Nr. 159 - zondag 19 januari 2014
De kunstmaan Telstar, of: Mik, Mak en Meek





LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

158. NIETJES TELLEN; ZUURVRIJ WERKEN
(12/01/2014)
157. JAARWISSELINGSDAGBOEK: B-KANT EN QUIZ (05/01/2014)
156. DAGBOEK VAN EEN KERSTWEEK: DICTEE EN DINER (29/12/2013)
155. DE BONNEFANTEN-TOP-5 (22/12/2013)
154. OPA's HONGERTOCHT, HET NOOIT VERTELDE VERHAAL (08 en 15/12/2013)
153. HERKEN HET DIEDERIKJE: ONZINNIG PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK (01/12/2013)






Platenhoes 'Telstar' en Joe Meek (overgenomen uit Wikipedia)
 

Twee weken geleden schreef ik over de Radio 2-top-2000. Elk jaar luister ik er weer naar, hoewel het aantal nummers dat ik herken en kan waarderen, van jaar tot jaar gestadig afneemt.

Zelf stem ik louter op songs uit de jaren 60. En dan kies ik niet zo maar wat aardige liedjes, maar iconische nummers die een tijdsbeeld schetsen; die het gevoel en de sfeer van de sixties vertolken. Mijn keuzes vind ik lang niet allemaal terug in de lijst. Zo staat ook ‘Telstar’ er al sinds 2006 niet meer in.

Dit instrumentale nummer werd in de groeven geperst door The Tornados, een Engelse studioformatie. Het dateert uit de zomer van 1962. Daarmee is het feitelijk van vóór mijn tijd; ik zong nog kleuterliedjes en zou pas een paar jaar later bewust naar popmuziek gaan luisteren. Maar er zit een fascinerend en helaas triest verhaal vast aan ‘Telstar’ (hier op You Tube).

Het nummer werd geschreven door de excentrieke componist en producer Joe Meek (1929-1967). Die liet zich inspireren door de lancering van de gelijknamige communicatiesatelliet, diezelfde zomer.

Telstar, een coproductie van Amerikaanse, Britse en Franse communicatiebedrijven, was de eerste in zijn soort. Hij maakte een rechtstreekse verbinding mogelijk tussen de oude wereld en de nieuwe, Europa en Noord-Amerika; de sprong over de Atlantische oceaan heen. Hij kon 60 intercontinentale telefoongesprekken tegelijk verwerken, óf tv-beelden overzenden (maar dan kon er niet getelefoneerd worden).

En dat kon dan so wie so alleen als de satelliet in de goede positie stond. Dat was slechts 20 minuten het geval gedurende een omloop van 2,5 uur. Het was in die tijd nog niet mogelijk, zo’n satelliet in een geostationaire baan te brengen, zodat hij vanaf de aarde gezien altijd aan hetzelfde punt van de hemel zou staan. Het ding was ook knap gammel. Hij kon niet tegen kosmische straling, al evenmin tegen de elektromagnetische puls van de kernproeven waarmee Kennedy Chroesjtsjov de stuipen op het lijf joeg, en begaf het al na ruim een half jaar.

Al die beperkingen namen niet weg dat zich een enorm enthousiasme meester maakte van de bevolking aan beide zijden van de grote waterplas die Atlantische Oceaan heet. Het was al prachtig dat dit allemaal kón. De nieuwe voetbalvereniging Telstar uit IJmuiden werd genoemd naar de satelliet; die club zou desondanks geen hoogvlieger worden.

Ik herinner me nog heel vaag dat ik op een heldere winteravond op het balkon stond. Mijn ouders attendeerden mij op een bewegend lichtje aan de hemel. Was het een ster? Was het een planeet? Was het een vliegtuig? Nee, het was een kunstmaan! (een andere dan Telstar; die kwam niet tot onze breedten). Het stond in die tijd vaak in alle kranten aangekondigd: van zo tot zo laat zou er vanuit ons land bij helder weer een kunstmaan zichtbaar zijn. Dat woord is een inmiddels wat in onbruik geraakt purisme; ‘satelliet’ geeft nu tien keer zo veel hits op Google als ‘kunstmaan’.

Ik vond het intrigerend, zo’n ding dat zo maar heel hoog door de lucht zweefde. Nee, in het luchtledig, zullen ze me wel uitgelegd hebben.

