WEEK 42 /14 OKTOBER 2001


Deze rubriek verschijnt in de regel eens per veertien dagen, en bestaat over het algemeen uit een rechtercolumn over openbaar vervoer en een linkercolumn over iets anders.

Frans Mensonides

Deze week bij wijze van uitzondering twee linkercolumns.

Brood en bommen

It's good news week
someone's dropped a bomb somewhere
contaminating atmosphere
and blackening the sky

It's good news week
someone's found a way to give
The rotting dead a will to live
Go on and never die

Have you heard the news?
What did it say?
Who's won that race?
What's the weather like today?

Song van Hedgehoppers Anonymous uit 1966

Je moet het president Bush nageven: hij heeft eigenlijk helemaal geen zin in de oorlog die hij uiteindelijk afgelopen zondag toch nog begonnen is. Het is meer een kwestie van: "hier sta ik, ik kan niet anders". Plichtmatig leest hij de stoere oorlogsretoriek voor, die zijn viersterrengeneraals hem op een briefje gegeven hebben, maar in zijn houding zie ik duidelijk doorschemeren dat hij er maar half achterstaat, en liever in een luie stoel bij het haardvuur zou zitten. Vooral toen hij op de proppen kwam met het roerende verhaal over dat negenjarige meisje dat haar vader had zien afreizen naar Afghanistan. Bush' overtuigingskracht was nihil, bij die passage uit zijn speech. Ik zág hem denken: zo'n smartlap-verhaal, dat kan ik toch eigenlijk mee aankomen; daar zal het volk toch wel niet intrappen!

Dergelijke gedachten sieren Bush junior. Zijn vader was meer een houwdegen, zeker in de tijd dat hij de wereld opzweepte tot de golfoorlog; de eerste oorlog die tevens avondvullend TV-spektakel was. Pa Bush is uit hetzelfde hout gesneden als de Britse premier Tony Blair, met afstand de meest weerzinwekkende regeringsleider van de Westerse wereld op dit ogenblik. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje met die oorlog tegen het terrorisme, maar Blair is de enige, die het echt leuk vindt; zijn hele verschijning straalt dat uit. Jarenlang heb ik geloofd dat Blair niet echt bestond, maar gespeeld werd door Harry Enfield, een populaire Britse TV-komiek, die in Nederland helaas zo goed als onbekend is. Enfield is een meester in het neerzetten van buitengewoon onsympathieke types met een akelige grijns op hun smoelwerk.

Nu zul je mij niet bij een ambassade zien staan, de Britse, of de Amerikaanse, of de Talibaanse, of welke dan ook, met een brandend waxinelichtje voor de vrede, dat wel snel zal uitwaaien in de herfstwind. Dat zou ik misschien nog doen als ik had gevonden dat deze oorlog te voorkomen of te vermijden was geweest. Maar ik zie hem als zet in een schaakspel, waarin ook Bush niet meer dan een pion is, en waarbij het Noodlot speelt met wit én zwart. Bush moest Afghanistan wel aanvallen; hij kon niet anders, want hij moest iéts doen, en zijn landgenoten begonnen al te geloven dat hij een doetje was. Zo'n oorlog, tegen een al uitgevloerd land, is gemakkelijk gewonnen, maar het is een zege van het type Pyrrus. Bin Laden krijgt hij niet te pakken, evenmin als zijn vader Saddam Hoessein ooit te pakken heeft gekregen. Bin Laden zit ergens in het binnenste van een bergmassief in zijn vuistje te lachen.

Zodra Bush beseft, dat hij zijn vis nooit op het droge zal krijgen, zal hij andere landen gaan aanvallen. Niet uit oorlogszucht; niet eens uit frustratie, maar omdat hij wel moet. Immers, de aanslag op New York moet gewroken, en het blijven bombarderen van de puinhoop die Afghanistan heet, is het toppunt van zinloosheid.

