De digitale reiziger (151)
Voorheen: de IJsselmond (1): Flevoland en de Kop van Overijssel in slow motion

 


Emmeloord

In de zomer reis ik per trein door Europa en in de winter per bus door Nederland. Een overzichtelijke jaarindeling zowel voor mij als voor de lezer. Beide soorten van artikelen, ja beide soorten van OV, hebben hun eigen fans en hun eigen verfoeiers. Maar ik zeg: ‘OV is OV’, langs bergen of door polders.

In februari en maart 2024 reis ik met RRReis door de Kop van Overijssel en in de provincie Flevoland. Hier volgt een groeidocument…

In 2022 won EBS de monsterconcessie IJssel-Vecht voor de periode 2023-2035. In een enorme lap Nederland rijden er nu onder het RRReis-logo stads-, streek-, school-, snel-, buurt- en comfortbussen van EBS. Het is qua oppervlakte het grootste concessiegebied van Nederland. De provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel zijn de concessieverleners. Enkele uitschieters van het lijnennet reiken ook nog tot in Drenthe en Friesland.  

Bij het concessiegebied IJssel-Vecht is met ingang van het dienstregelingsjaar 2024 de voormalige concessie IJsselmond ingelijfd. Die omvatte de Kop van Overijssel, de Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland. Het busvervoer werd daar tot/met 7 december 2023 gereden door OV Regio IJsselmond, een dochter van Connexxion.

Nu dus EBS, een bedrijf dat staat voor uitgevallen ritten en afgeschaalde dienstregelingen. Maar ik doe het IJsselmondgebied niet alleen om EBS te bashen, maar ook om een paar oorden te bezoeken waar ik zomers (n)ooit geweest ben en nu ga ervaren hoe stil en rustig en / of eventueel desolaat het er is in de winter. Toeristische gebieden in de winter hebben een geheel eigen, apart soort charme, vind ik.

EBS had ik eerder dit pas begonnen jaar al op de korrel in het Westland en de Zaanstreek. Het beeld in IJssel-Vecht is als elders: 10% rituitval als zeer conservatieve schatting. In de voorwaarden van veel concessies staat vermeld dat er slechts één op de 200 ritten mag uitvallen. Maar op het ogenblik zal geen enkel vervoersbedrijf die norm halen.

Kortom: ontevreden reizigers, ontevreden concessieverleners, ontevreden chauffeurs, en myriaden klachten van forenzen, scholieren en studenten die te laat op hun werk, in de klas en in de collegezalen verschijnen. ‘Ik reis met de bus’ is daarvoor een geldig excuus in deze streken.

Voor die categorieën OV-gebruikers is het een ramp, maar met mijn doel: schijnbaar doelloos rondrijden als toerist, kan ik gemakkelijk om de ellende heen plannen. Op de bekende informatiebronnen op Internet kun je al uren van te voren zien welke ritten wel en niet gereden worden. EBS krijgt in ieder geval een compliment voor tijdige informatievoorziening over hun falen.

Volgens dit uitgelekte stukje van Omroep Flevoland gaat EBS half april 2024 de dienstregeling ‘afschalen’ (uitkleden), om de overgebleven ritten écht wél te kunnen rijden; ook iets wat we in ander regio’s al gezien hebben.  




RRReis in Vollenhove, Marknesse, Steenwijk en Lelystad.


Vollenhove van beneden

EBS-RRReis 171

Zwolle – Vollenhove (– Blokzijl)

 

07/02/2024

 

 

In:

Zwolle Busstation

12:20

Uit:

Vollenhove Clarenberglaan

13:07

Wagennr.

2022

 

Type

BYD K9UB (2020)

 

Passagiers (max.)

16

 

 

Deze woensdag wil ik eerst naar Vollenhove, een stadje aan de voormalige Zuiderzee.

Er bestaan wat subtiele verschillen tussen de routes van lijn 71 (Zwolle – Hasselt – Zwartsluis – Vollenhove - Marknesse – Emmeloord) en lijn 171 (Zwolle – Vollenhove – (Blokzijl)). Zo volgen beide lijnen in Zwolle een net iets andere weg door de stad, en slaat bus 171 Sint-Jansklooster over, dat wel wordt aangedaan door 71. Mede daardoor doet bus 171 3 minuten korter over zijn rit naar Vollenhove, maar een echte snelbus is het niet. Je kunt aan de andere kant ook zeggen dat in een dunbevolkte streek álle bussen snelbussen zijn.

Bussen 171 en 71 vertrekken kort na elkaar van het busstation boven Zwolle NS. En beide bussen RIJDEN ook. Ik pak met 15 medepassagiers de eerste, lijn 171 van 12:18. Wie zou er nou nog in bus 71 zitten, v. 12:22?

Op de Schuttebusbrug boven de sporen komen we een volgeladen stadsbus 9 tegen die afkomstig is van de Deltion Campus. Waar zou het OV in dit land zijn zonder studerenden? Ook in mijn bus maken ze een meerderheid van 93% uit.

Het Deltion College is een onderwijsgigant aan de Mozartlaan, zo 2˝ km ten noorden van het station. De campus heeft een oppervlakte van 10 hectare, waarop 20.000 leerlingen. Het is niet te hopen dat die allemaal elke ochtend om exact 9:00 uur moeten beginnen, en dan allemaal de bus nemen vanaf het station. Ze proppen hier gerust 200 makke schapen van scholieren in een gelede bus. Maar dan zou je nog een colonne van 100 van zulke bussen nodig hebben om ze allemaal op tijd op school te krijgen.

In werkelijkheid rijden er volgens dienstregeling in het drukste uur van de ochtendspits een stuk of 20 bussen, op lijn 9 en andere lijnen. En is het Deltion berucht om zijn volle bussen.

Bus 171 rijdt een stukje door de woonwijk Stadshagen alvorens koers te zetten naar het platteland in de kop van Overijssel. Het is voor mij een bekende route, na bezoeken aan HasseltGenemuiden en Zwartsluis. Maar dat was nog in het dieseltijdperk. Nu gaat het onder het beschaafde, aangename gezoem van de elektromotor van de uit China afkomstige BYD-bussen. BYD: Build Your Dream, daar is geen woord Chinees bij.

Het is aangenaam, zacht winterweer, vandaag, en we hebben rustgevend uitzicht op weiden en waterplassen. Er stappen hier en daar mensen uit, en niemand meer in. Met nog 5 overgebleven passagiers rijden we over een lange, slingerende dijk op Vollenhove af. De Clarenberglaan, langs de N331 aan de rand van het dorp, is de eindhalte. In de spits rijden enkele ritten door naar Blokzijl.

Vollenhove schrijf je zonder n aan het eind, en is niet te verwarren met Pieter van Vollenhoven, die eigenlijk Pieter Hol van Boven heet, zoals algemeen bekend is. In Vollenhove is een luchtfotograaf gevestigd die mooie foto’s maakt met drones, onder de naam Vollenhove van Boven.

Vollenhove deelt het lot van het nabijgelegen Blokzijl: ooit een vissersplaats aan de Zuiderzee, en nu hooguit een waterrecreatieplaats midden in de polder. Zoetwater stroomt er nog wel langs Vollenhove, dat het nu moet doen met het Vollenhovekanaal en het Kadoelenmeer. Er is een bescheiden jachthaventje. Het Kadoelenmeer is een van de randmeren tussen het oude en het nieuwe land.

Ik heb nu ruim een uur de tijd voor een stadswandeling. Al die tijd hoor ik niet veel meer dan mijn eigen voetstappen weerkaatsen tegen de huizen uit Vollenhovens glorietijd.

Vlak het stadje, met 4300 inwoners, beslist niet uit! Het begon zijn bestaan al toen de jaartallen nog met 3 cijfers geschreven werden, als buitenverblijf van de bisschoppen van Utrecht. In de 16e eeuw werden vanuit deze stad maar liefst 4 provinciën bestuurd: Overijssel, Friesland en Groningen. Dat zijn er maar 3. Drenthe bestuurden ze ook nog, maar dat telde nauwelijks mee; er woonde vrijwel geen sterveling.

In die tijd stond er een kasteel in Vollenhove: Toutenburg, en lagen er verschillende havezaten, versterkte (ridder)woningen. Na de Tachtigjarige Oorlog is de stad wel wat in versukkeling geraakt – wat meestal garant staat voor een goed geconserveerd stadshart.

De dominee of een ouderling van de kerk, geheel in zwart gekleed, passeert me op de fiets en groet mij vriendelijk en beleefd. Wat doet dat verdoolde schaap hier, in de winter?, denkt hij mogelijk over mij.

Links op de foto een standbeeld van Henny Zandjans (2000). Het zijn de 3 vissers *) uit Durgerdam, die in de ijskoude winter van 1849 2 weken lang stuurloos hebben rondgedobberd op de Zuiderzee, met hun ijsslede op een ijsschots. Het waren ijsvissers. Heb ik daar in een museum ook niet eens iets over gehoord? Ja, dat was in Elburg.

*) slechts 2 vissers op mijn foto. HIER staat een betere afbeelding, inclusief nadere toelichting. En HIER het complete verhaal.


In de winter visten ze in Elburg op spiering en visten deze Durgerdammers op bot, om nog een klein beetje geld te verdienen in de slappe tijd. Dat ijsvissen was knap gevaarlijk, en eindigde nog wel eens met een zwerftocht op een smeltende ijsschots. De 3 uit Durgerdam waren al dagenlang vermist en werden dood gewaand.

