De digitale reiziger (41)
Hemperron tussen spoortroggen, ofwel: Crisis, wat nou crisis?


Een tussen-de-middagtripje Leiden – Hoorn v.v., met onderweg een fotobezoek aan de nieuwe stations Amsterdam Sloterdijk Hemboog of zo, en Purmerend Weidevenne. Onderweg ook aandacht voor De Crisis, waarvan de kranten vandaag (dinsdag 24 maart 2009) meer overlopen dan mijn gemoed.

Ik schreef drie jaar geleden: ‘Een (…) nadeel van een boog ten opzichte van een kruispunt: op een kruispunt kun je overstappen, en midden in een boog niet. (…) De Hemboog, tussen Amsterdam Lelylaan en Zaandam, scheert over station Sloterdijk heen maar stopt er niet; een perronnetje langs die boog heeft ooit wel op de tekentafel gelegen, maar is wegbezuinigd.’

Dat was in 2006. Een jaar later zijn de bouwvakkers toch nog begonnen aan een perron op de Hemboog. Het werd gebouwd tussen de ‘spoortroggen’ van die boog, een technische term waarvan sommige lezers vast meer begrijpen dan ik.

Natuurlijk moest er ook een stationshal komen. Die heet gewoon Amsterdam Sloterdijk, en niet zoiets als Amsterdam Hemboog. De hal ligt op 200 meter van de rest van het station, en er is via de perrons geen verbinding met deze exclave. Je moet buitenom, langs het busstation, langs kantorencomplex Orly Center, een straat over, en mist dan misschien net een belangrijke boodschap uit de stationsmicrofoons. Een uniek, raar station, en daarmee al een bezoek waard.

De treinserie Hoofddorp - Schiphol – Hoorn Kersenboogerd is de enige die perron Hemboog bedient. Deze lijn kun je het best doen in de spits, om tenminste de reizigers in beeld te krijgen die je treinfoto’s soms zo’n menselijk tintje geven. Dat geldt voor het hele treinvervoer naar de kop van Noord-Holland. Niet verder vertellen, want je zou slapende honden wakker kunnen maken, maar als ik minister van V&W was, zou ik deze lijnen alleen nog laten bedienen tussen 06:00 en 10:00 uur en tussen 14:00 en 19:00. Daarmee zou ik hoogstens 10% van de reizigers wegjagen, denk ik, en in één klap een heel stuk van de crisis terugverdienen.

Ik maak het ritje echter midden op de dag, want heb een hekel aan vroeg opstaan als het niet echt nodig is, en moet om 15:30 terug zijn in Leiden voor een afspraak. We reizen dus in de stilte.

In de hal van Leiden Centraal is daarvan geen sprake. Hij wordt nog steeds omgebouwd tot Wereldstation voor de Verblijfsconsument (niet mijn termen). Fase 1, waarvoor nu de cementvloeren van het station omgeroerd worden, had uitgevoerd moeten worden van augustus tot oktober 2008. Maar men is er pas in oktober mee begonnen en het werk is nog lang niet klaar.

Deze 1e fase behelst niet veel meer dan de vestiging van dezelfde winkeltjes die er al zaten; soms op net even een andere plek. We schieten er dus niet veel mee op. En al die tijd moeten we het stellen zonder La Place en valt er nergens op Leiden Centraal een warme maaltijd te nuttigen. Bij La Place kon je er ook maar drie verschillende krijgen, jaar-in-jaar-uit dezelfde drie, maar nu is het pas echt crisis.

Dit kaartje op perron Sloterdijk Hemboog is verouderd.
Dat perron zelf staat er niet op.

 


Op perron 3-4 van Schiphol heerst chaos. Ik wacht al een tijdje vergeefs op de trein van 10:42 naar Hoorn. Maar ook de 10:37 naar Lelystad is nog niet langs geweest. Een team van conducteurs staat de ongeduldige menigte ter woord. Er schijnt iets te zijn met een wissel in de tunnel. Bij NS en ProRail is er geen crisis; het gaat gewoon even beroerd als altijd. De hele week stremming in Vleuten door een ontsporinkje gisteren; vandaag ook nog een wisselstoring tussen Amsterdam en Utrecht…

‘Dit is echt niet leuk meer, dit’, pruilt een circa 28-jarige informatiemedewerker wanhopig tegen de omstanders, ‘soms is dit beroep echt niet leuk meer’. Kom, kom, hij krijgt ervoor betaald. Hoe leuk zal het zijn voor de reizigers, die ervoor moeten betalen? En hij is jong genoeg om zich nog te laten omscholen tot stratenmaker op zee, of skileraar in de Sahara.