Uiteindelijk zullen de aangevallen landen zich aaneengorden om tegenmaatregelen te nemen. Waar dit eindigt, weet geen mens, maar ik vrees, dat we afkoersen op een reprise van de kruistochten van rond het jaar 1100, met andere, meer effectieve middelen dan weleer. West tegen Oost, Rijk tegen Arm, de ene cultuur tegen de andere, maar uiteindelijk natuurlijk: hun God tegen de Onze. Onze? laat mij er s.v.p. buiten; ik ben atheďst. Er is voor mij maar één God, en die bestaat niet.

Mij kunnen ze niet helemaal overtuigen, Moslims die nu om het hardst roepen dat hun godsdienst in wezen vreedzaam is, en Christenen die bidstonden houden voor de vrede. Voor de meeste religies geldt, dat zij in origine gebaseerd zijn op vreemdelingenhaat en oorlogszucht. Wie dat niet kan geloven, zou bijvoorbeeld eens een paar hoofdstukken moeten lezen uit de bijbel, liefst het Oude Testament, een zich over tweeduizend jaar en ca. 1500 pagina's voortslepende oorlogskroniek, met hier een daar een wrede liefdes-soap als digressie. Je hebt het uitverkoren volk, de goeden, en je hebt de vijanden. Als het uitverkoren volk God nu maar blijft dienen, dan bezorgt Hij hen de overwinning. Zo niet, dan lijden ze voor straf een nederlaag. De Koran ken ik niet, maar een diep overtuigd Christen heeft mij er eens van verzekerd, dat deze in hoofdzaak berust op plagiaat van de bijbel. Het zal dus wel zo'n beetje op hetzelfde neerkomen.

***

De in gang zijnde oorlog tegen het terrorisme heeft een onverwacht poldermodel-aspect. Ik doel daarbij niet op Groen Links, dat na dagenlang durende overlegronden besloten heeft, de oorlog niet officieel af te keuren, maar ook niet officieel toe te juichen; ik doel op de voedseldroppings. Bewoners van Afghanistan zien kort na elkaar twee vliegtuigen verschijnen. Eerst een bommenwerper om de boel plat te gooien, en een poosje later een vrachtvliegtuig dat manna uitwerpt voor degenen die dat overleefd hebben.

Het is volkomen absurd, en nog nimmer vertoond in de krijgsgeschiedenis, maar desondanks past het prima in de strategie van de grote schaakmeester hierboven, die soms beschikt over een wrang en cynisch gevoel voor humor. Bush, zoals gezegd, moet iets doen tegen het terrorisme, maar moet tevens geloofwaardig blijven als hij beweert, dat hij niet uit is op het bloed van de brave Mohammedaanse burgers, die er ook niets aan kunnen doen dat zij in een schurkenstaat wonen. Dan maar deze oplossing: brood en bommen.

Met de ene hand pappen, en met de andere nathouden: Kok zou het Bush ingefluisterd kunnen hebben. Kok had bovendien iets goed te maken, nadat een terrorist in Nederland ten onrechte vrijgelaten bleek te zijn uit de gevangenis (waarbij hij tussen twee haakjes nog een aardig douceurtje meekreeg van f 2750,--).

Als krantenlezers en TV-kijkers beleven we zet op zet in het schaakspel, en het laat niet af, ons te verbijsteren. Die van minister Borst was ook een opmerkelijke. Zij verlangt van ons te geloven dat wij in Nederland, waar ze er keer op keer niet in slagen, zelfs de simpelste kruimeldief op te sporen, te berechten en op te sluiten, veilig zijn voor terreuraanslagen met biologische wapens.

***

Hier eindigt deze column; niet omdat het verhaal af is, maar omdat dit het laatste nieuws was op het moment dat ik hem voltooide.


Planet Internep

Dinsdagavond ontving ik de volgende, alarmerende, E-mail:

Geachte Planet Internet abonnee,

Helaas is uw persoonlijke homepage momenteel niet beschikbaar.