Zij wisten zich in leven te houden met regenwater en rauwe vis. Uiteindelijk werden ze opgemerkt en gered door vissers uit Vollenhove. Die troffen ze aan zoals de beeldhouwer ze vereeuwigd heeft: met een koffiekan in de mast, om beter op te vallen. Vrijwel onmiddellijk na hun redding zonk het laatste restje van hun ijsschots. Helaas stierven 2 van de 3 Durgerdammer vissers na hun redding alsnog door de gelede ontberingen.

Het stond indertijd in alle kranten. Vollenhove was even het middelpunt van het hele land. Dat gebeurde opnieuw in 1878, nadat 3 stropers uit deze stad 2 veldwachters op gruwelijke wijze hadden vermoord. Zo’n misdaad was indertijd toch wel iets opzienbarender dan nu.

De daders van de dubbele moord werden gepakt, net niet gelyncht, en mochten zich gelukkig prijzen dat de doodstraf kort daarvoor was afgeschaft. Ze kregen 20 tot 25 jaar cel. En er is geen standbeeld van.



Bij de haven staan 4 zitbanken ter nagedachtenis aan ’t Schuttegien (het schuttinkje). Eens was dat een hangplek voor oude mannen, die hier stonden te staren naar de Zuiderzee, of in het verschiet, naar waar die zee ooit geweest was. Plaatselijke middenstanders, waaronder Topslager Heetebrij, hebben de zitbanken gedoneerd.

In het zuiden van het oude stadje (en op de onderste rij van de mozaďekfoto) vind je in een park de ruďne van kasteel Toutenburg uit ca. 1500. ‘Stadspaleis’ Oldruitenborgh (niet op mijn foto’s) is nog ouder, ca 1400, en heeft een hele reeks verbouwingen achter de rug. Het is nu een hotel.

Het uur zit erop. Nu met bus 71 verder naar Marknesse. Die bus gaat echt rijden, volgens alle apps. Ik loop toevallig langs slagerij Heetebrij – niet zo heel erg toevallig in een klein stadje - naar de halte langs de N331, boven aan de trap.


Marknesse

EBS-RRReis 71

Zwolle – Vollenhove – Emmeloord

 

07/02/2024

 

 

In:

Vollenhove Zwembad

14:20

Uit:

Marknesse Breestraat

14:31

Wagennr.

2113 (?)

 

Type

BYD K9UB (2020)

 

Passagiers (max.)

5

 


100 meter verder gaan we de brug over het Vollenhovekanaal over, Overijssel uit en Flevoland binnen. Een paar kilometer verderop doemt Marknesse op.


Vollenhove en Marknesse, groter contrast is niet denkbaar: een oud sluimerend stadje op het oude land en een nieuw dorp in de polder. Nieuw, dat wil zeggen: nieuw in de jaren 40 van de vorige eeuw. De huizenbouw weerspiegelt de saaiheid van de wederopbouw. Het dorp is, zoals veel dorpen in Flevoland, genoemd naar een oude voorganger die in de middeleeuwen in de golven van de Zuiderzee is verdwenen.

Voordat het dorp Marknesse heette, heette het Dorp B. Dat was een barrakkenkamp waar vanaf augustus 1942 de  stoere ‘pioniers’ huisden die de pas drooggevallen Noordoostpolder in cultuur zouden brengen. Het opvallende standbeeld ‘De pionier’ dateert van 1977 en is een creatie van Hubert van Lith.

Het staat op de Breestraat, de winkelader van het dorp, die in niets lijkt op de Breestraat in de vestigingsplaats van De digitale reiziger. Oh ja, dat oosterse restaurant dat Fu-Wa heet, functiewaardering. Ben ik hier dan al vaker geweest? Nee, ik zag het een keer vanuit de bus.

 



Steenwijk in slow motion

Ik blijf hier niet lang. Ik pak bus 214, een SnelRRReis. Het is een nieuwe benaming, soms voor bestaande lijnen. In dit gebied, de Kop van Overijssel en Flevoland, zijn er bij de komst van EBS 5 geďntroduceerd:

207 Harderwijk – Lelystad Batavia Stad
214 Lelystad – Emmeloord – Marknesse - Steenwijk
215 Kampen – Urk
216 Harderwijk – Zeewolde – Almere Stad
218 Lelystad – Urk.

Lijn 214 is de langste, 65 km, af te leggen in 1:18 uur. Dat komt neer op een gemiddelde snelheid van exact 50 km/uur. De bus doet 33 haltes aan inclusief begin- en eind-, vrij veel nog voor een snelbus, maar bij de overgrote meerderheid hoeft niet gestopt te worden, zoals ik zal merken.

De lijn had voorgangers in nummer 140, Lelystad – Emmeloord en 75, Emmeloord – Steenwijk. Die 2 lijnen zijn nu dus gekoppeld. De bus rijdt eens per uur; in de spits eens per 30 minuten van Lelystad tot Marknesse. In het weekend en tijdens de avonduren rijdt de bus alleen tussen Lelystad en Emmeloord.

EBS-Snel RRReis 214

Lelystad – Emmeloord – Marknesse- Steenwijk

 

07/02/2024

 

 

In:

Marknesse Breestraat

14:40

Uit:

Steenwijk Station

15:06

Wagennr.

4182

 

Type

VDL Citea LLE-120 (2013)

 

Passagiers (max.)

10

 

 
Je zou hopen dat een nieuwe formule, SnelRRReis, ook gepaard zou gaan met een nieuwe bus, maar op deze lijn worden diesels ingezet die toch wel aardig op leeftijd zijn.

Ik deel de bus met een 5-tal Aziaten, evenzeer verwaaide toeristen als ik, zoals ik ze inschat. Bij het busstation aan de rand van Marknesse delibereren ze of ze wel in deze bus willen blijven, en besluiten uiteindelijk toch maar dat Steenwijk hun bestemming moet zijn.

Niet lang daarna meen ik het uitzicht nog vaag te herkennen. Dat klopt ook: we rijden langs de tulpenpluktuin bij Blokzijl, waar ik in 2008 was. De mensen in deze streek, bemerkte ik,  hadden een kalmte over zich, een on-Nederlandse wellevendheid, een traagheid waarvan ik in de loop van de dag een steeds hevigere jeuk kreeg.

Het stuk tussen Blokzijl en Steenwijk ken ik ook nog  van die dag. Ergens bij Wetering verschiet het groen van het gras tot het geel van het riet van Nationaal Park Weerribben-Wieden.

We rijden Steenwijk binnen, en langs landgoed en museum Rams Woerthe, waar ik in 2018 was. En dan de eindhalte, Steenwijk Station. De oosterlingen stappen uit, en gaan een app en het display met vertrektijden raadplegen voor het vervolg van hun tocht. Ze nemen plaats op een bankje, druk overleggend. Misschien reizen ze wel heel Nederland rond met het streekvervoer. Hebben ze er ook een website over?

Ik loop de binnenstad in, die er deze woensdagmiddag even verlaten bij ligt als die van Vollenhove. Op het grote marktplein zie ik één eenzame ziel dolen, down & out in Steenwijk? Wat is er voor verschrikkelijks gebeurd? Zitten ze hier nog in lockdown? Wie heeft alle mensen weggejaagd?

Het Kermis- en Circusmuseum aan het plein is gesloten ‘tot nader order’. Wat nou als die order nooit komt?

Over kermis en circus gesproken: de kabinetsformatie is gisteren geklapt. Dat gebeurt tijdens elke formatieperiode wel een keer. Het behoort tot de Haagse folklore en tot het onderhandelingsritueel, en het is dus niets om je over op te winden.

Wat dan ook steevast gebeurt: er wordt geroepen om een extraparlementair kabinet of een zakenkabinet, hoewel vrijwel niemand weet wat dat is en hoe dat werkt. Sinds mensenheugenis hebben we zo’n exotisch kabinet niet meer gehad, als we er ooit al een gehad hebben.

Ook wordt er na het klappen van een formatiepoging altijd meteen geroepen om nieuwe verkiezingen. Ja, ammehoela! We hébben gestemd, er lígt een uitslag, of je er nu blij mee bent of niet, en daarmee dóén ze het maar!

We hebben per slot van rekening duidelijk op een rechts kabinet gestemd – zeggen ze. Maar op mijn stembiljet kwamen die twee vakjes: [ ] links kabinet, [ ] rechts kabinet, niet voor. Dat kwam mogelijk doordat ik gestemd heb bij een prikkelarm stembureau, waar ze de overgevoelige kiezer die keuzestress hebben willen besparen.

Even een bakje gefrituurde aardappels in een snackbar; echt zin in iets warms. Er zit er een in de buurt van het grote plein.

Met studie observeer ik de exploitante en de andere gasten, in de onafzienbare tijd dat het bereiden van mijn lekkernij duurt. Een jongetje heeft van zijn vader een ijsje gekregen en likt er aan met een contemplatief gelaat. Hij laat het ijs even inwerken, werpt daarbij holle, lege blikken op het plafond, en acht het dan zo langzamerhand tijd voor een 2e likje.

Zijn vader neemt een vette hap in ontvangst die de eigenares heeft opgedolven uit de frituurpan. Daarin laat zij nu, met weloverwogen gebaren, de maaltijd zakken die de klant vóór mij besteld heeft. Het ligt in de verwachting dat mijn patatjes pas aan de beurt komen als die vorige klant gespijzigd is.

Nee, zo iemand zal je toch hebben in een kiosk op een druk station, liefst in de ochtendspits! Ik kijk naar buiten. Bewegen de mensen op straat zich hier ook in slow motion, als tijdens een cruciaal VAR-moment in een voetbalwedstrijd op tv?