Die treinen komen uiteindelijk toch nog binnen, met een dik kwartier vertraging. Vrijwel allen stappen in de eerste, naar Lelystad. Weinigen blijven achter voor die naar Hoorn. Ik deel een coupé met twee vrouwen van middelbare leeftijd. Als de trein eindelijk vertrokken is, hoor de ene met nasaal stemgeluid gekweld en verongelijkt tireren:

‘Dan vragen de klanten in de winkel me dingen over Hoorn: “Waar is dit; waar is dat, hoe kom ik hier, hoe kom ik daar?” Maar hoe kan ik dat nou weten? Ik wérk in Hoorn, hoor; ik wóón er niet. Ik ben er verder niet bekend. Ik ben al blij dat ik werk héb en dat ik er kan komen. Maar je schijnt dan gelijk alles te moeten weten. Kennissen van me ook. “Waar is dat, in Hoorn, waar is dit?” Ik word er wel eens gek van. Ik werk in Hoorn, dan weet je er toch niet gelijk de weg? Ik ben al lang blij dat ik werk héb. Maar daarom weet je toch niet meteen alles? Ik word er een beetje beroerd van, altijd maar van: “Waar is dit, waar is dat?”’

In welke winkel zou ze werken? Bij de VVV, mogelijkerwijze. Na Amsterdam Lelylaan maken we de klim naar de Hemboog en daarmee naar een station met een korte, doch veelbewogen geschiedenis. Station Amsterdam Sloterdijk werd in 1956 geopend als twee noodperronnetjes langs de spoorbaan naar Haarlem. Rond die tijd werd de Blauwe Tram opgeheven, waarmee je tot dan toe van de westelijke wijken van Amsterdam naar Haarlem kon sporen.

Het station bleef ruim een kwart eeuw een noodgeval. Toen verrees een halve kilometer meer naar het noorden het huidige kruisingsstation. De treinen van de Westtak (Amsterdam – Schiphol) kruisten hier die naar Haarlem en Zaandam; de laatsten kregen een nieuwe route via Sloterdijk en de Hemtunnel, en verlieten de aloude Hembrug. In 1997 kreeg het station een metroverbinding, de (nooit voltooide) Ringlijn. In december 2008 werd dan uiteindelijk toch nog het Hemperron geopend.

Station Sloterdijk is nu met 36.000 reizigers per dag het 10e station van dit land. Het trekt ook veel forenzen uit het nabijgelegen industrie- en havengebied. En het is een belangrijk stedelijk OV-knooppunt. Vanaf het excentrisch gelegen Hemperron zie je bussen en railvoertuigen, tot waar het oog reikt.

Terwijl ik de opvallend fotogenieke boogconstructies fotografeer, zie ik slechts één ander persoon, een grijsaard, diep weggedoken in zijn jas en in een abri. Rond het hele en halve uur stoppen hier de treinen naar Schiphol en Hoorn Kersenboogerd, maar ook dan is het niet druk. Och, het is vandaag geen dag en ook geen lijn voor vrijreizende 60-plussers, welk vertier zouden die hier moeten zoeken in de guurte en in de regen en in de windvlagen?

De perrons hebben de opengebleven nummers 9 en 10 gekregen. 3 t/m 8 waren toegekend aan de drie gelijkvloerse perrons, 11 en 12 aan de sporen langs het hoge perron. Helaas is ook dit nieuwe deelstation niet af, drie maanden na voltooiing. De trap is omgeven door een houten bekisting. Mannen in enge houten bakjes lijken als Spiderman aan de gevel te hangen - maar misschien zijn dat gewoon maar glazenwassers; er zijn op dit station veel glazen om te wassen. In het weekend is het Hemperron gesloten wegens voltooiingswerkzaamheden; er rijdt dan een trein Amsterdam CS – Hoorn Kersenboogerd vanaf de gelijkvloerse sporen.

Ook in de grote stationshal onder de Hemsporen heerst een drukte als in de binnenlanden van Groenland. De medewerkster van De Kiosk kijkt met een radeloze blik naar buiten, of zich eindelijk hongerige klanten aandienen. Maar ze zal nog een paar uurtjes geduld moeten hebben. Er staat hier een enorme batterij chippoortjes te wachten op betere tijden. Sssschuifff, ssssschuiffff, de deuren in de hal gaan steeds spontaan open en dicht; dan de een, dan de ander. Ze reageren als ze binnen een straal van 100 meter beweging detecteren, of wanneer een insect door de straal van de sensor vliegt. Ik blijf even staan kijken, telkens gokkend welke deur er open zal gaan.