Gisterenavond, maandag 8 oktober, hebben wij een storing geconstateerd op ons systeem, waar de personal homepages van Planet Internet op zijn geplaatst. Deze storing heeft tot gevolg dat wij niet meer beschikken over de informatie die op uw homepage stond. Wij bieden u hiervoor onze welgemeende excuses aan. Hoewel wij hiervoor formeel niet aansprakelijk zijn, willen wij ons maximaal inspannen om voor u de negatieve gevolgen van de storing zo veel mogelijk te beperken.

U kunt uw eigen back up vanaf nu weer uploaden. Als u daarbij hulp nodig heeft, dan verwijzen wij u naar de uitgebreide handleiding die staat op: http://web.planet.nl/klantenservice/homepages/

Als u vragen heeft verzoeken wij u vriendelijk om ons een e-mail te sturen met de omschrijving van uw probleem. Wij hebben een gespecialiseerd team dat klaar zit om uw vragen zo snel mogelijk te beantwoorden. Het sturen van een e-mail is daarom de snelste manier om ons te bereiken.

U doet dit door gebruik te maken van de reply-button. Wilt u alstublieft uw gebruikersnaam in uw e-mail vermelden en niets in het subject- of onderwerp veld van deze e-mail wijzigen? Wij kunnen u dan sneller helpen! U ontvangt uiterlijk binnen 24 uur een antwoord.

Wij bieden u nogmaals onze excuses aan voor het ontstane ongemak en zullen er alles aan doen om dit probleem te verhelpen en in de toekomst te voorkomen.

Met vriendelijke groet,
Erwin van Hasselt

***

Ik stelde vast, dat inderdaad al mijn bestanden op Planet Internet verdwenen waren. Verder bleek het niet mogelijk, de site met behulp van FTP te bereiken. De link in de mail van Planet wees naar een mij overbekende servicepagina voor homepage-eigenaars, die er net zo uitzag als anders; geen extra nieuws over de crash. Ik antwoordde:

> U kunt uw eigen back up vanaf nu weer uploaden.

Hoe bedoelt u, mijn eigen back-up uploaden? Moet ik er van uitgaan, dat de "beste provider van Nederland" zelf geen backups maakt van wat er op hun servers staat? En moet ik nu zelf ruim 500 bestanden gaan zitten uploaden?? En wat te doen als ik met het WA_FTP95 LE probeer in te loggen op mijn site, en voortdurend "connection failed" krijg, zoals me vanavond al enkele malen is overkomen?

Dit komt allemaal zeer amateuristisch bij me over, ik kan niet anders zeggen.

Hoe kan ik mijn veelbekeken site zonder al te veel inspanning weer in de lucht krijgen? Gaarne uw reactie. Mijn gebruikersnaam is framenso

***

Gelukkig beschik ik over een driedubbele backup van alles wat ik de afgelopen vijf jaar geschreven heb, anders was door toedoen van Planet Internet in een klap mijn complete oeuvre teloor gegaan - en wat dan nog?, dacht ik even. Er blijven in het Nederlandse taalgebied nog honderduizenden oeuvres over van literaire amateurs als ik. Maar ik voel een zekere gehechtheid aan de nutteloze letteren die ik aan die stapel ellende heb bijgedragen; ijdelheid, ijdelheid, niets dan ijdelheid.

Goed, al deze overwegingen daargelaten; hoe kwam ik nu weer "in de lucht"? Ik beschik sinds kort over een gratis site bij Tripodnet, en ben dan maar begonnen, de meest recente bestanden up te loaden, om zodoende een nood-site op te bouwen. Inmiddels was ook Planet Internet weer bereikbaar via FTP (maar nog steeds zo leeg als een doorsnee-transferium) zodat ik in staat was, een verwijzing naar mijn nood-site te plaatsen. Toen dat alles voltooid was, wees de klok halftwee in de nacht. Ik zag als een berg op tegen het uploaden van de complete set van bijna 1000 bestanden (bij mijn schatting van 500 was ik de JPG's nog vergeten, en de oude REFLEXXIONZZ!!). Daarom besloot ik af te wachten, of Planet zelf nog iets zou doen aan het door hun veroorzaakte probleem.