Ik zou hier echt niet kunnen aarden. De aan lethargie grenzende kalmte van de streekbewoners valt ook niet te combineren met een bustocht volgens een gatenkaasdienstregeling, zoals die van EBS. Ik wil terug met die snelbus 214, helemaal tot Lelystad. Die van 16:20 gaat rijden, maar die van 17:20 gaat uitvallen.

Als ik mijn vet eindelijk gekregen heb, besluit ik, het maar al lopende op te eten, op weg naar het station. ‘Al-tijd … háást…, die … lui… uit… de… Rand-stad’, laat iemand zich vast ontvallen als ze me zien wegbenen. ‘ja… joh…,  het… is… me… wat’, antwoord iemand anders enkele minuten later.

EBS-Snel RRReis 214

Steenwijk – Marknesse - Emmeloord – Lelystad

 

07/02/2024

 

 

In:

Steenwijk Station

16:20

Uit:

Emmeloord Busstation

16:56

Wagennr.

41-zoveel (?)

 

Type

VDL Citea LLE-120 (2013)

 

Passagiers (max.)

8

 


‘Steenwijk’, staat op de bus. Ik vraag de chauffeur of dit misschien toch de bus naar Emmeloord is. Ja dat klopt! Maar de chauffeur heeft geen invloed op wat er op zijn bus staat. ‘Ja, ik kan de bus wel doodleggen, zal ik maar zeggen, en hem dan helemaal opnieuw opstarten, maar dan staat hij éventjes goed en bij de volgende rit weer fout...’

Alles bij EBS heeft een gebruiksaanwijzing. Er schijnt ook een heel geavanceerd systeem te bestaan met alle bestemmingen op een lange rol, waarbij de chauffeur zelf aan een slinger kan draaien om de goede plaatsnaam in het venster te krijgen. Een tip voor EBS om die innovatie in te voeren, als eerste in Nederland.

Dezelfde weg terug tot Marknesse. Daar stapt de voorlaatste passagier uit. De volgende 10 kilometer zit ik in een 40-persoons taxi, als enige passagier.

In Emmeloord, de grootste plaats in de Noordoostpolder, is het probleem dat Poldertoren heet, nog steeds niet opgelost. Ik had het er over bij mijn vorige reis door deze streek. Ik loop een rondje om de voormalige watertoren heen. Hij staat nog steeds leeg, en afgebroken is hij ook nog niet, want hij staat er nog.

Hij heeft nu nog maar één functie over; hij geeft nog altijd de plek aan waar het busstation ligt, en daar vertrekken de bussen ook nog altijd om half en heel. Het winkelhart van Emmeloord bestaat uit een aantal winkelstraten in elkaars verlengde. Ik kan net heen en weer lopen binnen een half uur, tot de volgende bus op lijn 214.



EBS-Snel RRReis 214

Steenwijk – Marknesse - Emmeloord – Lelystad

 

07/02/2024

 

 

In:

Emmeloord Busstation

17:30

Uit:

Lelystad Station

18:05

Wagennr.

4192

 

Type

VDL Citea LLE-120 (2013)

 

Passagiers (max.)

Ca. 10

 

 

Ook bij deze rit geen overrompelende belangstelling voor de snelbus. Die stopt geen enkele keer tussen de laatste halte van Emmeloord (Antonius Ziekenhuis) en de eerste van Lelystad (Houtribweg), 33 km doorkachelen in 28 minuten. Aan de snelheid kan het dus niet liggen, de geringe belangstelling van de reizigers.

Zou Emmeloord zich bekeren tot het OV als de Lelylijn Lelystad – Groningen hier over een jaar of 10, 15 stopt, en een rit Emmeloord- Lelystad hooguit een stijf kwartiertje duurt? Nee, bij de Poldertoren, als die er dan nog staat, zal de trein beslist niet stoppen. Dat wordt een locatie langs de snelweg.

Als ik tijd van leven heb, ga ik schrijven over een rit met de Lelylijn. Maar eerst op korte termijn het vervolg op dit stuk!

Frans Mensonides
18 februari 2024
Er geweest: woensdag 7 februari 2024

PS: Het laatste nieuws, van Omroep Flevoland: EBS gaat de dienstregeling in Flevoland inderdaad afschalen, en wel per 14 april as.  Nieuwe elektrische bussen (Nederlandse van Ebusco, en geen Chinese) gaan pas instromen in januari 2025. En de EBS-baas baalt er net zo hard van als de reizigers.


De digitale reiziger (151b)
Voorheen: de IJsselmond (2): ‘Nog niet vlekkeloos’

Lelystad (2x) - onderweg - Biddinghuizen

Personeel, service

10 dagen later, als deel 1 van deze trilogie al geschreven is (zie hierboven), ga ik opnieuw op pad door het voormalige concessiegebied IJsselmond. Het is dan zaterdag, en de dienstregeling in deze streken is dan nog dunner dan doordeweeks. Dat feit, gecombineerd met de veelvuldige busuitval van EBS, maakt het niet gemakkelijk om een reisschema samen te stellen. Gelukkig bestaan er apps zoals 9292.nl en GoogleMaps, en gelukkig stemt de informatie op beide apps meestal wel overeen. 

Dit is een reeks stukken over de bus; de trein speelt daarin normaliter geen rol. Behalve als er onderweg iets bijzonders gebeurt. En dat is op deze zaterdagmorgen het geval. Want op station Almere Centrum, waar ik even ben uitgestapt voor een kop koffie, zit een conducteur een zwartrijder achterna.

De laatste is over een poortje gesprongen of was aan het ‘tailgaten’ (waarvoor geloof ik geen goed Nederlands woord bestaat): snel achter een fatsoenlijk betalende reiziger door het poortje sluipen, voordat dit dichtklapt. Ik heb de aanleiding tot dit incident niet gezien. Maar zie wel de conducteur achter hem aan door de hal stuiven, en de trap naar het perron op, na zijn koffie ergens in een hoekje neergezet te hebben. Op zijn herhaalde vraag: ‘Mag ik uw plaatsbewijs even zien?’ komt geen antwoord.

Als ik zelf op het perron ben aangekomen, zie ik de zwartrijder op de bon gaan. Hij kijkt beteuterd en, terecht, beschaamd. Dat hém dit nou net moet overkomen: die ene op de 10 conducteurs tegen het lijf te lopen die zijn controlerende taak nog serieus opvat!

Goed, een kwartier later land ik aan in Lelystad, en daar begint mijn busreis vandaag. Ik wil met bus 143 naar Swifterbant, om de eenvoudige reden dat ik daar nog nooit geweest ben. En dan een uur later met dezelfde lijn doorreizen naar Dronten. Maar ik zal nog een dik halfuur moeten wachten op bus 143, die op zaterdag maar eens per uur rijdt. De eerstvolgende bus daarna gaat uitvallen, dat is nu al zeker, en Swifterbant lijkt me op voorhand geen oord waar je in totaal 2 uur wilt doorbrengen. Met het fotograferen van monumenten zul je er ook wel gauw klaar zijn. 

De reden van uitval is volgens 9292: ‘personeel, service’. Ja, geef het personeel maar de schuld! En: service? ‘Gebrek aan service’, zou passender zijn.


Harderwijk ; 'antropomorf gedrag'

Harderwijk

Op het busstation bij Lelystad Centrum (nog steeds het enige station in die stad) verschijnt een kwartier lang geen enkele echte bus. Ik zie alleen een 8-persoons pieremachochel met een bijzondere bestemming voor een stadsbus: Golf Resort. Daar wil vanmorgen niemand heen. 

Verder staan er in elke abri een paar mensen lijdzaam te wachten of er nog iets komt, en dat in een kleine, compacte stad waar je alles binnen handbereik hebt binnen een kwartier fietsen. Wie, behalve een rare hobbyist, neemt hier in vredesnaam nog de EBS?

Het digitale bord met vertrektijden blijft vandaag helemaal zwart. Heeft EBS er nu helemaal de brui aan gegeven? Nee, SnelRRReis 207 rijdt het busstation op. Die heeft Harderwijk als bestemming. Ik neem hem. Waarom ook niet?

Lijn 207 verbindt elk uur (doordeweeks in de spits elk halfuur) Lelystad Batavia Werf met Harderwijk. Batavia Werf is het museale- en koopjesgedeelte van Lelystad. In 2016 deed ik daar de Outlet en Museum Nieuwland

Tussen Batavia Werf en station Lelystad verdubbelt stadslijn 13 de frequentie van lijn 207. Althans in theorie; in de praktijk valt doorgaans wel een van de 2 uit.


EBS-SnelRRReis 207

Lelystad Batavia – Harderwijk station

 

17/02/2024

 

 

In:

Lelystad – Station

12:10

Uit:

Harderwijk Dolfinarium

12:35

Wagennr.

4179

 

Type

VDL Citea LLE120 (2013)

 

Passagiers (max.)

5

 


Je hoeft je niet af te vragen of bus 4179 een diesel is. Er hangt in de wagen een vette walm van het goedje dat genoemd is naar de Duitse ingenieur die zo heette. 

Ik reis in het (weinig talrijke) gezelschap van onder andere een magere jongeman met knalrode schoenen, die verscheidene kralensnoeren om de hals heeft en een wat verwijfd broekpak met wijduitlopende pijpen draagt. Houd me ten goede; Ik zeg er niets ten nadele van; het valt me alleen op.