Ook tot de jonge tv-kijkers drong door dat de lancering van Telstar iets heel bijzonders was. Je had in die koude winter van 1962 op 1963 de populaire VARA-jeugdserie ‘Mik en Mak’. Die speelde zich af op het kruispunt van de vier windstreken. Dat moest wel heel erg ver weg zijn. De beelden konden dan ook alleen worden overgestraald als de ‘Vertelstar’ in goede positie stond, en dat was gelukkig net altijd het geval als de VARA uitzond op woensdag- of zaterdagmiddag. Aan het eind van de uitzending begon het beeld te golven en te vervagen en te sneeuwen. Helaas, meldde de omroepster, het contact met de Vertelstar was verloren gegaan…

Ruimtevaart was in de jaren 60 hét teken van vooruitgang, maar ook een beetje geheimzinnig en eng. Het nummer ‘Telstar’ van The Tornados gaf de hele sfeer rond die kunstmaan perfect weer. De melodie werd gespeeld op een schor elektronisch orgeltje dat een wat mysterieus, spacy, en ook wel enigszins naargeestig geluid gaf. Dat orgeltje was een clavioline, een soort prehistorische synthesizer.

De clavioline werd afgewisseld met opwekkende gitaarklanken in de stijl van The Shadows. Iedereen was blij, dat de wereld door de satelliet Telstar weer een stuk kleiner was geworden, en dat hóór je gewoon in dat nummer. Hoe veelzeggend kan ook een lied zonder woorden zijn! Een knappe prestatie van Joe Meek, die geen noot kon lezen en geen instrument kon bespelen, en volgens de Wikipedia toondoof was, wat ik me daar ook maar bij moet voorstellen.

Meek had in Londen een studio aan huis, een woning boven een winkel, met een over geluidsoverlast klagende landlady. Hij zette de clavioline in de badkamer om een extra mysterieus effect te bewerkstelligen. Bovendien nam hij ook nog het doortrekken van zijn toilet op en plakte dat achterstevoren aan het nummer vast, voor de spooky ruimtevaartgeluiden aan het begin en eind.

‘Telstar’ werd, heel toepasselijk, een nummer-1-hit aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Nu begint het treurige gedeelte van dit  verhaal.

The Tornados zagen vrijwel geen cent van de enorme opbrengst van de single, en zouden later niet veel hits meer scoren. Maar ook Joe Meek heeft als componist nooit een cent ontvangen van de royalty’s. De Franse componist Jean Ledrut beschuldigde hem van plagiaat. Meek zou een paar opeenvolgende noten gestolen hebben van de door Ledrut gecomponeerde muziek voor de film ‘Austerlitz’ (geen idee waarom de naam Austerlitz blijft opduiken op deze site). Meek zei dat hij die film niet gezien had. Maar de royalty´s mochten, hangende het proces, niet aan hem uitgekeerd worden.

Beluister hier het gewraakte fragment uit ‘Austerlitz’. Ik hoor er echt geen enkele overeenkomst in met ‘Telstar’, maar heb dan ook met Meek gemeen dat ik volslagen toondoof ben.

Behalve dat was Meek ook nog depressief en paranoïde. Verder deed hij aan spiritisme, probeerde hij op het kerkhof de stemmen van overledenen op te nemen, en sprak hij regelmatig met de geest van Buddy Holly, de rock-’n-roll -ster die in 1959 bij een vliegtuigongeluk was omgekomen.  Door dat slepende proces over ‘Austerlitz’ verslechterde de geestelijke conditie van Meek zienderogen. Hij geloofde dat concurrenten afluisterapparatuur in zijn studio geïnstalleerd hadden, om zijn ideeën te stelen.

Op 3 februari 1967 schoot Meek ter gelegenheid van de achtste sterfdag van Buddy Holly zijn huisbazin dood. Daarna sloeg hij de hand aan zichzelf. Kort daarop besliste de rechtbank de plagiaatzaak in zijn voordeel: de Franse componist werd in het ongelijk gesteld. Maar Joe Meek had er niets meer aan. Waarom moet een verhaal over zo’n leuk nummertje toch zo treurig eindigen…

FHM
16 januari 2014

P.S. 1: De kunstmaan Telstar werd opgevolgd door de wat stevigere satelliet Intelsat, alias Early Bird, die ook het onderwerp werd van een orgelnummer: ‘Early Bird’ van André Brasseur. 

P.S. 2: Er is nog een ander beroemd nummer uit de sixties dat iets te maken heeft met communicatiesatellieten. Daarover vertel ik de eerstvolgende keer dat de Vertelstar weer in goede positie staat.




VOLGENDE AFLEVERING:
'ZOEKTOCHT NAAR HET TYPISCH FRIESE'; FRIES MUSEUM 26/01/2014

© Frans Mensonides, Leiden, 2014