De dag daarop, woensdag, kreeg ik de volgende non-reactie op mijn mail:

- - -

Geachte heer Mensonides,

Hartelijk bedankt voor uw reactie. Hierbij wil ik u laten weten dat we uw mail in behandeling nemen en graag zo snel mogelijk, wij verwachten uiterlijk donderdag, antwoord geven. Alvast dank voor uw geduld; wij willen uiteraard een zo optimaal mogelijke oplossing bieden als antwoord op uw vraag.

Vriendelijke groet,
Erwin van Hasselt

* * *

Toen vrijwel de gehele donderdag gepasseerd was zonder enig bericht van Planet, schreef ik terug:

- - - Ik wil u bij deze een compliment geven voor uw informatievoorziening, die blijkbaar even uitmuntend is als toestand van uw soft- en hardware. Ik blijf uitstekend op de hoogte van uw vorderingen om uw blunder van afgelopen maandag goed te maken - via krant, radio en televisie, wel te verstaan. Ik las en hoorde, dat van 90% van de gedupeerde gebruikers de site nog te reconstrueren is. Via FTP zag ik echter nog niets van mijn bestanden terug. Betekent dat, dat ik tot de pechvolgels behoor die hun site opnieuw moeten uploaden; moet ik een bijzondere handeling verrichten om de boel weer terug te krijgen, of... hoe zit dat eigenlijk? Is het erg veel moeite om me dit even mee te delen??? U beloofde een reactie binnen 24 uur; ik zit nu al meer dan 72 uur te wachten op antwoord.

Inmiddels heb een nood-site in het leven geroepen bij zo'n gratis provider, en vraag ik me af, wat een BETAALDE provider, bij de belabberde service die hij biedt, nog voor meerwaarde heeft. Maar ook op die vraag zal ik van uw organisatie wel geen "zo optimaal mogelijk" antwoord krijgen.

> Vriendelijke groet,

Het zou niet met mijn stemming overeenkomen, om uw groet even vriendelijk te beantwoorden.

Frans Mensonides

* * *

Met die sarcastische mail heb ik het helemaal verkorven bij Planet; ik heb voor straf nog geen antwoord mogen ontvangen op mijn vragen, op het moment dat deze aflevering ter perse gaat. Hij komt tot je via Tripodnet; ik zet voorlopig niets meer on-line bij Planet, voordat ik een redelijk geloofwaardige verzekering krijg van dit bedrijf, dat het grapje van maandag bedoeld was eenmalige aanbieding voor de trouwe klanten.

alle columns, van 1998 tot heden, in het column-archief (Maar nu even niet!)




De digitale reiziger

Pinkeltje in Madurodam(niet door Dick Laan)

Kabouter Pinkeltje, woonachtig in een muizenholletje achter de plint van een riant rijtjeshuis, vloog er op zekere nacht vandoor met een speelgoedhelicopter, die hij gekaapt had uit de kinderkamer. Hij belandde in een stad waar alles was uitgevoerd in zíjn formaat, en voelde zich er meteen op zijn plaats. Deze stad scheen onbewoond; straffeloos kon Pinkeltje zwartrijden in de vele treinen die er rondreden.

Pinkeltje had maar hele kleine hersentjes, en was geen verblindend licht. Het duurde wel een pagina of 60 voordat hij ontdekte, wat de jeugdige lezer al lang vermoed had: hij bevond zich in Madurodam. Geheel zonder zinloos geweld verliep zijn verblijf daar niet; er was een akkefietje met zogeheten "vechtmuizen", die hem belegerden in een speelgoedkasteel, en hem op zijn neus stompten, maar op pagina 143 uiteindelijk toch het onderspit moesten delven.