De Zuigerplasdreef is het soort naam die je hier in de polders kunt tegenkomen. Bij de Mac en de KFC gaan we rechtdoor over een kaarsrechte weg langs het Aviodrome en het omstreden vliegveld Lelystad. De weg wijkt bijna geen graad af van het zuidoosten. Haltes zijn er schaars. Na vele kilometers polder maken we een winkelhaak naar rechts, wat verder een naar links, en koersen op Harderhaven aan. 

Dat is een buurtschap die tegenover Harderwijk ligt aan het Wolderwijd. Via het aquaduct dat ik in 2016 per fiets nam, bereiken wij Harderwijk. Ik stap uit bij de halte Dolfinarium, tegelijk met de opvallende man.

Deze keer kom ik Harderwijk van een heel andere kant binnen dan met de normale lange wandeling vanaf het station. Ik zie, in het kleine uurtje dat ik door de stad loop, daardoor ook heel andere dingen dan gewoonlijk. Zoals slagerij van de Beek, met de slogan: ‘Niet te vet, niet te zout, onze worst is bekroond met GOUD!!!’

Muurhuizen, huizen gebouwd op de restanten van een stadsmuur (soms met stenen uit die muur), die associeer je met Amersfoort. Maar ook Harderwijk telt er nog wat, zoals het exemplaar rechtsboven op de foto, dat dateert uit 1638.

Met wat omwegen keer ik terug naar de halte Dolfinarium. Bus 147 naar Dronten, via Biddinghuizen, schijnt gewoonweg te vertrekken, straks, om 13:22. 

Het Dolfinarium zelf staat er nog; ik zag het silhouet van de koepel in de verte, toen ik daarnet langs het meer liep. In dat hierboven gelinkte fietsstuk uit 2016 verhaalde ik hoezeer die shows met die zeezoogdieren me verscheurden. Enerzijds ergerde ik me wild aan woke mensen die ze het liefst zouden afschaffen en de dolfijnen de vrijheid zouden geven in de open zee. Mag er dan echt helemaal niks meer, tegenwoordig?  ‘Nu nog de planten uit de horti en de bomen uit de arboreta’, sneerde ik.
Anderzijds herinnerde ik me dat ik als puber heel sterk gekant was tegen dolfinaria – en tegen nog een hoop andere dingen meer, trouwens.

Het Dolfinarium zelf zegt in het gelinkte document nadrukkelijk sorry voor het feit dat ze nog bestaan. Ze hebben er een fikse lap tekst voor nodig om het uit te leggen. 

Dolfijnen hoeven tegenwoordig geen ‘antropomorf gedrag’ meer te vertonen. Dus: geen acrobaten meer die op de rug van een dolfijn staan - wat ook voor mensen geen normaal antropomorf gedrag is; hoe vaak sta jij op de rug van een dolfijn??; ikzelf nooit. Maar dierenartsen mogen nog wel het gebit van onze geliefde Flippers poetsen - wat in de natuur ook niet gebeurt. 

Ik vind het wel een acceptabel verhaal, maar de puber die ik eens was, zou het excuus misschien niet ver genoeg vinden gaan. Ik vind wel dat de kwesties waarover we ons in 2016 druk maakten, bleekjes afsteken bij die van 2024, nog maar 8 jaar later. De wereld is er beslist niet vrolijker op geworden. Ik vind ook dat we allemaal veel te veel meningen ventileren. Maar dat is dus MIJN mening. 


Biddinghuizen: plein dat Plein heet



EBS-RRReis 147

Barneveld – Voorthuizen – Putten – Ermelo - Harderwijk station – Biddinghuizen – Dronten station

 

17/02/2024

 

 

In:

Harderwijk Dolfinarium

13:22

Uit:

Biddinghuizen Plein

13:40

Wagennr.

2100-zoveel

 

Type

BYD k9 UB (2020)

 

Passagiers (max.)

7

 



Het is altijd een opvallend contrast: het oude land met fraaie steden als Harderwijk en met de Veluwe, vakantieparadijs uit mijn kindertijd, en die polders aan de overkant, waar het altijd waait en waar de monumentenlijsten kort zijn. Lijn 147 verbindt beide werelden. Het aquaduct, ongeveer op 2/3 van de route, vormt de cesuur. 

Ik weersta de verleiding om de bus de andere kant op te nemen, naar Putten, en stap in die naar Dronten. 

Dit is een elektrieke bus. Ik heb opnieuw slechts 4 medepassagiers: een moeder met 3 peulvruchten, staat in mijn aantekeningen. Hč? Waar slaat dát nou op?, of wacht, ‘peutertjes’, heb ik vermoedelijk geprobeerd te typen. Bij Camping Flevostrand (officieel: Molecaten Park Flevostrand) stappen nog 2 mensen in. Die halte zal in de zomer populairder zijn dan nu.

We rijden een stuk langs het Veluwemeer. ‘Helaas loopt onze dienstregeling nog niet vlekkeloos’, staat te lezen op het mededelingenscherm in de bus. Een schoolvoorbeeld van een understatement.

Biddinghuizen ligt op de route van deze lijn. Daar ben ik ook nog nooit geweest, evenmin als in Swifterbant. Even uitstappen, zo? Ja, de volgende bus naar Dronten gaat rijden, wat een luxe!, 2 achtereenvolgende bussen, die echt gaan vertrekken!

Biddinghuizen, welk attractiepark was hier ook alweer? Walibi, voorheen Flevohof. Daar komt deze bus niet. In de zomer rijdt er een speciale bus heen uit Harderwijk, lijn 247, ook bekend als de Walibi Express

Biddinghuizen is deze weken vaak in het nieuws. Er worden asielzoekers opgevangen. Dat geschiedt in barakachtige gebouwen, pal naast de pret van Walibi, en heel erg ver buiten de bebouwde kom.

De bus ontsluit in deze streken de kernen van dorpen nog. De ‘hubs’ zoals in Zeeland (één halte aan de rand van het dorp) zijn hier gelukkig nog niet doorgedrongen. Ik las laatst dat dit hub-systeem funest is voor de waardering die de klanten hebben voor het OV. Nou zeg, gossie, wat een verrassing; gek, hč!! Die hub in Burgh-Haamstede, waar ik een winter geleden was, wordt door de reiziger gewaardeerd met een 6’je, wat ik nog 5 punten te veel vindt. Een 1 voor de moeite, meer was het me niet waard.

Door de straten van Biddinghuizen rijden we naar een plein dat Plein heet en in de buurt ligt van een klein winkelcentrum. Niet ver daarvandaan heb je school, sportzaal en kerk.

Biddinghuizen, met ca. 6000 inwoners, ligt in Oostelijk Flevoland, net als Lelystad, Dronten en Swifterbant. Die polder viel droog aan het eind van de jaren 50. In 1963 kregen de eerste inwoners van Biddinghuizen hun huissleutels overhandigd. Biddinghuizen is daarmee een stuk nieuwer dan Marknesse (zie hierboven) en de architectuur oogt ook veel moderner.

Het lage gebouwtje midden op de bovenste rij lijkt van grote afstand wel wat op een poldergemaal, en van dichterbij op het soort barakken waarin de polderarbeiders huisden die het land ontgonnen hebben. Maar het is een moskee, zonder de geringste oosterse uitstraling, maar heel passend in deze streek; grappig. Ik vraag me trouwens af of een gebedshuis in Biddinghuizen eigenlijk geen biddinghuis zou moeten heten.

Het is doodstil in de straten van het dorp, tot het moment dat iemand een kettingzaag in werking stelt. Er is er altijd wel één op zo’n zaterdagmiddag, die de stilte verscheurt. En dan zitten we nog niet eens in het seizoen van de bladblazers.

Even buiten het dorp heb je het Biddingbos, met dierenweiden, een padvindershonk, een hondenlosloopgebied en Ouessantschapen, afkomstig van het eiland Ouessant voor de kust van Bretagne. 

Maar ik moet terug naar het plein dat Plein heet, als ik de bus niet wil missen. Het standbeeld van moeder en kind (helaas niet in zijn geheel op mijn foto) is van Francien Valk en staat er sinds 1987.

EBS-RRReis 147

Barneveld – Voorthuizen – Putten – Ermelo - Harderwijk station – Biddinghuizen – Dronten station

 

17/02/2024

 

 

In:

Biddinghuizen Plein

14:42

Uit:

Dronten Meerpaal

Ca. 14:55

Wagennr.

2134

 

Type

BYD k9 UB (2020)

 

Passagiers (max.)

5

 



Onopgemerkt in Dronten



Halte De Meerpaal


Ik pak de bus naar Dronten, die ook niet echt bij elke halte bestormd wordt door reizigers. Het is maar een kort stukje naar Dronten. Ik wil alsnog naar Swifterbant, dat ik vanmorgen over moest slaan. Maar zou ik de overstap nog wel halen bij het station van Dronten? Nee, want die aansluitende bus rijdt niet, zie ik na een blik op 9292.

Dan maar iets eten in het hart van Dronten. Ik stap uit bij de halte Meerpaal. Merkwaardig dat lijn 147 de enige lijn is die dit absolute middelpunt van Dronten aandoet: theater, bioscoop en meer, met het grote winkelcentrum dat eromheen ligt.

Ik ga een eetcafé binnen. Rustig late-lunchen, dinunchen, zoals ik het noem. Bus 143 naar Swifterbant gaat pas over een uur.

