uittrekken”, zeg ik, “een stevige tippel.”

Ik denk na. Minstens 13 keer rechtsaf en 14 keer links. Dat valt niet uit te leggen zonder plattegrond. Met dat probleem lijken ook de anderen te worstelen. Er is een patstelling ontstaan, waaruit de vrouw zich uiteindelijk losmaakt. We zien haar met aarzelende passen wegwaggelen in één van de richtingen die haar gewezen is.

Ik rijd door, met een katterig gevoel: weer heb ik een medemens niet kunnen helpen. Maar wat had ik moeten doen? Roepen: “spring maar achterop?” Die ruim honderd kilo; dat trék ik niet, noch mijn bagagedrager. En misschien wordt zoiets wel ten strengste verboden door de zeden van haar land-van-herkomst.

Ach, hoe vaak hebben ‘ze’ mij niet in de steek gelaten, denk ik pathetisch, maar het nare gevoel wil niet wijken.

Over bruggetjes en via smalle fietspaden langs fabrieken rij ik in de richting van de Kooi. De Kooi - de naam alleen al!; als kind dacht ik aan dikke ijzeren spijlen - is een volkswijk die langzaam maar zeker zijn eeuwfeest nadert. Nog langer geleden stond er een eendenkooi, waaraan de wijk zijn naam te wijten heeft. De smalle, schemerige straatjes zijn genoemd naar eilanden in de Indonesische archipel, die toen nog ‘van ons’ was.

Er heeft drastische stadsvernieuwing plaatsgevonden in de Kooi. Alles hier lijkt vreemd; maakt dit werkelijk deel uit van een stad die ik als mijn broekzak meende te kennen? Ik sla de wijk om een of andere reden altijd over op mijn tochten; ben hier jaren niet geweest.

Het is stil op straat; misschien komen de bewoners na donker niet buiten de deur, omdat je uit de Kooi toch niet kunt ontsnappen. Achter een rijtje nieuwe winkels zie ik de oriëntaalse sprookjestorens van een moskee verrijzen, in felle kleuren gebaksteend. Nog geen hectometer verderop staat Leidens hoogste torenflat, 16 hoog, ermee te detoneren.

Stilte. Ik sla een paar hoeken om, en beland in het oude gedeelte, waar een enigszins vervallen gereformeerde kerk staat. Een hoekig, somber blok stenen. Zou het per ongeluk op een monumentenlijst terecht gekomen zijn? Lang geleden is er voor het laatst gekerkt; de klokkentoren wijst de tijd niet meer aan, daar wijzers ontbreken.

Een tegenligger zoeft langs me heen; toch nog een ander levend wezen op straat. Een lange, magere jongen van twaalf jaar op een fiets, met zijn gestalte gehuld in een Turkse voetbaltenue. Turkije speelt morgen.

Ik bevrijd me uit de Kooi, en fiets terug naar mijn eigen stuk Leiden, dat officieel Fortuinwijk heet, al zijn weinig buurtbewoners zich daarvan bewust.


Derde avond

Opnieuw rijd ik de straat uit, na een volkomen verknalde vrije dag. Te lang op bed blijven liggen, teveel WK voetbal gezien; een puntig bedoelde e-mail geschreven die uitpakte in oeverloos geouwehoer, en niet is verzonden; verveeld zitten Internetten; me voorstellingen proberen te maken van te nemen stappen, maar slechts obstakels op de weg aangetroffen. Niets dan loze plannen. Ik kan heel optimistisch zijn over wat komen gaat, zolang ik me niet verdiep in de details.

Een mooie, zonnige, warme dag, binnenshuis doorgebracht. Het dient te worden goedgemaakt met een fietstocht op het platteland.

Het Groene Hart begint zo ongeveer aan het eind van mijn straat. Ik fiets langs de Vliet, en vind ter hoogte van Voorschoten een nieuw fietspad dat langs een recreatiegebied naar Zoeterwoude voert.

Al kilometers heb ik niets gezien, alleen maar zitten wroeten in mijn gedachteleven. Er hangt iets in de lucht, en het is overbekend.

Kijk nou eens!, maan ik mezelf. Kijk en geniet! Maaimachines hebben kronkelige voren getrokken door grasvlakten (zeg ik in mezelf); de zon duikt oranjerood weg achter een haag bomen. Deze dag was lang, een van de langste van het jaar, hetgeen niet wegneemt, dat hij nu toch ook voorbij is. Diem perdidi, zoals Julius Caesar placht te zeggen.

Ook in Zoeterwoude-Dorp ben ik al enige tijd niet geweest. Het uitbreidingsplan is iets verder opgerukt dan ik me kan herinneren. Grote villa’s zijn er gebouwd; rijtjes nieuwe pronkhuizen, voor wie geslaagd is in het leven.

Als ik de bebouwde kom van Leiden weer binnenrijd, is het volkomen donker. Ik maak nog een omweg door de Professorenwijk, en weet de treurigheid enigszins van me af te schudden.

Een stad waar je al 40 jaar woont, staat vol met herinneringen. Daar woonden mijn grootouders. Op die school heb ik zes jaar gezeten. Schuin ertegenover ook nog drie maanden, zonder overdreven veel enthousiasme. Daar woont de schrijver Maarten Biesheuvel. Op die hoek daar, zit dat gebouwtje van de diabetes, waar ik eens per twee maanden naartoe moet. In déze straat heeft mijn moeder haar tienerjaren doorgebracht. Ik wijs mezelf de plekken aan.

Thuiskomst. De rest van de avond breng ik door zoals ik de dag begonnen ben, hoewel ik het me anders had voorgenomen. Ver na middernacht duik ik het bed in. “Welterusten!”, zeg ik hardop; ik draai me om, en val ogenblikkelijk in slaap.

Frans Mensonides


Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.

Pasfoto Frans Mensonides

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

Interim Waar zouden we zijn zonder ambtenaren? Vr 28.06.2002
- - - -
Hartfilmpje Een eeuwfeest, en een paar bange weken - Ma. 24.06.2002
- - - -
Foetsjeboll WK's van heden en verleden - Vr. 21.06.2002
- - - -
Metrofrequentie Het nieuwe schot-voor-de-boeg van NS - Do. 19.06.2002
- - - -
Tramspotten per SMS De nieuwste gimmick van HTM getest - Ma. 17.06.2002
- - - -
Donderdagmiddag Vier buitenbeentjes uit 1998 - Do. 13.06.2002
- - - -
Hulpeisende Spoed Artsen eisen boete voor aanstellerij - Za. 08.06.2002
- - - -
Rinkelbommen Verleden en heden van HTM-lijn 11 - Wo. 05.06.2002
- - - -
Euro, Teuro, zeuro Is het leven nu zo duur, of lijkt dat maar zo? - Zo. 02.06.2002
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden



De uitsmijter, door Fris Spr!ts

Broer wil LPF verbieden, de naam van Pim Fortuyn te gebruiken.

Het kabinet CDA/VVD/L

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts.


© 2002, Frans Mensonides, Leiden


27/163/295/16,9