Tot zover een kort excerpt van een kinderboek, dat ik een kleine 40 jaar geleden gelezen heb, zo rond mijn zesde verjaardag. Ik nam het tot me in de boekenhoek van de kleuterklas, waar ik, als enige lezende autodidact onder de leerlingen, altijd ongestoord kon zitten studeren, en waar ik successievelijk het complete boekenbezit doorworsteld heb.

Hoe "Pinkeltje in Madurodam" afliep, weet ik niet meer precies; met een happy ending, ongetwijfeld.

Het is niet uit jeugdsentiment, of uit voortijdige seniliteit dat ik dit boek te berde breng. Het is ook niet ter gelegenheid van de kinderboekenweek - ik bepaal overigens bij deze, dat alle kinderen tot twaalf jaar, of ouder, op vertoon van deze column gedurende de gehele herfstvakantie vrij reizen hebben op het complete OV-net van Nederland, tenzij zij zich laten begeleiden door hun ouders. Knip de column dus snel uit je beeldscherm!

Nee, het komt doordat ik zo verschrikkelijk schoon genoeg heb van het Madurodam-denken in het Nederlandse openbare vervoer, door kleine mensjes met mini-breintjes, die maar piekeren en piekeren over probleempjes, net zolang totdat ze een oplossinkje verzonnen hebben in hun eigen pieterpeuterige formaatje.

Vooral na terugkeer van een korte vakantie in Duitsland, waar alles groot is, waar iedereen groot denkt, overgroot, onmetelijk, onmenselijk groot soms, valt de kleinheid van Nederland me op. "De lucht hangt er laag", zoals Marsman ooit dichtte. Je moet altijd oppassen, dat je je hoofd er niet aan stoot.

Een mooi recent voorbeeld van Hollandse kleinheid is de vergeefse poging om een invloedrijk platform van treinreizigers op te richten. Het opinieblad HP berichtte erover in de aflevering van 5 oktober 2001. Het initiatief was afkomstig van Tweede Kamerlid Leers, van de partij die het publiek zo gaarne amuseert met zijn koningsdrama's.

Ook het reizigersplatform ontaarde in een drama. Leers had het ongetwijfeld goed bedoeld: de consument zou in dit platform "een stem [krijgen] in het functioneren van de Nederlandse Spoorwegen. Want zoals het nu gaat, heeft de klant bijna niks in te brengen over de dienstverlening", zo liet Leers optekenen in HP.

In het voorstel van het Kamerlid zouden ROVER, De Consumentenbond en de ANWB het platform moeten oprichten en in stand houden. De eerste reacties waren hoogst verbazingwekkend: NS was er helemaal vóór (vermoedelijk in de ijzeren zekerheid dat het er toch nooit zou komen), maar de drie consumentenorganisaties zagen er niets in. "Het voegt niks toe", was het gevoelen.

Voegt niks toe? Het gaat blijkbaar goed zoals het gaat met de consumentenbescherming op het spoor. ROVER heeft al dertig jaar lang geen enkel antwoord op de verloedering van het openbaar vervoer, en blijft zwelgen in vermeende successen. De ANWB is in de 19e eeuw opgericht voor wielrijders, ontleent nu zijn bestaansrecht aan de particuliere vierwieler en heeft nooit de geringste interesse gehad in OV. De Consumentenbond heeft 100 keer zoveel leden als ROVER, maar heeft ook 100 keer zoveel aandachtsgebieden, waarvan OV er slechts één is. Wil de ware belangenbehartiger van de reiziger opstaan?

Twee van de deze drie organisaties, ROVER en de Consumentenbond, liggen al enige tijd vechtend over straat te rollen. De laatste is met enige bombarie uit het LOCOV gestapt, een tandeloze praatclub over OV, waarin behalve ROVER en ANWB ook nog talloze andere belangenorganisaties zitten - want versnippering is troef in ons landje.