Ik ga op mijn telefoon allerlei dingen opzoeken over de tocht van vandaag, en dingen die daar niets mee te maken hebben, en mijn WhatsApp-correspondentie bijwerken (‘Hoi, ik zit in Dronten!’). Na een minuut of 15, 20 begint het langzaam tot mij door te dringen dat nog niemand aan me heeft gevraagd of ik iets wil gebruiken, of hier alleen maar gratis wens te zitten.

Aan de drukte kan het niet liggen. Op dit uur tussen servet en tafellaken (zoals ik het ook noem) zitten er in de grote ruimte hooguit 3 gezinnen na te tafelen. Nu zou ik iemand van de bediening kunnen roepen, of naar de bar lopen. Maar gezien het trage tempo dat in de horeca van deze streek gangbaar is, kom ik dan in tijdnood. Die bus vertrekt over ruim een half uur. Wat ik nu nog zou bestellen, zou ik nooit meer op tijd kunnen opeten. 

Als ik er zo had uitgezien als die man met dat broekpak, zou ik wel gezien zijn. Maar ik probeer me altijd zo onopvallend mogelijk te gedragen, omdat ik in mijn rol van observator zelf niet geobserveerd wil worden. Even ongezien als ik kennelijk ben binnengekomen, sluip ik de tent weer uit. Dan maar een kop koffie en een snel broodje bij de HEMA.

Nu nog op tijd bij het station zien te komen. Op mijn foon blijkt de GPS uitgevallen te zijn. Hoe kan dat nou! Kom, kom, ik zit hier toch niet op de toendra’s van Siberië! Dank zij mijn befaamde onfeilbare oriëntatievermogen (en ook wel doordat ik hier vorige winter nog geweest ben) weet ik het station nog te vinden en de bus nog te halen. Er is wel een eindsprint voor nodig. Ik beschik nog over een redelijke conditie voor een 67-jarige.




Swifterbantkeramiek



Busstation Lelystad, vanmorgen

EBS-RRReis 143

Kampen  – Dronten – Swifterbant – Lelystad

 

17/02/2024

 

 

In:

Dronten Station

16:01

Uit:

Lelystad Station

16:38

Wagennr.

21-zoveel

 

Type

BYD k9 UB (2020)

 

Passagiers (max.)

5

 

Ooit was dit stuk grond de habitat van de Swifterbantmens. Die leefden hier in het 6e t/m 4e millennium voor Christus. Ze hebben bandkeramiek, versierd aardewerk, nagelaten aan de archeologen. Ergens in het eerste millennium na Christus verdween hun grondgebied in de golven. In de 20ste eeuw is her daar weer uit tevoorschijn geroepen. 

In hetzelfde artikel over de Hanzelijn dat ik hierboven al gelinkt heb, had ik het over de kortsluiting van Swifterbant. Dat accident, dat plaatsgreep op 2 september 2022, heeft het treinverkeer maandenlang lamgelegd.

Als de bus Swifterbant nadert, begint het te regenen. Nou, dat hebben we al een tijd niet meer gehad, minstens een half etmaal. Swifterbant lijkt vanuit de bus een tweelingzus van Biddinghuizen, mogelijke geringe cultuurverschillen tussen de bewoners van beide dorpen daargelaten. Ik blijf zitten in de bus.

Die ontpopt zich wederom tot een taxi met 40 stoelen, als mijn 2 laatste medepassagiers uitgestapt zijn. Dat waren een jongen van een jaar of 10 die achterin zat en een man helemaal voorin. Maar ze blijken elkaar te kennen, bij elkaar te horen, lopen gezamenlijk weg en zijn vermoedelijk vader en zoon. 

We rijden Lelystad binnen bij een bedrijventerrein. Er stapt toch nog iemand in, een man die op een skateboard is komen aanrollen en die ik bij het eindpunt bij het station ook weer zal zien wegrollen. 

Ik heb ineens een déjŕ vu; het lijkt wel of ik hier al eens eerder geweest ben! Dat is ook zo; het komt boven in mijn memorie, al had het beter beneden kunnen blijven. Het was ergens aan het begin van de jaren 90. Een hilarisch, licht tragikomisch verhaal over de zoveelste zeperd in mijn werkzame leven.

Het ging om een studiedag over digitalisering van archieven, wat anno 1990 feitelijk nog veel te hoog gegrepen was. Dik 30 jaar geleden; het lijken wel 3 eeuwen. Het automatiseringsbedrijf waar we toen te gast waren, bestaat al lang niet meer.

In tegenstelling tot vanmorgen zie ik stadsbussen aan en af rijden bij het busstation van Lelystad Centrum. Ik heb nog even de tijd voordat mijn trein gaat. Laat ik nu eens de proef op de som nemen. Hoeveel bussen vallen er nu werkelijk uit? 

Het digitale bord staat nog steeds op zwart – Mijn GPS werkt inmiddels wel weer. Ik loop de perrons langs, bekijk de haltevertrekstaten en stel vast dat er het komende kwartier volgens dienstregeling 6 bussen moeten vertrekken. Die komen ook werkelijk alle 6 opdagen gedurende dat kwartier, en wat meer is: ze vertrekken allemaal ook met passagiers.

EBS haalt een 100%-score op deze late zaterdagmiddag. Of dat een kentering inhoudt, of slechts een momentopname is, lees je binnenkort in het vervolg op dit stuk.

Frans Mensonides
10 maart 2024
Er geweest: zaterdag 17 februari 2024

Busstation Lelystad, eind van de middag


De digitale reiziger (151c)
Voorheen: de IJsselmond (3): Snelbusdag (werden: 2 dagen)

Lelystad 

De rest van dit groeidocument is gewijd aan SnelRRReis, de nieuwe snelbussen in de concessie IJssel-Vecht. In Flevoland rijden er 5 (met uitlopers naar Overijssel en Gelderland):

207 Harderwijk – Lelystad Batavia Stad
214 Lelystad – Emmeloord – Marknesse - Steenwijk
215 Kampen – Urk
216 Harderwijk – Zeewolde – Almere Stad
218 Lelystad – Urk.

207 en 214 hebben we hierboven al gehad. De overige 3 denk ik te kunnen doen op één dag, en die dag is: woensdag 28 februari 2024. Maar op weg naar station Leiden Lammenschans, waar veel van mijn reisdagen beginnen en eindigen, gaat er al iets mis.

Er schiet me te binnen dat ik onderweg nog even een boodschap moet doen. Die neemt wat meer tijd in beslag dan verwacht. Daarna smaak ik nog net het genoegen dat ik bij de spoorwegovergang Vrijheidslaan / Herenstraat de trein die ik had willen nemen, voorbij zie rijden.

Nou kom ik nooit meer op tijd in Harderwijk om mijn hele, zorgvuldig uitgestippelde programma af te werken. Bovendien beloven de gebruikelijke apps weer de gebruikelijke uitgevallen EBS-ritten. Ik pak de bus naar Leiden Centraal, en reis naar Almere Centrum om daar bus 216 (Almere – Zeewolde – Harderwijk), op te pakken. Kijken hoever we toch nog kunnen komen, vandaag.

 

Zichtcontact met bus; Almere Hout



Rechtsboven en linksonder: halte Vogelweg; rechtsonder: halte Nachtegaallaan

Behalve al die snelbussen te nemen, wil ik ook eens rondkijken in Almere Hout, de meest afgelegen wijk van Almere. Bus 216 stopt bij een van de weinige bewoonde gebieden in Almere Hout. Maar daar die bus net weg is, pak ik lijn 326 richting Blaricum P&R.

Die is niet van EBS, maar van Keolis. Het is een 15 meter lange 3-asser met 49 stoelen, waarvan ik er maximaal 7 bezet zal zien gedurende de rit. 49 zitplaatsen is nog niet eens veel. In zo’n bus met een extra lange kont kun je wel 60 stoelen neerzetten, zoals ik zag bij de Setra-bussen van U-link in de provincie Utrecht.

Keolis rijdt de concessie Busvervoer Almere, die bestaat uit de ‘metro’s’ van allGo plus enkele streeklijnen. ‘Metro’s’ tussen aanhalingstekens. Het zijn gewoon stadsbussen, die echter wel rijden in een metrofrequentie. Ik nam ze vrijwel allemaal eind 2018 / begin 2019.


326
Keolis

Station Almere Centrum – Blaricum P&R

 

28/02/2024

 

 

In:

Almere Centrum Station

11:50

Uit:

Almere Hout Vogelweg

12:08

Wagennr.

6122

 

Type

Lion’s City LLE A 44 (2017)

 

Passagiers (max.)

7

 

 

Bus 326 rijdt maandag t/m vrijdag tot 20:00 uur. Er is 30-minutendienst in de spits.  In de dal-uren vertrekt de bus slechts een keer per uur.

Bij de haltes Stadhuis, Passage, Stedenwijk Midden en Stedenwijk Zuid bevinden we ons nog in de bewoonde wereld en op het netwerk van vrije busbanen in Almere. Daarna doen wij het busstation ’t Oor aan, tussen Almere Stad en Almere Haven.

Even verder passeren we de Hortus, op het terrein van de Floriade, en gaan we de N305 op. De in 2021 gehouden bloemententoonstelling pakte uit in een miljoenensof die de gemeente Almere in diepe armoede gedompeld heeft.

Almere Hout is een gigantisch stuk polder van 30 km2, dat slechts circa 4000 inwoners telt – al zullen dat er in de loop van de decennia vast wel meer worden. De wijk heeft 3 bebouwde delen: Vogelhorst, Nobelhorst en Oosterwold. Nobelhorst grenst aan Almere Stad en is het enige gedeelte van Almere Hout dat is opgenomen in het ‘metro’net van stadsbussen. Lijn 8 is daarheen doorgetrokken vanuit de wijk Tussen de Vaarten. Vogelhorst en Oosterwold liggen een kleine 10 km ten zuidoosten van station en stadhuis. Dit stuk Almere moet het doen met wat dunne streeklijnen.