Het heeft iets heel spookachtigs, deze op de groei gebouwde ruimte, en vooral die dom, loos open- en dichtklappende deuren. Ik waan me, als altijd op dit soort plekken, de enige overlevende na de Grote Boem of de Grote Epidemie, of zo’n andere échte ramp die ons heel makkelijk zou kunnen treffen in de loop van deze eeuw. Tientallen jaren zullen die deuren dan nog open en dicht gaan, voor niemand.


De foto's:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Ik verplaats me maar snel naar de levendigheid van de oudere stationshal. Bij La Place is het volop lunchuur. Een pycnicus met dikke worstvingertjes lepelt soep uit een halve emmer (schlurrrppp, schlurrrppp, het is heet, en de gulzigaard wil het snel weghebben). Hij eet er een broodje bij dat je wel een BROOD mag noemen, een megabonus, sorry: megabolus.

La Place serveert overal in het land dezelfde drie gebakjes, dezelfde drie soepen, dezelfde drie broodjes, dezelfde drie warme maaltijden… En alles duurzaam, wat ik een rare term vindt voor eten en drinken, dat door het lichaam toch snel omgezet wordt in poep en pies. Dat de mensen er zo onderdehand eens geen genoeg van krijgen! Dan zal La Place even snel verdwijnen als indertijd de traditionele stationsrestauratie voor Het Station, en Het Station voor La Place. Wat komt erna? Wie dat weet, is een rijk man, en kan verder om het woord ‘crisis’ slechts lachen.

Ik klim weer naar de Hemsporen en neem de trein richting Hoorn. Die stopt overal, nl. op Zaandam, Zaandam Kogerveld, Purmerend Weidevenne, Purmerend en Purmerend Overwhere. De treinen (Rotterdam – Breukelen -) Amsterdam – Enkhuizen doen dat niet meer. Die rijden in één klap van Sloterdijk naar Hoorn. Daar doen ze dan 25 minuten over, tegen de stoptrein 35.

Ik stap uit bij een zonovergoten station Purmerend Weidevenne; echt maarts weer, vandaag. Dat station ligt in het hart van de gelijknamige nieuwbouwwijk en is geopend in december 2007. Een aardig station nog; wel iets meer dan het abrietje op het perronnetje langs het spoor, dat je vaak ziet in buitenwijken. Er loopt een fietstunnel onderdoor. De ramen van de lift zijn helaas gemold. Na 19:00 moet zo’n station wel de habitat zijn van allerlei gespuis dat je er niet graag ziet rondwaren.

Je kunt vanaf dit station dus niet rechtstreeks naar Amsterdam CS, en moet in Zaandam of op Sloterdijk overstappen. Maar met de bus kun je nog wel rechtstreeks naar Amsterdam; zie de rapportage over de Purmerendse snelbus uit 2007. Er is een halte op elke straathoek, je vertrekt in de spits om de vijf minuten en je doet er nog geen halfuur over.

Aan het Purmerendse stadslandschap heb ik in dat vorige stukje al aandacht besteed. Ik laat het bij één foto en neem de trein naar Hoorn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mooi Weidevenne

 


Aan boord van de trein naar Hoorn verzamel ik al het nieuws van de dag in de vorm van drie verfomfaaide treinkrantjes. Het gaat over de crisis, waarover het kabinet nu toch, in het zicht van Pasen, een ei gaat leggen (ook mijn woorden niet). Bij het ter webbe gaan van deze aflevering zullen we weten hoe groot of hoe klein dat ei is, en of het stinkt. Maar zoals het zich op deze dinsdag laat aanzien, zal het kabinet de magere jaren over de verkiezingsdatum heen tillen.

Een crisis is ook een kans, zeggen positivo’s (in eskimotalen zijn de woorden ‘crisis’ en ‘kans’ zelfs hetzelfde, heb ik me laten wijsmaken, terwijl ze juist 1827 verschillende woorden hebben voor sneeuw). Deze keer ben ik geneigd, ze bij te vallen - de positivo’s; niet de eskimo’s, die trouwens eigenlijk inuit heten, in/uit; in de crisis, uit de crisis.

Denk eens aan al die bonussen die straks niet meer worden uitgekeerd, al die benzineslurpers die in de showroom achterblijven, al die weekendtripjes naar het andere eind van de wereld die niet meer gemaakt worden, de files die nu al korter worden. Dat is alleen maar gunstig voor de CO2-uitstoot, waarover iedereen zich tot voor kort nog overmatig opwond.