ROVER verwijt de Consumentenbond populisme. Zelf blijven ze braaf in LOCOV zitten, een club waar Leers weinig in ziet. "De reiziger heeft nog nooit van LOCOV gehoord", tekent hij aan in HP. Ikzelf heb er wel van gehoord; meestal tijdens ROVER-vergaderingen. Dan wordt het even stil, en iedereen kijkt devoot omhoog naar het plafond. LOCOV, waar het heil van de OV-reiziger vandaan moet komen. Goed, LOCOV mág niets, en kán niets, en wordt straal genegeerd door NS; dat geven ook ROVER-autoriteiten wel toe, als je even doorvraagt. Maar LOCOV zou altijd nog iets kunnen worden! De grote troef is nu: het instemmingsrecht. Daar streeft ROVER nu naar; dat LOCOV instemmingsrecht krijg bij belangrijke kwesties over tarieven en de dienstregeling. Geen benul wat dat is, instemmingsrecht. Als je letterlijk neemt, is het het recht om op het juiste moment "ja" te mogen knikken; dat hadden we toch al?

ROVER, Consumentenbond en ANWB hebben een dot van een kans laten liggen op vergroting van hun invloed. Ze hebben respectievelijk duizenden, honderdduizenden en miljoenen leden. Tel dat bij elkaar op (je houdt dan nog steeds miljoenen), en je krijgt één mega-platform voor treinconsumenten, waarbij de overheid er misschien wel voor gezorgd had, dat het échte invloed zou krijgen op het spoorwegwezen. Maar helaas; het ontbrak de consumentenorganisaties aan visie.

Even terzijde: ook in het door V&W gesubsidieerde treinonderzoek werken ROVER en Consumentenbond niet echt vruchtbaar samen (ANWB doet zijn subsidie jaarlijks cadeau aan ROVER, op voorwaarde dat ze zelf geen onderzoek hoeven te doen, maar zich er nog wel mee mogen bemoeien). Dat beide organisaties hun eigen punctualiteitsonderzoek uitvoeren, is nog te verdedigen; ROVER meet nl. op de stations en Consumentenbond in de trein. Dan kun je vergelijken, of de trein van binnen meer vertraagd is dan van buiten. Maar onlangs hebben deze twee organisaties onafhankelijk van elkaar besloten, te meten hoe vaak in de trein je kaartje gecontroleerd wordt.

Als het goed is, rolt uit beide conducteursonderzoeken hetzelfde percentage gecontroleerde vervoerbewijzen. ROVER en de Consumentenbond zullen straks elk voor zich bekend maken, dat de kaartjesknipper in de trein behoort tot de uitstervende folklore. Beide organisaties hebben dan zelf iets ontdekt wat iedereen al weet, en waar niemand een oplossing voor kent. Je zou die conducteursmetingen moeten voordragen voor de ig-nobelprijs, die jaarlijks wordt uitgereikt voor nutteloos en waardeloos wetenschappelijk onderzoek.

Nog een ander voorbeeld van kabouterdenken: de Rijn-Gouwelijn, waarvan ik ooit beweerd heb, dat hij om de 18 maanden in de publiciteit terugkeert. Ik schreef er voor het laatst over in januari van dit jaar. Hij is nu al weer aanwezig, wat prematuur, in de helft van zijn normale omlooptijd. Zie hier een hopelijk verhelderende routekaart.

Nu kun je niet zeggen, dat er in 9 maanden veel is veranderd in het denken over deze light-railverbinding tussen Gouda en Katwijk / Noordwijk. Nog steeds wil men beginnen met de Oosttak, Gouda - Leiden, en die laten lopen via het centrum van de laatstgenoemde stad. Deze maand is er maar weer eens een inpassingstudie verschenen over het tramtracé in het hart van Leiden. Daaruit bleek dat lightrail uitstekend ingepast kon worden, met echter een paar mitsen en maren.