Ik stap uit bij de halte Vogelweg langs deN305 en ga te voet naar de bewoonde, doch dunbevolkte wereld van Vogelhorst, een wandeling van bijna een half uur. Vogelhorst mag dan ver afliggen van het hart van de stad, maar ligt wel dicht bij veel andere streken: het Gooi op nog geen kwartier rijden met bus 326, en de Veluwe op 22 kilometer. Met de auto ben je er zó.

Ik kruis een van de 2 vaarten waar de wijk Tussen de Vaarten naar genoemd is, en bereik het hout van Almere Hout, een bos van, zoals overal in de polders, dunne, sprieterige boompjes.

Nu ik dat insectenhotel zie, moet ik denken aan iets wat ik laatst las. Een mevrouw wilde het insectenhotel, dat ze gekocht had voor in de tuin, terugbrengen naar de winkel. Ze was er helemaal niet tevreden over: ‘Het ding staat er nog maar net, en nu zitten er al allemaal heel vieze beesten in!’

Het ooievaarsnest in de plas staat gereed voor de komst van een nieuwe bewoner, tegen de zomer. De wijk Vogelhorst bestaat uit villatjes voor de ruimen van beurs, met flinke tuinen eromheen.

Op een kruispunt van 2 verstilde lanen staat een AED. Als je hier een hartontploffing krijgt, is het maar te hopen dat er dan net iemand loopt die het ziet, de sleutel van de AED op zak heeft, en ook weet hoe hij zo’n ding moet bedienen. Je overlevingskansen lijken me niet groot.

Even gering is de kans dat er iets gebeurt als je op de knop drukt van het bemoste kastje op de foto. ‘Bij zichtcontact met bus ALTIJD knop drukken’. Ik doe het, hoewel het klaarlichte dag is en er in geen velden of wegen een bus te zien is in het wat mistige verschiet. Er gebeurt niets; er gaat geen felle lamp branden of een sirene loeien; ik weet niet wat ik allemaal verwacht had.

Nee, dat kastje doet al lang niet meer wat het dan ook maar had moeten doen. Eronder staat dan ook dat je, als de bus nadert in het donker, het beste kunt zwaaien met je telefoon met ingeschakelde zaklamp. Ik wed dat de chauffeur gaat klagen over verblinding, als je dat werkelijk doet.

De vertrekstaat bij de halte is even obsoleet als het nachtzichtbaarheidskastje. Het tijdenlijstje vermeldt nog de dienstregeling van lijn 159, die de voorloper was van de SnelRRReis en gereden heeft tot december 2023. Die bus reed alleen maar van maandag t/m vrijdag overdag. De bewoners van Almere Hout zijn er dus niet op achteruitgegaan bij de introductie van SnelRRReis.

Die halte heet Nachtegaallaan, NACHTegaal, hoe toepasselijk! Ik pak het eerstvolgende dieselblik op lijn 216, daar de daar weer op volgende bus geannuleerd is, en zie af van een rondje wandelen door Oosterwold. Mijn bus stopt gewoonweg op mijn handopsteken. Maar het is dan ook dag.

 

Zeewolde



De toren van Open Haven

EBS-SnelRRReis 216

Almere Centrum – Almere Hout- Zeewolde – Harderwijk Station

 

28/02/2024

 

 

In:

Almere Hout, Nachtegaallaan

13:09

Uit:

Zeewolde, Tijdelijke Halte in het centrum

13:36

Wagennr.

4175

 

Type

VDL Citea LLE120 (2013)

 

Passagiers (max.)

5

 

 

Deze snellijn is nog niet ontdekt door het grote publiek. Misschien gaan de huizen van Oosterwold die ik rechts in aanbouw zie, voor meer reizigers zorgen. Maar Almere Hout lijkt me typisch een wijk voor autoverslaafden.

We volgen weer zo’n route langs kaarsrechte polderwegen die hoeken van 90 graden maken met elkaar. De motor van de enigszins aftandse bus produceert gierende, jankende geluiden en de vering heeft betere tijden gekend. Op het display in de bus kan geen informatie getoond worden, al slaagt het display er wel in om dié informatie te tonen. Meta-informatie, heet dat geloof ik; informatie over (geen) informatie.

Bij de grote loodsen van een plasticfabriek rijden we Zeewolde binnen. Zeewolde is een bijna 25.000 inwoners tellend, uitgestrekt dorp in Zuidelijk Flevoland, gelegen aan het Wolderwijd tegenover Harderwijk.

Als ik het hoogste gebouw in het dorp, de 36 meter hoge (kerk)toren van Open Haven zie opdoemen, druk ik op de stopknop. Ik beland echter niet in het centrum, maar ergens bij een tijdelijke halte in een buitenwijk.

Het ‘centrumcarré’, het vierkant van toegangswegen tot het dorpshart, ligt op de schop. Ik sla wat hoeken om en weet het centrum te vinden. Zeewolde maakte een redelijk plezierige, levendige indruk op me toen ik het befietste op een zonnige zomerzaterdag in 2016. Vandaag sta ik versteld hoe volkomen desolaat en voorbij een dorp er al uit kan zien, waar geen enkel gebouw ouder is dan 40 jaar.


Op het winkelplein zou je een aanval van pleinvrees kunnen krijgen, ook als je daarmee normaliter niet mee behept bent. De verlatenheid komt mogelijk door de wegwerkzaamheden, waardoor de Zeewoldenaren hun eigen dorpshart niet meer kunnen bereiken. Maar goed, ik ben er toch ook gekomen…

Het gebouw van Open Haven, waarin een kerkgenootschap huist, oogt gesloten. Hun website is al meer dan 2 jaar niet bijgewerkt. De podoloog in het winkelcentrum heeft een werkweek van 6 uur; zijn zaak is alleen open op zaterdag van 10:00 tot 16:00 uur.

Is hier wel iets van een lunch te verkrijgen? Een eetcafé is definitief gesloten wegens verhuizing, en voor ambachtelijk schepijs is het geen weer. Daar op de hoek is een horecagevel die er wel gezellig uitziet. Maar als ik de deur heb opengemaakt, blijkt het een bruin café, een pijpenla, niet veel breder dan de bar. Het geheel is té afstotelijk, zelfs voor mensen die zich in zulke etablissementen graag bezatten; er zit niemand op de barkrukken.

Dit trek ik echt niet. Maar stiekem eclipseren is niet meer mogelijk; in tegenstelling tot die keer in Dronten, heeft het personeel me al in de peiling. Hoe kom ik hier nog weg?
‘Ach’, sla ik me voor mijn hoofd, ‘nou ben ik vergeten, mijn auto af te sluiten. Zo terug!’

Ik kan echt niet overtuigend liegen, wat altijd een niet te onderschatten belemmering geweest is voor mijn maatschappelijke loopbaan. ‘Vuile, vieze leugenaar, je bént geeneens met de auto!’ verwacht ik dat me nageroepen zal worden vanachter de bar. Maar dat gebeurt niet.

Dan maar de snackbar; dit is een noodgeval. De jongen van een jaar of 15 die de vrijwel verlaten zaak vanmiddag bestiert, rekent maar 2,95 voor een patatje mét plus een kop koffie. Dat terwijl je in dit land tegenwoordig gewoonlijk al bijna een tientje neertelt voor een heel sobere lunch.

‘Klopt dat wel?’ vraag ik. Want dat is ook zoiets wat ik heb, met mijn geborneerdheid: het zou me niet smaken als ik een kleine (en in dit geval heel jonge) zelfstandige brood uit de mond zou stoten door handig gebruik te maken van een vergissing. Maar: ‘Ja hoor meneer’, antwoordt hij, de patat kost 2,95 en de koffie krijgt u er gratis bij!’

Nou, die zal niet snel rijk worden. Weliswaar geldt zonder consumptie: ‘Toilet 1 euro, kom je van de visboer 2 euro’, maar dan nog. Tijdens het nuttigen van mijn patatje breek ik me het hoofd over die bepaling dat je extra betaalt voor toiletbezoek als je van de visboer komt. Misschien heeft hij een hekel aan visstank, misschien aan de visboer, misschien vinden ze dat als je je bij de visboer gevoed hebt, je dan daar ook maar moet plassen, poepen of eventueel, als de vis verkeerd gevallen is, braken.

Dan maar verder naar Harderwijk. Waar en wanneer de bus gaat, is nog even uitzoeken. Ik denk: rond het tijdstip dat vermeld staat in de app, en bij de door ratten of muizen aangevreten tijdelijke halte die ik op de heenweg gezien heb. Dat blijkt ook te kloppen.

EBS-SnelRRReis 216

Almere Centrum – Almere Hout- Zeewolde – Harderwijk Station

 

28/02/2024

 

 

In:

Zeewolde; Tijdelijke Halte in het centrum, een andere dan waar ik daarnet ben uitgestapt

14:55

Uit:

Harderwijk Station

15:12

Wagennr.

4194

 

Type

VDL Citea LLE120 (2013)

 

Passagiers (max.)

5

 

 
Na aankomst in Harderwijk maakt bus 4194 rechtsomkeert naar Almere. Althans dat is de bedoeling. Er staat een groepje naar huis terugkerende scholieren klaar voor die rit, maar een chauffeur ontbreekt. Een man met een rood hesje loopt te ijsberen over het busstation en roept in zijn telefoon: ‘Die-en-die zou die rit rijden, maar ik zie Die-en-die nergens’.