Deze crisis zal vast een stuk milder uitpakken dan die van tachtig jaar geleden. Huizen zijn nu al betaalbaarder; kopers weer koning. ‘Geen blijder maer in tachtigh jaer’ (Het beste nieuws van de afgelopen tachtig jaar) zou je de Gouden Eeuwers moeten nazeggen, al sloeg die uitspraak op een heel ander soort crisis dan die van nu.

Deze crisis is uniek. Voor politici en andere opinievormers nu dus een ideale mogelijkheid om iets geheel nieuws te zeggen over iets geheel nieuws. Maar nee hoor, het is: een nieuwe lente, een oud geluid; oude wijn in nog oudere zakken.

Waar komen ze mee? PvdA wil vooral investeren; CDA wil vooral bezuinigen. Ja, daar zitten we op te wachten, hoor, terugkeer van de tijden van Ruding! De VVD, vriend van iedereen die boni ontvangt, wil de (ambtenaren)salarissen bevriezen; waar hebben we het eerder gehoord? Wilders heeft weinig te zeggen over de crisis, want hij kan er de Islam niet de schuld van geven. Groen Links zoekt het in duurzame investeringen voor een duurzame maatschappij, gáááááp! D’66 zoekt het in de kenniseconomie, in een wereld waar de dommen ook na deze crisis wel zullen blijven regeren; gáááááp! De SP en hun vakbondsbroeders en –zusters zeggen wat ze over elk issue zeggen: Het is de schuld van het kapitaal en het wordt allemaal afgewenteld op de schouders van de arrrebaaider; gáááááááááááááááááááááááááááááááááááp!!!!

Dat allerlaatste is volgens mij ook niet helemaal waar. Dit is tot dusverre meer de crisis van de have’s, niet van de have nots; die van de rijken in plaats van de armen. Miljardairs werden miljonairs (of gevangenisboeven, zoals Madoff). Miljonairs rekenen nog slechts in tonnen, ocharm!

Maar er leuren nog geen in lompen gehulde paupers langs de deuren met hechtpleisters, wasknijpers, jasknopen en elastiekjes, zoals mijn moeder zich herinnert uit de jaren 30. Haar ouders hingen op een gegeven moment een bordje op: ‘Aan de deur wordt niet gekocht. Ongevraagd drukwerk wordt niet teruggegeven.’ Anders kon je op een dag 25 keer naar de deur lopen, en kon je op een zeker moment zelf wel een winkel beginnen in wasknijpers, etc.

Nee, déze crisis, anno 2009, woedt meer in de geest dan in de portemonnee, concludeer ik als we Hoorn naderen. Ik voor mij zal pas van een crisis spreken als ik weer een volledige werkweek zal moeten draaien, in plaats van tweederde.

Hoorn, daar woont mijn neef, die ik al tien jaar niet gezien heb, en die vandaag jarig is. Ik zou op bezoek kunnen gaan - als ik zijn adres wist en ik niet om 15:30 in Leiden moest zijn.

Feitelijk moet ik meteen terug om nog op tijd te komen. Ik kan nog net een foto maken op het transferium achter het station, waar je voor slechts 2 euro je auto desnoods een hele dag kunt parkeren.

Dag Hoorn, het was kort maar hevig. Terug neem ik natuurlijk die snelle trein. Daarmee win je dus 10 minuten op het ritje Enkhuizen - Amsterdam, dat vroeger een heel uur duurde. Tien minuten is misschien weinig op een uur, en nog minder op een mensenleven. Het effect is vooral psychologisch. Je bolt al die dicht bij elkaar staande stationnetjes voorbij met 100 kilometer per uur (harder gaat het hier toch al niet) en dat geeft een indruk van lekker opschieten.

Dat blijkt wel: daar schiet Zaandam al langs – zelfs daar stoppen we niet -, daar gaan we de Hemtunnel al in.

Alles is Hem, hier. De Hemcentrale en de Hemweg vergat ik nog te noemen in dit stukje. En dan is er tussen Hoorn en Enkhuizen nog een plaatsje Hem zonder meer. Seksistisch taalgebruik, in wezen. Ik hoop, dat ze in het volgende schrikkeljaar eens een poosje zullen spreken over Haar in plaats van Hem: de Haartunnel, de Haarbrug, de Haarcentrale, de Haarweg, de Haarsporen, de Haarboog, het Haarperron.

Met die flauwiteit eindigt deze korte aflevering; eigenlijk niet meer dan een crisisaflevering.

Frans Mensonides
29 maart 2009
Er geweest: 24 maart 2009


© Frans Mensonides, Leiden, 2009.


<< naar thuispagina Frans Mensonides