In de eerste plaats is er in de beruchte draai van de Breestraat naar het Kort Rapenburg enkelspoor nodig (strengelspoor, om precies te zijn), terwijl die logge blauwe trams tot 1961 de bocht nog twee-aan-twee konden nemen. Dat kan een aardige bottleneck worden.

Verder vindt het gemeentebestuur, dat na de komst van de tram alle bussen het centrum wel uitkunnen. Het op deze manier de nek omdraaien van het stadsvervoer behoort al decennialang tot het summum van kabouterdenken in Leiden; elke wethouder oppert het idee, meestal vlak voordat een einde komt aan zijn of haar politieke loopbaan. Immers: overal ter wereld kunnen bussen en trams door een en dezelfde straat rijden, behalve in Leiden.

En tenslotte is Leiden uniek in het opzicht dat bij het ontwerpen van railinfrastructuur meer rekening wordt gehouden met fietsers dan OV-reizigers. Op de Korevaarstraat loopt het fietspad straks achter de tramhalte langs, want anders moeten fietsers wachten achter een halterende tram (wat een verschrikkelijk spookbeeld; wielrijders die een halve minuut moeten wachten op een tram; hoe overleven ze het!). Verder mag de tram in het centrum van Leiden niet harder rijden dan 15 kilometer per uur, anders wordt het gevaar voor de fietsers veel te groot. Een rit Gouda - Leiden per Rijn-Gouwelijn gaat zo bijna een kwartier langer duren dan thans met de trein, iets wat de reizigers graag over zullen hebben voor hoogwaardig OV. Ook is het gemeentebestuur zeer bevreesd dat fietsers met hun wiel slippen op of in de rails. In geen enkele tramstad is dat een punt van zorg; in Leiden in de vorige tramperiode (1879-1961) ook niet, maar nu maakt de gemeente er ineens een punt van.

Vallende fietsers; men hoopt er iets op te vinden. Technici studeren op een soort rail die afgesloten wordt met een rubberen dinges, die bij nadering van de tram openklapt. Een ingenieur verzekerde mij onlangs, dat iets dergelijks niet bestaat, en vermoedelijk ook nooit uitgevonden zal worden. Maar in Madurodam aan de Rijn krijgen ze het voor elkaar; op het immer geduldige tekenpapier.

Maar veronderstel, dat Leiden in Duitsland had gelegen; Leiden am Rhein. Dan zou er toch allang een U-Bahntunnel aangelegd zijn onder de binnenstad? Iedereen tevreden, fietsers, OV-reizigers, buurtbewoners, parkeerders, automobilisten, winkeliers, en met wie ook verder allemaal maar rekening wordt gehouden. In Nederland echter, studeren ze liever een jaar of vijftien op een tramvariant die niemand stoort, en waar uiteindelijk ook niemand iets aan heeft.

Bij de KvK (Kamer voor Kabouters) in diezelfde stad worden ze wat ongeduldig. Bij handhaving van het huidige ontwikkelingstempo zal er op zijn vroegst in 2020 een tram rijden naar Katwijk en Noordwijk. Om de tussentijd te overbruggen, moet er een snelbus komen naar deze recreatieoorden. Helemaal mee eens; in mijn functie van secretaris van ROVER-Leiden heb ik in 1990 hetzelfde voorgesteld; "die tram zie ik deze eeuw nog niet rijden", profeteerde ik. Maar in ons voorstel zou deze snelbus Leiden Centraal, met 40.000 dagelijkse treinreizigers, als beginpunt hebben; in het plan van de KvK ligt dat bij het Transferium aan de R 44, waar soms wel 20 auto's per dag gesignaleerd worden.

Kortom, samenvattend: om uit mijn hoofd Kees van Kooten te citeren: "Nee, dank u. Dit denken is mij wat te krap. Heeft u niet een maatje groter?"