Ik ben hier live getuige van het uitvallen van een rit! Nu zie ik het eens gebeuren in het echie, in plaats van op een app! Dit spreekt toch echt veel meer tot de verbeelding!

Uiteindelijk komt er een andere chauffeur aanlopen, die niet Die-en-die is, zoals ik opmaak uit wat het Hesje tegen hem zegt: ‘Neem jij die bus dan maar!’ Dat doet hij. Maar de rit van lijn 216 naar Almere is toch definitief uit de boeken verdwenen. De bus is plotseling veranderd in lijn 142 naar Nijkerk via Zeewolde. Wat goed nieuws is voor de scholieren die in Zeewolde wonen; ze stappen in.

Ik heb EBS wel weer gezien voor vandaag; ik ga ergens op het oude land foto’s maken voor de rubriek ovegeschoten foto’s.

 

Naar Urk

 

EBS-SnelRRReis 218

Lelystad Centrum – Urk

 

06/03/2024

 

 

In:

Lelystad  Centrum

13:45

Uit:

Urk Gemeentehuis

14:16

Wagennr.

4178

 

Type

VDL Citea LLE120 (2013)

 

Passagiers (max.)

6

 

 

De woensdag daarop neem ik de laatste 2 SnelRRReis-lijnen, die beide Urk aandoen. Lijn 218 rijdt van maandag t/m zaterdag van Lelystad naar Urk, en nummer 215 van Urk naar Kampen, alleen in de spits.

Op het busstation van Lelystad zitten de (weinige) passagiers voor de bus naar Urk te wachten op een bankje op het busperron. Het lijkt wel of ze in de wachtkamer van de tandarts zitten. Ze zwijgen en zijn wit weggetrokken van de zenuwen (zo niet: van de kou), in gespannen afwachting: komt hij wel of komt hij niet? Ja, hij komt, weliswaar een paar minuten te laat.

We volgen een heel stuk de route van lijn 214 naar Emmeloord (zie ergens heel ver hierboven), dus over de Ketelbrug over het Ketelmeer. Een paar kilometer verder slaan we op een rotonde linksaf de Domineesweg (N352) op richting Urk. Daar aangekomen passeren we het gemaal Vissering en bereiken we een keerlus bij het Gemeentehuis.

Ik denk dat het eindpunt bereikt is, en stap uit. Maar het werkelijke eindpunt is een paar hectometer verder, op de Singel.

Van deze halte vertrekken: lijn 141 (Urk – Tollebeek – Emmeloord - Kampen), 215 (Urk – Nagele – Kampen), 218 (Urk – Lelystad) en nog 2 scholierenlijnen naar gristelijke scholen in Kampen en Zwolle. Urk zit, voor een middelgrote plaats met ruim 20.000 inwoners, nog redelijk dik in het busvervoer. Maar: niet op zondag! Op de dag des Heeren is Urk niet bereikbaar met het OV.

Er zouden zich op zondag ook heel weinig mensen melden bij een bushalte. En deze in Urk zeldzame atheďsten en agnostici zouden daarvoor nog jaren daarna nagewezen worden.

 

Op Urk

2 kleine eilandjes waren er overgebleven van het grote eiland Flevo dat zijn naam kreeg van de Romeinen die hier in de eerste eeuwen na Christus heersten: Schokland en Urk. De rest is ooit in de golven van de Zuiderzee verdwenen.

Urk heeft altijd met moeite het hoofd boven water kunnen houden, totdat het in 1939 ingelijfd werd bij de nieuwe Noordoostpolder en eiland-af was. Schokland was sinds het midden van de 19e eeuw onbewoonbaar door het stijgende water, maar steekt nu nog een paar decimeter uit boven de Noordoostpolder.

Ik deed Schokland 2 keer in vroege jaargangen van deze site (deel 1deel 2). Het gewezen eiland, nu omringd door land in plaats van water, staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

De naam ‘Urk’ klinkt als een boer na een te copieuze maaltijd. De meeste taalvorsers zijn het er wel over eens dat die naam al ontstaan is lang voordat de Romeinen hun intrede deden in deze streek. Hij betekent zoiets als: hoogte bij de kust. Je woont of verblijft nog steeds ‘op Urk’, en niet: ‘in Urk.’


Urk is een plaats met een wat apart slag mensen – wat een dorpsbevolking over het algemeen wel siert. Het dorp staat op heel wat lijstjes in de bovenste regionen, of juist in de onderste. Het wedijvert met De Glind om de eer van het grootste percentage personen onder de 18 jaar. Er wordt bijna een record-percentage stemmen uitgebracht op christelijke partijen en het kerkbezoek is er hoger dan waar ook in het land: 94% gaat wekelijks ter kerke.

De afgelopen jaren zijn er in Urk ook wat vervelende dingen gebeurd, die het dorp een slechte reputatie hebben bezorgd. Zo kon je er in de coronatijd getuige zijn van een parade met mensen in nazi-uniformen, en werd er een corona-teststraat in brand gestoken. Verder ging het kerkbezoek tijdens de lockdown gewoon door, terwijl de diensten elders in het land digitaal plaatsvonden. Journalisten die kerkgangers daarover wilden interviewen, werden gemolesteerd.

Er wonen dus veel jongeren op Urk, en daardoor ook veel probleemjongeren. Op zaterdagavond vinden er nog wel eens rellen plaats. Maar het goede nieuws is dat die tegen middernacht altijd als bij toverslag afgelopen zijn, want om 0:00 uur gaat de zondagsrust in.

Als je de geschiedenis van Urk bestudeert, valt wel op dat er vaak op een nare manier is gesold met de belangen van de bevolking. Zo kregen de bewoners niet de geringste inspraak bij de Zuiderzeewerken – die een einde maakten aan de zoutwatervisserij – en werd Urk pas heel laat aangesloten op het wegennet van de Noordoostpolder. Het heeft allemaal kwaad bloed gezet jegens de overheid.

Ook las ik nog een bizar verhaal over schedels van Urkers en Schokkers (bewoners van Schokland) die gestolen waren uit graven. Wetenschappers met nogal bedenkelijke denkbeelden over mensenrassen wilden met die schedels bewijzen dat de Urker rechtstreeks afstamde van de oer-Nederlander (wat je je daarbij ook moet voorstellen). Ook verrichtten zij schedelmetingen aan levende Urkers en andere bewoners van het Zuiderzeegebied.

Hun ideeën over ras bleken wetenschappelijk niet bewijsbaar en niet houdbaar. De schedels werden uiteindelijk teruggegeven. Zie dit uitgebreide artikel op Historiek.net voor het hele verhaal.

Bij de bushalte op de Singel begint het Rondje Eiland Urk, een wandel- en fietsroute die de kust volgt van het eiland dat Urk was vóór de inpoldering. Die kust was verstevigd met houten palen die verdere afslag van het eiland moesten voorkomen.

Ik loop het rondje van informatiebord tot informatiebord. De route is 4 km lang, maar ik ben er, al fotowandelend, de rest van de middag zoet mee. Hij telt 10 van die informatieborden met veel foto’s uit de oude doos, die ik hier en daar overgefotografeerd heb.

Bord nummer 1 staat bij het standbeeld van de ijsvlet bij de bushalte. IJsvissers, we kwamen ze hierboven al tegen in Vollenhove. Daarna de Pyramideweg in (inderdaad: ouderwets gespeld met een y), links van de benzinepomp, als je de route zelf wilt lopen. 

Het is ideaal wandelweer: droog, zonnig en windstil. Op sommige punten van de route wijzen palissades de weg; palenschermen die opnieuw zijn aangebracht, nu om de route aan te geven. Desondanks zal ik op de wandeling van bord 4 naar 5 per ongeluk een stuk afsnijden, en zal ik punt 9 helemaal niet zien, maar het eindpunt, nummer 10, per ongeluk wel bereiken.

Op vrijwel de hele route zie je zowel aan je linker- als aan je rechterhand nieuwbouw. Na 1970 is Urk sterk uitgebreid tot op het nieuwe land van de Noordoostpolder.  

De beste stuurlui staan aan de wal, volgens een bekend spreekwoord. Maar sommige Urker vissers deden dat ook, en meden de zee. Walvissers, heetten ze. Het klinkt als vissers van de koude grond, en dat waren ze ook wel in zekere zin. Als je bord 2 leest, sta je met de rug naar de plek waar in het prille voorjaar haringen samen kwamen om kuit te schieten. De walvissers wierpen dan een groot net over de school haringen heen en hadden ze maar voor het ophijsen.

Het stuk Urk bij bord 3 was erg drassig, totdat halverwege de 19e eeuw de Molensloot werd gegraven en er een watermolen werd neergezet.

De erg moderne Maranathakerk en de ook gloednieuwe palissade

 Op bord 4 staat een foto van de oorspronkelijke zeewering. We komen nu in de buurt van het Top, het lage deel van het eiland. Dat heette oorspronkelijk het Hop, maar daar in het Urkers de h niet wordt uitgesproken, werd dat ‘het ‘op’, en dat werd het Top.

Bij het Top lag een heuvel die de piramide werd genoemd, hoewel hij iets minder hoog geweest zal zijn geweest dan die van Cheops. Er werden kadavers begraven van dieren die aan een besmettelijke ziekte gestorven waren.

De Staart, waar bord 5 over uitkijkt, was een zandbank die bij vloed soms onderliep. Het was de habitat van vele zeehonden. De Urkers voelden voor die dieren iets minder vertedering dan de huidige dierenliefhebbers doen. De zeehonden werden gezien als concurrenten van de vissers. Er kwam wel eens een kanoneerboot van de marine langs om ze bij honderden af te schieten.

Smijt het daar maar neer! (bord 6). Tot ergens in de jaren 60 kiepten Urkers hun afval gewoonweg over de zeewering. Andere Urkers, ook kinderen, gingen dan in het afval jutten naar voorwerpen die misschien nog van waarde waren.

Over jutten gesproken: gestrande schepen werden door Urker strandjutters leeggehaald. Maar ze waren ook echt niet te beroerd om de opvarenden te redden.

De UK 29 (bord 7) zonk in 1930 en werd 12 jaar later, na inpoldering van de NOP, hervonden, en aan stukken gehakt voor in de haard; brandstof was schaars in WO II.

Tegen het eind van de oorlog deed zich een heel bijzondere stranding voor. Een schip vol kerkklokken en klepels verging voor de kust van Urk. De Duitsers hadden die overal in het land uit kerktorens gestolen, met het doel, ze om te smelten tot nog meer oorlogstuig. De Urkers saboteerden de pogingen tot berging van het rampschip. Na de oorlog konden zij de klokken en klepels teruggeven aan de rechtmatige eigenaars.

‘Landers’ (bord 9) was de benaming voor boeren op Urk, die altijd veel minder talrijk waren dan de vissers.

Nummer 8 heb ik, zoals gezegd, niet gezien. De tocht eindigt op de Slikhoogte aan het IJsselmeer. Hier staat het monument van de vissersvrouw. Daarbij staan de honderden namen van mannen en jongens die in de loop van eeuwen het leven gelaten hebben voor de vis, die vaak duur betaald werd. Ik ben vandaag niet de enige die het monument wil fotograferen.

Op de heuvel heb je de vuurtoren uit 1844, die tot de dag van heden tussen zonsondergang en -opkomst elke 5 seconde een lichtflits van 0,2 seconden laat zien. Daarnaast de mast waarin letterlijk de stormbal gehesen kon worden; een systeem met gekleurde ballen en kegels om schippers te informeren over windkracht en -richting.

Dit was een mooie en boeiende wandelmiddag, wel aan mij besteed, en hopelijk ook aan de lezer! Maar nu zo langzamerhand terug naar de Singel en de bus.

Onderweg zag ik een paar touringcars met middelbare scholieren. Die bussen stopten bij een reguliere halte. Het waren bussen van TCE Tours. Verstandig om een ander bedrijf in te huren voor het scholierenvervoer dan EBS. Dan komen die kinderen tenminste op tijd op school en ’s middags weer op een redelijk tijdstip thuis.

Het is deze week de Week van de Lentekriebels op Neęrlands scholen. Maar die zal hier in en om Urk wel niet al te uitgebreid gevierd worden, anders houdt iedereen zijn kinderen de hele week thuis.

De Week van de Lentekriebels is sinds een paar jaar opgenomen in de al zo uitgebreide jaarlijkse cyclus van moddergevechten op Twitter. Die lopen van vuurwerkoverlast op nieuwjaarsdag, tot en met het kerstfeest in de tijd van het decemberfeest. Voor begin maart hadden we nog niks. Maar dat gat is nu gevuld door Lentekriebels. Iedereen wil er zijn visie erop kwijt en wil - naar goede gewoonte op Twitter – andersdenkenden erom verketteren.

Mij lijkt het verstandig om er geen mening over ten beste te geven. Ikzelf heb nooit lentekriebels. Dat komt waarschijnlijk doordat ik in het hartje van de herfst geboren ben. Daar ik ze nooit gehad heb, mis ik ze ook niet.

Schreef ik Twitter? X, bedoelde ik.


Weer van Urk af (met hindernissen)

EBS-SnelRRReis 215

Urk – Nagele – Kampen

 

06/03/2024

 

 

In:

Urk – Singel

16:51

Uit:

Kampen Station

17:46

Wagennr.

4180

 

Type

VDL Citea LLE120 (2013)

 

Passagiers (max.)

3

 


Nog net op tijd bereik ik bus 215 naar Kampen; om 16:51 vertrekt alweer de laatste bus van de dag op deze SnelRRReis-lijn.

Bij de rotonde waar we op de heenweg al langs kwamen, maakt de bus een draai van 360 graden, de hele rotonde rond, en koerst doodgemoedereerd weer in de richting van Urk. Niemand uit de menigte van wel 2 medereizigers slaakt een kreet van verbazing of verontwaardiging, en het zal dus wel zo horen.

100 meter verder nemen we een andere rotonde waar een halte staat die we vanuit de richting Urk niet hadden kunnen bereiken. Het klinkt raar, maar het kan niet anders, zo te zien.

We ronden ook deze rotonde, nemen de eerste rotonde opnieuw, maar leggen nu maar de helft ervan af, en rijden verder richting Nagele. Dat dorp in de NOP staat erom bekend dat het geen puntdaken kent, maar alleen platte. Het oogt daardoor nog saaier dan al het andere dat ze in deze polder hebben opgericht.

Midden in Nagele is er een druk kruispunt. De bus rijdt het op met zijn voorwielen, remt, komt tot stilstand en de motor valt stil. Minutenlang blijft de bus staan in deze onhandige positie. Opnieuw protesteert er niemand; zou ook dit nou zo horen? Moeten we een aansluiting overnemen, komt er een aflossing, en zo ja, had dat niet ergens anders gekund?

De chauffeur doet de achterdeur open en weer dicht, probeert telkens de motor te starten, maar er komt geen leven in. Nu is het ook mij wel duidelijk: panne!

Hoe lang reis ik al met de bus? Ik schat: sinds enkele dagen na mijn geboorte. Ik kan me niet heugen dat er ooit eerder een bus waar ik inzat, is stilgevallen. Maar laat het maar aan EBS over om zoiets wél te laten gebeuren!

Klopt niet helemaal wat ik in de vorige alinea schreef. Eén keer een klapband, waarmee de bus, scheefgezakt, en heel langzaam rijdend, nog de garage wist te bereiken.

Enfin, er stopt nu een autootje naast de bus, en er stapt een Hesje uit. Waar komt die man nou zo gauw vandaan? Oh ja, in Nagele is een garage van EBS, wat in buskringen geen garage heet, maar een stalling.

Het Hesje weet er ook geen raad op. Hesje weer af door de voordeur; ‘Ik rij wel even naar de stalling en zal zeggen waar je staat’. De chauffeur blijft enige tijd voor zich uit kijken en komt dan van zijn stoel af om alle 3 de passagiers persoonlijk zijn excuses aan te bieden.

Even later staan er naast de chauffeur maar liefst drie Hesjes voorin de bus. EBS heeft een tekort aan chauffeurs maar een overvloed aan Hesjes. Gaan die studiehoofden de bus weer in beweging krijgen? Jawel, één man, die meteen de leiding neemt, drukt op een paar knoppen en zie, of liever, hoor! De motor slaat aan.
‘Nou, dit was nou alles!’, meen ik de man honend te horen zeggen tegen de chauffeur.

We rijden weer na een stijf kwartier en passeren Schokland. Dat v/m eiland heeft wel de status van Werelderfgoed maar geen bushalte bij de toegangsweg. Die 2 keer dat ik er was, moest ik een uur lopen vanuit Nagele.

De chauffeur rijdt de stenen bijna uit de straat om de achterstand in te halen, en laat daarbij geen trottoirband onaangeraakt.

Nog een keer valt de bus stil, in het zicht van de haven; we staan al in Kampen langs de IJssel, tegenover het station. Maar de chauffeur weet nu hoe hij het probleem moet oplossen, en we kunnen weer verder. Nog een paar stoepranden later bereiken we het station. De bus begint met een kwartier vertraging aan de terugrit en ik pak de trein naar huis.

 

Kampen

Conclusie?

In 13 ritten met EBS plus 1 met Keolis, heb ik nooit meer dan 16 passagiers tegelijk in de bus gezien. Dat was bij de allereerste rit: van Zwolle naar Vollenhove. Verder zaten er nooit meer dan 10 reizigers tegelijkertijd in de bus. Daarbij heb ik dan altijd mezelf ook nog meegeteld. Waarom ook niet, ik heb per slot van rekening ook betaald voor mijn busritten!

Eigenlijk mag je blij zijn dat er überhaupt nog bussen rijden in Flevoland en de Kop van Overijssel, al valt ongeveer een kwart van de ritten uit. Wat is hier aan de hand? Zijn de streekbewoners nog meer aan hun auto gehecht dan in de rest van het land, heeft corona nog verwoestender huisgehouden dan elders, of is het zo, dat EBS verwoestend heeft gewerkt op de populariteit van de bus?

Ik durf het niet te zeggen, maar als ik perse een schuldige zou moeten aanwijzen, hel ik toch wel over naar EBS.

Hoe dan ook, dit is het einde van een EBS-winter op deze site, die begon in de Zaanstreek en verder ging in het Westland. Ik ben niet ontevreden: toch aardig gewandeld op plaatsen waar ik zonder EBS misschien nooit was heengegaan. Er is niets zo slecht, of het is toch wel ergens goed voor.

Frans Mensonides
17 maart 2024
Er geweest: woensdag 7, zaterdag 17 en woensdag 28 februari en woensdag 6 maart 2024


Kampen


© Frans Mensonides, Leiden, 2024